Write your own (version of) history

De leider van het PVV-smaldeel in de Eerste Kamer, Marjolein Faber, doet niet onder voor haar evenknie in de Tweede kamer. In Vrij Nederland besteedt Max van Weezel aandacht aan haar optreden in die Eerste Kamer. Syrische vluchtelinge zijn gelukzoekers, “Busladingen vol profiteurs uit de islamitische woestijn dringen onze dorpen en steden binnen om na het verkrijgen van een verblijfsstatus een ingericht huis te krijgen met de bijbehorende uitkering en verwentoeslagen.” Ronkend, voor de betreffende mensen denigrerend taalgebruik waar Geert Wilders nog een puntje aan kan zuigen, of zoals Van Weezel schrijft: “vergeleken met Marjolein Faber is Geert Wilders een watje.” 

reconquistaIllustratie: Recursos Humanidades

Heel bijzonder wordt het als zij de ‘toestand in de wereld’ en vooral het Midden-Oosten verklaart. Volgens Faber probeerde het Westen daar orde op zaken te stellen en: “ondertussen worden wij in onze eigen achtertuin aangerand, verkracht, neergestoken, neergeschoten en opgeblazen.” Maar dat is eigenlijk niets nieuws voor Faber:“als ik kijk in 1.400 jaar geschiedenis, blijkt dat de islam 1.400 jaar geleden vanuit het Arabisch schiereiland naar het Westen is getrokken. We zien een spoor van verkrachtingen, moord en oorlog.”

Herschrijft Faber hier eigenhandig de geschiedenis? Past zij hier de geschiedenis aan, aan de denkbeelden van haar partij? Welke ‘zaken’ probeerden ‘wij’ op orde te stellen? De situatie in Irak voor de inval door Bush de Tweede? Of was die inval van Bush de Tweede een poging de zaken van Bush de Eerste op orde te krijgen? Of probeerde Bush de Eerste de in ongerede geraakte zaken van de oorlog tussen Iran en Irak op orde te stellen? Of was de oorlog tussen die beide landen waarbij Irak geld en wapens van het Westen kreeg, een poging om de door de Iraanse revolutie in het ongerede geraakte orde, te herstellen? Een revolutie die het gevolg was van Westerse (Amerikaanse) pogingen om de zaken, het regime van de Shah, op orde te houden? En zo kan nog wel even worden doorgegaan en niet alleen voor Irak en Iran.

En ja, de islam werd in haar beginjaren ook met het zwaard verspreid. Een islamitische veldheer drong aan op bekering van de bevolking van veroverde gebieden en daarbij zijn de nodige slachtoffers gevallen. Verschilt dit van de manier waarop de katholieke en later ook de protestantse heersers met de bevolking van veroverd gebied omgingen? Lieten die de bevolking de vrije ‘godsdienstkeuze’? Werden joden en moslims door de katholieke ver- of moet ik zeggen heroveraars van Spanje niet gedwongen bekeerd? Dit terwijl zij, net als voor het katholieke juk gevluchte Europeanen, onder moslim heerschappij in voorspoed en veiligheid konden leven.

Bier, sigaretten en wiet

Hangt u op de bank met een biertje of gaat u er dagelijks voor naar de kroeg? Laat u uw werk of school schieten om nog even een fles jonge klare naar binnen te werken? Drinkt u er lekker op los? Vervalt u met andere woorden in ledigheid omdat het in Nederland legaal is om alcohol te kopen en te drinken? Denken sommigen van jullie erover om de stap van drank naar misdaad te maken?

Volgens René van Rijckevorsel, plaatsvervangend hoofdredacteur van Elsevier, gaat dat wel gebeuren als de teelt van wiet legaal wordt: “Een overheid die drugs voorziet van een stempel van goedkeuring, zegt tegen zijn burgers: blow er lekker op los, blijf lekker in je luie bank hangen, school is niet belangrijk.” Van Rijckevorsel richt zich in zijn artikel in Elsevier tot het VVD-congres alwaar VVD’ers uit Zuid-Nederland pleiten voor regulering van de wietteelt. Een bijzondere redenering.

alcohol

Illustratie: DrugsForum.info

Alcohol is, net als tabak ,legaal te gebruiken. Geeft de overheid daarmee een ‘stempel van goedkeuring’? Een pakje sigaretten bevat al jaren teksten als: ‘Roken is dodelijk’ al dan niet aangevuld met ‘Roken is schadelijk en brengt u en anderen om u ernstige schade toe’ en ‘Rokers sterven jonger’. Teksten die er verplicht op moeten staan. De overheid heft extra accijns op tabak en ook op alcohol om het gebruik te ontmoedigen. Tabaksreclames zijn verboden, alcoholreclames zijn aan beperkende regels gebonden. De overheid initieert en subsidieert vele anti-rook en anti-drinkcampagnes. Lijkt de overheid hiermee niet te willen zeggen ‘doe het niet, het is niet goed voor u’ en legt de vrijheid van het gebruik bij de burger?

Als we dit vergelijken met de teelt en het gebruik van wiet, wordt het wrang. Teelt en handel is verboden, gebruik niet. Van Rijckevorsel is bang dat legalisering leidt tot: “‘staatswiet’ met mindere werking en illegale wiet die je knock-out slaat.” Aan de teelt en het product worden nu geen eisen gesteld, nu kan er dus ook knock-out wiet zijn en mildere. Tabaksfabrikanten moeten nu meewerken aan de ontmoediging van hun product (de teksten op de pakjes), wietfabrikanten niet. Tabak en alcoholgebruik worden ontmoedigd via accijnzen, wietgebruik is accijnsvrij.

Ja, bij overmatig gebruik van wiet liggen psychoses en schizofrenie op de loer. Bij overmatig alcoholgebruik levercirrose en Korsakov. Bij overmatig tabaksgebruik diverse vormen van kanker. En als softdrugs: “vooral funest (zijn) voor de zwakkeren in de samenleving,”  geldt dat dan niet ook voor alcohol en tabak?

Het gebruik van tabak en alcohol is door alle maatregelen flink verminderd. Zou hetzelfde niet ook kunnen gebeuren met wiet?

Eerlijke geschiedschrijving

Het is er! Het verkiezingsprogramma van de nieuwe politieke partij DENK. Speciale aandacht vraagt de partij voor de zwarte bladzijden uit het Nederlandse verleden. Zo wil de partij formele excuses voor het slavernijverleden. Ook is de partij: “Vóór het dekoloniseren van onze straatnamen, bruggen, tunnels en musea, door kolonisatoren niet meer te vereren.” Dit wordt gevolgd door een voorbeeld: “De Coentunnel is vernoemd naar de wrede kolonisator Jan Pieterszoon Coen.”

saddamFoto: NRC

Het neerhalen van ‘onwelgevallige’symbolen uit het verleden komt vaker voor. Na de val van de Sovjet Unie werden vele beelden van Stalin, Lenin en monumenten ter ere van de grootheid van het Sovjetrijk van hun sokkel gerukt en vernield. Het eerste wat de Amerikanen deden toen ze Bagdad innamen, was het beeld van Saddam Hoessein van zijn sokkel trekken. De Taliban vernietigden de twee Boeddha’s van Bamyan en IS vernielde recentelijk nog tweeduizend jaar oude overblijfselen in Palmyra.

Het bijzondere aan de geschieduitingen in de openbare ruimte is, dat die altijd door de overwinnaars worden ‘geschreven’. Zo werden er in de jaren na de Tweede Wereldoorlog veel straatnamen vernoemd naar ‘prominente slachtoffers’ van de bezetting. Vanaf het moment dat nog levende verzetslui begonnen te sterven, kregen zij hun straatnaambordjes. Monumenten weerspiegelen de ‘algemene opinie’ van het moment waarop ze worden geplaatst. Hetzelfde geldt voor straatnamen. Zo is de Coentunnel in de jaren zestig gebouwd en vernoemd naar de toen nog populaire ‘Hollandse’ zeeheld. Straatnamen, monumenten en ook gebouwen maken het verleden tastbaar en laten zien hoe er over het verleden werd gedacht.

Het verleden van de Zeven Provinciën en later Nederland kan niet los worden gezien van de reizen naar de Oost en de West, trouwens de geschiedenis van de Oost en de West ook niet. Die reizen werden gemaakt in een heel andere tijd met hele andere opvattingen over goed en kwaad. Coen is inderdaad ook een wrede kolonisator, als we hem vanuit één bepaald huidig perspectief bekijken. Doen we Coen en met hem niet alle voorvaderen onrecht aan als we ze naast de morele maatlat van 2016 leggen?

DENK is: “Vóór het stimuleren van een ‘kleurrijk’ een eerlijker perspectief in de geschiedschrijving, door het opzetten van een faculteit voor Afro-Caribische en Indische geschiedschrijving.”  Dat het DENK’s perspectief van de geschiedenis kleurrijk wordt geloof ik wel, maar hoe eerlijk wordt die geschiedschrijving als hedendaagse opvattingen daarbij overheersen?

Fabeltjeskrant-wetenschap?

Bij De Correspondent las ik een week geleden een artikel van Rufus Kain. In de titel van het artikel stelde hij  de centrale vraag: “Waarom wereldmuziek een vorm van westerse geschiedvervalsing is.” ‘Witte’ westerse muzikanten die iets overnemen uit andere landen en culturen en er succes mee hebben worden onderdeel van de popmuziek, de ‘originele’ muzikant zit in het bakje wereldmuziek en blijft onbekend.

In het artikel behandeld hij bubbling als voorbeeld. Een uitvinding van twee muzikanten van Antilliaans afkomst uit Den Haag die niemand kent. “Bubbling is een van de hoekstenen van dancemuziek. Hardwell, jaren Nederlands nummer-één-dj, begon bij bubbling. Wereldhits van Major Lazer zijn er ook op gebaseerd. De bubblingbeat is nu Nederlands trots, maar de Antilliaanse bedenkers ervan zijn na 25 jaar nog onbekend bij het grote publiek. We nemen hun stijl over én distantiëren ons van ze.” 

fabeltjeskrantIllustratie: Mediasmarties

In gesprek met de lezers kwam al snel het begrip ‘cultural appropriation’ of wel culturele toe-eigening, voorbij waarover ik al eerder schreef. In het verdere verloop van het gesprek gaf Kain aan dat het zijn uitdaging was om: “wereldmuziek, bubbling en westerse geschiedvervalsing samenbrengen in één essay.” Westerse Geschiedvervalsing? Hoezo? Wie geeft er bewust een verkeerde voorstelling van zaken? Wikipedia levert alle informatie over de geschiedenis van bubbling, zelfs meer dan Kain.

Het komt wel vaker voor dat ontdekkers onbekend zijn bij mensen, zo kent vrijwel iedereen Marc Zuckerberg of Page en Brin van Google. Wat niemand weet is dat zij zonder Tim Berners-Lee niets hadden bereikt. Berners-Lee is de grondlegger van het wereldwijde web en hij is er niet rijk mee geworden. Dat de meeste mensen dit niet weten en de uitvinders van bubbling niet kennen, is dat geschiedvervalsing? Het is hooguit onwetendheid. Als Hardwell beweerde en ermee wegkwam dat hij bubbling of Elvis dat hij de Rock & Roll uitvond, dat zou geschiedvervalsing zijn.

Het artikel en het gesprek met Kain gaf mij het gevoel dat het niet zozeer ging om de uitvinders van bubbling te eren of een les muziekgeschiedenis te geven. Maar het lijkt er meer op dat er iets moet worden ‘bewezen’. Dat ‘iets’ is een vooropgezette plan van de ‘witte westerse (liefst boze) man’ om de wereld te domineren.

Dit gevoel werd nog versterkt toen ik ook bij De Correspondent een artikel las van Malique Mohamud: “de (linkse) liberalen stellen de verkeerde vragen. Waarom hebben we het niet over de oorzaken? Waar is het historische besef? Waar is de koloniale geschiedenis? En wat is de historische context van onze economische welvaart? Waarom concentreert die zich bij een minderheid?” Volgens Mohamud kostte “Het gebrek aan historische kennis en gevoel voor causaliteit (…) Hillary Clinton en daarmee de Democraten de verkiezing.”

Ja, waarom concentreert welvaart zich bij een minderheid? Daar zijn in het verleden al aardig wat boeken over geschreven. Karl Marx gaf hier in zijn belangrijkste werk Daß Kapital een goede verklaring voor. Recenter gaf Thomas Piketty in zijn boek Kapitaal in de eenentwintigste eeuw en Joseph Stiglitz in zijn boek The Price of Inequality er er ook een hele goede verklaring voor.

Alleen krijg ik het gevoel dat Mohamud bedoelt dat de welvaart bij weer die ‘witte (boze) man’ terecht is gekomen. De titel van zijn artikel (Hoe we de angsten van witte mensen serieus kunnen nemen) maakt dit in ieder geval heel plausibel. Waar komt toch het generaliserende beeld vandaan dat ‘witte mensen’ boos en bang zijn? De antwoorden op de vragen die ‘(linkse) liberalen’ niet stellen, moeten onderbouwen dat er een vooropgezet plan is van de ‘witte westerse (alweer boze) man’ om de wereld te exploiteren? Als dat plan er zou zijn, hoe komt het dan dat veel van die ‘witte mannen’ niet tot de minderheid behoren waar de welvaart zich concentreert? En waar komt die groep ‘zwarte (blije) mannen’ vandaan is die in welvaart leven? Of zijn dat alleen maar ‘excuustruussen’?

Mohamud en Kain haken aan bij het denken over de ‘witte onschuld’ van Gloria Wekker zoals zij dat in het begin van dit jaar bij De Correspondent uiteenzette; het denken dat ook Sunny Bergman in haar greep heeft zoals ik vorige week schreef. Is dit denken niet een mening of een redenering, aangezien een deugdelijke onderbouwing wordt niet geleverd? Wekker verwijst in haar Correspondent-artikel naar het ‘cultureel archief’ van Edward Said waarmee West-Europese landen: “de plicht hadden om zich buiten hun eigen gebied te begeven en andere volkeren aan zich te onderwerpen.” Waar is dat ‘bijna zeshonderd jaar oude Risk-opdrachtkaartje’, waarover ik eerder schreef, waaruit dit blijkt? Er wordt onderling verwezen naar elkaars mening, maar hiervoor geldt niet dat iets ‘waar’ of ‘feit’ wordt als je het maar vaak genoeg herhaald. Het krijgt pas gewicht als het wordt onderbouwd met documenten en bronnen die aantonen dat er sprake is van een vooropgezet plan van die ‘witte man’. Een plan dat tevens een ‘paragraaf’ bevat over hoe dit bij alle ‘witte mannen’ wordt ingeplant.

Dat er in Nederland te weinig aandacht wordt besteed aan het verleden, in het bijzonder het verleden van gekleurde Nederlanders, zal ik als historicus niet ontkennen, dit moet evenwichtiger. Die lacune wordt niet opgelost door er ongefundeerd op los te theoretiseren zonder een degelijke bodem. Peter Sloterdijk beschrijft het treffend in zijn boek Het Kristalpaleis uit 2006 (orginele Duitse uitgave is van 2004). Ook Sloterdijk erkent dat een meer ‘symetrisch wereldbeeld’ zoals hij het noemt nodig is. Het schiet echter te ver door als: ”Men (…) intussen zo vrij (is) om te stellen dat de Europeanen in oktober 1492 door Caribische inboorlingen ontdekt werden. Voor de bedroefde ontdekkers bleek het voortaan raadzaam om gegevens te verzamelen ter bestudering van hun bezoekers; deze archieven hoeven alleen nog geëvalueerd te worden.”

Is het denken van Kain, Mohamud, Wekker en Bergman  niet een vorm van fabuleren? Fabuleren dat leidt tot een pseudo-wetenschappelijke Fabeltjeskrant, een schadelijke Fabeltjeskrant omdat hij ‘witte boze mannen’ zelf creëert? Fabuleren met een tweede kwalijke kant, de ontkenning of zelfs maar twijfel eraan wordt door de aanhangers ervan gezien als een bevestiging ervan, de ontkenner/twijfelaar leidt immers aan ‘witte superioriteit’. Is het daarmee niet op twee manieren een gevaarlijke self fulfilling prophecy?

Beste Sunny Bergman

Ik heb u hoog zitten als documentairemaakster. Uw werk raakt de tijdgeest en roept op tot discussie en gesprek omdat het een vaak andere invalshoeken biedt om naar zaken te kijken. Waarschijnlijk trekt mij dat, omdat ook ík zoek naar andere invalshoeken, omdat alternatieven en het gesprek erover ons verder helpen. Na het lezen van de ingekorte versie van uw Van der Leeuwlezing in de Volkskrant moet mij echter iets van het hart.

Ik mis in uw lezing de uitnodiging om het gesprek aan te gaan. Ik zal u proberen uit te leggen waarom. Ik krijg uit uw betoog namelijk het gevoel dat het niet uitmaakt wat ik zeg of inbreng. Wat ik zeg zult u, zo maak ik uit uw betoog op, altijd als een bevestiging van uw gelijk opvatten. Enkele voorbeelden.

handen

foto: Regina Coeli

Als ik zeg dat ik, in tegenstelling tot wat u schrijft, als blanke (volgens u witte), hoogopgeleide man, mijzelf niet als fragiel zie en als wel behorende tot een raciale categorie, dan loop ik het risico dat u zult antwoorden dat ik door zo te reageren blijk geef van ‘boosheid en verontwaardiging’, dat ik mij aangevallen voel omdat ik word beschuldigd van racisme en dat zijn nu precies de kenmerken van ‘white fragility’ dat u leent van Robin DiAngelo.

Het begrip ‘witte superioriteit’ dat u leent van Gloria Wekker. Ik beken, ik vind menig Wildersaanhanger ‘dom’, maar dat heb ik ook met VVD’ers, GroenLinksers, PvdA’ers, CDA’ers enzovoorts. Die opvatting baseer ik niet op hun politieke voorkeur, maar op de manier waarop ze hun meningen, plannen en opvattingen onderbouwen. Als iemand op een vraag op onderbouwing antwoordt: ‘dat heb ik gelezen op Facebook’ of ‘dat heeft …. gezegd’ of nog platter: ‘dat vind ik gewoon’, dan houdt het voor mij op. Als politieke partijen bijvoorbeeld het vluchtelingenprobleem willen oplossen via opvang in de regio en daarbij helemaal voorbij gaan aan het probleem van de vluchteling, dan houdt het op. Betekent dat meteen dat ik mezelf superieur vind en het daardoor moeilijker vind om mijn ‘witte’ superioriteit’ te onderzoeken?

Dan de vraag of ik ‘witte superioriteit’ heb, als ik het zo tenminste goed omschrijf? Heb je het, lijdt je eraan of wordt je erdoor verblind? Ik ben er in ieder geval nooit van uitgegaan dat ik wel die ‘neutrale scheidsrechter’ kon spelen. Ik identificeer mij en Nederland niet met een zelfbeeld van ‘klein, onschuldig land’. Als historicus ben ik me er terdege van bewust dat er in het verleden verschrikkelijke zaken gebeurden en dat ook mensen die uit het gebied dat nu Nederland heet, zich daaraan schuldig hebben gemaakt. Slavernij is echter geen blanke uitvinding. Het is een menselijke uitvinding waaraan alle kleuren mensen zich schuldig maakten en het slachtoffer van waren. Ik weet niet of u nog weet van het Europese feodale stelsel, een stelsel met vele horigen en dat is een andere naam voor ‘slaaf’. Zo waren er ook vele blanke slaven in de Arabische wereld en werden vele donkere mensen door andere donkere mensen gevangen of ontvoerd en tot slaaf gemaakt. Ik weiger echter om de complexiteit van het verleden te vereenvoudigen tot ‘zwart’ tegen ‘wit’ met ‘wit’ als bij voorbaat fout. Want dat is wat ik proef in het denken van u en Gloria Wekker.

Ik weiger mee te gaan in een dergelijke, zoals ik het zie, oversimplificering van de werkelijkheid. In een artikel bij de Correspondent zette Gloria Wekker haar denken begin dit jaar uiteen en in een reactie daarop heb ik mijn vragen erbij verwoord. Dat mensen mensen bevoordelen die veel op hen lijken, is niet iets wat alleen licht gekleurde mensen hebben. Denk maar eens aan de donker gekleurden die over hun kleurgenoten spreken als ‘brothers en sisters’. Dergelijk taalgebruik sluit ook mensen uit. Dat bevoordelen soms te ver gaat en tot discriminatie leidt, daar ben ik me terdege van bewust. Daarvoor wil ik mijn ogen niet sluiten en daar wil ik tegen strijden. In die strijd kunnen we ons vinden, maar niet als dat betekent dat ik mee moet in het denken van u en Wekker. Dat weiger ik. Ik weiger om, u te citeren, te: “accepteren dat we in mindere of meerdere mate gesocialiseerd zijn met witte superioriteit,” en dat wij ‘witte mensen’ dat moeten accepteren. Al denk ik dat dit u waarschijnlijk zal bevestigen in uw denken. Want net als het zetten van kanttekeningen bij  ‘white fragility’ zal ook het stellen van vragen en het ter discussie stellen van ‘witte suprematie’ worden gezien als een bevestiging van het hebben van, lijden aan of verblind zijn door die ‘witte suprematie’.

Mocht ik het mis hebben en u wilt toch het gesprek aangaan, neem contact met mij op.

Met vriendelijke groet,

de Ballonnendoorprikker

Inburgeringsexamen

“De zus van Arend heeft al twee jaar een nieuwe vriend. Ze nodigt Arend uit om te komen eten. Arend vindt dat mensen die een relatie hebben ook moeten trouwen. Wat doet hij” De eerste vraag uit een oefenexamen inburgering. Een vraag uit de categorie ‘omgangsvormen, waarden en normen’. Dat moet Arend zelf weten, zou ik denken en antwoorden.

DEN HAAG-INBURGERING-ADVIES

Foto: nos.nl

Helaas kan een inburgeraar dat niet kiezen. Er moet gekozen worden uit: “ a. Hij zegt tegen zijn zus dat hij niet komt eten. b. Hij stuurt zijn zus een e-mail waarin hij vraagt waarom ze niet getrouwd is. c. Hij neemt de uitnodiging aan.” Welk antwoord is goed? Ze kunnen allemaal en er zijn er nog veel meer mogelijk. In plaats van mailen kun je ook bellen en het via de telefoon vertellen. Of niet gaan en aan haar uitleggen waarom niet.

Iets verder onder het kopje ‘gezondheid en gezondheidszorg. “Yasmines moeder is zo vergeetachtig dat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen. Wat doet Yasmine?” Weer drie mogelijkheden: “a. Ze geeft haar moeder haar logeerkamer. b. Ze probeert een plaats voor haar moeder te vinden in een verzorgingshuis. c. Ze probeert haar moeder op te laten nemen in het ziekenhuis.” Yasmine zou voor b moeten kiezen, maar wellicht denken de zorgverzekeraar en de gemeente daar anders over. Als Yasmine voor a kiest, scheelt dat hen een hele hoop geld. Yasmine zou zelfs a en b tegelijk kunnen doen. Dus zoeken naar een plek in een verzorgingshuis en om de tijd te overbruggen haar moeder de logeerkamer aanbieden.

Even verderop is Yasmine secretaresse (waarom Yasmine en niet Arend?) die een brief af moet krijgen en last heeft van een collegaatje dat steeds door haar dochter wordt gebeld waardoor Yasmine zich niet kan concentreren. Wat moet ze doen? “a. Ze zegt tegen haar collega dat het bellen haar stoort. b. Ze gaat naar haar manager en zegt dat ze de brief niet af krijgt. c. Ze werkt gewoon door en probeert haar oren dicht te houden voor haar collega.” Weer drie mogelijkheden die kunnen, de ene is niet beter of slechter dan de andere. Zou het bovendien niet ook uit kunnen maken wat er speelt tussen de collega en haar dochter? Een zieke cavia is dan van een andere orde en zou tot een andere reactie kunnen leiden dan het op sterven liggen van de moeder van haar beste vriendin.

Ik heb de tien-vragen-durende test ingevuld en: “U hebt te veel fouten gemaakt. U moet nog goed leren.” Gelukkig hoef ik het ‘examen’ niet te maken. Welke vragen ik, volgens de makers, fout had, kom ik niet te weten. Is een test met dergelijke vragen niet een ‘motie van treurnis’ waard?

Crucialer. Na het behalen van bijvoorbeeld het rij-examen, mag je autorijden. Na het behalen van een vwo-diploma, kan je naar de universiteit. Ben je als je het examen haalt, ingeburgerd en volwaardig burger van Nederland?

De Waarheid van Opiniez

Als ‘stukjesschrijver’ zoek je altijd naar meer publiek. Met dat in het achterhoofd, stuurde ik mijn stukje De heilige Nederlander naar Opiniez met de vraag of ze het stukje wilden plaatsen. Het was immers een reactie op een artikel op die site en zo zou er een gesprek kunnen ontstaan. Helaas werd dat verzoek afgewezen.

waarheid

Foto: npogeschiedenis.nl

Het gebeurt wel vaker dat media een ingezonden stuk weigeren. Kranten vaak met een verwijzing naar de ‘vele inzendingen en de kleine plek’, dus van een afwijzing kijk ik niet vreemd op. Wel van deze: “Dat gaan wij niet doen. Wij brengen niet het politiek-correcte, cultuurrelativistische geluid. Daarvoor kan je beter Joop.nl benaderen.” Die reactie maakte mij benieuwd en dus vroeg ik wat er ‘politiek-correct’ en ‘cultuurrelativistisch’ was aan mijn artikel. Dit vergezeld van de volgende vragen: “Het geluid dat jullie wel willen verspreiden, wordt ook door een groot deel van de politieke partijen en politici verspreid. Zou het kunnen dat dit het nieuwe ‘politiek correcte’ geluid is? En als dat zo is, zijn jullie dan niet in dezelfde fout aan het vervallen als degenen die jullie verwijten’ politiek-correct’ te zijn? Namelijk het uitschakelen van andere manieren van kijken naar de werkelijkheid?”  

Per kerende post kwam het antwoord: “We hebben een missie en daar houden we ons aan. Einde discussie.” Dus toch maar eens in die missie gekeken: “We richten onze kritische pijlen zonder aanzien des persoons op extreemlinks, op de gewone linkerkant, het midden en de rechterkant en uiterste rechterkant van het politieke spectrum. We gaan niet voor een partij of een politicus, we gaan strijdbaar voor het ideaal van de vrije samenleving. … Meningen over politiek en maatschappij moeten vrijelijk kunnen worden uitgewisseld. Zonder angst voor repercussies. Die kritische gedachtewisseling zien we als een wezenskenmerk van een vitale, democratische samenleving. Maar al te makkelijk wordt aangenomen dat de vrije samenleving een vanzelfsprekendheid is. Het is allesbehalve dat: de vrijheid moet continu worden bevochten. Dat vergt soms ook strijd tegen de bestaande elites. Een samenleving zonder vrije meningsuiting wordt een prooi voor repressie en autoritair leiderschap. Wat maar al te gauw tot de ondergang van de democratie kan leiden. De overheid zou primair burgers moeten helpen zich te ontplooien. Het individu staat centraal. Niet de groepsidentiteit, aangetaste groepsrechten of andere vormen van collectiviteit. … En natuurlijk geloven we politici niet op hun woord. We proberen achter de echte politieke agenda te komen. Want politici werken voor ons, de burgers. Niet omgekeerd. Ons ideaal is een actief burgerschap, waar politici continu op de huid worden gezeten en worden aangesproken op hun daden. Gratuite uitspraken en verbale open deuren van politieke hotemetoten beschouwen we zoals ze zijn: gebakken lucht. En we verwerpen de verstikkende politieke correctheid in de pers en de media.”

Een artikel weigeren en daarbij verwijzen naar een missie die het tegendeel zegt? Wat zijn woorden als ‘niet voor een partij gaan’, ‘meningen vrij uitwisselen’, ‘kritische gedachtenwisseling als wezenskenmerk’ en ‘vrije meningsuiting’ waard als je iets afwijst met als reden: Dat gaan wij niet doen. Wij brengen niet het politiek-correcte, cultuurrelativistische geluid,” zonder toe te lichten wat er ‘politiek correct en cultuurrelativistisch’ is? Hoe geloofwaardig ben je als je zelf niet op prijs stelt, wat jezelf bij anderen, politici, wel doet? Namelijk het proberen achter de ‘echte politieke agenda’ te komen en ze ‘op de huid te zitten’ en ‘aanspreken’ op hun daden. Hoe serieus neem je je eigen missie dan? Op die vraag kwamen drie pictogrammen als antwoord: ❤️👏🏽😊.

Zou ik een punt hebben met mijn vermoeden dat Opiniez in dezelfde fout aan het vervallen is als degenen die zij van ‘politieke correctheid’ beschuldigen? Namelijk het doodzwijgen van meningen en opvattingen die niet in je eigen wereldbeeld passen? Valt Opiniez zo niet ten prooi aan ‘verstikkende politieke correctheid’ van een nieuw soort? Jammer dat een goed gesprek bij Opiniez niet mogelijk is. Immers, alleen door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen we elkaar begrijpen en samen verder komen.

Hoe serieus neem je je eigen naam als alleen opinies en meningen uit één hoek welkom zijn? Als die als de nieuwe ‘waarheid’ worden gezien? Over waarheid gesproken, zou ‘De Waarheid’ dan niet een betere naam zijn?

De vijand van mijn vijand

Stel iemand heeft een boek geschreven waarin hij kritisch is over het beleid van de voetbalclub Ajax. Ik lever kritiek op het boek, maakt dat mij dan meteen tot een fan van Ajax? Of zou mijn kritiek ook over de gebruikte onderzoeksmethode kunnen gaan, de onderbouwing van de conclusies of de geldigheid van de gehanteerde rederingen? Nee, dit gaat niet over voetbal. Ik start alleen met een voorbeeld waarin ik voetbalclubs gebruik.

zeeFoto: Nieuw Religieus Peil

Bij Elsevier concludeert Afshin Ellian het volgende: “Ik had nooit gedacht dat bij Nederlandse dagbladen en sommige websites (onder meer Joop.nl, de site van de progressieve VARA) zo veel passie voor de toepassing van de sharia zou bestaan.” Ellian concludeert dit op basis van de storm van kritiek die er ontstond op het boek Heilige identiteiten van Machteld Zee, dat ik nog steeds niet heb gelezen. Ellian verwijt de critici terecht dat ze het boek en het proefschrift niet moeten verwarren. Dat het boek geen basis is voor kritiek op de wetenschappers die betrokken waren bij het beoordelen van het proefschrift. Het boek schijnt, deels gebaseerd te zijn op het proefschrift van Zee.

Dat er op het wetenschappelijk karakter van het boek het nodige valt af te dingen laat Ewout Klei bij Jalta zien: “… het boek Heilige identiteiten is een politiek pamflet. Op zich is er niks mis met een pamflet, maar het probleem bij het schotschrift van Zee is dat dit wel een beetje pretendeert een wetenschappelijk verhaal te zijn en bovendien dat veel mensen, laat ik ze ‘nuttige gelovigen’ noemen, het ook op die manier lezen. Heilige identiteiten krijgt hierdoor een wetenschappelijke ‘air’ die het boek niet verdient.” Hij verwijt Zee vooral auteurs aan te halen die haar mening bevestigen.

Slaat Ellian de plank niet vreselijk mis als hij concludeert dat de criticasters van het boek ‘passie voor de toepassing van de sharia’ hebben? Geen enkele criticus, zelfs niet Sander Philipse bij Joop, trouwens het enige artikel bij Joop over het boek van Zee, of Peter Middendorp in de Volkskrant verdedigt de Sharia. Wel maken zij zich schuldig aan kritiek op de bij het proefschrift betrokken wetenschapper.

Beste meneer Ellian, de vijand van mijn vijand kan ook mijn vijand zijn. Kritiek op het werk van Zee wil niet meteen zeggen dat de criticaster aanhanger is van de sharia. Ook een Feyenoord fan kan kritiek hebben op een boek over Ajax.

Culturele toe-eigening

Ooit, heel lang geleden vond iemand het wiel uit. Zijn naam is niet bekend. Zo is er ook iemand geweest die is begonnen met het winnen en gebruiken van ijzer. De drukpers werd door Gutenberg uitgevonden, James Watt de stoommachine. Allemaal uitvindingen die een stroom aan nieuwe producten en ontwikkelingen mogelijk maakten.

culturele-toe-eigeningFoto: www.newstatesman.com

Die ontwikkeling kon alleen op gang komen omdat anderen konden voortborduren om de initiële ontdekking van de uitvinders. Pas als de uitvinding wordt gedeeld kan er worden doorontwikkeld. Hetzelfde geldt ook voor wetenschap, filsofie, kunst, muziek, literatuur. Ook daar is sprake van voortbouwen en voortontwikkelen op het werk van anderen. En ook radicaal afzetten tegen het voorgaande, zoals de punk eind jaren zeventig zich afzette tegen de gelikte muziek van die tijd, kan alleen op de schouders van degenen die vooraf gingen. Zij vormen de inspiratiebronnen. Logisch toch?

Tegenwoordig niet meer voor iedereen. Tegenwoordig zijn er mensen die inspiratiebronnen voor zichzelf willen houden. Nou ja voor zichzelf, voor mensen met eenzelfde kleur of etnische achtergrond. De eerste rappers waren Afrikaans-Amerikanen, volgens deze mensen is rap dus zwart en kunnen alleen zwarten deze muziek met het juiste gevoel en respect gebruiken. Anderen moet er daarom van af blijven. Een blanke schrijver die een Chinees opvoert, dat kan niet. Een blanke kan zich immers niet inleven in een Chinees en weet niet hoe het is om Chinees te zijn tussen de blanken. Zet geen indianentooi op als je geen Indiaan bent, je weet immers niet waar die voor staat. Volgens deze mensen mag deze ‘cultural appropriation’ of in goed Nederlands ‘culturele toe-eigening’, niet.

Zouden deze mensen dan ook geen gebruik meer maken van een auto? De verbrandingsmotor aan de basis van de auto was immers een uitvinding van blanke Duitsers en Fransen. Boeken drukken, niet doen als kleurling, Gutenberg was immers blank! Willen ze ook stoppen met voetballen? Dit is immers een Engelse uitvinding. Laten ze het denken van Aristoteles, Kant, Marx, Smith of Mill links liggen omdat het blanken waren? Zouden ze het driedelig pak weren?

Absurd? Ja, want een dergelijke manier van denken blokkeert ontwikkeling.

Universitaire diversiteit

De Universiteit van Amsterdam is in de ban van diversiteit. Een diversiteitscommissie onder leiding van Gloria Wekker is aan het werk. Dit leidt tot veel discussie. In de Volkskrant pleit universitair docent conflictstudies aan de UvA Martijn Dekker voor een universiteit die ongelijkheid bestrijdt. Bestrijdt door ‘affirmative action’ zoals hij het noemt: het ondersteunen en soms bevoordelen van mensen die vanwege oorzaken buiten henzelf om, een achterstand hebben.

diversiteit

Foto: www.rectec.nl

Achterstanden veroorzaakt door vooroordelen, stereotypen en angsten. Achterstanden door je huidskleur of de sociale status van je ouders. Vanwege deze achterstanden leidt gelijke behandeling van mensen tot ongelijke resultaten: “als je het gelijkheidsbeginsel in die situatie gaat toepassen, dan komt dat voornamelijk ten goede van hen die al een voorsprong hebben.” Hiermee zet hij zich af tegen de filosoof Sebastien Valkenberg die in dezelfde krant pleit voor gelijke behandeling van iedereen: “Wat is het gelijkheidsbeginsel nog waard als het terzijde wordt geschoven zodra het even niet uitkomt?” Voor Valkenberg moet kwaliteit centraal staan.

Als aanhanger van de rechtvaardigheidstheorie van John Rawls en de erop voortbordurende  vermogensbenadering van Martha Nussbaum en Amartya Sen, kan ik mij vinden in het betoog van Dekker. Toch wringt er iets in Dekkers betoog en vooral in zijn gebruik van cijfers. Dekker: “Slechts 15 procent van de studenten (van de Universiteit van Amsterdam) heeft een zwarte, migranten- of vluchtelingenachtergrond, tegenover 51 procent van de jongeren in Amsterdam. Dit moet toch zelfs de grootste liberaal aan het denken zetten?” Dekker zou een punt hebben als die Universiteit alleen toegankelijk zou zijn voor inwoners van Amsterdam en als de inwoners van Amsterdam naar geen andere universiteit zouden kunnen. Dat is allebei niet het geval. De UvA staat open voor iedereen en Amsterdammers kunnen ook naar Groningen.

Is een vegelijking met de jeugdige bevolking van Amsterdam dan wel de juiste? Laten we de populatie van de UvA eens vergelijken met de Nederlandse bevolking. Nederland kent iets meer dan twee miljoen jeugdigen van vijftien tot vijfentwintig jaar (de studentenleeftijd) ongeveer 520.000 hiervan is allochtoon. Hiervan zijn er 340.000 niet westers (zwarte, migranten of vluchtelingen achtergrond), dat is zeventien procent. De situatie is daarmee lang niet zo dramatisch als Dekker schetst. Sterker nog, zou je niet kunnen concluderen dat de UvA er nog niet is maar wel goed op weg is?