Iets extra’s voor Bill

Verdere commercialisering van de de zorg, dat wordt een van de punten in de campagne voor de verkiezingen van 15 maart 2017.  Commercialisering die bestaat uit het aantrekken van particulier geld (van grote investeerders en beleggers), die hiervoor rendement ontvangen. Ik schreef er al eerder over. Raoul du Pré pleit in het commentaar in de Volkskrant voor ruimte om: “te onderzoeken of er nieuwe geldstromen kunnen worden aangeboord. Mits het onder strenge voorwaarden gebeurt en de toegang tot zorg voor iedereen gegarandeerd blijft, is er immers geen reden te denken dat er meteen grote ongelukken zullen gebeuren.”

marktwerking-in-de-zorgIllustratie: alkemajanet.wordpress.com

Volgens Du Pré heeft het huidige stelsel met meer marktwerking veel goeds gebracht: “De wachtlijsten zijn nagenoeg verdwenen. Er wordt veel beter op de kosten gelet. Het inkomensverschil tussen artsen en hun gemiddelde patiënt is gehalveerd (…). Het premiestelsel is nivellerender dan in de tijd van het oude ziekenfonds. En de kwaliteit van de zorg scoort onverminderd hoog op de internationale ranglijsten.”  Verdere marktwerking zou in ieder geval onderzocht moeten worden.

Een helder betoog. Maar toch, zijn die resultaten het gevolg van marktwerking of zouden ze ook te bereiken zijn in een zorgsysteem waar de markt geen rol speelt? Waarom zou een ziekenfonds niet zonder wachtlijsten kunnen werken? Waarom zou een ziekenfonds niet op de kosten kunnen letten? Of tot vermindering van inkomensverschillen of een nivellerender premiestelsel kunnen leiden?

En inderdaad, als Bill Gates het geld levert om een ziekenhuis te bouwen, dan hoeft dat niet uit de staatskas. Een voordeel voor de samenleving, dus doen. Maar is er wel sprake van een voordeel voor de samenleving? Gates zal rendement willen op zijn investering. Rendement dat de door hem gemaakte kosten vergoed plus wat extra’s waar hij van kan leven. Wie moet die kosten plus dat extra’s van Bill betalen? Dat zal de patiënt zijn en dus de betaler van verzekeringspremies. Zou die hierdoor goedkoper uitzijn?  Hij of zij moet dezelfde kosten als voorheen betalen plus het extra’s van Bill, dus iets meer.

Zo gaat de bijdrage van de overheid in de gezondheidszorg omlaag en dat is mooi voor de minister van Financiën. De kosten voor de samenleving, gaan omhoog en de vraag is of dat willen?

De utopie van de vrijhandel

Op de opinie-site Jalta houdt Joshua Livestro in zijn artikel Leve de globalisering een pleidooi voor de zegeningen van vrijhandel en globalisering. In een met grafieken gelardeerd betoog concludeert hij, dat internationale vrijhandel de hoeksteen moet blijven vormen van het denken over economie en intenationale aangelegenheden. Zijn betoog steunt op drie, zoals hij het noemt, kernfeiten: “1. het aantal allerarmsten is in dertig jaar tijd met meer dan een miljard mensen afgenomen; 2. de levensverwachting voor mensen geboren in landen die we vijftig jaar geleden nog ‘ontwikkelingslanden’ noemden is nadrukkelijk gestegen; en 3. in voormalige ontwikkelingslanden als China en India is een middenklasse ontstaan van vele honderden miljoenen mensen.” Die feiten staan niet ter discussie, wel het causale verband dat Livestro legt met de vrijhandel.

causaalIllustratie: eurolactatie.net

Als eerste vrijhandel en absolute armoede. Livestro noemt China en India als voorbeelden van landen waar de absolute armoede snel daalde. Inderdaad hebben China en India hun economieën geopend voor de wereld. Geopend maar niet voor vrijhandel. In beide landen zijn vele beperkende maatregelen van kracht. Maatregelen die de economie moeten beschermen. Maatregelen die de Chinese en Indiaase bedrijven beschermen. Zonder die maatregelen zouden de bedrijven in beide landen zijn weggevaagd door westerse bedrijven met funeste gevolgen voor de werkgelegenheid en de armoedebestrijding. Juist beschermde handel levert welvaart op. Zou het toevallig zijn dat de westerse economieën de grootste groei kenden juist in een periode (van 1945 tot ongeveer 1975) van gereguleerde wereldhandel?

Dan de stijgende levensverwachting, hygiene en schoon drinkwater spelen hier een belangrijke rol gevolgd door het terugdringen van kindersterfte. Is dit een gevolg van de wetenschappelijke ontwikkeling of van vrijhandel? Handel levert geen vaccins of medicijnen op, handel verdeelt ze slechts en soms ook nog eens slecht, omdat de uitvinder ervan de prijs zo hoog maakt dat ze voor de armen niet te betalen zijn.

Als laatste, de groeiende middenklasse. Ongereguleerde vrijhandel zorgt voor enkele zeer rijken en zeer veel armen. Iets wat we in Rusland zien en ook in toenemende mate in de Verenigde Staten waar juist de door Livestro bewierookte middenklasse, wordt uitgehold. Gereguleerde handel geeft de overheid een sterke positie. Een positie waardoor die overheid de welvaart eerlijker kan verdelen en waardoor juist die middenklasse kan ontstaan. Waardoor zij voor sociale rust kan zorgen.

Livestro moet met betere argumenten komen om zijn causale verband aan te tonen.

Kuifje naar de Maan

Voor het eerst mag een commercieel bedrijf naar de Maan vliegen. “De Amerikaanse luchtvaartautoriteiten maakten de goedkeuring woensdag bekend, na overleg met onder andere het Witte Huis en ruimtevaartorganisatie NASA. Aan boord van de maanlander zijn apparaten voor wetenschappelijke onderzoeken, maar ook de as van enkele gecremeerde mensen.” Zo valt in de Volkskrant te lezen. Het bedrijf Moon Express is de gelukkige: “We mogen nu als ontdekkingsreizigers naar het achtste werelddeel zeilen, op zoek naar nieuwe kennis en grondstoffen voor het welzijn van alle mensen.”

Kuifje naar de maan

Illustratie: www.stripspeciaalzaak.be

Dat klinkt allemaal mooi en uitdagend en sluit aan bij het positieve beeld dat ‘ontdekkingsreizigers’ in het geheugen van veel mensen hebben. Het zijn avonturiers die zoeken naar nieuwe zaken. Door het woord ‘zeilen’ te gebruiken, lijkt het bedrijf aan te haken bij die traditie. Maar toch.

Van wie is de Maan eigenlijk? Het bedrijf zegt te werken voor ‘het welzijn van alle mensen’. Ook dat klinkt mooi of is dat welzijn toch beperkt tot de aandeelhouders van het bedrijf? Die gedachte suggereert dat ook de aarde er voor het welzijn van de mens is. Hoe zit het met het welzijn van de andere bewoners van deze planeet? Hoe zit het met de rechten van het ‘mannetje op de maan’? Dat is er niet, maar wat als er op een volgende reisdoel wel leven is? Welk rechten heeft dat leven dan? Kan dat leven dan ook een claim op de aarde leggen? De ervaringen met de Aarde leren dat de mens andere levensvormen vooral als ‘hulpmiddel’ ziet en niet als wezens op zich.

Dit is allemaal nog ver van ons bed. Wat dichter bij dat bed. Zijn de Amerikaanse luchtvaartautoriteiten, het Witte Huis en de NASA bevoegd om hier goedkeuring aan te verlenen? Ja, ze zijn bevoegd voor wat betreft het Amerikaanse luchtruim, maar ook voor dat van de Maan? En als ze die bevoegdheid hebben, van wie hebben ze die dan gekregen en waar is die op gebaseerd? Stel het commerciële bedrijf vindt waardevolle grondstoffen, van wie zijn die dan?

Zou Kuifje zich die vragen ook hebben gesteld toen hij naar de Maan vloog?

‘Het complot van Bert Brussen’

‘Pas op voor, en doorzie het complot!’ Dat is de boodschap van Bert Brussen bij ThePostOnline. Brussen fulmineert tegen de Nederlandse kranten en de publieke omroepen: “Kennelijk nemen de Nederlandse ‘kwaliteitscouranten’ de rol die de NPO normaal speelt over in de zomer. Iemand moet de burger blijven voeren met de juiste propaganda natuurlijk.” De kranten brengen kennelijk niet het nieuws waarop Brussen zit te wachten, of dat zijn goedkeuring kan dragen.

morozov

Sterker nog: “de Nederlandse agendajournalistiek, die sinds 1968 zo actieve innige verstrengeling tussen linkse politiek en moralistische journalistiek, is nog altijd springlevend.” En daarmee is ook het ‘meesterbrein’ achter het complot bekend: de linkse politiek. Bij zijn betoog een paravoorpagina’s van kranten. Een ervan, De Telegraaf, staat nu niet echt bekend als vrienden van die linkse politiek. Van de: “gewillige knipmessende policor journalisten, lakeien van het Grote Morele Gelijk, die straks allemaal een baantje als persvoorlichter bij een politieke partij willen,” zoals Brussen ze noemt. Daarom adviseert Brussen: “Laat je niets voorliegen: Lees geen kranten. Kijk geen NPO. Lees internet. Zoek je eigen nieuws. Omdat je recht hebt op de waarheid. De volledige, ongesluierde, onbewerkte, realistische, harde waarheid. En vanuit die waarheid kun je zelf je conclusies trekken en zelf je (politieke) richting bepalen.” Is het internet wel betrouwbaar?

Wie kan mij garanderen dat wat ik op internet lees en vind ‘de volledige, ongesluierde, onbewerkte, realistische, harde waarheid’ is? Iedereen kan er zijn ‘waarheid’ op vermelden en daarmee kan een gebeurtenis tot meerdere ‘volledige enzovoorts’ waarheden leiden. En op basis van ieder van die ‘waarheden’ kan ik ‘conclusies trekken en mijn (politieke) richting bepalen’. Alleen kunnen die verschillende waarheden tot tegenstrijdige conclusies leiden. De IS waarheid leidt tot een andere conclusie dan de CIA-waarheid.

Maakt het bovendien niet nogal wat uit of een ‘waarheid’ op de eerste pagina van Google staat of op de honderdzevenendertigste?

Hoe bepaalt Google die volgorde? De meest aangeklikte ‘waarheid’, hoeft niet de meest betrouwbare te zijn. In het boek The Net Dillusion laat Evgeny Morozov zien dat het internet een goed instrument kan zijn voor dictators. Een instrument om hun versie van de ‘waarheid’ te promoten en andere versies te onderdrukken. Dit boek biedt, zoals terecht op de kaft staat vermeld: “a rare note of wisdom and common seance, on an issue overwhelmed by digital utopians.”

 

Een noordelijke unie?

Rutger van den Noort kijkt op opiniesite Jalta al voorbij het uiteenvallen van de Europese Unie. In een artikel beantwoordt hij de vraag welke landen belangrijk zijn voor de Nederlandse handel en economie. Op basis van lijstjes met landen waarmee we veel handelen komt hij tot de conclusie dat dit vooral onze buurlanden Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk zijn. Van der Noort stelt voor om met deze landen aangevuld met Oostenrijk, Luxemburg en Ierland een nieuwe unie te vormen die hij de NETU8 noemt.

neuroIllustratie: www.geenstijl.nl

De eerste stap op weg naar deze Noordelijke unie is dat de genoemde landen in de herfst van 2016 dit plan ontwikkelen. Als tastbaar bewijs en als ondersteuning van de Britse bevolking kunnen de landen van de NETU8 dan als groep hun artikel 50-brief inleveren in Brussel om zo een gezamenlijk uittredingsstrategie te ontwikkelen in de twee jaren erna.” De Britten zullen deze richting van harte ondersteunen aldus Van den Noort. Via zijn cijfermatige redenering komt hij uit bij het wensdenken van velen: afstoten van Zuid- en Oost Europa, een neuro invoeren en vooruit met de geit.

Van den Noort cijfert vanuit Nederland. Hoe zou die cijferij voor Duitsland, Frankrijk of het VK eruit zien? Wat als daar andere landen in de ‘handel-topvijf’ staan?  Stel dat het Franse lijstje Italië op twee en Spanje op vijf heeft staan en het VK er niet in voorkomt? Waarom zouden de Fransen of de Duitsers meedoen aan een unie die niet aansluit bij hun handels- en economische belangen? Of wellicht zullen zij zeggen, wij doen mee als land x en y ook mee mogen doen.

Van de andere kant, als hoog staan op de ‘handelslijst’ zo belangrijk is, waarom dan een tot Europese landen beperkte unie? Waarom dan ook niet de Verenigde Staten in de unie, nummer vijf op de Nederlandse ‘handelslijst”?

Iets anders, waarom zou samenwerken met de Britten in deze nieuwe unie wel soepel lopen? De belangrijkste en machtigste landen van de huidige Europese Unie, Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, zouden ook deel uit maken van die nieuwe noordelijke unie. In de Europese Unie is die samenwerking al niet geweldig. In de aanloop naar het Brexit-referendum werd het beeld geschetst van Engelsen tegenover Fransen en Duitsers. Zou dat in Van den Noorts noordelijke unie anders worden? Zouden de Engelsen dan minder liberaal zijn, de Duitsers minder ‘Rijnlands’ en de Fransen minder ‘socialistisch’?

Fundamentele discussie over de zorg

Marktwerking. Het magische woord van de afgelopen dertig jaar. De markt zorgt er op een efficiënte manier voor dat vraag en aanbod elkaar vinden en dat voor producten de juiste, marktconforme prijs wordt betaald. Bij vele zaken die we vroeger gezamenlijk regelden zoals telefonie, de post, elektriciteit en ook in de zorg is de ‘markt’ ingevoerd. Maar in hoeverre is er sprake van marktwerking als partijen geen winst mogen maken? Winst is immers de beloning die als dividend aan de aandeelhouders wordt uitbetaald.

blauwdrukIllustratie: bk2.nl

Geen winst? Ja, want wat viel te lezen in Dagblad de Limburger? “Zorgverzekeraars mogen in de toekomst geen winst uitkeren aan aandeelhouders of bestuurders. Een initiatiefwet van SP, PvdA en CDA schrijft voor dat verzekeraars hun winst alleen mogen gebruiken voor betere zorg of lagere premies.” Is er nog wel sprake van een markt als er geen winst mag worden gemaakt? Waarom zou ik dan aandelen van een verzekeraar kopen?

Het verbod is volgens de partijen nodig: “Ze (de Zorgverzekeraars) hebben een maatschappelijke taak. Ze moeten ervoor zorgen dat de zorg betaalbaar blijft en toegankelijk voor iedereen. Dus als ze geld overhouden, moet dat ook weer worden geïnvesteerd in de zorg.”  Als zorgverzekeren een maatschappelijke taak is, is een ziekenhuis dat dan niet ook? En hoe zit het met de huisarts of de specialisten in een ziekenhuis? Of een verzorgingshuis? De apotheker en in zijn verlengde de medicijnenfabrikant? Als we de redenering van de partijen doorvoeren, dan zou ook een ziekenhuis, arts of apotheker geen winst meer mogen maken. Waarom dan niet de ultieme conclusie: geen winst, geen markt?

Geen markt maar een overheidstaak. Dus een grotere overheid met meer ‘ambtenaren’. De drie partijen halen één stukje uit het radarwerk van de zorg in plaatst van die fundamentele discussie te voeren. Eén stukje en over een tijdje weer een en over een aantal jaren is alles anders, zonder dat er een fundamentele discussie over is gevoerd. Al die stukjes zorgen vervolgens voor een rammelend bouwwerk omdat er van te voren niet is nagedacht over een blauwdruk of bouwtekening voor het hele gebouw.

Dit op zichzelf sympathieke wetsvoorstel toch maar gebruiken om een fundamentele discussie te voeren?

Jonge ambtenaren, een wondermiddel

De lat voor jongeren die ambtenaar worden, ligt hoog. “Wij geloven in het talent en de competenties van jong talent, die goed passen bij de uitdagingen van nu. Met een ondernemende, omgevingsbewuste en integrale manier van werken, stellen zij het doel centraal en maken ze de weg vrij voor innovatieve en nieuwe samenwerkingsvormen die nodig zijn om ook in de toekomst maatschappelijke meerwaarde te creëren.”  Dit valt te lezen in de uitnodiging voor een congres georganiseerd door JSConsultancy.

jonge ambtenaar

Foto: www.jsconsultancy.nl

Inderdaad worden veel positieve eigenschappen toegeschreven aan de jeugd: daadkracht, dynamiek, doorzettingsvermogen, enthousiasme, vernieuwingsdrang en nog veel meer met als uitsmijter: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. In zijn boek De Cultuur van het nieuwe kapitalisme  noemt Richard Sennett dit type medewerker de rebel. Dus haal die jeugd maar binnen!

Maar toch. Zijn we niet allemaal jong geweest? Werden aan ons toen niet diezelfde eigenschappen toegeschreven? Een van mijn leidinggevenden noemde mij toen ik al veertig was nog steeds puppy. En als je mij vraagt hoe oud ik ben dan antwoord ik dat ik voor de drieëndertigste keer achttien ben geworden. Daarmee wil ik zeggen dat ik nog steeds dezelfde eigenschappen heb als toen ik voor de eerste keer achttien werd. Toen was ik een creatieve, vernieuwende vrijdenker en dat ben ik nu nog steeds. Wel merk je door de jaren ervaring dat enthousiasme op muren botst. Dat vernieuwingsdrang smoort tussen de wielen van behoudzucht. Muren en wielen die worden gebouwd en onderhouden door mensen met andere eigenschappen en die eigenschappen zitten zeker niet alleen in ouderen, die zijn ook jongeren niet vreemd.

Die zo ‘gewenste, bij de uitdagingen van nu passende eigenschappen zijn ook bij mensen van de ‘oudere generaties’ aanwezig. Aanwezig maar wellicht gesmoord. Zou een eerste stap niet moeten zijn om voor huidige medewerkers met de gewenste eigenschappen ‘de muur weg te halen’ en ze ‘tussen de wielen’ uit te trekken? Zouden deze medewerkers een goede ‘brug’ zijn bij het aantrekken van jeugdigen met de gewenste eigenschappen? Zou dat niet de inspiratie, het enthousiasme en de vernieuwingsdrang van zowel jong als oud versterken?

Lopen we, als we dat niet eerst doen, het risico dat de jeugdigen tegen dezelfde muren aanlopen en tussen dezelfde wielen worden vermalen? Zeker omdat die ‘rebel’ in onderzoeken naar jonge werknemers wordt gelogenstraft, aldus Sennett: “… omdat zij geen ervaring of status in het bedrijf hebben, zijn zij meestal voorzichtig en als de omstandigheden op het werk hun niet bevallen, zullen ze eerder vertrekken dan in opstand komen, een mogelijkheid die zij kunnen benutten omdat de jongeren minder maatschappelijke en gezinslasten met zich meedragen.”

Zelfredzame overheid

Zelfredzaamheid. Een woord dat tegenwoordig een centrale rol vervult in overheidsland. We zijn een ‘participatiesamenleving’ een samenleving waarin iedereen meedoet en zichzelf moet redden. Eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid zijn woorden die hierin centraal staan. Zijn er ook samenlevingen waarin niet iedereen meedoet? Dat er aan die zelfredzaamheid het een en ander schort blijkt uit de vele mensen die aanspraak maken op de schuldhulpverlening. In een artikel in de Volkskrant pleit WRR-onderzoeker Will Tiemeijer voor overheidsbeleid dat rekening houdt met  mensen die niet aan de: “veel te hoge verwachtingen heeft van de financiële zelfredzaamheid van mensen,” die de overheid heeft, voldoen.

Sennett

Een prachtig woord zelfredzaam, wie wil het niet zijn? Wie wil er afhankelijk zijn van de goedertierenheid van anderen? Net zoals eigen verantwoordelijkheid, wil er niet zelf verantwoordelijk zijn? Toch wringt er iets.

Laatst las ik het boek De cultuur van het nieuwe kapitalisme van Richard Sennett weer eens. Een boek waarin Sennett, zoals de achterkaft vermeldt: “een haarscherp en genadeloos beeld (geeft) van hoe de nieuwe economie ingrijpt in ons dagelijks leven.” Hij beschrijft hoe bedrijven veel verwachten van hun medewerkers. Werk is gefragmenteerd, veel losstaande activiteiten en dat vraagt veel van medewerkers. De bedrijven verwachten ‘zelfdiscipline zonder afhankelijkheid’. Klinkt dat niet verdacht naar ‘zelfredzaamheid’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’? De cultuur van ‘het nieuwe kapitalisme’ is ook de cultuur achter het overheidsbeleid.

Sennett ziet een risico en waarschuwt op pagina 52: “Maar het is helemaal niet zo onschuldig de zelfredzaamheid te prijzen. Het bedrijf hoeft dan niet meer na te denken over zijn eigen verantwoordelijkheid jegens de werknemer.” Cru geformuleerd, de bedrijven nemen hun ‘eigen verantwoordelijkheid’ niet. Zou dat dan ook opgaan voor de overheid? Neemt de overheid haar verantwoordelijkheid in onvoldoende mate en is zij daarom niet zelfredzaam? Een interessante vraag.

In de retoriek legt de overheid de nadruk op wat zij van de burgers verwacht. Net zoals de bedrijven aangeven wat zij van werknemers verwachten. Zou de overheid niet haar verantwoordelijkheid moeten nemen en zelfredzaamheid moeten tonen door duidelijk aan te geven wat zij doet en wat de burgers van haar kunnen verwachten?

Om John F. Kennedy te parafraseren: “Ask not what your citizens can do for you, but what you do for your citizens!”

Airbus op de A2

In de economie is het financiële systeem, de infrastructuur. En een infrastructuur moet betrouwbaar zijn. Ik vertrouw erop dat het geld op mijn bankrekening veilig is en dat ik het kan overmaken om er zaken mee te betalen. De afgelopen jaren hebben we gezien wat er gebeurt als dat vertrouwen wordt geschaad. Dan wordt de financiële infrastructuur onbetrouwbaar. Dan vertrouwen banken elkaar niet en bedrijven al helemaal niet meer. Gevolg: economische crisis of nog erger een economische depressie en veel maatschappelijke ellende.

AirbusFoto: barrieaircraft.com

De oorzaak: banken en financiële instellingen die producten op de markt brengen waar hun topmanagers, net als toezichthouders geen touw aan vast kunnen knopen. De handel die zover is gecomputeriseerd dat er sprake is van flitshandel die het menselijk oog en brein niet kunnen volgen. Producten die ontwikkeld konden worden omdat de markt gedereguleerd moest worden, die moest zo vrij mogelijk zijn. Vrije markten brengen groei en welvaart, aldus deze adepten van de vrije markt.

Een andere infrastructuur. Onze spoor-, water-, auto- en luchtwegen zijn samen met de gewonen wegen, fietspaden en voetpaden onmisbaar in onze samenleving. Waren ze er niet dan beperkte ons leven zich tot de eigen stad of dorp. Natuurlijk zijn er verbeteringen mogelijk en zijn er wellicht ook overbodige verkeersregels.

Wat zou er gebeuren als ook hier heel drastisch gedereguleerd zou worden? Als, zoals vrije markt aanhangers het liefst willen, alle regels zouden worden afgeschaft? Dan is het een stuk lastiger om van A naar B te reizen. Je moet dan op alles bedacht zijn, een vrachtwagen op het fietspad die ook nog eens links rijdt. Een rotonde waar auto’s zowel links als rechtsom rijden. Een vliegtuig dat  op de A2 landt. Zonder verkeersregels is het allemaal mogelijk. Dit zou tot grote en zware ongelukken leiden.

Na het Brexitreferendum lijkt er een race te ontstaan tussen Europese steden om Londen op te volgen als financieel centrum. Om de kansen daarop te vergroten wees premier Rutte er al op dat de wet op de bonussen interessante mazen biedt. De toch al magere regulering van, en controle op de financiële infrastructuur lijkt daarvan de dupe te worden. Moeten we dergelijke financiële, economische en in het vervolg daarop maatschappelijke risico’s wel willen lopen? Willen we werkelijk dat een Airbus op de A2 landt?

Gemeente Venlo, doel en middel

Via Linkedin bereikte mij het bericht dat de gemeente Venlo een nieuwe Visie op Public Resources Management heeft. De visie is verpakt in een filmpje en moet duidelijk maken dat de mens centraal staat, de gemeente de slag wil maken van ‘duizend medewerkers’ naar ‘honderdduizend meewerkers’ en legt een relatie met Cradle to Cradle (C2C). De gemeente wil ook goed contact met haar oud-medewerkers behouden, ze willen er geen afscheid van nemen. “Wat een verspilling van waardevolle grondstoffen. Daar is jaren in geïnvesteerd,” aldus de voice-over. Hieronder de visie.

“De mens als grondstof?” Dat was de vraag die ik via de Facebookpagina stelde. En binnen een dag had ik antwoord. Dat is snel, zo snel reageert een gemiddelde overheid niet. Mijn complimenten.”Dat klinkt wellicht vreemd Ballonnendoorpikker als je hem er zo uit haalt, maar in de context van de visie draait het uiteindelijk allemaal om de mens. Deze is de grondstof van relaties, van communicatie, van organisatie etc. Daarnaast gebruiken we bewust bepaalde termen die de relatie leggen naar C2C.” Een antwoord dat verdere vragen oproept.

Mensen communiceren, ze gaan relaties aan en ze vormen organisaties. Maakt dat de mens tot grondstof van relaties, communicatie en organisaties? Van Dale omschrijft grondstof immers als “onbewerkt, ruw materiaal.” Dan krijgt de mens pas zijn waarde in de communicatie, relatie of organisatie. Houdt dat dan in dat een mens zonder communicatie, relatie of organisatie geen waarde heeft?

De gemeente Venlo lijkt de organisatie (of organisaties in het algemeen) centraal te stellen. De wereld draait om organisaties. Zouden er organisaties zijn als de mens geen doelen had? Of is juist het tegenovergestelde het geval, dat de communicatie, relaties en organisaties grondstoffen zijn? Grondstoffen of middelen zijn, die de mens gebruikt om zijn doelen na te streven? En kan een organisatie als de gemeente Venlo niet een periode voor iemand bijdragen aan zijn doel? En goed afscheidnemen, kan betekenen dat persoon en organisatie ook in de verdere toekomst nog iets voor elkaar kunnen betekenen.

Natuurlijk heeft een organisatie, ook de gemeente Venlo, doelen. Maar zijn organisatiedoelen niet afgeleide doelen? Afgeleide doelen van zaken die mensen willen bereiken? En is C2C zo niet ook een afgeleid doel? Het maken van producten van volledig herbruikbare grondstoffen om, en nu komt het hoofddoel, de planeet leefbaar te houden voor de mens?

Verwisselt de gemeente Venlo niet doel en middel?