Uitgelicht

Heilig of traditie?

Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Wie de jeugd heeft, weet ook dat de jeugd vaak wat aan te merken heeft op het heden. Dat voldoet zelden aan de verwachtingen van jeugdigen en daar moet wat aan gebeuren. Daarom moet er actie worden gevoerd. Zo kreeg ik via een bekende een kleine poster toegestuurd. Die poster was gemaakt door studenten Arts & Culture van de Radbouduniversiteit Nijmegen bij een cursus European Culture in a Global World. Mijn bekende is een van die studenten. De poster: “biedt een meeslepend verhaal dat kijkers uitnodigt om kritisch te kijken naar hoe we hoe we het beeld van Europa waarnemen en denken.[1] Zo vertellen de makers ervan in het bijbehorende artikel. Nu ben ik er altijd voor te porren om kritisch te kijken naar beelden die ik heb van iets en, om aan mijn vorige prikker te refereren: mijn eigen ‘gekheid’ te bevragen.

Poster van de studenten

“De poster getiteld “Dit is Europa” presenteert een tot nadenken stemmende verkenning van de West-Europese cultuur door een unieke en vertrouwde lens. … In essentie probeert onze poster interne processen om te zetten in tastbare ervaringen, een kritisch onderzoek uit te lokken naar het zelfbeeld van West-Europa en toeschouwers uit te dagen om hun begrip van deze dominante cultuur te heroverwegen.”  Aldus de studenten. Dat proberen de studenten te bereiken door drie tweetallen van kunstwerken en/of gebeurtenissen tegenover elkaar te plaatsen.

Zo wordt de kus die  Jenni Hermoso, de aanvoersters van het Spaanse vrouwenvoetbalelftal van bondsvoorzitter Luis Rubiales kreeg geplaatst naast het schilderij De Zelfmoord van Lucretia. De studenten willen hiermee: “de aandacht op hedendaagse gebeurtenissen waar machtige mannen, ondanks hun ongepast of niet-consensueel gedrag, vaak geconfronteerd worden met weinig tot geen consequenties ondervinden voor hun daden. Dergelijke gevallen weerspiegelen een breder patroon van maatschappelijke tolerantie tegenover mannen die vrouwen kwaad doen.” Een onderwerp dat alle aandacht verdient. Terecht dat de studenten hier aandacht voor vragen.

Ook vragen ze terecht aandacht voor de kunstcanon. “De traditionele kunstgeschiedenis heeft zich voornamelijk gericht op de werken van de canon, samengesteld door blanke mannelijke West-Europese kunstenaars.” Vincent van Gogh maakt daar terecht deel van uit. Frida Kahlo, die middels een zelfportret op de poster een paar vormt met Van Gogh, maakt er geen deel van uit? Waarom niet vragen de studenten zich af. Nu ben ik geen kunstenaar, kunstkenner en zeker geen kunstcriticus dus verwacht van mij geen antwoord.

Als laatste plaatsen ze een  beeld van activisten van Just Stop Oildie de glazen bescherming van de Rokeby Venus van Diego Velázquez uit 1647 in de Londense National Gallery hebben beschadigd tegenover een afbeelding van de door Orthodoxe Griekse kerk in Gaza na een bombardement door Israël. Het eerste leidde tot veel opheft in de media het tweede niet. “Deze onthutsende ongelijkheid in de manier waarop de media bewust kiest om hun aandacht te richten roept diepgaande vragen op over de waarden en verhalen die de samenleving prioriteit geeft.” Het zet ons aan om kritisch te onderzoeken waarom de vernietiging van de glazen bescherming van een schilderij de vernietiging van een oud symbool van geloof kan overschaduwen met het verlies van mensenlevens. Door de aandacht te vestigen op deze ongerijmdheid, wil onze poster onze relatie met de media en hoe die onze perceptie kunnen beïnvloeden van wat onze aandacht verdient.” Wederom een terechte vraag.

Dan terug naar de centrale vraag van de studenten om: “kritisch te kijken naar hoe we het beeld van Europa waarnemen en denken.” Als ik, zoals de studenten vragen, Europa en dan vooral het westelijke deel ervan plaats: “in een mondiale context, met erkenning van de onderlinge verbondenheid,” dan zie een Europa dat je terecht kunt bekritiseren. Inderdaad is er voor wat betreft de positie van vrouwen nog een wereld te winnen. Juridisch mag er dan geen onderscheid zijn en worden gemaakt tussen mannen en vrouwen feitelijk is dat onderscheid er nog wel. Het ‘patriarchaat’ geen Europese uitvinding. Sterker nog, het is geen uitvinding maar, zoals ik in mijn vorige prikker aangaf, het resultaat van een door dna gedreven overlevingsstrategie van de mensheid. Een strategie die enkele miljoenen jaren efficiënt was en zorgde voor de overleving van de mens en die heeft geleid tot een patriarchale stammensamenleving. Maar als ik dan toch naar de huidige wereld kijk, dan zie ik weinig gebieden waar het patriarchaat al zoveel veren heeft moeten laten als juist in het westelijk deel van Europa. Dan zie ik weinig gebieden waar het beter is gesteld met de positie van de vrouw. Dan zie ik dat voorzitter Rubiales niet meer wegkwam met zijn gedrag. Na aanhoudende protesten van niet alleen de Spaanse voetbalvrouwen. “We willen het onaanvaardbare gedrag aan de kaak stellen van de heer Rubiales, die niet heeft voldaan aan de instelling die hij vertegenwoordigt”, zei Alvaro Morata namens de Spaanse mannenvoetballers. Dit omdat: “Het Spaanse voetbal moet een bron van respect, inspiratie, inclusiviteit en diversiteit zijn en een voorbeeld, zowel op als naast het veld.”  Het protest tegen het gedrag van Rubiales en het aandringen om zijn ontslag ging nog veel breder dan het voetbal alleen. Rubiales kwam er niet meer mee weg. Was hij een Argentijn, Rus of Arabier geweest dan zat hij nog op zijn post.

Dan zie je dat die media-aandacht soms ook meetrekt aan de goede kant van het touw. Dan zie je dat er in het westelijk deel van Europa een divers medialandschap is waaraan alles aanbod komt. Zo maakte NOS in haar live blog van 20 oktober 2023 melding van het bombardement op de Orthodoxe kerk in Gaza en verscheen er op dezelfde dag al een commentaarloos filmpje over de aanval. De glasplaat kreeg bij de NOS ongeveer evenveel aandacht. Een kort artikeltje met erin een videofragment. Beide haalden de dag nadat ze gebeurden de Volkskrant niet. Dat wil niet zeggen dat er de 21ste oktober geen aandacht was voor het nu al meer dan honderd jaar durende conflict tussen de joden en Arabieren in het Midden-Oosten. Dat kreeg op die dag voldoende aandacht. Maar als ergens je hart van vol is, dan is alle aandacht die iets minder krijgt dan alle aandacht, te weinig. Daarover kan en mag je de media bekritiseren.

Ja, de media geven aandacht zaken die in de samenleving spelen dat is hun werk. Over het belang van al die zaken kan en mag je van mening verschillen. Zo zal het gros van de media van mei tot juli van dit jaar weer uitgebreid schrijven over de belangrijkste bijzaak, het Europees kampioenschap voetbal (zonder Rubiales). In het westelijk deel van Europa kan en mag je daar kritiek op hebben en de media erop aanspreken. Als hun antwoord je niet bevalt, dan mag je een eigen medium beginnen. Dat staat je vrij. Kritiek hebben op de media en er zelf een beginnen is ook een van de verworvenheden waarin het westelijk deel van Europa voorloopt op andere delen van de wereld. Net zoals je inhoud van de kunstcanon ter discussie kan en mag stellen. Canonnen zijn niet heilig. Hier zou ik nog een stapje verder gaan dan de studenten en pleiten voor het afschaffen van de kunstcanon. Wellicht past ook hier een thematische aanpak beter. Een aanpak waar ik bij het geven van geschiedenisonderwijs ook voor pleit. Trouwens ook met canon staat het je vrij om Frida Kahlo’s leven en werk te bestuderen.

De studenten leggen vingers op zere plekken. Ik hoop dat ze zich realiseren dat het leggen van vingers op zere plekken ook een verworvenheid is van de West-Europese en dat West-Europa in de wereld daarin eerder uitzondering dan regel is. Eigenlijk is er in het westelijk deel van Europa niets heilig behalve het geschop van de jeugd tegen echte of vermeende heilige huisjes. Maar is het een ‘heilig’ iets of is het een traditie?


[1] Het artikel is in het Engels en door de Ballonnendoorprikker vertaald naar het Nederlands

Een westerse droom

In de Volkskrant een interessante ingezonden brief van Armand Leenaers naar aanleiding van een artikel van Arie Elshout in dezelfde krant. Volgens Leenaers constateert Elshout terecht : “dat door toedoen van de Russische president Poetin de geschiedenis terug is in Europa.” Hij verhaalt vervolgens van neutrale bufferstaten die na de val van Napoleon in 1815 door de toenmalige grootmachten in het leven werden geroepen. Als eerste het Verenigd koninkrijk der Nederlanden: “Door toedoen van een autoritaire vorst ging dat niet lang goed (1815-1830).” Als tweede het bufferstaatje Moresnet: “een ministaatje met kaarsrechte grenzen ten zuiden van Vaals, gelegen rond een rijke zinkgroeve waar zowel koning Willem I als zijn Pruisische evenknie op aasden. België trok uiteindelijk in 1920 aan het langste eind.” Daarom geen gekonkel immers: “Als Europa zijn eigen waarden serieus neemt, moet het erop aansturen dat de Oekraïners hun eigen toekomst kunnen bepalen.” Dit verwijst naar het zelfbeschikkingsrecht. Naast ‘zelfbeschikkingsrecht’ is ‘territoriale integriteit’ een tweede argument dat wordt gebruikt. De territoriale integriteit van Oekraïne mag niet worden aangetast aldus premier Rutte.

Het voormalige Joegoslavië en haar deelrepublieken. Kosovo en Vojvodina waren autonome gebieden binnen de deelrepubliek Servië. Bron: WikimediaCommons

Iets meer en recentere geschiedenis. 1992, het jaar van het Deense voetbalzomersprookje. In de halve finale van het Europees kampioenschap versloegen de Denen het Nederlands elftal. Dit gebeurde na verlenging met strafschoppen. De grote Marco van Basten, de held van het Nederlandse voetbalzomersprookje van vier jaar eerder, miste een strafschop. In de finale werd wereldkampioen Duitsland met 2-0 verslagen waarmee de Denen Europees kampioen werden. Wat het sprookje nog sprookjesachtiger maakte, was dat de Deense spelers vlak voor de start van het toernooi van ‘het strand werden geplukt’ omdat ze pas een week voor de start van het toernooi in Zweden wisten dat ze mee mochten doen. In 1991 plaatste de waarschijnlijk talentvolste generatie Joegoslavische voetballers zich namelijk ten kosten van de Denen voor dat Europees kampioenschap. De Joegoslaven, met in hun midden Zvonimir Boban en Robert Prosinečki die zes jaar later ten kosten van het Nederlands elftal derde werden op het Wereld Kampioenschap van 1998 en Dragan Stojković de Maradonna van de Balkan en nog meer bijzondere voetbaltalenten, werden uitgesloten van deelname en vervangen door de Denen. In het jaar voor dat kampioenschap, op 25 juni 1991, scheidden twee opstandige deelrepublieken, Slovenië en Kroatië zich zeer tegen de zin van de centrale regering in Belgrado af van Joegoslavië. Op 23 december 1991 erkende de Duitse regering als eerste de twee landen, in januari 1992 gevolgd door de andere landen van de Europese Gemeenschap. De Duitsers beriepen zich hierbij op het zelfbeschikkingsrecht van landen[1]. Een bijzondere redenering omdat Slovenië en Kroatië pas ‘ land’ werden nadat ze door andere landen werden erkend. De afscheiding van Slovenië en Kroatië tastte de territoriale integriteit van Joegoslavië aan. In dit geval werd zelfbeschikking van deelrepublieken van een land belangrijker gevonden dan de territoriale integriteit van het hele land. Het geweld waarmee de federale Joegoslavische regering het uiteenvallen van het land wilde voorkomen, was aanleiding om de Joegoslavische voetballers te weren van het Europees Kampioenschap.

Het voormalige Joegoslavië viel daarop met veel geweld steeds verder uit elkaar. De tot nu toe laatste ‘splinter’ die onafhankelijk werd, was Kosovo, een deel van de voormalig Joegoslavische republiek Servië. De Albanese UÇK militie onder leiding van Ibrahim Rugova verzette zich tegen de centrale Servische regering. Dat verzet ging gepaard met geweld en dat werd door de Servische regering onder leiding van Slobodan Milošević beantwoord met keihard geweld. Die harde aanpak was een doorn in het oog van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten. De VS haalden de UÇK van de ‘terreurlijst’ en uiteindelijk greep de NAVO in en bombardeerde doelen in Servië. Dit ondanks dat geen van de landen van deze defensieve verdragsorganisatie werd aangevallen of bedreigd, zonder instemming van de Verenigde Naties en zeer tegen het zere been van Rusland. Dit leidde ertoe dat Kosovo uiteindelijk onder beheer van de Verenigde Naties kwam. Op 17 februari 2008 riep het Kosovaarse parlement vervolgens de onafhankelijkheid uit. Die is door ongeveer de helft van de landen erkend[2]. Zelfs een viertal landen binnen de Europese Unie hebben de onafhankelijkheid niet erkend. Ook in dit geval tastte de afscheiding van Kosovo de territoriale integriteit van Servië aan. Die integriteit werd ook door de NAVO bombardementen geweld aangedaan. Ook hier vonden de VS en het gros van de landen van de Europese Unie de zelfbeschikking van de bewoners van het gebied Kosovo belangrijker dan de territoriale integriteit van Servië. Rusland maakte in deze precies de omgekeerde afweging en woog de territoriale integriteit van Servië zwaarder dan de zelfbeschikking van de Kosovaren. Rusland bezat echter niet de macht om dit te voorkomen.

Spanje was en is een van de landen van de Europese Unie die de onafhankelijkheid van Kosovo niet heeft erkend. En daarmee zijn we in 2017 aanbeland. In 2017 hield de regionale overheid van de Catalonië een referendum over het uitroepen van de onafhankelijke Catalaanse Republiek. De Spaanse overheid verzette zich fel tegen dit referendum en verbood het. Van de 42% van de stemmers die op kwamen dagen, stemde 90% voor onafhankelijkheid. Op 27 oktober 2017 werd de Catalaanse Republiek uitgeroepen waarop de Spaanse regering reageerde door het zelfbestuur van de regio op te schorten en een arrestatiebevel uit te vaardigen tegen de voltallige Catalaanse regioregering en andere actief bij het referendum betrokken personen. Tot op heden is die ‘Catalaanse Republiek’ door geen enkel land erkend, zelfs niet door Duitsland dat in 1991 het zelfbeschikkingsrecht van landen zo belangrijk vond. Hier woog de territoriale integriteit zwaarder dan het zelfbeschikkingsrecht van de Catalanen. Het niet erkennen van Kosovo door Spanje zou zomaar eens als reden kunnen hebben dat de Spaanse overheid vreesde dat erkenning voor Spaanse regio’s zoals Catalonië maar ook het Baskenland aanleiding zou kunnen zijn om hun vinger op te steken en te zeggen: als zij, dan wij ook!

Nu hebben twee gebieden hun onafhankelijkheid uitgeroepen en die worden door Rusland erkend. En daarmee kom ik bij de uitspraak van Leenaers dat: Als Europa zijn eigen waarden serieus neemt, (…) het erop (moet) aansturen dat de Oekraïners hun eigen toekomst kunnen bepalen.” Een redenering geheel in lijn met de Duitse regering in 1991 die ook het zelfbeschikkingsrecht van landen zo belangrijk vond. Rusland beoordeelt nu dat het zelfbeschikkingsrecht van de veelal Russische bewoners van deze gebieden zwaarder weegt dan de territoriale integriteit van Oekraïne. Het Westen weegt nu juist de territoriale integriteit van Oekraïne zwaarder dan het zelfbeschikkingsrecht van een deelgebied.  

‘Zelfbeschikkingsrecht’ en ‘territoriale integriteit’ zijn gelegenheidsargumenten die al naar gelang het eigen inzicht en vooral het eigen belang worden gebruikt om dat inzicht en belang goed te praten. En dat belang en inzicht draait om macht. “Wij zijn niet bereid om weer a la negentiende eeuw te gaan spreken over invloedssferen en de soevereiniteit van landen niet meer te respecteren,” sprak PvdA-Kamerlid Kati Piri bij Buitenhof. Daarmee zegt ze in feite dat Rusland ouderwets is en het Westen modern. Elshout deed dat in de Volkskrant ook door te zeggen dat door Rusland de geschiedenis terug is. Die invloedssferen zijn, en ook de geschiedenis is, nooit weggeweest. Het draaide altijd al en draait nog steeds om macht en dus om invloedsferen. En aan die van de Verenigde Staten en het Westen wordt flink geknibbeld. Niet vreemd want na de val van de Berlijnse muur en de instorting van de Sovjet Unie was er één dominante macht en één wereldwijde invloedsfeer, die van de Verenigde Staten en de rest van het Westen liftte mee op die macht.

Dat Piri het niet wil hebben over invloedssferen en dat Elshout beweert dat de geschiedenis weg was, wijst erop dat zij die Amerikaanse en in het verlengde Westerse macht en invloedssfeer zo vanzelfsprekend vonden dat ze haar niet meer zagen. Jonathan Holslag vat die westerse macht in zijn boek Van Muur tot muur. De wereldpolitiek sinds 1989 kort samen: “Het buitenlands beleid van het Westen was een en al tegenstrijdigheid.”  Om te vervolgen met wat voorbeelden: “Het Westen droeg uit dat het de democratie wilde bevorderen, maar de crises in Haïti en veel Afrikaanse landen lieten zien dat het Westen niet bereid was tot langdurige, uitgebreide steun om die democratie een kans te geven. Zo namen in de jaren negentig de bedragen die voor ontwikkelingshulp werden uitgetrokken af. Dat was een eerste tegenstrijdigheid. Een tweede was dat de westerse regeringen hadden beloofd de mondiale markt een menselijker gezicht te geven. Daar was weinig van terecht gekomen. En hun strijd om maatschappelijk verantwoord en milieuvriendelijk te werken was met veel minder inzet gevoerd dan hun streven om bindende regels op te leggen aan het liberaliseren van de handel en de kapitaalmarkten. Een volgende tegenstrijdigheid was dat het Westen zich wel de rol van wereldleider aanmat, maar steeds vaker alleen op afstand bij dingen betrokken was en zich steeds vaker op langeafstandsraketten en sancties verliet, in plaats van waarachtig engagement ter plaatse, ook al vergde dat offers. Het Westen bekeek de wereld vooral via de lenzen van satellieten en spionagevliegtuigen en had veel minder belangstelling voor diepgaande inzichten in de historische ontwikkelingen, maatschappelijke structuren en economische realiteiten van een land.[3]

De rest van de wereld zag die macht en invloedssfeer maar al te goed. Zij hadden ‘last’ van die invloedssfeer en van de grillen van de ‘machthebbers’. Landen die via de lenzen van die satellieten en spionagevliegtuigen werden beloerd en de kans liepen om te worden, en in sommige gevallen zelfs werkelijk werden, beschoten met die langeafstandsraketten. Sindsdien zijn er andere landen die werken aan hun macht en invloedssfeer om juist die westerse en vooral Amerikaanse macht en raketten op afstand te houden. Landen zoals China en Rusland, maar ook Turkije, Iran en Saoedi-Arabië. Het zijn niet de geschiedenis en de invloedssferen die terug zijn in het heden, het is het Westen dat na een mooie droom over een idyllische en utopische wereld terug is in de werkelijkheid. De werkelijkheid van macht en invloedssferen.


[1] https://duitslandinstituut.nl/artikel/2948/de-duitse-erkenning-van-kroatie-en-slovenie

[2] https://nl.wikipedia.org/wiki/Internationale_erkenning_van_de_onafhankelijkheid_van_Kosovo

[3] Jonathan Holslag, Van Muur tot muur. De wereldpolitiek sinds 1989, pagina 133-134.

Asterix en de economen

“Rare jongens, die Romeinen,” een uitspraak die Obelix geregeld doet in de strips genoemd naar zijn vriend Asterix. Het is ook de titel van de column van Frank Kalshoven in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. Volgens Kalshoven zijn die Romeinen raar omdat ze: “slecht, welvaartsvernietigend, beleid voor (…) stellen en uit te voeren.” Kalshoven heeft het over de Italiaanse begroting voor het komende jaar. Volgens Kalshoven is: “De Italiaanse staatsschuld (…) al hoog, net als het begrotingstekort, en er heerst hoogconjunctuur. Italië moet sparen als het meezit, en de Italiaanse begroting voor 2019 moet daarom een lager tekort laten zien. En geen hoger.” De Italiaanse begroting voor het komende jaar doet het tegendeel. Kalshoven formuleert een viertal hypotheses die: “helpen verklaren waarom en hoe het rationeel kan zijn.” De vier zouden ook in combinaties kunnen optreden aldus Kalshoven. Zou er nog een andere hypothese mogelijk zijn?

asterix___asterix_and_obelix_by_theeyzmaster-d9ipp3i

Illustratie: DeviantArt

Eerst de vier van Kalshoven in een notendop. Als eerste: “het loont op de kiezersmarkt om radicaal te zijn, tegen de dominante logica in.”  En als je dan aan de macht komt moet je wel. Als tweede de beperkte tijdshorizon van politici: “slecht beleid kan op lange termijn een land in de schaduw zetten, maar op korte termijn zien kiezers alleen de zonnige kant.” Als derde: “Een gok zonder kans op verlies.  … Het idee is dat een grote groep kiezers in de veronderstelling leeft (al dan niet abusievelijk) dat hun positie niet slechter kan.”  En de vierde: “We krijgen hulp als het fout gaat. Politici met afwijkende ideeën vertrouwen erop dat als hun kiezersbelofte uiteenspat op de realiteit, andere landen te hulp zullen schieten.” 

Vier plausibele hypotheses die er allemaal vanuit gaan dat de Italiaanse begroting slechts is voor de economie en dus voor het land. Dat is de veronderstelling van Kalshoven, van zo ongeveer de gehele gemeenschap van economen, politici en financieel specialisten. En ook de veronderstelling van de andere Europese leiders, want zoals Kalshoven opent: “Het was achttien tegen één, () Die achttien waren regeringsleiders van eurolanden, en die negentiende ook, maar de Italiaanse premier Conte stond moederziel alleen.” 

Wat als de veronderstelling dat wat goed is voor de economie ook goed is voor een land niet klopt? Neem de hoge Italiaanse jeugdwerkloosheid van bijna 35%, de lage salarissen, die is ook niet goed voor het land. Daar konden begrotingen die wel de goedkeuring konden dragen, niets aan veranderen. Laat de Italianen experimenteren met een soort basisinkomen, want dat willen ze. 

Laten we dat met interesse volgen en ervan leren. Mocht het goed gaan, dan nemen we het over. Gaat het fout, dan redden we ze maar wel op een alternatieve manier waar de Italiaanse samenleving en dus de Italiaan, beter van wordt. Een ‘toverdrank’ voor de zwakkeren, niet de banken, speculanten en beleggers. Bijvoorbeeld een Italiaanse vakantie voor onze minima.

Grenzen, begrenzen, grenzeloos

De Volkskrant kent een leuke rubriek waar mensen aan het woord komen die ergens over van mening zijn veranderd. Als laatste in 2017 mocht Tommy Wieringa vertellen dat hij van mening was veranderd over grenzen. “Grenzen beschouwde ze (Wieringa’s moeder) als een achterlijk en beperkend verschijnsel. Ze hinderden haar. Ik heb dat eigenlijk ook altijd zo gevoeld.” Zo dacht Wieringa lange tijd, maar nu niet meer: “om de open Europese binnengrenzen te verantwoorden en te kunnen laten voortbestaan, is een harde buitengrens noodzakelijk.” Die buitengrens is volgens Wieringa noodzakelijk immers: “Als je zelf bepaalt wie je toelaat, kun je ruimhartig zijn voor vluchtelingen en streng voor economische migranten; niet dat halfslachtige gerotzooi van nu. Degenen die we toelaten moeten we stevig omhelzen door ze onmiddellijk de taal te laten leren en onderdeel te maken van deze waardengemeenschap.”

Mongoolse rijk

Illustratie: Wikimedia Commons

We kunnen het ons nu niet meer voorstellen, maar landsgrenzen en grenscontroles zijn pas een kleine honderd jaar oud. Vroegere rijken en rijkjes omvatten een bepaald gebied, maar het was voor iedereen, nou ja alleen de vrije burgers, mogelijk om zonder al te veel moeite van het ene, naar het andere gebied te reizen. Als lijfeigene niet, dan was je gebonden aan de grond die je voor je heer moest bewerken. Dat beperkte zeer veel mensen. Om van Franse koninkrijk via de diverse Duitse vorstendommen, eventueel het Oostenrijkse keizerrijk naar het Rusland van de tsaar te reizen, had je geen paspoort of visum nodig. Het tv programma Verborgen verleden geeft hiervan mooie voorbeelden.

Grenscontroles, visa en paspoorten zouden leven in mijn woongemeente Venlo onmogelijk hebben gemaakt. Er waren momenten dat dit grondgebied tot vier verschillende rijken behoorden. Rijken en rijkjes met grondgebied dat verspreid lag over Europa en niet aan elkaar grensde. Wilde je van het ene deel van het rijk naar een ander, dan moest je via een of meer andere rijken reizen. Voor toenmalige bewoners maakte dat echter niet veel uit. Of ze nu in het Pruisische Velden, het Gulickse Tegelen of het Republikeinse Venlo behoorden, de stad Venlo was er als ze iets bijzonders nodig hadden of iets wilden verkopen.

Ook de grote Romeinse en Perzische rijken en latere het nog veel grotere Mongoolse rijk kenden poreuze grenzen voor vrije burgers. Poreuze grenzen zelfs in tijden van grote strijd. Voor iedere vrije man tot welke ‘waardengemeenschap’, meestal een ander woord voor religie, je ook behoorde. Als vrij man kon je je meestentijds vrijelijk bewegen als je de locale gebruiken (wetten) maar respecteerde.

Grenzen die mensen niet begrenzen zorgden voor welvaart en voorspoed, voor grenzeloze mogelijkheden. Vrijheid alleen begrenst door de ‘locale gebruiken’, de wet, waarom zou dat nu niet ook kunnen?

Angels or demons?

Deze week viel Raqqa de hoofdstad van het IS-Kalifaat. Nou ja vallen, de gebouwen die de stad vormden, waren de stad al voorgegaan. Als we de beelden moeten geloven, staat er niet veel meer overeind en dat wat er nog staat, staat op instorten. Toch is de val reden voor tevredenheid. Maar niet alleen tevredenheid, ook zorgen. In de Volkskrant vraagt Rob Vreeken zich af wie in het vacuüm springt dat IS achterlaat. Of de vijand van ‘mijn’ nu verslagen vijand nog steeds ‘mijn vriend’ is? Een interessante vraag en de toekomst zal het uitwijzen.

Cavalier_d'Arpino_-_Archangel_Michael_and_the_Rebel_Angels

Illustratie:  https://commons.wikimedia.org

In dezelfde Volkskrant maakt Arnout Brouwers de balans op: “Maar als je nu naar de regio kijkt, valt vooral de tanende westerse invloed op. Het gecombineerde effect van de Amerikaanse interventie in Irak en de non-interventie tegen Assads bewind in Syrië is groeiende invloed voor Iran en de succesvolle terugkeer in de regio – militair, politiek én economisch – van Rusland.” Het westen heeft dus niet de beste kaarten om van het vacuüm te profiteren om het zacht uit te drukken, zo lijkt Brouwers bezorgt te constateren. En binnen het westen, staat Europa er nog slechter voor:

“Europa, als altijd afwezig in de internationale machtspolitiek, moet nu hopen dat diplomaat Trump de negatieve gevolgen in Syrië en Irak kan beperken – voorwaar geen riante positie.”

De hoop van Europa gevestigd op de diplomatieke vaardigheden van een ‘olifant in een porseleinkast’, dan ziet het er slecht uit. Zeker als die ‘olifant’ slechts één belang kent, het Amerikaanse en dan ook nog in een zeer smalle variant, namelijk het eigen belang van hem en zijn rijke ‘soortgenoten’ in de kudde. Als je het zo beziet dan moeten we de zorgen van Brouwers over de tanende westerse invloed delen.

Zou een andere strategie meer op kunnen leveren? Een strategie die niet is gebaseerd op invloed en macht? Een strategie van afzijdige menselijkheid waarbij  Europa haar eigen waarden hoog houdt? De waarden die zijn verankerd in een democratische rechtstaat die de mensenrechten hoog in het vaandel heeft staan. Een strategie die uitgaat van eerlijke handel, handel die voor de bevolking van beide zijden meerwaarde oplevert, meerwaarde die niet altijd in geld of economische groei uitgedrukt hoeft te worden? Een strategie waarbij de (politiek) vervolgden veiligheid vinden in Europa. Een strategie zonder machtspolitiek en wapengekletter.

“Er zullen weer veel analyses passeren waarin eraan wordt herinnerd dat het Westen eigenlijk deels zijn eigen monsters creëerde, inclusief IS, met zijn interventies in het Midden-Oosten,” aldus Brouwers die lijkt te denken dat we daarmee niet veel opschieten. Maar meneer Brouwers, heeft juist die machtspolitiek en dat wapengekletter uit het verleden niet de huidige ellende veroorzaakt? Zouden we niet daarvan moeten leren en daarom juist kiezen voor een andere aanpak in de hoop daarmee ‘engelen te creëren?

Leeg Europa

  “… het goede willen, ook voor mensen die niet tot de eigen stam of etnische groep behoren. Zijn vijanden kunnen vergeven of in staat zijn de spons te vegen over andermans fouten. Elke mens als individu respecteren, ook zwaar mentaal gehandicapten. De behoeften van de naasten voorrang geven op de eigen behoeften. Alle mensen als gelijkwaardig behandelen, dus ook vrouwen en andersgelovigen.”

Dat zijn volgens Juliaan van Acker de centrale, op de ethiek van het jodendom en het christendom gebaseerde, waarden van ‘onze Europese beschaving. “Wie zich aan deze waarden niet kan aanpassen, hoort niet thuis in Europa,” aldus van Acker bij TPO. Laten we die centrale ethiek eens wat nader bestuderen.

st martinus

Illustratie: Wikimedia Commons

In Europa lopen veel mensen rond die het goede willen. Het vervelende met het goede is dat dit per persoon kan verschillen. Eind 2015 schreef ik in een prikker met als titel Het Goede Doel waarin ik aandacht besteedde aan mensen en stromingen die zich beroepen op het goede. Ik stelde daar de vraag: “Beroepen de jihadisten, als meest vergaande vorm van moslimfundamentalisme, zich ook niet op het goede en dus rechtvaardige? Al zullen er niet veel andere mensen zijn die dit ‘goede’ als goed beoordelen.” 

Willen Europeanen werkelijk het goede voor mensen die niet tot de eigen stam of etnische groep behoren? Lijkt het er niet meer op dat velen in Europa mensen die niet tot de eigen stam of etnische groep behoren het allerbeste toewensen zolang ze maar niet in Europa en vooral niet in Nederland zijn? Daarbij lijkt het niets uit te maken of ze zich aan ‘deze waarden’ van Van Acker willen aanpassen. Wordt dat zelfs niet regeringsbeleid van het kabinet dat nu wordt geformeerd? De vier betrokken partijen willen immers meer Turkijedeals.

Is met een spons over andermans fouten vegen moeilijk? Ja, als die fout van een ander je schade heeft berokkent, dan kan het lastig of pijnlijk zijn. Maar wordt het niet pas echt lastig als je met die spons over je eigen fouten moet vegen? Hoeveel mensen draaien niet om de hete brei van de eigen fouten heen? In de politiek zijn er vele voorbeelden van te vinden. Neem de Teevendeal of de Van Rey-affaire om er eens twee te noemen.

Hoeveel Sint Martinussen lopen er rond? U weet wel de Romeinse soldaat die, volgens de overleveringen, zijn mantel doorsneed en de helft aan een arme medemens gaf. Zouden er niet veel meer ‘heiligen’ moeten zijn als Sint Martinus’ gedrag ingeburgerd zou zijn? Of anders gesteld, zou er een ‘heilige’ zijn als dit normaal gedrag was?

Beste meneer Van Acker, als aanhanger van de christelijke ethiek kent u vast de uitdrukking ‘hij die zonder zonde is werpe de eerste steen.’ Zou Europa niet een lege vlakte zijn als eenieder die de ethiek van u niet praktiseerde het continent zou moeten verlaten.

Don’t mention the War

Dit is niet het moment voor vergezichten, noch voor debatten over de structuur van de Unie – daar lopen de meningen te ver voor uiteen.”  Zo valt te lezen in de papieren Volkskrant van zaterdag 17 september. Waarvoor is het dan wel de tijd? Het is tijd voor concrete oplossingen, voor daadkracht en eenheid. Dit is, volgens de Volkskrant de uitkomst van de EU-top in Bratislava. Alleen door concrete problemen op te lossen kan de EU het vertrouwen van de burgers terugwinnen.

De landen van de EU zijn het niet eens over de toekomst van de Unie. Over wat ze samen met elkaar willen en of ze wel iets met elkaar willen. Meer of minder Unie? Verdeeldheid alom. De oplossing voor die verdeeldheid? “Don’t mention the War,” om Basile Fawlty te citeren. Het er vooral niet over hebben. Wat wel? Concrete problemen oplossen zoals het vluchtelingenvraagstuk. Of de grensbewaking. Impulsen voor de economie en dan vooral digitaal. Meer samenwerking op het gebied van defensie.

Als je niet weet wat je samen wilt, hoe bepaal je dan wat een passende oplossing is voor een van die concrete problemen? Neem de economie. Stel, er wordt veel gezamenlijk geld gepompt in de Roemeense en Bulgaarse economie en vervolgens stappen beide landen vrolijk uit de Unie. Dan zou ik me wel bestolen voelen. Of die grensbewaking, is het daarvoor niet van belang om te weten waar de grens van de Unie ligt? Wie erbij hoort en wie niet?

Toen ik dit las, moest ik aan Alice denken. Alice die door Wonderland dwaalt en de Chesire kat tegenkomt en dan vraagt Alice: “Would you tell me, please, which way I ought to go from here?” Waarop de kat antwoordt: “That depends a good deal on where you want to get to.” Waarop Alice vervolgt met: “ I don’t much care where.” De kat antwoordt: “Then it doesn’t matter which way you go.” Alice weer: “So long as I get SOMEWHERE.” En dan sluit de kat af met de legendarische woorden: “Oh, you’re sure to do that, said the Cat, if you only walk long enough.” 

Of hopen de EU-landen dat het met die concrete maatregelen gewonnen vertrouwen ineens voor eenheid en en gezamenlijk doel zorgt?

Spel met/zonder grenzen

“Een permanent en principieel open-grenzenbeleid kan in heel Europa de contrarevolutie ontketenen waarvan we nu overal in Europa helaas de contouren al zien.” De laatste zin uit een interessant artikel van Henri Beunders in Trouw. Beunders constateert terecht dat het broedt en gist in de wereld ten zuiden van Europa en dat hierdoor mensen op drift raken. “En als de boel ontploft in Egypte, Libië of Nigeria, reken dan maar met een half tot heel miljard Afrikanen, of nog meer: hun aantal zal in 2050 verdubbeld zijn tot 2,5 miljard, China en India samen dus,” aldus Beunders om de situatie nog wat bedreigender te maken. Op drift naar de stad, naar andere Afrikaanse landen maar ook naar Europa, want dat heeft ‘een goede pers’ in Afrika. Bovendien liggen Amerika of Australië voor een tocht per rubberboot te ver weg. In dit artikel verwijt hij mensen die Europa’s buitengrenzen open willen houden voor migranten en vluchtelingen, naïviteit. Naïviteit kan ‘contrarevolutionaire’ gevolgen hebben voor onze democratie en de verzorgingsstaat, volgens Beunders, kernelementen van onze politieke cultuur. Hij pleit daarom voor het sluiten van de grenzen.

Spel zonder grenzen

Illustratie: www.huisvanalijn.be

Nu wordt die ‘verzorgingsstaat’ al door de achtereenvolgende regeringen afgebroken en omgebouwd naar een ‘participatiesamenleving’ en ligt de huidige democratie ook onder vuur. Over deze afbraak van die kernelementen van onze politieke cultuur door onze politieke cultuur wil ik het niet hebben. Net zoals Beunders ‘open grenzen’ kritisch bevraagd, is het ook mogelijk om ‘gesloten grenzen’ kritisch te bevragen. Welke gevolgen heeft het sluiten van de Europese buitengrenzen?

Als eerste de vraag waar die buitengrens precies ligt? Waar moet het hek, die nieuwe ‘Berlijnse muur’ maar dan om mensen buiten te houden, worden geplaatst? Niet alle EU-landen zijn Schengenlanden, een zestal landen van de EU waaronder het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld niet. En andersom niet alle Schengenlanden zijn EU landen, Noorwegen, Liechtenstein, IJsland en Zwitserland bijvoorbeeld niet. Nu is daar wel uit te komen. Alleen komen de vluchtelingen en migranten nu met rubberbootjes. Hoe stop je die? Wat als vluchtelingen niet meer in gammele rubberbootjes komen, maar met een grote vrachtvaarder de Noordzee opvaren op weg naar Rotterdam? Terugslepen naar internationale wateren?

Maar wat als dat schip dan ineens zinkt? Laten we die mensen dan in de Noordzee verdrinken? Worden er met alle landen afspraken gemaakt zoals nu met Turkije zijn gemaakt? Wat dan te doen met luchthavens als bijvoorbeeld Schiphol? Wat als ik als vluchteling vanuit Afghanistan een vlucht boek naar Brazilië met een overstap op Schiphol en ik vraag op Schiphol asiel aan? Of een vliegtuig met migranten wordt ‘gekaapt’ en vliegt het Europese luchtruim binnen? Zijn gesloten grenzen zo niet alleen te bereiken als er wordt geaccepteerd dat er aan die grenzen vele doden zullen vallen? En niet alleen omdat hun bootje midden op zee omslaat, nee ook omdat Europa zelf zal moeten doden om die grenzen dicht te houden? Zou dit in het ergste geval kunnen betekenen dat die half miljard Afrikanen, of een deel ervan, gewapend en al, de Europese grens zullen bestormen, een oorlog dus?

Beunders heeft gelijk dat ‘open grenzen’ en iedereen van harte welkom heten, niet zal werken. Als zijn half miljard Afrikanen naar de EU komen, dan betekent dit een verdubbeling van de bevolking. Zou de oplossing dan niet moeten worden gezocht in ademende grenzen? Grenzen die open staan voor zowel vluchtelingen als arbeidsmigranten? Voor arbeidsmigranten door bijvoorbeeld te werken met arbeidsvergunningen voor bepaalde tijd. Arbeidsvergunningen die aan te vragen zijn in de landen van herkomst? Niet alleen voor de ‘hoogopgeleide ICT nerd’ maar ook en vooral voor lager- of niet opgeleiden? Maar vooral ademende grenzen door eerlijke handel? Waarbij eerlijk wat anders is dan vrije handel. Waarbij Afrikaanse landen beperkingen op mogen leggen aan westerse producten om zo hun eigen bedrijvigheid te beschermen en op te bouwen. Want is eerlijk delen van welvaart en welzijn op alle niveaus niet een onmisbaar onderdeel van een structurele oplossing?

Historische dementie

‘We moeten onze cultuur beschermen’, en ‘onze beschaving staat onder druk’, deze en soortgelijke uitspraken vallen tegenwoordig veel en vaak te lezen en te horen. Veel in verband met de instroom van vluchtelingen maar ook in in andere verbanden zoals de al bijna ‘traditionele’ Zwarte-Pietendiscussie.

Otgea y Gasset

Illustratie: www.lemniscaat.nl

In zijn boek De opstand van de massamens geschreven in de jaren dertig van de vorige eeuw, behandelt de Spaanse denker José Ortega y Gasset dit thema ook. “Eén aspect, concreter gezegd, nauw verweven met de vaart der volkeren, en dat is de rijke ervaring waaruit men kan putten. Ik doel op het lange verleden dat de beschaving achter zich heeft, haar geschiedenis. Het ontwikkelen van historisch besef is een van de beste manieren om een geavanceerde beschaving in stand te houden. Niet zo zeer om ons positieve oplossingen te bieden voor de nieuwe problemen die het nieuwe leven opwerpt – het leven is immers altijd weer anders dan het was – maar om dezelfde naïeve dwalingen van vroeger te vermijden.”  Zo schrijft hij.

Normaal, aldus Ortega y Gasset, gaan beschavingen ten onder omdat beginselen waarop ze zijn gebaseerd niet meer toereikend bleken. In de jaren dertig van de vorige eeuw zag hij een andere mogelijke reden voor de ondergang van een beschaving: “Het leven wordt moeilijker naarmate je ouder wordt, maar dat wordt gecompenseerd door ervaring. Als je dan ook nog je geheugen bent kwijtgeraakt waardoor je er niet meer uit kunt putten, blijven alleen de nadelen over. Welnu, ik geloof dat Europa zich juist in die situatie bevindt. Zelfs de meest ‘gecultiveerde’ mensen van onze tijd lijden aan een ontstellend gebrek aan historisch besef.”

Onze beschaving wordt in vage termen beschreven; joods-christelijke cultuur. Waarbij men zich niet realiseert dat die christelijke cultuur de joodse eeuwenlang te vuur en te zwaard heeft bestreden. Daarnaast blonk die christelijke cultuur nu niet uit in eenheid.

Iets specifieker wordt het als er wordt gesproken over de gelijkheid van man en vrouw en gelijke behandeling van homo’s. Daarbij wordt voor het gemak vergeten dat hele volksstammen Europeanen die gelijkheid toch net wat anders zien.

Wat zijn de belangrijke waarden waarop de westerse samenleving is gebaseerd en hoe hebben die zich ontwikkeld? Waar komen ze vandaan? Hoe verhouden die waarden zich tot elkaar? Welke ‘naïeve dwalingen’ zijn begaan en  moeten worden vermeden? Tiert historische dementie niet welig?

Oorlog der parlementen

Het  D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven maakt zich in het AD druk over de verouderde Belgische kerncentrales. Deze staan in het spotlicht omdat er de laatste tijd steeds meer storingen zijn. Het kamerlid staat niet alleen in haar zorgen. Die leven niet alleen bij Nederlandse politici en bestuurders, ook Belgische en Duitse politici maken zich zorgen. Van Veldhoven doet een vergaand voorstel: Als de belangen zo groot zijn, is het niet meer dan logisch dat Nederland ook mee beslist over de vraag of die centrales open of dicht moeten.” 

Opposition lawmakers clash with pro-presidential majority

Terechte zorgen. Natuurlijk heeft Nederland net als de Belgen zelf belang bij veilige Belgische kerncentrales. Vrijkomende straling trekt zich bij een ongeluk immers niets aan van een landsgrens. Maar waarom dan alleen kerncentrales dicht bij de grens? Liet de ramp bij Tsjernobyl niet zien dat gevolgen ook duizenden kilometers verder nog te voelen waren? Waarom geen beslissingsrecht bij alle Europese kerncentrales? En dan ook gespiegeld, beslissingsrecht van die andere landen op onze kerncentrales?

Hoe groot moeten de belangen zijn alvorens een buurland mee mag beslissen? En bij welke onderwerpen? Zou de in het artikel genoemde milieuminister van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen zich met de Chemelot-campus in Limburg mogen bemoeien? Zou België bijvoorbeeld de uitbreiding van Schiphol kunnen tegenhouden vanwege de wellicht grote economische gevolgen voor de luchthaven van Zaventem? Mag bijvoorbeeld Polen zich bemoeien met eventuele Nederlandse bezuinigingen op defensie? We zitten immers samen in een bondgenootschap. Mogen andere landen zich ook met het Nederlandse belastingbeleid bemoeien? Beleid waardoor Duitse, Franse en Belgische bedrijven via de Amsterdamse Zuidas belasting in eigen land ontwijken?

Of en dat zou wel heel erg zijn, heeft Van Veldhoven geen vertrouwen in haar Belgische collega’s? En moeten daarvoor de bevoegdheden van de nationale parlementen worden vergroot? Hoe bestuurbaar worden landen dan? Zou er dan ‘oorlog’ tussen de parlementen kunnen uitbreken? Zou Van Veldhoven er, ter voorkoming van de ‘oorlog’ tussen parlementen, niet beter voor kunnen pleiten om het- Europees Parlement verantwoordelijk te maken voor het toezicht op de veiligheid van kerncentrales?