‘Duizend bommen en granaten’

Bommenwerpers en drones met hellfire raketten. Dat is de favoriete manier van oorlogvoeren in het huidige tijdsgewricht. Zo wordt nu IS in Syrië en Irak gebombardeerd. Maar wat wordt er gebombardeerd? Posities van de vijand, strategische doelen en natuurlijk voor de vijand cruciale infrastructuur. Hieraan moest ik denken na het lezen van een kort artikel bij Vrij Nederland. Dit artikel bespreekt de belangrijke rol van de Russen bij de bevrijding van Palmyra. Een rol die tot meer dan 1.000 burgerslachtoffers van Russische bombardementen leidde.

1000bommenIllustratie: nb.colomaplus.be

Nu wordt er in Syrië al gevochten en gebombardeerd sinds 2011 en in Irak eigenlijk als sinds 1991. Dat roept de vraag op of er zoveel strategische doelen en cruciale infrastructuur is of wordt er zo slecht geschoten? Belangrijker is de vraag wat het doel van die bombardementen is? De vijand demoraliseren en diens posities verzwakken zodat die makkelijker in te nemen zijn. Dat innemen moet door grondtroepen en dat zijn vooral Syriërs, Koerden en Irakezen.

Lukt dat demoraliseren ook? en wat is het effect van luchtbombardementen op de burgerbevolking? Onderzoek naar strategische bombardementen in de Tweede wereldoorlog en de Vietnamoorlog zijn weinig hoopgevend. Het liet zien dat deze “niet tot de gewenste of verwachte resultaten hadden geleid. Zij hadden de fysieke Duitse gevechtscapaciteit niet wezenlijk aangetast en evenmin tot de bereidheid geleid eerder te gaan onderhandelen. … Sterker nog: bombardementen konden het moreel verhogen.” En ook operatie Rolling Thunder de meer dan een jaar durende bombardementen op Noord-Vietnam lieten iets soortgelijks zien: “De bombardementen hadden geen ernstige moeilijkheden veroorzaakt bij het vervoer, de economie of het moreel.” Zo schrijft de Amerikaanse historica Barbara Tuchman in haar boek Mars der Dwaasheid (pagina 372).

Bommen verhogen het moreel en tasten de gevechtskracht niet aan? Dat lijkt vreemd? Het machtige leger van het Irak van Saddam Hoessein was in 2003 toch snel murw gebombardeerd? De vraag is hierbij wat is snel? Want zou het land na 12 jaar economische sancties en beperkingen niet al redelijk uitgeput kunnen zijn? Twaalf jaar waarin er ook af en toe werd gebombardeerd? Twaalf jaar die vooraf werden gegaan door de Irakoorlog van 1990-1991? Een oorlog die het verloor en waarvan die sancties een gevolg waren? En was die oorlog niet een gevolg van de Irak-Iran oorlog van 1980-1988 die het land, toegejuicht en gefinancierd door de Arabische buren en het westen, die het was begonnen?

Als ‘duizend bommen en granaten’ ook het moreel van IS versterken, zouden sancties dan misschien een oplossing kunnen zijn?

Een haak in de kaak

Er zit een haak aan iedere weldaad, die zich in de kaak vasthecht van hem die de weldaad aanneemt, en hem heensleept waar de weldoener wil,” aldus de Engelse dichter John Donne.

filantropie

Illustratie: news.stanford.edu

In de Volkskrant een artikel van Wim Bosman dat handelt over de macht en invloed die rijke filantropen als de Gates’jes, Zuckerbergjes et cetera hebben op de ontwikkelingshulp aan, en daarmee de ontwikkeling van landen. Bosman haalt een onderzoek aan waaruit naar voren komt dat: “De daadkracht en het enthousiasme waarop Gates zich graag laat voorstaan, leidt tot een eenzijdige aanpak, met een voorliefde voor snelle, technologische oplossingen, die soms voorbij gaan aan de wensen en mogelijkheden van de plaatselijke bevolking.” En overheden nemen deze oplossingen over om voor medefinanciering door Gates in aanmerking te komen. Bosman sluit zijn artikel af met de vraag: “Wie controleert hén, wie evalueert de projecten die zij financieren?”

Afgezien van de vraag hoe die filantropen aan hun geld zijn gekomen, is de vraag  hoe de filantropische stichtingen die hulp financieren, interessant. Het filantropische deel is een kant van de medaille. De andere kant van die medaille is een investeringsfonds en uit de ‘winsten’ van die investeringen worden de filantropie én de kosten van de stichting betaald. En waar investeert bijvoorbeeld de stichting van de Gates’jes in? In oliemaatschappijen verantwoordelijk voor grote schade aan het milieu en de leefomgeving van de armste in de wereld. In grote farmaceutische bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het opvoeren van de prijzen van medicijnen voor bijvoorbeeld aids waardoor die voor de armste landen niet meer te betalen zijn. In onder andere Coca Cola en McDonalds, bedrijven die niet bekend staan om hun gezond voedsel. Hoeveel ‘goed’ zou je moeten doen om de schade die door je investeringen in dergelijke bedrijven worden aangericht, ongedaan te maken?

Gates’ stichting  gelooft in een technologische oplossing van voedselschaarste, denk hierbij aan genetisch gemanipuleerd voedsel. Zijn stichting lobbyt hier samen met Monsanto voor. Monsanto is zadenleverancier en levert diverse zaden die door genetische manipulatie ongevoelig zijn voor glyfosaat, een gif dat alle planten dood en meer. Monsanto is ook de producent van Roundup met als werkzame stof glyfosaat. Gebruik van deze zaden betekent ook gebruik van glyfosaat en dus Roundup. Hoeveel ‘goed’ moet je doen om de schade aangericht door glyfosaat goed te maken? En hoe goed is het om boeren afhankelijk te maken van een multinational als Monsanto? Voor Monsanto rinkelt de kassa zo dubbel. En niet alleen voor Monsanto. De stichting van de Gates’jes investeert ook in Monsanto. Is het niet dubieus dat bij succes van deze lobby, de kassa van de stichting rinkelt?

Complexer door te versimpelen

In de Volkskrant een bijdrage van de filosoof Stephan Huijboom met als titel De machtsstrijd om het Nederlanderschap begint. In zijn bijdrage stelt hij, in navolging van Willem Schinkel die dat een week eerder deed, het gebruik van woorden als ‘Marokkaan’ en ‘Allochtoon’ ter discussie, omdat die woorden niet neutraal zijn.

uitnodigingIllustratie: jijislief.nl

Volgens Huijboom draait het uiteindelijk: “om de vraag of Nederlanders die ‘allochtoon’ genoemd worden, ooit als onderdeel gezien kunnen worden van ‘de Nederlandse cultuur’. Kan dat nu, over vijftig jaar, over 150 jaar, of nooit? Bovendien: wie bepaalt dat? Nederlanders die zichzelf ‘autochtoon’ noemen?” Een Volkskrantlezer, die zich EddieValliant noemt, meent dat het betoog van Huijboom onderuit wordt gehaald: “… door uitspraken van allochtone Nederlanders zelf die zeggen zich niet als Nederlander te willen zien en hun kinderen opvoeden als Marokkaan of Turk.” Huijboom draait, volgens deze lezer, oorzaak en gevolg om.

Deze lezer raakt hiermee een bijzonder punt. Wat is hier de oorzaak en wat het gevolg? Bezorgt het onderscheid autochtoon versus allochtoon de laatsten het gevoel nooit bij Nederland te kunnen horen? Een gevoel dat ze krijgen omdat ze steeds worden aangesproken op hun herkomst of de herkomst van hun (voor)ouders? Of zijn allochtonen die zeggen zich niet als Nederlander te zien, er de oorzaak van dat ze niet als Nederlander worden gezien?

Zou het onderscheid autochtoon versus allochtoon in aanmerking komen als beginpunt? Wie heeft dit taalkundig onderscheid met grote sociale en maatschappelijke gevolgen gecreëerd? Zijn het de allochtonen die zijn begonnen zich allochtoon te noemen? Wie heeft termen als ‘inburgering’ en ‘integratie’ geïntroduceerd? Termen waarvan, net als van de woorden ‘autochtoon’ en ‘allochtoon’ een uitsluitende werking uitgaat. Woorden die mensen verdelen in plaats van verbinden. Woorden die, door de werkelijkheid te versimpelen, haar in feite complexer maken? Versimpelen, door mensen in groepen te verdelen die op een of andere manier net iets anders lijken. Complexer maken, omdat hierdoor groepen tegenover elkaar komen te staan.

Zou het niet beter zijn, om iedereen die een Nederlands paspoort en dus de Nederlandse nationaliteit, heeft ook gewoon Nederlander te noemen en alle andere benamingen weg te laten? Zou dat niet verbinden? Zelfs als EddieValliant gelijk heeft? Want waarom in dat geval niet een afwijzing beantwoorden met een uitnodiging?

Hoe inclusief is inclusief?

In de Volkskrant een interview met Annemarieke Nierop van de Wiardi Beckman Stichting. Zij doet onderzoek naar de voortgang met het creëren van banen voor mensen die gebruikmaken van de sociale werkvoorziening (SW). Om te voorkomen dat in de Participatiewet die op 1 januari 2015 inging, een wettelijk quotum voor het in dienst hebben van SW-ers kwam, hebben de werkgeversorganisaties beloofd om uiterlijk in 2026, 100.000 banen voor SW’ers te creëren. Eind 2015 zouden de eerste 1.600 zijn gerealiseerd, dit is niet gehaald. Nierop herhaalt het doel van de wet:“We willen een inclusieve samenleving, waarin iedereen meedoet. Daar sta ik volledig achter. Over twintig jaar kijken we net zo terug op het betrekken van mensen met een beperking bij de arbeidsmarkt als we nu terugkijken op het betrekken van vrouwen bij de arbeidsmarkt.”

inclusie

Foto: www.hln.be

Mooie woorden een inclusieve samenleving, een samenleving waar iedereen bij hoort. Hoe zit het dan met gedetineerden, waarvan we zeggen dat we ze, al dan niet tijdelijk, uit de samenleving verwijderen? Impliceert dat niet dat een gevangene niet bij de samenleving hoort? Hoe verklaren we dan het gebruik van het woord allochtoon? Is dat niet een woord dat mensen uitsluit? Creëren we daarmee niet meerdere verschillende samenlevingen op het Nederlandse grondgebied? En moslims, hindoes en boeddhisten, horen die erbij? Nederland heeft immers een joods-christelijke cultuur?

Horen werklozen erbij? Die moeten immers ook reïntegreren, maar dan op de arbeidsmarkt? Sinds wanneer horen werklozen trouwens niet meer bij de arbeidsmarkt? Nierop lijkt dit ook te onderschrijven, want SW’ers moeten net als vrouwen werken, anders horen ze er niet bij. Is werken dan het doel van het leven?

Afgelopen week haalden PSV-supporters het nieuws omdat ze bedelaars voor geld lieten kruipen. Een obligate reactie hierop kwam al snel: dat zijn geen echte supporters. Deze reactie kwam ook toen een Ajax-supporter een opblaaspop verkleed als Kenneth Vermeer ophing en toen Feijenoord-supporters fonteinen in Rome vernielden. Het lijkt wel of niet passende zaken altijd buiten de ‘samenleving’ worden geplaatst.

Dat maakt de vraag wat dan wel passend is, belangrijk. Hoe inclusief is die inclusieve samenleving eigenlijk als ze mensen om verschillende redenen buiten lijkt te sluiten?

Zweefgoeroes, popsterren of populisten

Volgens religie-journalist Anton de Wit moeten ‘we’ medelijden hebben met mensen die niet meer in God geloven, zo schrijft hij in een opiniërend stuk in de Volkskrant. Wie die ‘we’ zijn, maakt hij niet duidelijk. Of denkt hij dat alle lezers van de Volkskrant gelovig en liefst katholiek zijn, zoals een jaar of vijftig geleden het geval was? De Wit vergelijkt God met een grootmoeder die op zondag geen bezoek meer krijgt van haar kinderen en kleinkinderen. Hij noemt die kinderen en kleinkinderen van God zelfgenoegzaam. De Wit verwijt ‘ongelovigen’ dat ze op een verheven manier ‘vreugdedansjes’ doen op het graf van God.

kruistochtIllustratie: historianet.nl

Dat hij nog steeds met plezier in de kerk komt in God de vader of de grootmoeder gelooft, is aan hem. Net zoals het aan ongelovigen, atheïsten en ietsisten is, om hun weg te kiezen. Maar oproepen tot medelijden? Medelijden heb je met iemand die lijdt. Wie lijdt er? Waarom zou iemand die ongelovig is lijden en iemand die katholiek is niet? Creëert hij voor zichzelf niet een voetstuk door zijn oproep tot medelijden?

Verhoogt hij dit voetstuk niet nog wat verder door het afnemende geloof in God zorgelijk voor Nederland te noemen? Zorgelijk omdat: “Wie niet langer in God gelooft, ook dat leert de geschiedenis steeds opnieuw, gaat in de gekste dingen geloven; in allerhande zweefgoeroes, popsterren of populisten, in geld of macht of mode, of de Blijde Boodschap van de Vergoddelijkte Wetenschap. Vaak ook in een eigengereid mengelmoesje van dat alles, in een verstikkende warboel van modieuze wanen en ijdelheden?” Is een verheven positie van godsgelovigen wel terecht?

Zijn gelovigen in God gevrijwaard van het doen van de gekste dingen? Een geschiedenis vol kruistochten, heilige oorlogen en godsdienstoorlogen getuigt daar niet van en ook heden ten dage zijn er voldoende voorbeelden van gekheid in de naam van God of Allah. Zijn mensen die geloven in God vrij van het geloof in geld en macht? Is het geloof in God niet een ‘modieuze waan en ijdelheid’ van vroeger? En is het geloof in God nu helemaal vrij van waan en ijdelheid?

Zijn er onder de aanhangers van God niet veel verschillende stromingen, met allemaal hun eigen ‘zweefgoeroes, popsterren of populisten’. Kent de protestantse God niet vele verschillende soorten navolgers die allemaal hun eigen ‘hoge priester’ volgen? Kent het katholicisme niet ook zeer veel verschillende stromingen die allemaal hun eigen ‘heilige’ net iets heiliger vinden dan die van de anderen? Trouwens, welke van deze benamingen zou paus Leo X voor Luther hebben gekozen?

Van een voetstuk kun je vallen en hoe hoger het voetstuk, hoe pijnlijker de val. Doet De Wit God wel een plezier door gelovigen in hem op een voetstuk te plaatsen?

I’m leaving on a jet plane

PvdA-leider Diederik Samsom is blij met de afspraken die de Europese Unie met Turkije gaat maken. Samsom in Trouw: “Misschien is dit akkoord met Turkije wel een blauwdruk voor het reguleren van die andere routes.”  Wat houden die afspraken in? “6 miljard euro voor de opvangkampen in Turkije; opheffing van de visumplicht voor Turkse toeristen die naar Europa reizen; een versnelling van de onderhandelingen over het Turkse EU-lidmaatschap; en tot slot en niet het minst moet de EU evenveel Syrische vluchtelingen legaal uit Turkije overnemen als dat land er uit Griekenland terugneemt.” Zo valt te lezen in de Volkskrant.

Nu liggen er vele landen op de route naar de Europese Unie. Het is iets verder varen, maar ook vanuit Libanon, Egypte, Syrië, Egypte, Libië, Tunesië en ga zo maar door, kun je op een bootje stappen. Dus er kunnen nog veel van dergelijke afspraken volgen als we Samsom mogen geloven. Hierbij zijn vele vragen te stellen. Belangrijker dan deze vragen, zijn vragen bij de de afspraken. Welk probleem wordt er met deze afspraken opgelost? Wordt de komst van vluchtelingen naar Europa, het vluchtelingenprobleem opgelost? Of zouden er weer andere routes komen? Samsom lijkt daar wel van uit te gaan. Bovendien blijven er vanuit Turkije vluchtelingen komen, nu met het vliegtuig. En als er de komende maanden vanuit Turkije toch Syriërs per bootje naar Griekenland blijven gaan en die worden teruggebracht, komen er dan met dit akkoord evenveel vluchtelingen per vliegtuig? Ook als dit er één miljoen zijn?

Voor de Syriër blijft er zo een, zij het beperkte, route naar Europa bestaan. Maar wat biedt deze oplossing de Afghaanse, Irakese of Somalische vluchteling? Die kan Europa bijna niet meer in. Duwt Turkije die verder terug de regio in? Zodat die Afghaan uiteindelijk weer terug is bij de Taliban? Nu zou die Afghaan natuurlijk ook vanuit buurland Kirgizië per vliegtuig naar Amsterdam kunnen vliegen. Dat spaart hem een lange reis die strandt op het Turkse strand. Een reis die bovendien veel goedkoper is. Maar wordt hen dat niet onmogelijk gemaakt door Europese regels? Als iemand niet in een land wordt toegelaten, moet de vliegmaatschappij de terugreis betalen. Dus laten de vliegmaatschappijen alleen mensen met een geldig visum instappen. En laat vluchtelingen hier nu juist niet aan voldoen. Zou aanpassing van deze regels de mensensmokkel tegen woekerprijzen niet voorkomen? Zou dit niet veel ellende voorkomen? En zou het niet veel goedkoper zijn? Bovendien hoeven er dan geen afspraken te worden gemaakt met weinig democratische regeringen.

Belangrijker dan het vluchtelingenprobleem, is het probleem van de vluchteling. Wordt dat niet pas echt opgelost als het land van herkomst veilig is en voldoende levenskwaliteit biedt? En zullen er tot die tijd niet mensen blijven vluchten? Zeker als we blijven bombarderen.

Wat wil Bussemaker?

“Parttime werken is voor vrouwen vooral een strategie om niet overbelast te raken. Het is niet een doelbewuste keuze voor minder carrièrekansen en financiële afhankelijkheid van hun partner.” Zo valt te lezen in de Volkskrant. Dit omdat vrouwen, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau, werk, zorg en ontspanning minder goed kunnen scheiden dan mannen. Gevolg is wel dat veel vrouwen financieel afhankelijk zijn. Dit zou volgens minister Bussemaker wel moeten. Bovendien leidt dit, volgens haar, tot verspilling van talent. Dit moet niet alleen thuis maar ook op het werk worden besproken. Bussemaker: Het zou goed zijn als werkgevers vrouwen vragen wat zij kunnen doen om hen te ontlasten en tegelijk meer uren te laten werken. Dat kan bijvoorbeeld gaan om meer mogelijkheden voor flexibele werktijden of thuis werken.”

stressIllustratie: www.loyalist.nl

Dus om financieel onafhankelijk te zijn en zorg en werk goed te kunnen combineren en zo de druk te verminderen moeten vrouwen meer gaan werken. Zou meer en flexibeler werken ervoor zorgen dat vrouwen minder voelen dat ze “tekortschieten op het werk en voor naasten”? Dat vrouwen minder spanning ervaren en meer relaxt gaan leven? Zou dit probleem, dat ‘in het hoofd’ van vrouwen zit, zo worden opgelost?

Niet alleen vrouwen ervaren problemen, één op de vijf fulltime werkende vaders wil korter werken om voor hun kinderen te zorgen. Zo valt te lezen in een ander artikel in de Volkskrant. En ook dat moet met de werkgever worden besproken. Deze mannen hebben volgens dezelfde minister goede redenen om korter te willen werken. Ze zijn “belangrijke bondgenoten in de vrouwenemancipatie.” Wat als die mannen door korter te werken ineens niet meer financieel op eigen benen kunnen staan? Is dat dan géén probleem?

Maar is het niet vreemd dat de minister mannen adviseert om minder, en vrouwen juist om meer te werken? Zou de minister in de gaten hebben dat haar adviezen op het oog tegenstrijdig zijn?

Zou een verkorting van de werkweek een oplossing kunnen zijn? Naar 30 uur zoals in Zweden? Dit leidt wel tot minder inkomen bij een fulltime baan, maar zou banen creëren voor werklozen. Of wellicht een basisinkomen? Waarschijnlijk leidt dat via een omweg ook tot een verkorting van de gemiddelde werkweek en tot werk voor meer mensen. Beide ideeën zouden de druk verminderen. Een experiment waard?

Restjesmensen

“Ze lopen beiden dezelfde gezondheidsrisico’s, ze maken dezelfde inschattingsfouten ten aanzien van pensioen en langleven, en ze hebben dezelfde inkomensbescherming nodig.” Zo valt te lezen in de column van Sandra Phlippen. Ze, dat zijn werknemers en ZZP’ers. Zij houdt een pleidooi voor het anders kijken naar de arbeidsmarkt, omdat de Wet werk en zekerheid mislukt lijkt. Daarom adviseert zij minister Asscher: “Begin eens bij de vraag wat een arbeidsmarkt is: een markt waar taken te doen zijn en waar arbeidskrachten voor nodig zijn met de juiste vaardigheden. Voor het uitvoeren van die taken moet een fatsoenlijke prijs worden betaald. Van die prijs moet worden meebetaald aan een sociaal stelsel waar we in meerderheid achterstaan.”  

Bacon

Illustratie: izquotes.com

Francis Bacon zei het al:“A prudent question is one half of wisdom.” Dus een goede suggestie van Phlippen om eerst eens goed te definiëren en het probleem te beschrijven, alvorens te komen met oplossingen. Maar zouden we dan niet nog wat verder moeten doorvragen? Zouden we ons dan niet ook moeten afvragen waarom we een arbeidsmarkt nodig hebben? Of sterker nog, waarom hebben we arbeid nodig? Of anders geformuleerd, moeten we wel arbeiden? Of nog anders geformuleerd, en steeds dichter bij de kern komend, wat is de rol van arbeid in het leven? Leven we om te werken of werken we om te leven?

Het antwoord op die vraag, is heel bepalend voor het vervolg. Als we leven om te werken, staat werk centraal en moet er werk bij iedere mens worden gezocht. Zonder werk is een leven dan immers zinloos. Is dit niet de manier waarop er nu naar het leven wordt gekeken? Zonder werk neem je immers niet deel aan de samenleving? Je bent, volgens de Italiaanse filmmaker Giorgio de Finis, een ‘restjesmens’. Een begrip dat hij gebruikte in de Tegenlicht documentaire De Man door Europa. ‘Restjesmensen’ hebben geen waarde, ze horen er niet bij en men wil ze ook het liefst niet zien. “Globalisering leidt tot een mensheid die voor de vuilnisbelt bestemd is”, aldus De Finis

Werken we om te leven, dan staat leven centraal en moeten we kijken hoe we leven voor iedereen mogelijk kunnen maken. En vervolgens moeten we dan kijken wat we met z’n allen moeten doen, om dat leven mogelijk te maken en hoe we de lasten daarvan verdelen. Zou dat een veel rustigere wereld kunnen opleveren? Een wereld die rekening houdt met de ecologische grenzen? Een wereld waarin een product wordt ontwikkeld voor een gebruiksdoel en niet als bezitsdoel of als middel om geld mee te verdienen. Voor wat de filosofe Hannah Arendt, in haar boek The Human Condition, de primaire waarden noemt? Een wereld waarin iedereen wordt gezien en dus zonder ‘restjesmensen’.

Not everything that counts can be counted

“Subsidies in Venray zijn doelloos,”  de kop van een artikel in Dagblad de Limburger. Het artikel bespreekt de uitkomst van een onderzoek dat de Venrayse rekenkamer heeft uitgevoerd naar het gemeentelijke subsidiebeleid. De gemeente heeft geen helder beeld wat ze met de subsidies wil bereiken. Doelen zijn niet helder, effecten blijven onduidelijk en daarom is het moeilijk om goede prestatieafspraken te maken met de instellingen die subsidie ontvangen. Het is daarom een raadsel  voor de gemeenteraad of het geld goed wordt besteed. De raad kan zo haar controlerende taak niet goed vervullen.

doelmatigheid

Illustratie: www.focusopdalton.nl

Venray zal niet de eerste en zeker niet de laatste gemeente zijn waar de rekenkamer of een andere onderzoeker tot soortgelijke conclusies komt. En ook daar zal worden geconcludeerd dat een schouwburg of een kunstencentrum vele tonnen subsidie krijgen, zonder dat precies duidelijk is wat zij moeten bereiken voor dat geld.

Dit concluderen is één, maar wat eraan te doen? Simpel duidelijke doelen en meetbare effecten formuleren en goede prestatieafspraken maken. Dat is ook wat meestal wordt geadviseerd. Als het zo simpel is, waarom gebeurt het dan niet?

Het is inderdaad heel simpel om een doel te formuleren. Ook is het makkelijk om effecten te formuleren. Goede prestatieafspraken maken het lastiger maar zal ook nog wel lukken. Maar hoe bepaal je de relatie tussen het doel en het effect en hoe meet je het? En nog lastiger, hoe bepaal je wat en zo ja op welke wijze een actie, die je in je prestatieafspraken maakt, bijdraagt aan het effect?

Een sportpark, sporthal of zwembad, een schouwburg en een kunstencentrum waar inwoners laagdrempelig les kunnen krijgen in diverse vormen van kunst. Om een beetje leefbaar te zijn, moet een dorp of stad bepaalde voorzieningen hebben. Hoe groter de stad, hoe meer van dergelijke voorzieningen er moeten zijn. Net zoals voor de leefbaarheid de verenigingen die activiteiten organiseren en mogelijk maken onmisbaar zijn.

Van Einstein is de gevleugelde uitspraak: “Not everything that counts can be counted. And not everything that can be counted counts.”  Zou deze uitspraak voor dergelijke onmisbare voorzieningen kunnen gelden? En als dat zo is, zouden we dan niet beter kunnen stoppen met dergelijke voorzieningen te benaderen vanuit het doelmatigheidsdenken?

Weapons of Mass destruction

In de Volkskrant valt te lezen dat de Verenigde Naties (VN) zeer strenge sancties tegen Noord-Korea hebben uitgevaardigd. Het land wordt gestraft voor een kernproef van begin januari 2016. Nu zou geen enkel land naar het bezit van kernwapens en andere massa-vernietigingswapens moeten streven of ze moeten bezitten. Laat er nu veel meer landen zijn die dergelijke wapens hebben en ernaar streven. Zoals de Verenigde Staten, zij bezitten dergelijke wapens en hebben in het verleden dergelijke proeven gehouden. Net als trouwens Rusland, China, India, Pakistan en nog enkele andere landen. Dit zonder dat de VN sancties aan deze landen hebben opgelegd. Over deze ongelijke behandeling schreef ik al eerder.

belastingontwijkingIllustratie: antioligarch.wordpress.com

De Amerikaanse ambassadeur bij de VN, Samantha Powers, rechtvaardigt de strenge sancties omdat het land: “nagenoeg alle hulpbronnen van Noord-Korea worden aangewend voor zijn roekeloze en niet aflatende zucht naar massa-vernietigingswapens.” Dit roept vragen op. Mag het ene land oordelen over de manier waarop het andere land zijn hulpbronnen inzet? Of is dit aan de regering van het betreffende land? In hoeverre mag het ene land zich met de binnenlandse aangelegenheden in het andere land bemoeien?

Als een dergelijke bemoeienis is toegestaan, zou op basis van een dergelijke redenering niet ook Rusland kunnen worden veroordeeld? Dit land zet hulpbronnen in voor ‘een roekeloze en niet aflatende zucht naar macht en invloed’ en schuwt geweld hierbij niet. Zouden trouwens ook de VS niet met een soortgelijk redenering worden veroordeeld vanwege hun zucht naar grondstoffen van andere landen? Een zucht waarbij geweld en oorlog niet wordt geschuwd. Iets wat nog schadelijker is dan het inzetten van eigen hulpbronnen.En zouden zo niet aan vele landen sancties opgelegd kunnen worden?

Wie bepaalt dan waarvoor hulpbronnen wel mogen worden gebruikt? Mogen ze wel worden gebruikt voor een roekeloze en niet aflatende zucht’ naar winst? Zeker als die winst in de zakken van slechts enkelen verdwijnt? Zeker als die winst vervolgens met behulp van schimmige belastingconstructies via van de Kaaiman-eilanden en een dubbele sandwich tussen Ierland en de Amsterdamse Zuidas, aan de belastingbetaling worden onttrokken? Is dit geen ‘weapon of mass destruction’ dat wellicht nog schadelijker is dan een atoombom in een schuur in Noord-Korea?