Na de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 staan de kranten vol met artikelen ter verklaring van de winst van de PVV en de NSC maar vooral ook van het verlies van links. ’Links’ zou zijn afgedwaald van haar oorspronkelijke wortels: het opkomen voor de arbeiders. Of het zou ‘links’ ontbreken aan een groot verhaal, zoals Rob Wijnberg betoogt, immers: “Tussen de melodietjes van eerlijker delen en biologischer boeren klinkt namelijk voortdurend het refrein van: minder, minder, minder. Niet het soort ‘minder’ waarmee Geert Wilders al jaren tegen de grenzen van de rechtsstaat aanschuurt, maar van het soort waarmee je de rijke westerse postmoderne consument regelrecht het kamp van de tegenpartij injaagt: die van minder vlees op de barbecue, minder vakanties in verre oorden, minder vrijheid om te doen en laten wat je wil.” Zou het of zou er iets anders aan de hand kunnen zijn?
Neem het ‘opkomen voor de arbeider’. Als je naar de cijfers kijkt, dan is ‘opkomen voor de arbeider’ een verliezende strategie. Het percentage mensen dat in Nederland in de goederenproductie werkt is tussen 1969 en 2021 gedaald van 39% naar16% en een steeds groter deel hiervan is arbeidsmigrant zonder stemrecht. Met de ‘arbeider’ win je geen verkiezingen. Een ‘groot links verhaal’ heeft in Nederland nooit 60 zetels behaald. De PvdA en de voorlopers van GroenLinks haalden maximaal 59 en dat was in 1977. Zelfs de premiersbonus hielp het ‘linkse verhaal’ in 1977 niet aan een meerderheid en nadat Wim Kok de ideologische veren afschudde, was het gedaan met de ‘grote verhalen’. Zitten mensen werkelijk te wachten op een groot links verhaal? Of zou er iets anders aan de hand kunnen zijn? Bij het denken daarover kwam ik uit bij twee boeken van Alessandro Baricco waarin hij de westerse samenleving op een bijzondere wijze analyseert en beschrijft.
In de Barbaren beschrijft hij het steeds oppervlakkiger worden van onze samenleving. Hij doet dat aan de hand van boeken, wijn en voetbal. In een eerdere Prikker besteedde ik al eens aandacht aan Baricco. Er wordt meer wijn gedronken, maar kwaliteitswijn leidt een kwijnend bestaan. Net zoals de literatuur terwijl er veel meer boeken worden verkocht. Als voetballiefhebber betreurt hij het lot van Roberto Baggio de sierlijke specialist die steeds vaker op de bank zat omdat hij geen totaalvoetballer was. Die ‘barbaren’ leken zich niets aan te trekken van oude conventies. Ze leefden in een andere wereld. Het leven als een aaneenschakeling van korte momenten van sensatie zonder verdieping. De nieuwe mens, de barbaar, als een surfer. Scherend over het water ziet de surfer veel van het oppervlak van de zee, maar mist de diepgang van de duiker die veel minder oppervlakte bestrijkt maar wel een betere indruk krijgt van wat een zee is. Met hun gedrag gaven de barbaren een inkijkje in de nieuwe wereld: “een lay-out van de wereld die is aangepast aan de ogen die we hebben, een mentaal ontwerp dat geschikt is voor onze hersenen, en een hoopvol plot dat is opgewassen tegen ons hart, bij wijze van spreken.[1]”
Tien jaar later beschrijft hij in The Game als een soort archeoloog de ontstaansgeschiedenis van die nieuwe wereld. Hij probeert er als het ware een landkaart van te maken of, zoals het op de kaft kort wordt omschreven: “In The Game onderzoekt hij de digitale revolutie en de gevolgen daarvan voor de mens.” Zo ziet hij het Nederlandse totaalvoetbal uit de jaren zeventig als een van de voorgangers van het Web: “het Nederlands elftal heeft maar zelden een toernooi gewonnen …. .Niettemin was de roep ervan onweerstaanbaar, en dat had te maken met een zeker ontsluiten van horizonten, de verpulvering van de vele regels, de vernietiging van onbenullige mentale blokkades en het opeisen van een nieuwe gelijkheid.[2]” Als je het zo leest dan zijn er wel wat parallellen met het Web. Baricco vergelijkt de digitale revolutie met een game, een computerspel, vandaar de titel. In een game gaat het om problemen en snelle oplossingen, om actie en reactie, en om een score. Die eigenschappen vormen, zo betoogt Baricco, de kern van de gehele digitale revolutie.
Baricco gaat terug naar de beginperiode van de die revolutie. De revolutionairen: “ waren mensen op de vlucht … die probeerden te ontsnappen aan een eeuw die een van de gruwelijkste in de geschiedenis van de mensheid was geweest, en die niemand had gespaard.” Een eeuw die: “een indrukwekkende reeks rampen achter zich (liet). En bij bestudering van die rampen zie je: “De obsessie met grenzen, de verafgoding van alle mogelijke scheidslijnen, de drang om de wereld in te delen in beschermde zones die niet met elkaar in contact stonden.[3]” Zij wilden beweging. De revolutionairen wilden: “Grenzen boycotten, alle muren neerhalen, één open ruimte inrichten waarin alles moest gaan circuleren. Immobiliteit demoniseren. Beweging aanduiden als eerste, noodzakelijke, totemistische, onbetwistbare waarde.[4]” Daarbij stonden twee vijanden in de weg. Als eerste: “een bepaald verontrustend stelsel van normen en waarde” en als tweede: “de keiharde elite die dat stelsel bewaakte. Deze waren allebei diep geworteld in de instituten, al eeuwenlang stevig verankerd, en sterk geworden door een beproefde vorm van intelligentie.[5]”
Maar hoe die revolutie vorm te geven? Volgens Baricco kon dat op twee manieren. Als eerste: “kon je kiezen voor een frontale botsing, en dan ging het erom ideeën, normen en waarden te produceren. … Een ideologische strijd op het open veld der ideeën.” Voor die manier kozen de revolutionairen niet omdat ze: “al zo vaak (hadden) gezien dat ‘ideeën’ tot rampen konden leiden, dat ze daar een zekere instinctieve argwaan tegen koesterden. Bovendien waren ze voor het merendeel afkomstig uit een mannelijke, technische, rationele, pragmatische elite, en als ze ergens talent voor hadden dan lag dat in de richting van problem solving, niet in het uitwerken van conceptuele systemen.” Ze richtten zich niet op de theorie maar op de praktijk. Op het oplossen van zaken die zij zagen als probleem. Dat deden ze door: “systematisch die oplossing te kiezen die de grond wegsloeg onder de voeten van de samenleving waaruit zij wilden ontsnappen. Niet de beste oplossing of de meest doeltreffende, nee, de oplossing die de hoekstenen aantastte van de samenleving waarvan ze zich wilden ontdoen. [6]” Die ‘aparte mensheid’ liet de ideologie varen en concentreerde zich op de techniek, de tools. ‘In ieder huis een computer,’ voorspelde de al genoemde Brand in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Deze ‘aparte mensheid’ wilde dus weg van ideeën en hun bemiddelaars, de ideologen. Zij wilden de macht bij het volk.
Een van de belangrijkste eigenschappen van de tools was daarom dat iedereen ze makkelijk kan gebruiken. Je hebt geen ‘expert’ of ‘tussenpersoon’ nodig om een app te versturen. Je huis of auto verhuren kun je zelf, via Airbnb of Uber. Om je bankstel te verkopen hoef je het niet meer naar een handelaar in tweedehandsjes te brengen. Je kunt het rechtstreeks aan een geïnteresseerde verkopen. Als de digitale revolutie iets is, dan is het de uitschakeling van de ‘tussenpersoon’. Baricco: “ze verkozen de beweging en ontmantelden elke bemiddeling. Het was een slinkse methode, maar onontkoombaar en moeilijk tegen te gaan. Toegepast op elk aspect van de ervaring – van de aanschaf van een boek en de manier van vakantiekiekjes maken tot het opzoeken van de definitie van ‘kwantummechanica’- genereerde deze een soort erosie die zich niets aantrok van de grote machtsinstellingen (scholen, parlementen, kerken) en die de wereld van onderaf binnendrong, en haar op bijna onzichtbare wijze bevrijdde.[7]”
“Veel mensen proberen de aard van de mens te veranderen, maar dat is echt tijdverspilling. Je kunt de aard van de mens niet veranderen, wat je wel kunt doen is de tools die ze gebruiken veranderen, de techniek veranderen. Dan verander je de samenleving.[8]”Aldus Steward Brand een van de personen die aan de basis stond van die revolutie. En daar heeft hij een punt. De mens vindt al eeuwen zaken uit en die uitvindingen veranderen de manier waarop mensen samenleven. De ‘uitvinding’ van de landbouw zo’n 10.000 jaar geleden, leidde tot een heel andere manier van samenleven. Hetzelfde geldt voor de industriële revolutie. Maar niet alleen dergelijke grote ontwikkelingen veranderen ons gedrag, ook kleinere. Zo heeft de auto onze wereld vergroot en als je twintig jaar had beweerd dat we te pas en te onpas op een klein beeldscherm zouden kijken dan was je weggelachen.
De nieuwe tools, de PC, het mobieltje, maar ook Twitter, Facebook, Instagram en sinds kort Artificiële Intelligentie hebben de twee diep in instituten gewortelde vijanden een kopje kleiner gemaakt. De media, de overheid, politieke partijen, vakbonden, de wetenschap, in Baricco’s woorden de in instituten verankerde elite die het ‘stelsel van normen en waarden’ bewaakten, ze zijn geen schim meer van wat ze vroeger waren. Ze zijn geen schim meer van wat ze waren omdat ze de belangrijkste truc van The Game niet beheersen. Die truc noemt Baricco ‘snelwaarheid’.
Een snelwaarheid: “is een waarheid die om naar de oppervlakte van de wereld te komen – dat wil zeggen, om begrijpelijk te worden voor de meeste mensen, en ieders aandacht te krijgen – zichzelf een aerodynamisch design heeft aangemeten, waarbij ze onderweg aan nauwkeurigheid en precisie inboette, maar wel aan beknoptheid en snelheid won.[9]” Cruciaal voor een snelwaarheid is het verhaal erachter: storytelling. Storytelling: “is niet iets wat de realiteit verpakt , of vermomt, of verfraait: het is iets wat deel uitmaakt van de realiteit, het is een deel van alle dingen die echt zijn,” zo betoogt Baricco en vervolgt: “Wil je een formuletje om dat concept gemakkelijker te metaboliseren: Komt-ie: ONTDOE DE REALITEIT VAN DE FEITEN, EN WAT ER DAN OVERBLIJFT IS STORYTELLING.[10]”
Nu is storytelling niets nieuws onder de zon. Sprookjes, sagen mythen, het zijn allemaal vormen van storytelling waarvoor opgaat dat het is wat na verwijdering van de feiten overblijft. Wat wel nieuw is, is de compactheid ervan. Baricco geeft een snelwaarheid. Een bericht uit 2016: “De verkopen van vinyl overstegen in 2016 die van digitale muziek”. Een bericht dat boven kwam drijven en door iedereen werd opgemerkt want het lijkt zo onwaarschijnlijk. Dat kan toch niet waar zijn want iedereen heeft toch verschillende playlists op de mobiel. Wat er werkelijk aan de hand was, had geen enkel medium gehaald. Dat was namelijk dat gedurende één week in 2016 in één land, het Verenigd Koninkrijk, er meer vinyl was verkocht dan dat er muziek was gedownload. Om de aandacht van ons te halen moet de echte werkelijkheid wat van haar nauwkeurigheid verliezen. In dit geval dat het slechts één week betrof in slechts één land[11]. Laat dat weg, en de rest is allemaal ‘verhaal’.
Een recent voorbeeld van zo’n snelwaarheid is de veronderstelde mildheid van Wilders. Een prachtig verhaal over een bullebak waarvan wordt verondersteld dat hij minder is gaan ‘bullen’ of is het ‘bullenbakken’? Een snelwaarheid die niet is gebaseerd op Wilders’ uitspraken of daden. Die zijn niet veranderd want ook al voor deze verkiezingen aaide hij poesjes. Het verhaal is gebaseerd op vragen van journalisten aan gewone mensen of zij Wilders milder vonden. Het kreeg echt momentum toen de boodschap werd samengeperst tot het meest ‘aerodynamische design’ dat je je maar kunt bedenken: ‘Milders’.
‘Snelwaarheden’ als oplossing voor problemen maar wel op een bijzondere manier. Baricco: “ Toen ik eens een kort, nutteloos uitstapje naar de politiek maakte, was ik getuige van de volgende situatie: er moest een probleem worden opgelost, en er lagen verschillende oplossingen op tafel. Er moest er een worden gekozen. De politicus van dienst bekijkt ze en zegt: welke zouden we het beste kunnen verkopen?” Let wel hij vraagt niet welke het beste zou kunnen wérken.[12]” Ik denk dat ik met ‘Spreidingswet’ verder niets meer hoef uit te leggen. Maar voor degenen die nog twijfelen nog wat voorbeelden: opvang in de regio, de toeslagenaffaire, de decentralisatie van de jeugdhulp naar de gemeenten op basis van snelwaarheden als ‘de gemeente is de meest nabije overheid. Niet de beste oplossing maar de oplossing die het beste verkocht kan worden, een ‘snelwaarheidoplossing’ van het soort ‘de grenzen dicht’. Oplossingen die goed verkopen, weinig tot niets oplossen en vooral problemen verergeren.
Het zal jullie nu wel duidelijk zijn dat deze prikker geen voorbeeld van een snelwaarheid is. Deze prikker is geen voorbeeld van voor eenentwintigste-eeuwse storytelling. Een betoog gestoeld op de interpretatie en analyse van feiten en waarnemingen. De prikker scheert niet als een ‘barbaarse surfer’ over het water’ maar gaat als een duiker de diepte in om te onderzoeken wat er allemaal onder het oppervlak gebeurt. En dat zijn precies de verhalen die het moeilijk hebben in het ‘Gametijdperk. Dat is ook de reden waarom het pleidooi van Wijnberg voor ‘grote verhalen’ niet tot betere verkiezingsresultaten voor links zal leiden. Zo’n ‘groot verhaal’ doet het goed bij mensen zoals de Ballonnendoorprikker. Maar zo’n groot verhaal kan niet concurreren met ‘minder, minder, minder’ wat de tegenstanders ervan maken. Pas als het grote verhaal kan worden samengeperst tot een refrein van ‘meer, meer, meer’ zal het voldoende ‘aerodynamisch’ zijn om ‘minder, minder, minder’ te verdringen. ‘Meer’ en dan zeker drie keer, doet het beter dan ‘minder’.
“Ik schreef De barbaren, maar intussen wist ik dat de ontmaskering van de diepte zou kunnen leiden tot de heerschappij van de onbeduidendheid.” Dit schrijft Baricco in het laatste hoofdstuk van De Barbaren. Een hoofdstuk waarin hij zogenaamd vanuit 2026 waarin hij terugblikt op de tijd dat hij het boek schreef. De ‘heerschappij van de onbeduidendheid’ is alom tegenwoordig in de talkshows die televisie bevolken en die ervoor zorgen dat voormalige voetballers Johan Derksen en René van de Gijp zijn ‘uitgegroeid’ tot de belangrijkste politieke duiders aangevuld met gasten zoals de Gerard Jolings en Jack van Gelders van deze wereld. “En ik wist dat de heruitvinding van de oppervlakte vaak leidde tot het ongewenste effect, namelijk dat vanwege een misverstand de pure domheid werd uitgeklaard, of de lachwekkende simulatie van een diepe gedacht,” zo vervolgt Baricco. Een betere beschrijving van de talkshows van vandaag kan ik niet geven. “Van die barbaren ontvangen we een lay-out van de wereld die is aangepast aan de ogen die we hebben, een mentaal ontwerp dat geschikt is voor onze hersenen en een hoopvol plot dat is opgewassen tegen ons hart, bij wijze van spreken.[13]” Dat hoopvolle plot kan ik tot op heden nog niet ontdekken, maar we hebben nog twee jaar tot 2026.
Wat ik wel zie is, en daarmee vervolg Baricco, dat de ‘barbaren’ zich: “bewegen (…) in hordes, door een revolutionair instinct gedreven tot collectieve en bovenpersoonlijke scheppingen.[14]” Dit omdat een mens naast individu nog steeds ook een sociaal groepsdier is maar met wie? Dat is de vraag in een ‘grenzeloze samenleving, zonder muren, die ene open ruimte waarin alles circuleert, zonder bindende centra’. Dus maar in ‘hordes’ achter de op dat moment bovenkomende snelwaarheid aan. In maart 2023 was dit Van der Plas en de BBB de bovenkomende snelwaarheid in november 2023 Wilders. Zo ‘surft’ de horde over het wateroppervlak aangedreven of beter gezegd aangetrokken door de meest recente snelwaarheid. Eerst het ‘gewone’ van van der Plas en later ‘Milders’.
Analyse en diepgang, nodig om een ‘groot verhaal’ te schrijven en te begrijpen, zijn zaken voor mensen zoals de Ballonnendoorprikker en Rob Wijnberg, ze zijn van vroeger. Mensen die, zoals ik in mijn vorige prikker deed, wijzen op het gemak waarmee grondrechten verworden tot snelwaarheden. Het recht om je mening te uiten en te demonstreren wordt een ‘verdienmodel’ of een ‘criminele organisatie’. Nu is de kracht van ‘links’ altijd het grote verhaal geweest. En ‘Links’ had dan wel gelijk, het kreeg niet het krediet van dat gelijk. Zo leert Lenny Vulpenhorst bij in een artikel bij Stuk Rood Vlees de lessen van Hans Daudt[15]. De eerste drie lessen van Daudt zijn: “Eén: er is sinds de Tweede Wereldoorlog constant een rechtse meerderheid in de Tweede Kamer. Twee: sociaaldemocraten (…) mogen eigenlijk alleen meeregeren als het niet anders kan. En drie: ondanks dat Nederland een conservatief land is, worden veel onderwerpen die door links worden geagendeerd vroeg of laat door rechts uitgevoerd.” Zelfs in de tijd van de grote verhalen, hielpen die verhalen ‘links’ dus niet aan macht maar het was wel de stroming die inhoudelijk het meest voor elkaar kreeg.
Wat ‘links’ in deze nieuwe ‘barbarentijd’ moet leren, is niet het verkopen van hun groot verhaal om zo aan de macht te komen om het uit te voeren. Een ‘groot verhaal’ legt het altijd af tegen een snelwaarheid. Voor het uitvoeren van je ideeën is regeren niet nodig. Daudt: regeren wordt overschat: “Coalitievorming leidt ertoe dat standpunten van partijen die niet deelnemen aan een kabinet toch vaak een plek krijgen in het regeringsbeleid.” Wat ‘links’ moet leren is dat grote verhaal op te delen in ‘snelwaarheden’ en op het juiste moment de juiste ‘snelwaarheid’ aan het oppervlak te laten komen. Dan zijn ‘centrum’ en ’rechts’ wel machtshongerig genoeg om op die horde te springen. Het verschil tussen ‘links’ en ‘niet-links’ is dat ‘links’ actie wil als het regeert en er ook op wordt afgerekend terwijl: “Niet-links kan goed regeren door niets te doen of keuzen uit te stellen.” En als er één tijdperk is dat het gelijk van deze uitspraak aantoont, dan zijn het de laatste twintig jaar.
[1] Alessandro Baricco, De Barbaren, pagina 211-212
[2] Alessandro Baricco, The Game, pagina 91
[3] Idem, pagina 98
[4] Idem, pagina 100.
[5] Idem, pagina 104-105
[6] Idem pagina 105
[7] Idem pagina 106
[8] Idem, pagina 113
[9] Idem, pagina 293-294
[10] Idem, pagina 302
[11] Idem, pagima 294-295
[12] Alessandro Baricco, The Game, pagina 306
[13] Alessandro Baricco, De Barbaren, pagina 211
[14] Idem, pagina 211
[15] Daudt was van 1963 tot 1990 hoogleraar in de wetenschap der politiek aan Universiteit van Amsterdam.