Uitgelicht

Solidariteitsheffing?

Volgens het Commentaar in Trouw was Europa zelfgenoegzaam en daar is nu een einde aan gekomen. De spijtbetuiging die Ursula Von der Leyen in de jaarlijks Europese ‘State of the Union’ uitsprak was zondermeer terecht zo betoogt de krant. Volgens Von der Leyen hadden we: “moeten luisteren naar diegenen die Poetin kennen. Naar Russische journalisten, naar onze vrienden in Oekraïne, Moldavië en Georgië en naar de stemmen in Polen en de Baltische staten. Ze hebben ons jarenlang verteld dat Poetin niet zou stoppen.”  Een bijzonder artikel. Lees even mee.

De prijs die we voor die zelfgenoegzaamheid betalen is hoog: “Overal in Europa rijzen de energieprijzen de pan uit.” Poetin heeft, zo betoogt de krant: “de gaskraan dichtgedraaid uit boosheid voor de Europese politieke en militaire steun aan Oekraïne.”  De krant concludeert: “De hoge energieprijzen die de Europese burger moet betalen, kunnen ook gezien worden als een ‘solidariteitsheffing’ met Oekraïne.  … Maar dan moet die burger ook perspectief zien dat die steun effect heeft op het slagveld. Anders komt de vraag aan de orde hoe lang de consument nog bereid is hoge energieprijzen te betalen.”

Dat de gasprijs fors is gestegen zal niemand zijn ontgaan. Dat hierdoor ook de prijzen van andere producten stijgen ook niet. Voor wat betreft die politieke en militaire steun, denk ik dat Poetin zich om die eerste niet druk maakt. Over die tweede, de militaire steun, des te meer. Dat er minder Russisch gas deze kant op komt, is ook een feit. Zou dat een gevolg zijn van de Russische keuze om de gaskraan dicht te draaien of van de Europese Keuze om Russisch gas in de ban te doen? Een keuze die ertoe leidt dat heel wat Europese hotemetoten afreizen naar landen met zeer en en iets minder dubieuze regimes om gas te kopen. Landen zoals Saoedi Arabië, Qatar en Azerbeidzjan. En daarmee kom ik bij mijn belangrijkste punt van kritiek op dit commentaar van Trouw, het gebruik van het woord solidariteitsheffing

Solidariteit, het: “gevoel van een-zijn met anderen; saamhorigheid,” aldus de Van Dale. Die ander is de Oekraïne en die solidariteit drukken we uit door middel van de gasrekening die we betalen. Bijzonder, want wat heeft de Oekraïne of wat hebben en de Oekraïners eraan als ik nu €2 per kubieke meter gas betaal (tegenover € 0,30 een jaar geleden) aan Essent mijn energieleverancier? Die € 1,70 extra krijgt de Oekraïner niet. Hij krijgt er niets van. Dat meerdere verdwijnt in de zakken van de aandeelhouders van Essent. Dat meerdere verdwijnt in de zakken van de aandeelhouders van de Shells van deze wereld die dit gas oppompen en daarmee alleen in het eerste halfjaar een winst maakte van € 25 miljard en waarvan bijna € 15 miljard werd besteed aan het inkopen van eigen aandelen. Dat meerdere verdwijnt in de zakken van sjeiks en emirs van landen met dubieuze regimes. Als solidariteit met Oekraïne moet blijken uit het storten van geld in de zakken van aandeelhouders, sjeiks en emirs dan stopt mijn solidariteit onmiddellijk.

Beloften en gratuite excuses

De Haagse politici zijn weer terug van vakantie en met verkiezingen voor de boeg betekent dit veel kift. De eerste verkiezingsprogramma’s zijn al uit en partijleiders profileren zich nog wat meer. Bij dat profileren hoort voor VVD-leider Mark Rutte ook terugkijken en fouten toegeven. Voor Rutte zijn dat vooral beloften die hij niet is nagekomen: “Duizend euro voor werkend Nederland, niet morrelen aan de hypotheekrenteaftrek en geen geld meer naar de Grieken. Laat ik daar volstrekt helder over zijn: ik zeg daar sorry voor,” zo is te lezen in Trouw.

RutteFoto: www.nrc.nl

Mooi toch een politicus die zijn excuses aanbiedt voor gebroken beloften. “Ik stond simpelweg voor de keuze: ga ik die belofte ongeacht de politieke en economische realiteit toch gestand doen? Dan zou ik voor Nederland risico’s hebben gelopen,” zo beargumenteert Rutte zijn excuus. Goed, een politicus die kijkt naar het ‘landsbelang’ en daarvoor zelfs zijn eigen standpunten opoffert. Hulde voor Rutte.

Toch wringt er iets. De beloften werden gedaan vlak voor de laatste Tweede Kamerverkiezingen, ze werden gebroken vlak erna. Was die politieke realiteit en het landsbelang in die korte tijd zo veranderd? Was die economische realiteit ineens heel anders? Werden er niet al voor de verkiezingen vraagtekens gezet bij het realiteitsgehalte van deze beloften? Werd niet al tevoren de vraag gesteld waarvan die duizend euro te betalen? Was de onhoudbaarheid van de hypotheekrenteaftrek niet al jaren duidelijk? En ook de Griekse problemen kwamen niet ineens uit de lucht vallen.

De ‘risico’s die Nederland’ liep met die beloften, waren al voor de verkiezingen duidelijk. Natuurlijk, er is nooit een verkiezingsprogramma dat tot op de letter wordt uitgevoerd. Dat weet iedere politicus en ook iedere kiezer. Met een belofte ligt dat wat anders, die gaat verder. Wat zegt het over een politicus in het algemeen en een politiek leider in het bijzonder, als hij mooi klinkende beloften doet waarvan hij weet dat ze onhoudbaar en schadelijk zijn? Is dat niet een schoolvoorbeeld van opportunisme? En maakt dat de excuses niet gratuit?

Of moeten we de komende verkiezingscampagne het advies van de Duitse toneelschrijver Max Halbe ter harte nemen: “Wenn ein Mensch sein Versprechen wiederholt, ist er entschlossen es zu brechen” ?

 

Invictus

Race can be erased,” is de conclusie van Mark van Vugt in Trouw. Hij haalt hiervoor een onderzoek aan waarbij mensen zich moesten herinneren wie wat zei over een basketbalwedstrijd. Het antwoord: ja, mensen wisten of het een man of vrouw was en welke huidskleur de persoon had. Toen de sprekers een shirt aantrokken van een van de twee clubs, wisten zij alleen nog van welke club de persoon was, het geslacht of de huidskleur was niet meer relevant. “Trek een oranje shirt aan en je huidskleur doet er niet meer toe, aldus Van Vugt: “Sport verbroedert, letterlijk. Jammer dat we er niet bij zijn op het EK voetbal!”

Jonah Lomu

Foto: www.1eyedeel.com

Toen ik dit las moest ik denken aan de documentaire The Sixteenth Man. Een documentaire over Zuid-Afrika dat bij het aantreden van Nelson Mandela als president in 1994, dreigde te vervallen in een bloedige burgeroorlog. Mandela zag het wereldkampioenschap rugby van 1995, dat in Zuid-Afrika werd gehouden, als een grote kans om blank en zwart te verzoenen en te verbroederen.

Rugby was in die jaren de sport van de blanken. Zwarten waren bij wedstrijden van de Springboks (de nationale ploeg) altijd voor de tegenstander. De ‘Bokken’ waren immers van de blanke vijand. Een vrijwel hopeloze uitgangssituatie die nog werd verergerd door de staat van het rugbyteam dat in de aanloop naar het WK een hopeloze indruk maakte. Toch werden de Springboks in 1995 wereldkampioen en het land schaarde zich als één man achter het team en de president. Die eenheid werd goed verwoord door aanvoerder Francois Pienaar toen hij direct na de wedstrijd antwoord gaf op de vraag: ‘Was dit onmogelijk geweest zonder de steun van de 63.000 fans?’ Pienaar antwoordde: “we werden niet gesteund door 63.000 Zuid-Afrikanen, maar door 43 miljoen.’  Voor de filmliefhebbers, de film Invictus geeft een iets geromantiseerd beeld van dezelfde gebeurtenis. De voice-over van de documentaire, Morgan Freeman, speelt Mandela.

En nu we het over die film hebben. Als Mandela te horen heeft gekregen dat de sportraad heeft besloten om het shirt en de naam Springboks af te schaffen, komt hij in actie. Zijn politiek assistente waarschuwt hem dat het volk (het zwarte deel) de Springboks haat en dat dit besluit goed zal vallen bij de achterban. Daarop antwoordt hij: “In this instance the people are wrong. And it is my duty as their elected leader to show them that.”  Waarop zijn assistente hem eraan herinnert dat hij zo het vertrouwen van zijn achterban verliest en zijn toekomst als leider op het spel zet. Waarop hij haar antwoordt: “The day that I‘m afraid to do that, is the day that I’m no longer fit to lead.”  Missen we dergelijk leiderschap? Zou de rassendiscussie dan anders verlopen?

Enige minpunt aan film en documentaire, is dat mijn favoriete rugby-speler de wedstrijd verloor en nooit wereldkampioen werd. De legendarische, helaas te vroeg overleden Nieuw-Zeelander Jonah Lomu. Vandaar zijn foto als eerbetoon.

 

Betuttelende overheid

“De staat mag mij niet voor mijn bestwil beschermen.’  De kop boven een interview met Christopher Snowden in Trouw. De overheid moet zich niet bemoeien met de eet-, rook- en andere gewoonten van mensen. Snowden hangt het schadebeginsel aan van John Stuart Mill en dat luidt: persoonlijke vrijheid mag slechts worden beperkt om te verhinderen dat anderen worden geschaad. We moeten ons niet bemoeien met de alcoholist, het is immers zijn vrije keuze om teveel te drinken. In de filosofie wordt dit negatieve vrijheid genoemd, vrijheid van belemmeringen. Daar tegenover staat een stroming die vindt dat er pas sprake is van vrijheid als iemand ook de mogelijkheid heeft om gebruik te maken van die vrijheid. Deze stroming wordt positieve vrijheid genoemd. Zij vinden dat de samenleving zich wel moet bemoeien met de alcoholist omdat die door zijn verslaving niet vrij is. Hoe vrij is ons handelen?

kinderarbeidFoto: www.politiebond.nl

Hoe bepaal je of iets alleen jezelf schade toebrengt? Als ik naar de fles grijp, dan beïnvloedt dat het leven van mijn kinderen, mijn vrouw, mijn familie en vrienden. Emotionele schade, geen schade in de vorm van blauwe plekken of kneuzingen. Wat als mijn zoon later ook naar de fles grijpt? Is dat dan zijn vrije keus of komt dat door het voorbeeld dat hij heeft gezien?

Handelen leidt tot gevolgen. Sommige gevolgen zijn bedoeld, andere onbedoeld. Niet iedereen kan even goed inschatten wat de gevolgen van een bepaalde handeling zijn. Neem een naïef wat minder begaafd meisjes dat verliefd wordt op een foute jongen, een loverboy. Zij doet alles voor hem, maar schaad zichzelf daarbij zonder dat zij dit als schade ziet. Zij kiest zelf. Hoe vrij is haar keus?

Iets van heel andere orde. Hoe zou de wereld eruit hebben gezien als overheden daadwerkelijk alleen maar de orde zouden hebben gehandhaafd? Zouden er dan wegen zijn aangelegd? Of rioleringen, spoorwegen en vliegvelden? Zou dan de slavernij zijn afgeschaft? Of de kinderarbeid? Want waarom zou een kind van tien niet mogen werken? Zouden kinderen dan naar school gaan?

ThePostOnline oprichter Bert Brussen mag dan wel vinden dat Snowden: “Een heerlijk verhaal, bomvol waarheden,” verkondigt, die waarheden hebben een keerzijde.

Wie een kuil graaft

Als werkloze en bijstandsgerechtigde word je flink achter de veren gezeten om betaald werk te zoeken. Om je daarbij te helpen is een hele ‘industrie’ opgezet. Als bijstandsgerechtigde kom je in aanraking met gemeentelijke werkcoaches of werkconsulenten, je moet allerlei trainingen volgen zoals sollicitatietrainingen en CV-pimpcursussen. Als werkloze moet je verplicht een aantal brieven schrijven, is er ondersteuning van re-integratiecoaches al dan niet ingehuurd.

kuilFoto: www.ad.nl

“Haast geen enkele maatregel die het CPB is tegengekomen, leidt tot meer werkgelegenheid. Het ontzorgen van werkgevers als ze een arbeidsgehandicapte in dienst nemen? Geen effect. Ambtenaren bijscholen over wat wel en niet werkt? Geen effect. Intensievere samenwerking met uitzendbureaus? Onduidelijk wat dat doet.” De korte samenvatting in Trouw van de resultaten van dit activerende arbeidsmarktbeleid dat gemeenten en UWV loslaten op mensen zonder betaald werk. Trouw haalt het onderzoeksrapport Kansrijk arbeidsmarktbeleid van het Centraal Planbureau aan.

‘Geen effect’ voor de lieve som van meer dan één miljard euro. Gemeenten ontvangen ruim €600 miljoen voor het activeren van bijstandsgerechtigden en het UWV geeft ruim €500 miljoen uit aan re-integratieactiviteiten voor werklozen en arbeidsongeschikten. Dus stoppen met al die inspanningen. Is het verbazend dat het geen effect heeft om mensen te begeleiden bij het zoeken naar werk, dat er niet is?  Was er voldoende werk, dan zouden vele werklozen niet werkloos zijn. Als er tien werklozen zich voor één baan melden, wordt er hooguit één aangenomen. Daar kan geen CV-pimpcursus of sollicitatietraining wat aan veranderen. Zou het bovendien kunnen dat degene die voor die ‘trainingen’ de beste kans had, die na de trainingen nog steeds heeft?

Minister Asscher denkt er anders over: “Daarbij lijkt een effect van 0,1 procent niet veel, maar het gaat dan wel om zevenduizend banen.”Inderdaad is 7.000 banen niet niks. Alleen, wat kosten die banen? Landelijk wordt er ruim één miljard euro aan re-integratieactiviteiten uitgegeven. Dat is ruim € 140.000 per baan. Stel al die 7.000 gelukkigen ontvangen een modaal inkomen, in 2016 is dat € 36.000 bruto. Hiervan komt dus ook nog weer eens € 12.000 terug via belastingen en premies. Dus om iemand een baan met een inkomen van € 24.000 te bezorgen, wordt bijna zes keer zijn salaris uitgegeven? Hoe efficiënt is dit?

Natuurlijk is er nog een ander effect. Door dat miljard aan re-integratie te vertimmeren, zijn die vele consulenten, coaches en managers toch maar mooi van de straat. Die verdienen eraan. Maar hoe bevredigend is het, om werk te verrichten dat geen effect heeft? Om week na week een kuil te graven en met het zand uit die kuil de kuil van vorige week weer dicht te gooien?

Appels en peren

In Trouw een sympathiek pleidooi van Wouter Beekers en Jochem Westert voor een bijstand die ‘bijstaat’. Een bijstand met meer aandacht voor de bijstandsgerechtigden. Met recht op positieve prikkels: “Bijvoorbeeld dat de werkzaamheden aantoonbaar bijdragen aan de ontwikkeling van mensen, dat de arbeidsomstandigheden goed zijn en dat de werkzaamheden niet vernederen … zodat bijstandsgerechtigden weer ‘met opgeheven hoofd’ de samenleving in kunnen gaan.”

appels en perenFoto: www.vanbeek.com

In hun betoog stippen ze, het door ‘links’ bepleite, onvoorwaardelijke basisinkomen aan. Een situatie die in hun ogen na de invoering van de bijstand was ontstaan. En waarvan een onderzoekscommissie in 1993 constateerde dat er sprake was van georganiseerde oplichting, calculerend gedrag en het ontlopen van werk. “De pleidooien voor een basisinkomen getuigen dus van weinig historisch besef,” zo schrijven de beide heren. Hier rammelt hun betoog.

Friedrich van Hayek en Milton Friedman, bepleitten een basisinkomen. Zij noemde het een negatieve inkomstenbelasting. Beide heren zijn nu niet bepaald links te noemen en stonden aan de basis van het economisch beleid van Reagan en Thatcher, die ook niet bekend stonden om hun linkse sympathieën. Rammelt er wellicht iets aan het historisch en economisch besef van de heren?

Kenmerkt het basisinkomen zich niet juist door de onvoorwaardelijkheid? Dat iedereen het krijgt zonder voorwaarden en dus ook zonder de voorwaarde dat er naar werk wordt gezocht? Is het bij een onvoorwaardelijk basisinkomen niet juist aan de ontvanger zelf wat hij verder nog met zijn leven doet? En is werk dan een keuze die gemaakt kan worden, maar waar ook van kan worden afgezien, die dus kan worden ontlopen? Is het calculeren niet een van de kenmerken van een basisinkomen? Calculeren wat het beste bij de dromen en wensen van het individu past? Werken, studeren, zorgen voor iemand, vrijwilliger bij de sportclub, helemaal niets doen of een combinatie. Rammelt de vergelijking van het basisinkomen met de bijstand? Als de bijstand als basisinkomen zou hebben gefunctioneerd, dan waren verwijten als ‘het ontlopen van werk’ en ‘calculerend gedrag’ misplaatst.

De bijstand is nooit bedoeld als een onvoorwaardelijk basisinkomen. Kenmerk van de bijstand was en is, dat je er alleen voor in aanmerking komt, als je zelf (of je partner) geen inkomsten uit arbeid of andere bron van inkomsten hebt. Een tijdelijke ondersteuning waarbij je de plicht hebt om te zoeken naar betaald werk: het einddoel. En juist vanwege de beperkingen en voorwaarden, is de bijstand bevattelijk voor (georganiseerde) oplichting, calculerend gedrag en kan worden geconstateerd dat er bijstandsgerechtigden zijn die (het zoeken naar) werk ontlopen.

Vergelijken Beekers en Westert appels met peren?

Resistance is futile

Patriottisme, vaderlandsliefde, daarvoor pleit het CDA. In Trouw reageert Hans Janssens, hoofdcommunicatie van het CDA, in een warrig betoog op een column van Hans Goslinga in dezelfde krant. Als het erbij blijf de: “rechtsstaat, democratie, vrijheid en menselijke waardigheid te koesteren en uit te dragen,” dan zal Janssens op veel bijval kunnen rekenen.

BorgIllustratie: quotesgram.com

Blijft het daarbij? Goslinga bekritiseerde CDA leider Buma, die pleitte voor gezonde vaderlandsliefde met de dominantie van de joods-christelijke cultuur als fundament van onze samenleving. Volgens Goslinga moet de overheid zich verre houden van het uitdragen van een publieke moraal. Het publiek is immers pluriform. Volgens Janssens bieden: “Waarden en tradities (…) houvast in een wereld die razendsnel verandert en globaliseert.” En kan: “Alleen een samenleving die trots is op de eigen waarden en tradities, (…) van nieuwkomers verwachten dat zij deze ook willen delen.” Als die dominante joods-christelijke cultuur iets is wat bij het patriotisme hoort, gaan Janssens en Buma dan niet veel te ver? Hoe gezond is dergelijke vaderlandsliefde?

Is het niet veeleer ondanks, dan dankzij de christelijke cultuur dat  we trots kunnen zijn op de democratie, de rechtstaat, de vrijheid en de menselijke waardigheid? Zijn onze democratie, de rechtstaat, de vrijheid en menselijke waardigheid niet juist het resultaat van de strijd tegen de religie en tegen god? Een strijd om mensen zelf na te laten denken over hun leven en hun toekomst.

Verwachten zij dan ook dat ik die ‘waarden en tradities’ uitdraag? Dat ik daar trots op moet zijn? Welke christelijke en joodse waarden zijn dat dan? Hebben die twee stromingen niet een jarenlange niet zo fraaie geschiedenis? Zie bijvoorbeeld het denken van Luther over joden dat vorige week weer in het nieuws was. Maar ook welke tradities? Zijn dat die van de katholieke kerk, de joods orthodoxe, de remonstranten, de pinkstergemeente of nog andere?

Verwachten zij van nieuwkomers dan dat zij assimileren? Dat zij hun eigen waarden en tradities verloochenen? Of om de Borg, een van de vijanden van de Federation in de latere Start Trek reeksen, aan te halen: “We are the Borg. You will be assimilated. Resistance is futile.” Met als enig verschil dat de Borg: “biological and technological distinctiveness”  toevoegen aan hun eigen, het CDA lijkt die te willen uitbannen. Gelukkig weten captain Picard en zijn vrouwelijke collega Janeway, de Borg te verslaan. Waaruit blijkt dat ‘resistance’ niet ‘futile’ is. Als dit het streven van het CDA is, hoort u dan ook bij de resistance?

Spel met/zonder grenzen

“Een permanent en principieel open-grenzenbeleid kan in heel Europa de contrarevolutie ontketenen waarvan we nu overal in Europa helaas de contouren al zien.” De laatste zin uit een interessant artikel van Henri Beunders in Trouw. Beunders constateert terecht dat het broedt en gist in de wereld ten zuiden van Europa en dat hierdoor mensen op drift raken. “En als de boel ontploft in Egypte, Libië of Nigeria, reken dan maar met een half tot heel miljard Afrikanen, of nog meer: hun aantal zal in 2050 verdubbeld zijn tot 2,5 miljard, China en India samen dus,” aldus Beunders om de situatie nog wat bedreigender te maken. Op drift naar de stad, naar andere Afrikaanse landen maar ook naar Europa, want dat heeft ‘een goede pers’ in Afrika. Bovendien liggen Amerika of Australië voor een tocht per rubberboot te ver weg. In dit artikel verwijt hij mensen die Europa’s buitengrenzen open willen houden voor migranten en vluchtelingen, naïviteit. Naïviteit kan ‘contrarevolutionaire’ gevolgen hebben voor onze democratie en de verzorgingsstaat, volgens Beunders, kernelementen van onze politieke cultuur. Hij pleit daarom voor het sluiten van de grenzen.

Spel zonder grenzen

Illustratie: www.huisvanalijn.be

Nu wordt die ‘verzorgingsstaat’ al door de achtereenvolgende regeringen afgebroken en omgebouwd naar een ‘participatiesamenleving’ en ligt de huidige democratie ook onder vuur. Over deze afbraak van die kernelementen van onze politieke cultuur door onze politieke cultuur wil ik het niet hebben. Net zoals Beunders ‘open grenzen’ kritisch bevraagd, is het ook mogelijk om ‘gesloten grenzen’ kritisch te bevragen. Welke gevolgen heeft het sluiten van de Europese buitengrenzen?

Als eerste de vraag waar die buitengrens precies ligt? Waar moet het hek, die nieuwe ‘Berlijnse muur’ maar dan om mensen buiten te houden, worden geplaatst? Niet alle EU-landen zijn Schengenlanden, een zestal landen van de EU waaronder het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld niet. En andersom niet alle Schengenlanden zijn EU landen, Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland bijvoorbeeld niet. Nu is daar wel uit te komen. Alleen komen de vluchtelingen en migranten nu met rubberbootjes. Hoe stop je die? Wat als vluchtelingen niet meer in gammele rubberbootjes komen, maar met een grote vrachtvaarder de Noordzee opvaren op weg naar Rotterdam? Terugslepen naar internationale wateren?

Maar wat als dat schip dan ineens zinkt? Laten we die mensen dan in de Noordzee verdrinken? Worden er met alle landen afspraken gemaakt zoals nu met Turkije zijn gemaakt? Wat dan te doen met luchthavens als bijvoorbeeld Schiphol? Wat als ik als vluchteling vanuit Afghanistan een vlucht boek naar Brazilië met een overstap op Schiphol en ik vraag op Schiphol asiel aan? Of een vliegtuig met migranten wordt ‘gekaapt’ en vliegt het Europese luchtruim binnen? Zijn gesloten grenzen zo niet alleen te bereiken als er wordt geaccepteerd dat er aan die grenzen vele doden zullen vallen? En niet alleen omdat hun bootje midden op zee omslaat, nee ook omdat Europa zelf zal moeten doden om die grenzen dicht te houden? Zou dit in het ergste geval kunnen betekenen dat die half miljard Afrikanen, of een deel ervan, gewapend en al, de Europese grens zullen bestormen, een oorlog dus?

Beunders heeft gelijk dat ‘open grenzen’ en iedereen van harte welkom heten, niet zal werken. Als zijn half miljard Afrikanen naar de EU komen, dan betekent dit een verdubbeling van de bevolking. Zou de oplossing dan niet moeten worden gezocht in ademende grenzen? Grenzen die open staan voor zowel vluchtelingen als arbeidsmigranten? Voor arbeidsmigranten door bijvoorbeeld te werken met arbeidsvergunningen voor bepaalde tijd. Arbeidsvergunningen die aan te vragen zijn in de landen van herkomst? Niet alleen voor de ‘hoogopgeleide ICT nerd’ maar ook en vooral voor lager- of niet opgeleiden? Maar vooral ademende grenzen door eerlijke handel? Waarbij eerlijk wat anders is dan vrije handel. Waarbij Afrikaanse landen beperkingen op mogen leggen aan westerse producten om zo hun eigen bedrijvigheid te beschermen en op te bouwen. Want is eerlijk delen van welvaart en welzijn op alle niveaus niet een onmisbaar onderdeel van een structurele oplossing?

Amandla

“Goed, ze is erin doorgeslagen, maar ik vraag me af wat ik had gedaan als ik op straat gearresteerd zou worden, om niets, in het bijzijn van mijn kleine kinderen. Als ik keer op keer in de cel was gegooid, zonder proces en zonder dat ik wist wie er voor mijn kinderen zorgde … Winnie is in de gevangenis vernederd, getreiterd en gemarteld. Het verbaast mij niet dat zij daar hard en radicaal van werd. Daarmee wil ik niet goedpraten wat ze allemaal heeft gedaan, maar ik begrijp het wel.” Deze woorden van actrice Joanne Telesford zijn in Trouw te lezen. Telesford speelt Winnie Mandele in de musical Amandla Mandela.

AmandlaIllustratie: www.theatersinnederland.nl

Telesford toont begrip, zonder het goed te keuren, voor het radicaal worden van Winnie Mandela. Onzekerheid, vernedering, treitering en marteling dat is niet niks en zij begrijpt dat Winnie Mandela daar radicaal van kon worden.

Zou dat ook voor andere mensen gelden? Voor bijvoorbeeld onze islamitische medelanders? Medelanders die steeds worden aangesproken op gruwelijke daden van mensen die eenzelfde geloof hebben. Medelanders die de grootste slachtoffers zijn van alle beperkende maatregelen zoals preventief fouilleren, verscherpte grenscontroles. Medelanders die van volksvertegenwoordigers te horen krijgen dat hun geloof barbaars is. Volksvertegenwoordigers die twijfelen aan hun ‘loyaliteit’ aan het land. Loyaliteit die ze bij anderen als vanzelf aanwezig achten, maar is dat wel zo? En wat betekent dat, loyaal zijn aan je land.

Medelanders die vaak worden gepasseerd voor werk en daardoor gebruik moeten maken van sociale voorzieningen. Medelanders die vervolgens het verwijt krijgen dat ze ‘profiteren’ van deze voorzieningen, dat ze lui zijn. Medelanders die moeten integreren of inburgeren want ze horen er eigenlijk niet bij.

Wat zou dat met die medelanders doen? Zou dat hun denken, houding gedrag en gedrag beïnvloeden? Zouden ze zich daardoor gesterkt voelen in hun Nederlanderschap? Zou dat hun loyaliteit vergroten, als dat al nodig is? Zou dat hun vertrouwen in de rest van de samenleving en de overheid vergroten? Of zou dit bij velen van hen kunnen leiden tot onverschilligheid ten opzichte van de rest van de samenleving? Bij een kleinere groep tot verharding? Bij een klein deel tot radicalisme? En bij een enkeling tot criminele en terroristische daadkracht?

 

Ons soort mensen

In Trouw een artikel over de aantrekkingskracht van Rotterdam. De stad is populair want er trekken meer mensen naar toe, dan dat er weg gaan. Hoe gaat dat, die opwaardering: “Het patroon werkt meestal zo: slechte buurten trekken eerst creatievelingen en studenten, waarna coffeebars en restaurants ze ook zien zitten. Dan komen ze in beeld bij rijkere en hoogopgeleide stadsbewoners, die in de al langer populaire buurten geen huis kunnen vinden. Zo knapt de wijk verder op en stijgen de huizenprijzen. Als ook in de opgewaardeerde buurt de huizen schaars worden, zijn de aanpalende buurten aan de beurt, waar het proces opnieuw begint.” Een proces dat ook wel met de Engelse term gentrification wordt aangeduid

rotterdamFoto: www.woonstadrotterdam.nl

Die opwaardering kan op veel bijval rekenen van het stadsbestuur. De stad wordt zo aantrekkelijker voor hoger opgeleiden en welgestelden, ‘sociaal-economisch weerbaarder’ in de termen van de Rotterdamse woonvisie. Een positieve ontwikkeling, maar toch.

Wat betekent dit voor de niet zo welgestelden? Voor de mensen die hun huurhuisje moeten verlaten omdat de wijk opnieuw ontwikkeld wordt. Ontwikkeld door er vooral koopwoningen en duurdere huurwoningen te bouwen. Mensen die niet worden gezien, omdat ze geen ‘kapitaalkrachtige’ marktpartij zijn en waar dus niets aan te verdienen is. Mensen die bij de gemeenten in beeld zijn, omdat zij in de bijstandsbestanden oververtegenwoordigd zijn. Mensen die geld kosten.

Waar moeten die mensen naar toe? Wordt er ook voor hen nieuw gebouwd? Of moeten zij naar wijken met veel huurwoningen? Naar wijken met minder gewilde woningen? Naar wijken waar geen welgestelden te vinden zijn? Dit met het risico dat die wijk verloedert en in ‘een getto’ verandert? Met het risico dat de sociaal-economische tweedeling een nog sterkere ruimtelijke vertaling krijgt dan nu al het geval is? Zou dit de keerzijde van de ‘succesmunt’ kunnen zijn?

Zouden stadsplanners, politici en bestuurders hier niet oog voor moeten hebben? Zou niet iedere wijk een divers aanbod aan woningen moeten hebben. Woningen zowel in de lage huursector als ook in de dure koopsector. Zodat de bedrijfsdirecteur de bijstandsgerechtigde in zijn straat tegen komt en kent en niet alleen ‘ons soort mensen’?