Het Goede Doel

In mijn vorige drie prikkers schreef ik over het utilitarisme. Dit naar aanleiding van een uitspraak dat economische groei goed is. Het utilitarisme streeft naar zoveel mogelijk geluk. In Hoofdprijs was de vraag of dat wat het meeste ‘geluk’ oplevert ook per definitie goed en rechtvaardig is. Lone Survivor handelde over spijt van Marcus Lutrell. Spijt die hij onderbouwde met een utilitaristische redenering.

goede doel

Illustratie: merchandise-entertainment.nl

Het verhaal van Lutrell, bevat nog een tweede voorbeeld van denken over wat goed en rechtvaardig is. De zwaargewonde Lutrell wist uit de handen van de Taliban te blijven en werd uiteindelijk opgevangen in een Afghaans dorpje. Dit dorp nam hem op als gast, verzorgde en beschermde hem. Ook toen de Talban Lutrell met geweld wilde komen halen. De dorpelingen beriepen zich daarbij op het aloude gebruik dat een gast diende te worden beschermd. Het dorp handelde niet vanuit geluk, want voor hun geluk hadden ze Lutrell beter aan de Taliban uit kunnen leveren. Zij handelden vanuit wat voor hen rechtvaardig was en dat was het goede doen, de gast beschermen. Een positieve insteek zo op het eerste gezicht. Is goed doen altijd goed?

Goed doen doet goed, maar wat is goed? Wie bepaalt wat goed is? En op basis waarvan? ‘Wie goed doet, goed ontmoet’, luidt het gezegde. Zou dat ook gelden als christenen, moslims, hindoeïsten, socialisten, communisten of bolsjewisten deze vragen anders beantwoorden?

Hoeveel doden zijn er niet gevallen in godsdienstoorlogen, in de strijd voor de (nationaal) socialistische heilstaten. Beroepen de jihadisten, als meest vergaande vorm van moslimfundamentalisme, zich ook niet op het goede en dus rechtvaardige? Al zullen er niet veel andere mensen zijn die dit ‘goede’ als goed beoordelen. Worden minder aantrekkelijke zaken door hen die zich beroepen op het goede niet vaker verdedigd met het beroep op dat goede doel?

Hebben die stromingen misschien allemaal een ander beeld van dat wat als goed wordt gezien? Vraagt goed doen vanuit een ‘goed doel’ niet om goed uitkijken? Of dat doel nu hemel of heilstaat is?

Vrijheid, democratie en verbieden

”Salafisme met verbod bestrijden” De kop van een artikel op de voorpagina van Dagblad de Limburger van zaterdag 28 november 2015. In dit artikel wordt aandacht besteed aan een motie van de Kamerleden Marcouch (PvdA) en Tellegen (VVD),  waarin de minister van Veiligheid en Justitie wordt verzocht: “onderzoek te (laten) doen naar de mogelijkheid om salafistische organisaties vanwege strijd met de openbare orde te laten verbieden.”  Omdat zij constateren dat: “ het salafisme in Nederland isolationistisch van karakter is gericht op onverdraagzaamheid, antidemocratische activiteiten en polarisatie en daarmee een kweekvijver vormt voor radicalisering en gewelddadig jihadisme.” Krachtige taal en dat gaat er wel in, zo kort na aanslagen gepleegd door mensen die zich op een van de salafistische stromingen beroepen. Populair of niet, is verbieden de juiste weg?

vrijheidIllustratie: www.amnesty.nl

Hoe verhoudt zich het verbieden van een manier van denken en naar de wereld kijken met de vrijheid van meningsuiting? Of met de vrijheid van godsdienst? Of het verbieden van organisaties met de vrijheid van vereniging en vergadering? Vrijheden waarvoor in het verleden hard is gevochten. Vrijheden die tot de kernwaarden van onze samenleving behoren. Zijn deze vrijheden niet de waarden die we moeten verdedigen en niet het ‘recht om op een terras te zitten’?

Hoe verhoudt het verdedigen van deze rechten zich met het verbieden van een religieuze stroming? Of een politieke ideologie, ook al is het een kwaadaardige? Hebben stromingen die isolationistisch van karakter zijn geen recht op bescherming? En van de andere kant, moeten dan ook niet enkele streng gereformeerde stromingen verboden worden? Stromingen waarbij de vrouw het ‘aanrecht’ heeft? Hoe democratisch is het om stromingen die de democratie afwijzen, te verbieden? Zou niet ook de extreem-rechtse ideologie waarnaar Marcouch ter vergelijking wijst, ook ruimte moeten krijgen?

Is het niet veel verstandiger en beter voor de openbare orde om iedereen de ruimte te bieden om te denken wat hij wil en zijn leven zo in te richten als hij wil, als het maar binnen de wet is? En ligt de grens niet precies daar: bij de wet? Is het niet juist de kracht van onze democratie en de waarden, (vrijheid van meningsuiting, godsdienst en vereniging en vergadering) waarop deze is gebaseerd, dat deze meningen en ideologieën in een open debat worden besproken? Begrijpen de Kamerleden het concept democratie wel?

Leef vanuit je verbeelding

“Christopher Columbus, ontdekkingsreiziger of massamoordenaar?” De kop boven een artikel op de opiniesite Joop. En: “Er klinkt zelfs de roep om een standbeeld voor Nathuram Godse, de man die op 30 januari 1948 Mahatma Gandhi doodschoot,” uit een artikel van de Correspondent over hindoenationalisme. Twee heel verschillende onderwerpen uit verschillende landen, met toch overeenkomsten. Welke?

verbeeldingIllustratie: www.ontwikkelzin.nl

De hindoesnationalisten willen een andere ‘officiele’ geschiedenis van India. Een geschiedenis waarin zij de hoofdrol spelen.  Hetzelfde kan gezegd worden met betrekking tot Columbus. De geschiedenis moet worden veranderd in de richting die past in een bepaald straatje.

Is het passend om het verleden en personen uit het verleden te beoordelen met de normen en waarden van het heden? Neem Columbus, de man zal beslist zijn goede en slechte kanten hebben gehad. Er zullen tijdens zijn expedities best doden zijn gevallen. Maar dat was vroeger redelijk gewoon. Niet alleen in Europa, maar overal ter wereld was het een stuk gewelddadiger dan nu. Daar maalde men toen niet om. Niet in Spanje, maar ook niet op de Noord Amerikaanse vlaktes. Dat was de wereld waarin Columbus moest overleven. Moeten we personen en gebeurtenissen uit het verleden niet in hun tijd zien en beoordelen?

Wordt Columbus niet gebruikt om in een huidige discussie mensen een schuldcomplex aan te praten en monddood te maken? En geldt dit ook niet voor de hindoenationalisten die via een ‘nieuwe’ geschiedenis aan willen tonen dat zij de echte rechtmatige Indiërs zijn?  Willen deze partijen het verleden veranderen en zo nu hun ‘almacht’ vestigen? Willen ze, om dat te bereiken, aantonen dat zij altijd al ‘gelijk’ hadden? Dat zij altijd al de ‘goeden’ waren? De goeden die door de anderen slecht werden behandeld? Of sterker, dat de anderen de slechten waren en zijn, en zich moeten verexcuseren voor een verre voorvader? Of erger nog, aangepakt mogen worden? Zou het niet gevaarlijk kunnen zijn om de geschiedenis zo te gebruiken?

Een goed advies van zelfhulpgoeroe Stephen Covey voor al deze geschiedveranderaars: “Leef vanuit je verbeelding, niet vanuit je geschiedenis.”

The Meaning of Life

Gisteren schreef ik Les Banlieues en het denken van Loïc Wacquant. Dit in een zoektocht naar verklaringen. Vandaag een andere denker.

Absolute vrijheid leidt niet tot vrijheid voor iedereen, maar tot chaos en onvrijheid voor het grootste deel van de mensen. Absolute vrijheid leidt absoluut tot anarchie en volgens de Spaanse denker  José Ortega y Gasset kan het ook tot stilstand leiden. Ortega y Gasset schreef in de jaren 1929 en 1930 een aantal essays voor de Spaanse krant El Sol. Deze artikelen zijn gebundeld in een boek met als titel De opstand van de massamens. Hij zag wat de positieve en negatieve kanten van die vooruitgang met zich meebracht en die beschrijving is nog verrassend actueel. Wellicht nog actueler dan in de jaren dat Ortega y Gasset de essays schreef.

Meaning of life

Illustratiemarketdiscount.info

De positieve kant bestond, en bestaat nog steeds, uit de toegenomen welvaart en het verhoogde levenspeil. De negatieve kant bestond, en bestaat nog steeds, uit de vanzelfsprekendheid waarmee de huidige mens, de massamens, die situatie en zijn plaats hierin ziet. Die mens heeft voeling met het verleden verloren en realiseert zich niet dat die huidige situatie het resultaat is van hard werken. Hij gaat uit van rechten, erkent geen autoriteit of gezag en vergeet de bijbehorende plichten en verantwoordelijkheden. Het draait om het ik als doel van het leven.

Ortega y Gasset op pagina 166-167: Het is een fundamenteel onderdeel van de menselijke natuur dat het leven ergens aan moet zijn toegewijd: een glorieuze roeping of een bescheiden onderneming, een reis met een illustere of triviale bestemming. Aan de ene kant is leven iets dat ieder zelfstandig en voor zichzelf moet doen. Aan de andere kant zal mijn leven, als het alleen iets betekent voor mijzelf ik het nergens aan kan dragen, een gammel, futloos en ‘vormloos’ karakter krijgen. … Als ik het egoïstische besluit neem om alleen nog maar voor mijzelf te leven en mij door niemand van dat pad laat brengen, kom ik juist niet meer vooruit en ga ik nergens meer heen, maar blijf ik alleen in cirkels ronddraaien. Het is een innerlijk doolhof waar men eindeloos in blijft verdwalen”.

Zou het niet kunnen zijn dat extremisme, fundamentalisme en terrorisme een manier zijn waarop mensen willen ontsnappen aan het ‘ronddraaien in cirkels’? Dat ze niet het ‘egoïstisch besluit’ willen nemen om alleen voor zichzelf te kiezen? Dat ze meer willen en die ‘glorieuze roeping’ zoeken? En dat er bar weinig ‘glorieuze roepingen’ zijn om uit te kiezen?

Les Banlieues

Na de gebeurtenissen in Parijs van de afgelopen week, staan ze weer volop in de belangstelling: de banlieues of achterstandsbuurten waar de marginalen wonen. Mensen die er niet echt bij horen, mensen die op zichzelf zijn aangewezen.

BanlieuFotolefigaro.fr

De Franse socioloog Loïc Wacquant schreef een boek over deze wijken getiteld: Paria’s van de stad. Nieuwe marginaliteit in tijden van neoliberalisme. Hij geeft zes eigenschappen van opkomende marginaliteit:

  1. Werk is in toenemende mate flexibel in tijd en uren, parttime, met kortdurende contracten, met steeds minder sociale garanties en voorzieningen. Werk leidt hierdoor niet tot zekerheid.
  2. De marginalen profiteren niet van tijden van economische voorspoed en krijgen extra klappen in tijden van crisis.
  3. Marginaliteit is ruimtelijk gefixeerd in geïsoleerde afgegrensde buurten.
  4. De vierde eigenschap is wat Wacquant noemt ‘Ruimtelijke vervreemding en de ontbinding van de ‘plek’. Een plek is een ruimte geworden. Op een plek voel je je thuis en in een ruimte niet.
  5. Daar waar men bij verlies van baan in het verleden kon terugvallen op het netwerk in dorp, buurt of wijk, is dat nu steeds minder het geval.
  6. De laatste eigenschap noemt Wacquant sociale fragmentatie en symbolische versplintering, het uiteenvallen van de oude klassenstructuur.

Zouden deze oorzaken het voor mensen niet makkelijker en wellicht aantrekkelijker maken om zich bij extremistische en/of terroristische organisaties aan te sluiten? Organisaties die je het gevoel geven ergens bij te horen? Die je het gevoel geven aan een ‘belangrijke zaak’ te werken? Die je een gevoel van eigenwaarde geven?

Wanquant wijst het economisch systeem en de overheersende filosofie achter dit systeem, het neoliberalisme, als oorzaak hiervan aan. Zou hij hier een punt hebben? Moeten we niet op een andere manier naar de samenleving en de economie kijken? Een manier die mensen centraal stelt en niet de economie en de markt? Zou dit niet bijdragen aan het voorkomen van extremisme en terrorisme?

 

 

Probleem en Oplossing

Van de terreurorganisatie IS gaat een flinke dreiging uit en die dreiging lijkt te worden gecoördineerd vanuit Syrië en Irak. In deze landen heeft de organisatie gebieden in handen en lijkt ze iets van een staat te hebben. Het lijkt daarom logisch om, bij het verminderen van die dreiging, de aandacht op Syrië en Irak te richten. Frankrijk heeft Raqqa, de ‘hoofdstad’ van IS al gebombardeerd en diverse regeringsleiders en politici roepen om meer en hardere aanpak van IS in Syrië en Irak. “De Verenigde Staten en haar bondgenoten zullen er alles aan doen om vrede te brengen in Syrië en IS-aanslagen zoals die in Parijs in de toekomst te voorkomen,” aldus de Amerikaanse president als voorbeeld van dit roepen. Hak de slang de kop af en ze gaat vanzelf dood.

De redenering lijkt: als er vrede is in Syrië, dan pleegt IS geen aanslagen. Is die relatie er wel? En als die er is hoe groot is dan het verband tussen die twee? Zouden terroristische aanslagen echt worden voorkomen met vrede in Syrië? Afgezien dan van het probleem hoe te komen tot vrede in Syrië. Zou er nadat er vrede is in Syrië niet een nieuwe plek ontstaan van waaruit terroristen opereren? Jemen bijvoorbeeld?

probleem

Illustratie: http://funnybooz.com/if-you-only-focus-on-the-problem/

Hoeveel onschuldige slachtoffers vielen er met de vergeldingsbombardementen van de Fransen? En met het ‘uitschakelen’ van terroristen met een door een drone afgevuurde Hellfire, zoals met ‘Jihadi John’ is gebeurd? Zouden we daarmee geen nieuwe wrok kweken? En zou die wrok niet door kunnen sijpelen naar de minder bedeelden in de ‘banlieus’ van het Westen? Zou er na de ontmanteling van IS niet een nieuwe terreurgroep ontstaan?

Ligt het werkelijke probleem niet veeleer in onze samenleving? In de gevoelde en werkelijke onmacht van mensen uit de ‘banlieus’? In de onmogelijkheid van deze mensen om gezien te worden als mens met noden, wensen en dromen? En in hun onmogelijkheid om hier ook maar iets mee te doen? Richten deze leiders zich niet op eenvoudige schijnoplossing en missen zij het werkelijke probleem?

Ontmenselijking

“De ‘idiote barbaren’, ‘de griezels’ die de aanslagen hebben gepleegd, verklaarde de premier, hebben louter tot doel ‘onze westerse samenleving te destabiliseren en haat en angst te zaaien’.” Een uitspraak van premier Rutte in zijn reactie op de tragische gebeurtenissen in Parijs. Rutte gebruikt hier woorden die overeenkomen met de reactie van de Engelse premier Cameron op de dood van Jihadi John. Cameron noemde hem een “menselijk dier’. Woorden die menigeen van ons op de lippen liggen als we aan de daders van deze gruwelijkheden denken. Woorden waarmee de daders en ook Jihadi John buiten de mensheid worden geplaatst.

Maar …

Is het wel verstandig om op deze manier mensen te ‘ontmenselijken’? Zou dit een vorm van ‘terrorisme’ met woorden zijn? ‘Terrorisme omdat we zo mensen buiten de gemeenschap van mensen plaatsten? Vernietigen we zo niet alle bruggen? Bruggen die een mogelijkheid bieden voor de ‘IS-aanhangers om terug te keren op hun schreden? Bruggen die ons de mogelijkheid bieden om IS-aanhangers te beïnvloeden?

Zou het niet juist een van de sterke punten van een democratische rechtstaat moeten zijn om mensen een tweede kans te geven? Dit natuurlijk wel nadat de daden volgens de regels van die rechtsstaat zijn berecht? Zouden we van onze gezagsdragers niet mogen verwachten dat zij deze boodschap uitdragen in plaats van het ‘ontmenselijken’ van mensen? Zouden we van onze gezagsdragers niet mogen verwachten dat zij juist in tijden van crisis met kracht ervoor pleiten om het recht te laten zegevieren en niet de wraak?

Wolven

Foto: eef.inaandacht.nl

Huist niet in ieder van ons een goede en kwade kant? Of zoals Rutger Bregman schreef toen hij een stukje van Mathieu Ricard aanhaalde: “Zoals een oude Cherokee-indiaan eens tegen zijn kleinzoon zei: ‘Er speelt zich een gevecht in mij af. Het is een gruwelijk gevecht tussen twee wolven. De een is slecht, boos, hebzuchtig, jaloers, arrogant en laf. De ander is goed – hij is gelukkig, rustig, liefdevol, aardig, hoopvol, bescheiden, gul, eerlijk en betrouwbaar. Deze wolven vechten ook in jou en in ieder ander persoon. De jongen dacht even na en zei toen: ‘Welke wolf zal winnen?’ De oude Cherokee hoefde niet lang na te denken. ‘Diegene die je voedt.’” Voeden onze gezagsdragers met dergelijke uitspraken niet de verkeerde wolf? 

Angst, IS en het marktplein

markt(Foto: denhaagfm.nl)

“Zolang jullie blijven bombarderen, zullen jullie niet in vrede leven. Jullie zullen zelfs bang zijn om naar de markt te gaan.” Dit schijnt in een videoboodschap van IS aan Frankrijk  gezegd te zijn, zo las ik in de Volkskrant. Na de treurige gebeurtenissen in Parijs werd die video vrijgegeven. Inderdaad kan IS aanslagen plegen en mensen doden. En ja, dat kan het op een gruwelijke en laffe wijze. Laf om een theater of restaurant binnen te lopen en daar in het rond te gaan schieten op ongewapende mensen. Laf om de redactie van een krant binnen te vallen en daar hetzelfde te doen. Dat kan het allemaal. En ja, er zullen vast nog meer van dergelijk treurige acties volgen. Acties die ons weer zullen schokken.

Eén ding kan IS in ieder geval niet! Het kan niet bepalen dat wij bang zijn! Die macht heeft IS niet. Die macht heeft niemand! Dat bepaalt ieder van ons voor zichzelf! Wij bepalen zelf of we bang zijn om naar de markt te gaan! Of we bang zijn om naar het theater, een restaurant of een voetbalwedstrijd te gaan!

Laten we ons bang maken? Laten we ons angst inpraten, waardoor we niet meer naar de markt durven? Als we dat doen dan heeft IS gewonnen. Of zeggen we: ‘wij gaan gewoon naar de markt, een restaurant en naar een sportwedstrijd! Wij gaan want dit is onze manier van leven en die laten we ons door jullie niet afnemen’!

Laten we onze kracht inzetten! Ons geloof in de vrije open samenleving! Als het waar is wat Adjiedj Bakas in februari in de Volkskrant schreef dat: “Wat IS betreft is nu de tweede geprofeteerde kalifaatperiode begonnen. Die luidt ook het begin in van het Einde der Tijden, dat gepaard gaat met een massale en apocalyptische strijd tussen de troepen van het kalifaat en de ongelovigen. Laten we dan massaal naar de markt gaan en IS uitnodigen om ook te komen. Dan kunnen we met elkaar in gesprek gaan. Dan kan IS ons met woorden proberen te overtuigen van hun gelijk. Mocht hen dat niet lukken en IS wil het uitvechten, laten we het dan op de markt uitvechten. Uitvechten met blote handen! Dan bekorten we de strijd en kunnen we daarna verder! Als IS werkelijk gelooft in de kracht van haar boodschap dan neemt ze deze uitnodiging aan!

Wilders’ wilde wereld

In de Volkskrant van 6 november 2015 geeft Wilders, PVV, zijn visie op de wereld en de oplossing voor alle Nederlandse problemen. In het kort komt het erop neer dat Nederland nu naar de verdoemenis gaat en dat is de schuld van de politieke elite. Die elite handelt steevast tegen de wil van het volk en de enige manier om dit op te lossen is de macht terug te geven aan het volk en te besturen per referendum. Het is ieders goed recht om een pleidooi te houden voor zijn ideeën, ook de fractievoorzitter van een van de grotere politieke partijen. Toch knelt er iets. Of eigenlijk, iets meer.

f7555588ef9d84473250c4dff892ea85

(Foto: funvending.nl)

Het knelt, omdat Wilders betoogt: “De Nederlanders willen hun identiteit behouden.” Identiteit is het eigen karakter. Om iets te behouden moet je weten wat dat iets is. In dit geval wat die Nederlandse identiteit is? Wat is dat eigen karakter? Een vraag waar Maxima in 2007 ook al mee worstelde. En de vraag is of je die identiteit wel moet behouden zoals die is? Of ontwikkelt een karakter zich en wordt het gevormd door ervaring? Als dat zo is, dan zou het behouden van een identiteit betekenen dat die identiteit over een tijdje uit de tijd is. Ze heeft zich immers niet ontwikkeld.

Het knelt omdat hij schrijft: “De politieke elite doet precies het tegenovergestelde van wat de mensen willen.” Als hij met de politieke elite onze gekozen volksvertegenwoordigers bedoelt, inclusief hijzelf, dan is dat het goede recht van die vertegenwoordigers. Zij worden namelijk gekozen om zonder last of ruggespraak te handelen namens het volk. Betekent zonder last en ruggespraak niet dat zij de vrijheid hebben hun eigen afweging te maken? Een afweging waarbij ze zich door niets of niemand hoeven te laten leiden. Ook niet opiniepeilingen die aantonen dat 99% van de mensen het anders wil. Moeten we niet blij zijn en het stimuleren dat volksvertegenwoordigers afstand kunnen nemen van de ‘waan van dag’? Dat zij actief zoeken naar argumenten voor en tegen? Naar alternatieven en vooral naar het beste alternatief en niet het populairste? Zou de kracht van de democratie niet juist hierin moeten zitten? En zijn verkiezingen niet het moment dat het volk oordeelt over het handelen van haar vertegenwoordigers?

Het knel, omdat Wilders betoogt: “De meeste Nederlanders beseffen dat massa-immigratie geen verrijking is, maar leidt tot verlies van welvaart, veiligheid en identiteit.” Beseffen suggereert dat er sprake is van een feit. Is hetgeen Wilders hier betoogt wel een feit? Was de Hollandse Gouden Eeuw niet gebaseerd op massa-immigratie vanuit wat nu België heet? En op ‘gelukzoekers’ uit de Duitse landen die als huurling in het leger of op de VOC-schepen dienden? Is de welvaart van de Verenigde Staten niet gebaseerd op massa-emigratie? En hoe zit het met China? Al is het in dat geval binnenlandse migratie. Maar hoe binnenlands is het als een Oeigoer vanuit het westen van China naar Shanghai verhuist?

Het knelt, omdat daarna valt te lezen: “De burgers willen de grenzen dicht. Maar wat krijgen ze? Open grenzen en méér asielzoekers.” Hoe weet de heer Wilders wat de burgers willen? Heeft hij ze allemaal gesproken? Zou het niet kunnen zijn dat veel burgers wat anders willen? Mij als inwoner van Wilders’ geboorteplaats Venlo, lijken gesloten grenzen verdomde lastig. Ze beperken mijn mogelijkheden. Zouden er niet ook asielzoekers komen met gesloten grenzen? In de jaren vijftig waren onze grenzen gesloten en toch kwamen er veel asielzoekers binnen uit Hongarije, het geboorteland van Wilders’ vrouw.

Ietsje verder knelt het weer: “Ze willen veiligheid. Maar krijgen méér islam en méér criminaliteit.” Suggereert Wilders hier dat er een relatie is tussen de islam en veiligheid? Tussen de islam en criminaliteit? Wat is die relatie?

Een zin verder knelt het weer: “Ze willen betere zorg en meer aandacht voor de ouderen. Maar moeten betalen voor migranten en Grieken.”  Is het wel een keuze tussen zorg aan de ene kant en Grieken en migranten aan de andere kant? Wie werden er gered door het vele geld dat naar Griekenland ging? De Grieken? Als de Grieken ermee geholpen zouden zijn, hoe komt het dan dat het grootste deel van de Griekse bevolking er door die ‘hulp’ alleen maar op achteruitgaat? Waren het misschien niet de Grieken maar de banken die werden gered?

Welke partijen er ook de regering vormden, steeds werd er bezuinigd op, en gesneden in de zorg en de aandacht voor ouderen. En ook voordat we de Grieken moesten ‘redden’ werd er al stevig op zorg beknibbeld. Willen we wel betere zorg? Of hebben we liever belastingverlichting van vijf miljard?

Nog wat verder in het betoog knelt het weer: “Het regime in Den Haag is wereldvreemd en spreekt niet langer namens het volk.” Ik neem aan dat hij met het regime de volksvertegenwoordigers en de door die volksvertegenwoordigers gecontroleerde regering bedoelt. Is het wel mogelijk om namens het volk te spreken? Hoe weet je dan wat er gezegd moet worden? Is het de taak van volksvertegenwoordigers om namens het volk te spreken? Handelen namens het volk is de taak van een volksvertegenwoordiger, spreken namens niet. Hebben Wilders en met hem vele andere politici begrepen wat het betekent om volksvertegenwoordiger te zijn? Begrijpt hij onze democratie wel?

Een bijzonder knelpunt: “De asielcrisis en alle andere problemen van Nederland kunnen alleen worden aangepakt als we de macht teruggeven aan het volk.” Heeft het volk niet de macht en gebruikt zij die macht niet bij het kiezen van haar vertegenwoordigers? Is er ooit een periode in de geschiedenis van Nederland en laat ik het wat ruimer nemen, van het grondgebied wat nu Nederland is, geweest dat het volk de macht had op een andere manier dan sinds 1917 via algemene verkiezingen? Zijn er in de Middeleeuwen of in enig ander tijdvak in het verleden referenda gehouden?

Deze uitspraak kent nog een andere knelpunt, namelijk dat problemen alleen opgelost kunnen worden als het volk de macht heeft, dus in een directe democratie. Kan Wilders aantonen dat problemen alleen opgelost kunnen worden als de macht wordt teruggegeven aan het volk? Worden in een, al dan niet verlichte, dictatuur geen problemen opgelost? Of in een autocratie? Betekent deze bewering dat alle problemen uit het verleden nog bestaan?

Ook zijn oplossing knelt: “Nederlanders moeten veel vaker de kans krijgen in referenda rechtstreeks over hun eigen lot te beslissen.”  Een directe democratie, en dat is regeren per referendum, lijkt op en top democratisch, maar is dat wel zo? Is een goede democratie niet meer dan besluiten per meerderheid? Wordt in een goede democratie niet ook rekening gehouden met de belangen van de minderheid? Hoe wil hij ervoor zorgen dat in een ‘referendumsamenleving’ rekening wordt gehouden met de belangen van minderheden? Is een democratie per referendum geen dictatuur van de meerderheid?

Leidt JA of NEE zeggen wel tot die duidelijke besluiten? Zou er aan een uitspraak niet meer betekenis gegeven kunnen worden? Het NEE tegen een Europese grondwet werd immers ook geïnterpreteerd als een NEE tegen meer Europa. Hoe duidelijk is dan een uitspraak? Zou een JA, MAAR niet hetzelfde kunnen zijn als een NEE, TENZIJ? Zijn bij een referendum ook compromissen of win-win oplossingen mogelijk? Zou het niet kunnen, dat iets wat een minderheid, al is het maar één persoon, inbrengt van meer waarde is dan de mening van 80% van het volk? Hoe zorgen we ervoor dat die inbreng in een referendum naar boven komt?

“Die talrijke verkiezingen zijn de uitdrukking van de volkswil,” valt iets verderop te lezen. Is het wel de volkswil die we krijgen als we referenda houden? Is de uitkomst van een referendum niet alleen het optellen van de individuele meningen teruggebracht tot een JA of een NEE? De volkswil of algemene wil is een term afkomstig van de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau. Hij legt dit begrip anders uit dan Wilders. De volkswil is, dat wat in het belang is van het volk en dat is wat anders dan de mening van het volk. De volkswil is alleen te achterhalen als het volk kan kiezen of stemmen met volledige kennis van zaken, heldere redenering, een zuiver oordeelsvermogen, en een ingesteldheid die het gemene goed nastreeft. Wie van het volk voldoet aan al deze voorwaarden?

En een laatste knelpunt: “De Zwitsers zijn een trots en patriottisch volk dat zich nooit heeft willen uitverkopen aan Brussel.” Wilders doet het voorkomen alsof alle landen zich willoos aan ‘Brussel’ hebben uitgeleverd. Hebben de andere landen zich uitverkocht’ aan Brussel? Is ‘Brussel’ geen resultaat van onderhandelingen tussen de betrokken landen? Waren de deelnemende landen er, in de persoon van de democratisch gekozen regeringen, niet zelf bij? Stemden de democratisch gekozen parlementen niet zelf in? Waren die landen en hun bevolkingen (voor het grootste deel) niet hartstikke blij met ‘Brussel’?

Toch nog even bezinnen voordat we met Wilders’ wilde wereld beginnen?