Geen Geert of hij scheert

‘Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.’ Een bekend Nederlands spreekwoord dat uitdrukt, aldus het Genootschap Onze Taal: “dat je oordeel over iemand vooral afhangt van hoe je zelf in elkaar zit.” Het genootschap vervolgt met: “Het spreekwoord wordt altijd negatief gebruikt: ‘als jijzelf niet te vertrouwen bent, ben je geneigd anderen ook niet te vertrouwen’. Je negatieve oordeel zegt dus eigenlijk meer over jezelf dan over de ander.” Na een kleine week bezinning op de gebeurtenis van de week, de aanvaring tussen GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans en Geert Wilders, moest ik aan dit spreekwoord denken.

Het Genootschap Onze Taal vraagt zich vervolgens af waarom het de waard, de herbergier, is die in dit spreekwoord terecht is gekomen en niet bijvoorbeeld de kleermaker of veehandelaar. Dat is niet duidelijk maar: “Misschien stonden waarden in lager aanzien, maar daar hebben we geen bewijs voor gevonden.”

Terug naar de aanleiding. “Niets nalaten? Niets? Dus ook geen geweld? Ik ga aangifte doen.” De reactie van geert Wilders op de uitspraak van GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans op het congres van partijen dat de taak van de partijen helder is: “Wij zullen niets nalaten om te voorkomen dat Wilders in dit land aan de macht komt.  In een vervolgtweet voegde Wilders er nog aan toe: “En help mij een einde te maken aan deze levensgevaarlijke linkse ophitserij, ze hebben niets geleerd van de moord op Pim Fortuyn!”  Wat volgde was commotie en veel mediadrukte. Timmermans reageerde hierop met de woorden: “Mijn middelen zijn altijd parlementair en niets anders. Iedere andere suggestie werp ik verre van me. Dit doet Wilders altijd als hij kritiek krijgt. Dan slaat hij om zich heen.”  

Nu is sinds de Tweede-Kamer-verkiezingen van november 2023 de ‘koelkast’ van Wilders, een bekend begrip. Het eerste wat hij in die koelkast plaatste was het verbieden van de islam. Daarna volgde nog veel meer. Iets wat mij er niet geruster op maakte. Zoals ik in een eerdere Prikker schreef is een koelkast immers bedoeld om iets: “langer vers te houden en het later op te eten.” In die koelkast staan vooral ‘producten’ van belabberde kwaliteit. Producten die in strijd zijn met onze Grondwet en die onze rechtsstaat aantasten. Vanwege die ‘producten’ adviseerde  verkenner Plassterk op zoek naar een: “Te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.” Een, in  mijn ogen overbodig advies omdat, zoals ik eerder schreef: “Een zichzelf respecterende democraat zou zoiets niet adviseren. Een zichzelf respecterende democraat zegt: die basislijn is onze Grondwet. Een zichzelf respecterende democraat zegt dat de in de Grondwet opgenomen grondrechten niet ter discussie staan. Een zichzelf respecterende democraat adviseert niet samen te werken met een partij die de in de Grondwet opgenomen rechten wil beperken. Een zichzelf respecterende democraat waarschuwt voor dit hellend vlak in plaats van het te adviseren.” Als informateur ging hij vervolgens op zoek naar die basislijn. En als we de recente berichten mogen geloven dat de vier partijen de ‘asielcrisis’ willen uitroepen, dan ligt die basislijn erg laag.

Wilders is de waard die denkt dat zijn ‘gast’ ook lak heeft aan de Grondweten de rechtsstaat, die journalisten: “uitzonderingen daargelaten – gewoon tuig van de richel,” noemt, die de Tweede Kamer een nepparlement noemt, die ‘gaat regelen’ dat er ‘minder Marokkanen’ in dit land komen, die een specifieke religie een totalitaire ideologie noemt, die mensen zonder tussenkomst van een rechter ‘preventief wil opsluiten’[1].

Zegt dat Wilders de uitspraak van Timmermans ziet als een oproep tot geweld niet meer over het wereldbeeld van Wilders dan over dat van Timmermans? Om een ander spreekwoord dat Genootschap Onze Taal bij de toelichting geeft“ ‘Geen weerd of hij scheert’, waarmee bedoeld wordt: ‘elke herbergier bedriegt zijn gasten’,” wat te verhaspelen: ‘Geen Geert of hij scheert’.


[1] PVV-Verkiezingsprogramma-2023.pdf, pagina 14: Jihad-sympathisanten preventief opsluiten via administratieve detentie

Snelwaarheid

 Na de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 staan de kranten vol met artikelen ter verklaring van de winst van de PVV en de NSC maar vooral ook van het verlies van links. ’Links’ zou zijn afgedwaald van haar oorspronkelijke wortels: het opkomen voor de arbeiders. Of het zou ‘links’ ontbreken aan een groot verhaal, zoals Rob Wijnberg betoogt, immers: “Tussen de melodietjes van eerlijker delen en biologischer boeren klinkt namelijk voortdurend het refrein van: minder, minder, minder. Niet het soort ‘minder’ waarmee Geert Wilders al jaren tegen de grenzen van de rechtsstaat aanschuurt, maar van het soort waarmee je de rijke westerse postmoderne consument regelrecht het kamp van de tegenpartij injaagt: die van minder vlees op de barbecue, minder vakanties in verre oorden, minder vrijheid om te doen en laten wat je wil.” Zou het of zou er iets anders aan de hand kunnen zijn?

Neem het ‘opkomen voor de arbeider’. Als je naar de cijfers kijkt, dan is ‘opkomen voor de arbeider’ een verliezende strategie. Het percentage mensen dat in Nederland in de goederenproductie werkt is tussen 1969 en 2021 gedaald van 39% naar16% en een steeds groter deel hiervan is arbeidsmigrant zonder stemrecht. Met de ‘arbeider’ win je geen verkiezingen. Een ‘groot links verhaal’ heeft in Nederland nooit 60 zetels behaald. De PvdA en de voorlopers van GroenLinks haalden maximaal 59 en dat was in 1977. Zelfs de premiersbonus hielp het ‘linkse verhaal’ in 1977 niet aan een meerderheid en nadat Wim Kok de ideologische veren afschudde, was het gedaan met de ‘grote verhalen’. Zitten mensen werkelijk te wachten op een groot links verhaal? Of zou er iets anders aan de hand kunnen zijn? Bij het denken daarover kwam ik uit bij twee boeken van Alessandro Baricco waarin hij de westerse samenleving op een bijzondere wijze analyseert en beschrijft.

Bron: Wikipedia

In de Barbaren  beschrijft hij het steeds oppervlakkiger worden van onze samenleving. Hij doet dat aan de hand van boeken, wijn en voetbal. In een eerdere Prikker besteedde ik al eens aandacht aan Baricco. Er wordt meer wijn gedronken, maar kwaliteitswijn leidt een kwijnend bestaan. Net zoals de literatuur terwijl er veel meer boeken worden verkocht. Als voetballiefhebber betreurt hij het lot van Roberto Baggio de sierlijke specialist die steeds vaker op de bank zat omdat hij geen totaalvoetballer was. Die ‘barbaren’ leken zich niets aan te trekken van oude conventies. Ze leefden in een andere wereld. Het leven als een aaneenschakeling van korte momenten van sensatie zonder verdieping. De nieuwe mens, de barbaar, als een surfer. Scherend over het water ziet de surfer veel van het oppervlak van de zee, maar mist de diepgang van de duiker die veel minder oppervlakte bestrijkt maar wel een betere indruk krijgt van wat een zee is. Met hun gedrag gaven de barbaren een inkijkje in de nieuwe wereld: “een lay-out van de wereld die is aangepast aan de ogen die we hebben, een mentaal ontwerp dat geschikt is voor onze hersenen, en een hoopvol plot dat is opgewassen tegen ons hart, bij wijze van spreken.[1]

Tien jaar later beschrijft hij in The Game als een soort archeoloog de ontstaansgeschiedenis van die nieuwe wereld. Hij probeert er als het ware een landkaart van te maken of, zoals het op de kaft kort wordt omschreven: “In The Game onderzoekt hij de digitale revolutie en de gevolgen daarvan voor de mens.” Zo ziet hij het Nederlandse totaalvoetbal uit de jaren zeventig als een van de voorgangers van het Web: “het Nederlands elftal heeft maar zelden een toernooi gewonnen …. .Niettemin was de roep ervan onweerstaanbaar, en dat had te maken met een zeker ontsluiten van horizonten, de verpulvering van de vele regels, de vernietiging van onbenullige mentale blokkades en het opeisen van een nieuwe gelijkheid.[2]” Als je het zo leest dan zijn er wel wat parallellen met het Web. Baricco vergelijkt de digitale revolutie met een game, een computerspel, vandaar de titel. In een game gaat het om problemen en snelle oplossingen, om actie en reactie, en om een score. Die eigenschappen vormen, zo betoogt Baricco, de kern van de gehele digitale revolutie.

Baricco gaat terug naar de beginperiode van de die revolutie. De revolutionairen: “ waren mensen op de vlucht … die probeerden te ontsnappen aan een eeuw die een van de gruwelijkste in de geschiedenis van de mensheid was geweest, en die niemand had gespaard.” Een eeuw die: “een indrukwekkende reeks rampen achter zich (liet). En bij bestudering van die rampen zie je: “De obsessie met grenzen, de verafgoding van alle mogelijke scheidslijnen, de drang om de wereld in te delen in beschermde zones die niet met elkaar in contact stonden.[3] Zij wilden beweging. De revolutionairen wilden: “Grenzen boycotten, alle muren neerhalen, één open ruimte inrichten waarin alles moest gaan circuleren. Immobiliteit demoniseren. Beweging aanduiden als eerste, noodzakelijke, totemistische, onbetwistbare waarde.[4]Daarbij stonden twee vijanden in de weg. Als eerste: “een bepaald verontrustend stelsel van normen en waarde” en als tweede: “de keiharde elite die dat stelsel bewaakte. Deze waren allebei diep geworteld in de instituten, al eeuwenlang stevig verankerd, en sterk geworden door een beproefde vorm van intelligentie.[5]

Maar hoe die revolutie vorm te geven? Volgens Baricco kon dat op twee manieren. Als eerste: “kon je kiezen voor een frontale botsing, en dan ging het erom ideeën, normen en waarden te produceren.  … Een ideologische strijd op het open veld der ideeën.” Voor die manier kozen de revolutionairen niet omdat ze:  “al zo vaak (hadden) gezien dat ‘ideeën’ tot  rampen konden leiden, dat ze daar een zekere instinctieve argwaan tegen koesterden. Bovendien waren ze voor het merendeel afkomstig uit een mannelijke, technische, rationele, pragmatische elite, en als ze ergens talent voor hadden dan lag dat in de richting van problem solving, niet in het uitwerken van conceptuele systemen.” Ze richtten zich niet op de theorie maar op de praktijk. Op het oplossen van zaken die zij zagen als probleem. Dat deden ze door: “systematisch die oplossing te kiezen die de grond wegsloeg onder de voeten van de samenleving waaruit zij wilden ontsnappen. Niet de beste oplossing of de meest doeltreffende, nee, de oplossing die de hoekstenen aantastte van de samenleving waarvan ze zich wilden ontdoen. [6] Die ‘aparte mensheid’ liet de ideologie varen en concentreerde zich op de techniek, de tools. ‘In ieder huis een computer,’ voorspelde de al genoemde Brand in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Deze ‘aparte mensheid’ wilde dus weg van ideeën en hun bemiddelaars, de ideologen. Zij wilden de macht bij het volk.

Een van de belangrijkste eigenschappen van de tools was daarom dat iedereen ze makkelijk kan gebruiken. Je hebt geen ‘expert’ of ‘tussenpersoon’ nodig om een app te versturen. Je huis of auto verhuren kun je zelf, via Airbnb of Uber. Om je bankstel te verkopen hoef je het niet meer naar een handelaar in tweedehandsjes te brengen. Je kunt het rechtstreeks aan een geïnteresseerde verkopen. Als de digitale revolutie iets is, dan is het de uitschakeling van de ‘tussenpersoon’. Baricco: “ze verkozen de beweging en ontmantelden elke bemiddeling. Het was een slinkse methode, maar onontkoombaar en moeilijk tegen te gaan. Toegepast op elk aspect van de ervaring – van de aanschaf van een boek en de manier van vakantiekiekjes maken tot het opzoeken van de definitie van ‘kwantummechanica’- genereerde deze een soort erosie die zich niets aantrok van de grote machtsinstellingen (scholen, parlementen, kerken) en die de wereld van onderaf binnendrong, en haar op bijna onzichtbare wijze bevrijdde.[7]

“Veel mensen proberen de aard van de mens te veranderen, maar dat is echt tijdverspilling. Je kunt de aard van de mens niet veranderen, wat je wel kunt doen is de tools die ze gebruiken veranderen, de techniek veranderen. Dan verander je de samenleving.[8]Aldus Steward Brand een van de personen die aan de basis stond van die revolutie. En daar heeft hij een punt. De mens vindt al eeuwen zaken uit en die uitvindingen veranderen de manier waarop mensen samenleven. De ‘uitvinding’ van de landbouw zo’n 10.000 jaar geleden, leidde tot een heel andere manier van samenleven. Hetzelfde geldt voor de industriële revolutie. Maar niet alleen dergelijke grote ontwikkelingen veranderen ons gedrag, ook kleinere. Zo heeft de auto onze wereld vergroot en als je twintig jaar had beweerd dat we te pas en te onpas op een klein beeldscherm zouden kijken dan was je weggelachen.

De nieuwe tools, de PC, het mobieltje, maar ook Twitter, Facebook, Instagram en sinds kort Artificiële Intelligentie hebben de twee diep in instituten gewortelde vijanden een kopje kleiner gemaakt. De media, de overheid, politieke partijen, vakbonden, de wetenschap, in Baricco’s woorden de in instituten verankerde elite die het ‘stelsel van normen en waarden’ bewaakten, ze zijn geen schim meer van wat ze vroeger waren. Ze zijn geen schim meer van wat ze waren omdat ze de belangrijkste truc van The Game niet beheersen. Die truc noemt Baricco ‘snelwaarheid’.

Een snelwaarheid: “is een waarheid die om naar de oppervlakte van de wereld te komen – dat wil zeggen, om begrijpelijk te worden voor de meeste mensen, en ieders aandacht te krijgen – zichzelf een aerodynamisch design heeft aangemeten, waarbij ze onderweg aan nauwkeurigheid en precisie inboette, maar wel aan beknoptheid en snelheid won.[9] Cruciaal voor een snelwaarheid is het verhaal erachter: storytelling. Storytelling: “is niet iets wat de realiteit verpakt , of vermomt, of verfraait: het is iets wat deel uitmaakt van de realiteit, het is een deel van alle dingen die echt zijn,” zo betoogt Baricco en vervolgt: “Wil je een formuletje om dat concept gemakkelijker te metaboliseren: Komt-ie: ONTDOE DE REALITEIT VAN DE FEITEN, EN WAT ER DAN OVERBLIJFT IS STORYTELLING.[10]

Nu is storytelling niets nieuws onder de zon. Sprookjes, sagen mythen, het zijn allemaal vormen van storytelling waarvoor opgaat dat het is wat na verwijdering van de feiten overblijft. Wat wel nieuw is, is de compactheid ervan. Baricco geeft een snelwaarheid. Een bericht uit 2016: “De verkopen van vinyl overstegen in 2016 die van digitale muziek”. Een bericht dat boven kwam drijven en door iedereen werd opgemerkt want het lijkt zo onwaarschijnlijk. Dat kan toch niet waar zijn want iedereen heeft toch verschillende playlists op de mobiel. Wat er werkelijk aan de hand was, had geen enkel medium gehaald. Dat was namelijk dat gedurende één week in 2016 in één land, het Verenigd Koninkrijk, er meer vinyl was verkocht dan dat er muziek was gedownload. Om de aandacht van ons te halen moet de echte werkelijkheid wat van haar nauwkeurigheid verliezen. In dit geval dat het slechts één week betrof in slechts één land[11]. Laat dat weg, en de rest is allemaal ‘verhaal’.

Een recent voorbeeld van zo’n snelwaarheid is de veronderstelde mildheid van Wilders. Een prachtig verhaal over een bullebak waarvan wordt verondersteld dat hij minder is gaan ‘bullen’ of is het ‘bullenbakken’? Een snelwaarheid die niet is gebaseerd op Wilders’ uitspraken of daden. Die zijn niet veranderd want ook al voor deze verkiezingen aaide hij poesjes. Het verhaal is gebaseerd op vragen van journalisten aan gewone mensen of zij Wilders milder vonden. Het kreeg echt momentum toen de boodschap werd samengeperst tot het meest ‘aerodynamische design’ dat je je maar kunt bedenken: ‘Milders’.

‘Snelwaarheden’ als oplossing voor problemen maar wel op een bijzondere manier. Baricco: “ Toen ik eens een kort, nutteloos uitstapje naar de politiek maakte, was ik getuige van de volgende situatie: er moest een probleem worden opgelost, en er lagen verschillende oplossingen op tafel. Er moest er een worden gekozen. De politicus van dienst bekijkt ze en zegt: welke zouden we het beste kunnen verkopen?” Let wel hij vraagt niet welke het beste zou kunnen wérken.[12] Ik denk dat ik met ‘Spreidingswet’ verder niets meer hoef uit te leggen. Maar voor degenen die nog twijfelen nog wat voorbeelden: opvang in de regio, de toeslagenaffaire, de decentralisatie van de jeugdhulp naar de gemeenten op basis van snelwaarheden als ‘de gemeente is de meest nabije overheid. Niet de beste oplossing maar de oplossing die het beste verkocht kan worden, een ‘snelwaarheidoplossing’ van het soort ‘de grenzen dicht’. Oplossingen die goed verkopen, weinig tot niets oplossen en vooral problemen verergeren.

Het zal jullie nu wel duidelijk zijn dat deze prikker geen voorbeeld van een snelwaarheid is. Deze prikker is geen voorbeeld van voor eenentwintigste-eeuwse storytelling. Een betoog gestoeld op de interpretatie en analyse van feiten en waarnemingen. De prikker scheert niet als een ‘barbaarse surfer’ over het water’ maar gaat als een duiker de diepte in om te onderzoeken wat er allemaal onder het oppervlak gebeurt. En dat zijn precies de verhalen die het moeilijk hebben in het ‘Gametijdperk. Dat is ook de reden waarom het pleidooi van Wijnberg voor ‘grote verhalen’ niet tot betere verkiezingsresultaten voor links zal leiden. Zo’n ‘groot verhaal’ doet het goed bij mensen zoals de  Ballonnendoorprikker. Maar zo’n groot verhaal kan niet concurreren met ‘minder, minder, minder’ wat de tegenstanders ervan maken. Pas als het grote verhaal kan worden samengeperst tot een refrein van ‘meer, meer, meer’ zal het voldoende ‘aerodynamisch’ zijn om ‘minder, minder, minder’ te verdringen. ‘Meer’ en dan zeker drie keer, doet het beter dan ‘minder’.

“Ik schreef  De barbaren, maar intussen wist ik dat de ontmaskering van de diepte zou kunnen leiden tot de heerschappij van de onbeduidendheid.” Dit schrijft Baricco in het laatste hoofdstuk van De Barbaren. Een hoofdstuk waarin hij zogenaamd vanuit 2026 waarin hij terugblikt op de tijd dat hij het boek schreef. De ‘heerschappij van de onbeduidendheid’ is alom tegenwoordig in de talkshows die televisie bevolken en die ervoor zorgen dat voormalige voetballers Johan Derksen en René van de Gijp zijn ‘uitgegroeid’ tot de belangrijkste politieke duiders aangevuld met gasten zoals de Gerard Jolings en Jack van Gelders van deze wereld. “En ik wist dat de heruitvinding van de oppervlakte vaak leidde tot het ongewenste effect, namelijk dat vanwege een misverstand de pure domheid werd uitgeklaard, of de lachwekkende simulatie van een diepe gedacht,” zo vervolgt Baricco. Een betere beschrijving van de talkshows van vandaag kan ik niet geven. “Van die barbaren ontvangen we een lay-out van de wereld die is aangepast aan de ogen die we hebben, een mentaal ontwerp dat geschikt is voor onze hersenen en een hoopvol plot dat is opgewassen tegen ons hart, bij wijze van spreken.[13] Dat hoopvolle plot kan ik tot op heden nog niet ontdekken, maar we hebben nog twee jaar tot 2026.

Wat ik wel zie is, en daarmee vervolg Baricco, dat de ‘barbaren’ zich: “bewegen (…) in hordes, door een revolutionair instinct gedreven tot collectieve en bovenpersoonlijke scheppingen.[14] Dit omdat een mens naast individu nog steeds ook een sociaal groepsdier is maar met wie? Dat is de vraag in een ‘grenzeloze samenleving, zonder muren, die ene open ruimte waarin alles circuleert, zonder bindende centra’.  Dus maar in ‘hordes’ achter de op dat moment bovenkomende  snelwaarheid aan. In maart 2023 was dit Van der Plas en de BBB de bovenkomende snelwaarheid in november 2023 Wilders. Zo ‘surft’ de horde over het wateroppervlak aangedreven of beter gezegd aangetrokken door de meest recente snelwaarheid. Eerst het ‘gewone’ van van der Plas en later ‘Milders’.

Analyse en diepgang, nodig om een ‘groot verhaal’ te schrijven en te begrijpen, zijn zaken voor mensen zoals de Ballonnendoorprikker en Rob Wijnberg, ze zijn van vroeger. Mensen die, zoals ik in mijn vorige prikker deed, wijzen op het gemak waarmee grondrechten verworden tot snelwaarheden. Het recht om je mening te uiten en te demonstreren wordt een ‘verdienmodel’ of een ‘criminele organisatie’. Nu is de kracht van ‘links’ altijd het grote verhaal geweest. En ‘Links’ had dan wel gelijk, het kreeg niet het krediet van dat gelijk. Zo leert Lenny Vulpenhorst bij in een artikel bij Stuk Rood Vlees de lessen van Hans Daudt[15]. De eerste drie lessen van Daudt zijn: “Eén: er is sinds de Tweede Wereldoorlog constant een rechtse meerderheid in de Tweede Kamer. Twee: sociaaldemocraten (…) mogen eigenlijk alleen meeregeren als het niet anders kan. En drie: ondanks dat Nederland een conservatief land is, worden veel onderwerpen die door links worden geagendeerd vroeg of laat door rechts uitgevoerd.”  Zelfs in de tijd van de grote verhalen, hielpen die verhalen ‘links’ dus niet aan macht maar het was wel de stroming die inhoudelijk het meest voor elkaar kreeg.

Wat ‘links’ in deze nieuwe ‘barbarentijd’ moet leren, is niet het verkopen van hun groot verhaal om zo aan de macht te komen om het uit te voeren. Een ‘groot verhaal’ legt het altijd af tegen een snelwaarheid. Voor het uitvoeren van je ideeën is regeren niet nodig. Daudt: regeren wordt overschat: “Coalitievorming leidt ertoe dat standpunten van partijen die niet deelnemen aan een kabinet toch vaak een plek krijgen in het regeringsbeleid.” Wat ‘links’ moet leren is dat grote verhaal op te delen in ‘snelwaarheden’ en op het juiste moment de juiste ‘snelwaarheid’ aan het oppervlak te laten komen. Dan zijn ‘centrum’ en ’rechts’ wel machtshongerig genoeg om op die horde te springen. Het verschil tussen ‘links’ en ‘niet-links’ is dat ‘links’ actie wil als het regeert en er ook op wordt afgerekend terwijl: “Niet-links kan goed regeren door niets te doen of keuzen uit te stellen.” En als er één tijdperk is dat het gelijk van deze uitspraak aantoont, dan zijn het de laatste twintig jaar.


[1] Alessandro Baricco, De Barbaren, pagina 211-212

[2] Alessandro Baricco, The Game, pagina 91

[3] Idem, pagina 98

[4] Idem, pagina 100.

[5] Idem, pagina 104-105

[6] Idem pagina 105

[7] Idem pagina 106

[8] Idem, pagina 113

[9] Idem, pagina 293-294

[10] Idem, pagina 302

[11] Idem, pagima 294-295

[12] Alessandro Baricco, The Game, pagina 306

[13] Alessandro Baricco, De Barbaren, pagina 211

[14] Idem, pagina 211

[15] Daudt was van 1963 tot 1990 hoogleraar in de wetenschap der politiek aan Universiteit van Amsterdam.

Eerlijk zullen we alles delen

Het wil niet zo erg vlotten met het plaatsten van windturbines of velden met zonnepanelen voor de opwekking van stroom. Plannen daartoe roepen vaak bezwaren op van omwonenden. Die zien of vinden dat de waarde van hun huis en/of het woongenot vermindert door de turbine of het veld met panelen. Als bezitter van onroerend goed dat in waarde daalt, kun je planschade claimen een huurder heeft die mogelijkheid niet. Die ondervindt alleen de lasten. Om daar wat aan te doen pleiten Jan Daenen en Siebren Buist, twee Gelderse PvdA’ers, voor: “een nieuwe ruimere juridische definitie van eigendom.”  Een definitie waarbij: “niet-eigenaren ook (…) in aanmerking (moeten) komen voor planschadevergoeding. Dat kan positief uitpakken doordat alle omwonenden persoonlijk financieel belang gaan krijgen bij de broodnodige ontwikkelingen van zonneweides en windmolens.”  Laten we dit idee eens wat verder bestuderen.

Inderdaad kun je planschade claimen als de waarde van je onroerend goed vermindert door een wijziging in een bestemmingsplan. Die schade dien je te claimen bij de verantwoordelijke gemeente op het moment dat het bestemmingsplan wordt gewijzigd. Dat kan alleen als de schade niet te voorzien was op het moment dat het goed werd gekocht. Als de plannen op het moment van de koop al in ontwikkeling waren of al bekend was dat ze ontwikkeld zouden worden, kan geen schade worden geclaimd. En ik kan me zomaar voorstellen dat je huis minder waard wordt als ernaast een weide met zonnepanelen wordt aangelegd. En inderdaad, planschade kan alleen worden geclaimd door eigenaren van onroerend goed.

Als huurder kun je dat niet. Ja, je kunt verhuizen, maar dat blijkt in de praktijk lastig, zo betogen de auteurs: “De woningmarkt zit, als gevolg van beroerd overheidsbeleid, muurvast. Tevens zijn huurders vaak voor hun werk en maatschappelijke bijdrage bij bijvoorbeeld lokale verenigingen wel degelijk verbonden aan hun woonplek. Ze zijn in feite dus grondgebonden, zonder dat ze aanspraak kunnen maken op de rechten die bij die grond horen.”  Dus de huurder is de Sjaak, zo betogen de auteurs. Die krijgt geen ‘lusten’ om zijn toegenomen ‘lasten’ te compenseren.

De medaille van de beide auteurs kent echter ook een andere kant. Stel ik wil mijn grond laten verwilderen, ik wil het omvormen tot natuurgebied. De gemeente vindt het een prachtig idee en wijzigt de bestemming in natuurgebied. De betreffende grond verliest daardoor een flink deel van de waarde. Boerenland is al snel € 6,- per vierkante meter waard terwijl natuurgebied slechts  € 1,- waard is. Daar blijft het niet bij, ook mijn opbrengst gaat fors achteruit. Het zou echter zomaar kunnen de waarde van het omliggende onroerend goed stijgt en dus ook het ‘woonplezier’ van eventuele huurders. Als die in de lusten van mijn windmolen moeten delen dan is het niet meer dan rechtvaardig om mij mee te laten delen in de lusten die zij ervaren van mijn besluit om mijn land te laten verwilderen. Het lijkt mij dan niet meer dan logisch om die bredere definitie van eigendom dan ook werkelijk tweerichtingsverkeer te maken zodat ik compensatie ontvang voor mijn vermogens- en inkomensverlies.

Wat betekent het invoeren van het voorstel van de beide auteurs? De beide auteurs willen met een nieuwe definitie: “participatie in alle gevallen afdwingbaar maken,” zodat de omwonenden niet meer: “krampachtig moeten hopen op de goodwill van de investeerder of gemeente zoals het nu vaak gaat.” Zou je dit werkelijk bereiken met een ‘ruimere definitie van eigendom’? Nu is participatie voor mij iets anders dan het indienen van een schadeclaim. Participeren is meer dan het indienen van een ‘rekening’. Dit even terzijde. Betekent het voorstel van de beide PvdA’ers niet dat de initiatiefnemer van een turbine of veld met zonnepanelen dubbel planschade moet betalen? Immers naast de eigenaar van het onroerend goed meldt ook de gebruiker (de huurder) zich om ‘schade’ te claimen.

Om huurders te compenseren voor planschade hoeft het eigendomsrecht niet te worden aangepast. Wat de beide auteurs vergeten, is dat de huurder iemand anders kan aanspreken. De huurder kan zijn verhuurder aanspreken. Dat is de persoon waar de huurder een deel van de planschade kan claimen. Niet in de vorm van een bedrag ineens, maar in de vorm van een huurverlaging. De huur van sociale huurwoningen wordt mede bepaald aan de hand van de WOZ waarde en die zal dalen door de plaatsing van de windmolen of het veld met zonnepanelen. Huur je in de vrije sector dan is het wat lastiger maar ook dan is vragen om huurverlaging de weg om je schade te claimen. Als de verhuurder hier niet gevoelig voor is, dan staat de gang naar de rechter open. Geen garantie op succes, maar dat is nu wel de weg. Mochten de beide auteurs het succes wel willen garanderen dan zou ik ze aanbevelen om het huurrecht aan te passen.

Historische context

Zoals ieder medium, besteedt ook de Volkskrant aandacht aan de komende Kamerverkiezingen. Dat gebeurt onder andere door het interviewen van de lijsttrekkers van de verschillende partijen. Bij zo’n interview neemt de krant ook vijf punten uit het verkiezingsprogramma op. Zo ook bij het interview met PvdA-lijsttrekker Lilian Ploumen. Daar lees ik: “Cultureel erfgoed, zoals standbeelden, wordt voorzien van de goede historische context.” Een bijzonder punt.

Nolensplein
Het beeld van MGR Nolens te venlo. Bron: eigen foto

Laat ik een voorbeeld nemen. Als ik vanuit mijn woning naar Bakkerij Rutten, de beste bakker van de wereld, op de Parade in Venlo loop, dan passeer ik een standbeeld van Monseigneur Willem Hubert Nolens. Een standbeeld dat staat op het ook naar hem genoemde Nolensplein. Een plein dat in de volksmond ook wel het Gaasplein wordt genoemd, omdat er vroeger een gasfabriek lag. Nolens leefde van 1860 tot 1931 en zat van 1896 tot aan zijn dood in de Tweede Kamer. Hij was priester en rechtsgeleerde en van 1910 tot aan zijn dood politiek leider van de Rooms Katholieke Staats Partij. Een partij die hij in 1904 mee had opgericht. Nolens werd in 1923, nog tijdens zijn actieve carrière, benoemd tot Minister van Staat. Allemaal feiten die we bij het beeld en het plein kunnen vermelden, maar is dat de ‘goede historische context’?

Of horen de acht Heilige Oorlogen tegen de islam, met een eufemisme ook wel kruistochten genoemd, waartoe het ‘hoogste gezag’ van die kerk opriep, ook tot die context? Die begonnen in 1095 met een anti-islamitisch betoog van Paus Urbanus II waar Wilders nog een puntje aan kan zuigen: “De islamieten hebben altaren besmeurd met bloed dat ze in doopvonten lieten vloeien. Ze hebben christenen besneden en hen gegeseld en gemarteld, voordat ze hen doodden.” Dat behoort immers allemaal tot de geschiedenis van de kerk van Rome en in die kerk was Nolens priester en voor een partij van die religie zat hij jarenlang in de Tweede Kamer.

Dan mogen we ook de ‘binnen Europese kruistochten’ niet vergeten. De strijd tegen joden en vermeende ketters waarvan die tegen de Katharen de bekendste is. De Katharen werden eerst ‘gedemoniseerd’ maar dan in de letterlijke zin van het woord. Tenminste volgens vooraanstaande geestelijken zoals de abt Bernardus van Clairveaux. Anderen zoals de abdis Hildegard van Bingen riepen op de Katharen te verwijderen uit de kerk. En dat betekende vroeger wat anders dan nu. Tegenwoordig kun je als je uit de kerk bent verwijderd heel goed leven. Vroeger betekende dat echter iets heel anders. ‘Uit de kerk verwijderen’ betekende je dood. En wat dichter bij onze eigen tijd. Behoort bij die context ook het misbruiken van kinderen?  

Nu heeft de kerk niet alleen maar ellende gebracht. Wij zijn het gewend dat er regels en wetten zijn waaraan iedereen zich houdt. Bij die iedereen hoort ook de overheid. Dat een heerser en nu een overheid zich aan de wet houdt, is niet vanzelfsprekend. Een blik naar het Oosten, naar Rusland en China, en we zien landen waar respectievelijk de president en de communistische partij boven de wet staan. Als we het betoog van Francis Fukuyama in zijn boek De oorsprong van onze politiek mogen geloven, dan danken we onze rechtstaat aan de katholieke kerk. De Investituurstrijd in de elfde eeuw speelde hierin, zo betoogt Fukuyama, een belangrijke rol. Een strijd tussen de paus en de Keizer van het Heilig Roomse rijk. Een strijd die ging over het recht om bisschoppen te benoemen die ook wereldlijke macht uitoefenden omdat ze in een gebied zowel het kerkelijk als het wereldlijk gezag bezaten. Een strijd die uiteindelijk door de paus werd gewonnen na de ‘gang naar Canossa’ van Hendrik IV. Daar in Canossa werd aan de geëxcommuniceerde Hendrik IV vergiffenis geschonken waardoor hij zijn wereldlijke heerschappij behield. Het benoemen van bisschoppen door koning of keizer behoorde echter tot het verleden. Volgens Fukuyama legde deze erkenning van Hendrik IV, dat hij in zijn rijk niet alle macht had, de basis voor een rechtstaat waar zelf de heerser zich aan de wet moet houden.

Terug naar de ‘goede historische context’ bij het beeld van Nolens. Wat is in dit voorbeeld de ‘Goede historische context’ en wie bepaalt dit? Dat kunnen omvangrijke ‘bijsluiters’ bij ieder beeld worden. Het komt er met enige overdrijving op neer dat ieder beeld vergezeld dient te gaan van een bibliotheek. Maar belangrijker, ‘goede historische context’ suggereert dat ons denken met betrekking tot het verleden superieur is aan dat van vroeger. Het denken van vroeger is immers minder goed omdat we nu de ‘goede historische context’ moeten bijvoegen. Een dergelijke manier van denken betekent dat automatisch ook dat we de ‘goede historische context’ van vandaag ook over tien of twintig jaar nog de ‘goede historische context’ vinden? Of denken we werkelijk dat wij nu de ‘goede historische context’, in pacht hebben?

Homerun

In The loudest Voice de serie over het leven van Roger Ailes de oprichter van Fox News, sprak een van zijn medewerkers over een homerun. De rol van Ailes wordt gespeeld door ‘gladiator’ Russell Crowe. Al zul je qua fysiek weinig gelijkenis zien tussen Crowe als generaal Maximus Decimus Meridius en Crowe als Ailes. Een homerun, de sensatie voor iedere slagman of -vrouw in het honk- en softbal.

Honkbal, Derde Honk, Spelen Op Derde, Duiken In Derde
Bron: pixabay

Uw ballonnendoorprikker wacht als softbalrecreant bij de Venlose Mustangs nog altijd op die sensatie. In mijn geval betekent dat ‘wachten tot ik een ons weeg’, zoals mijn moeder het zou zeggen. Ondanks alle pogingen van mijn teamgenoot Eric om mijn slagtechniek te verbeteren, zal dat er niet inzitten. Als ik de bal goed raak dan gaat hij best ver, maar nooit zo ver dat ik hem over ‘de hekken’ sla. En omdat mijn verre ballen meestal een flinke boog kennen, zijn ze in het buitenveld makkelijk te vangen. Dat weet ik dan weer vanuit mijn ervaring in het buitenveld. In tegenstelling tot sommige anderen, probeer ik het dan ook maar niet meer en probeer ik de bal strak te slaan in een gat tussen het binnen- en het buitenveld. Dat is meestal voldoende om het eerste honk te halen en dat is het begin tot een punt. De medewerker van Ailes had het echter niet over een homerun bij het honkbal. Hij gebruikte homerun als metafoor.

Voordat ik begin aan die andere homerun eerst even iets over Ailes. Ailes richtte midden jaren negentig met steun van de Australische mediatycoon Rupert Murdoch, Fox News op. Nu doet het woord News vermoeden dat het om een nieuwszender gaat, maar dat is niet wat Ailes voorstond. Ailes richtte een propagandakanaal op voor een rechts conservatieve boodschap. De serie laat zien dat hierbij de journalistiek en de feiten hooguit bijzaak zijn. Hooguit want vaak waren ze zelfs volledig afwezig. En in zo’n laatste geval komt de metafoor homerun ter sprake.

Ailes zag Obama als een ramp voor de Verenigde Staten en begon een oorlog tegen Obama en zijn regering. In die strijd richtte Ailes zijn aandacht op een door de regering gesubsidieerde instelling die voor hem een doorn in het oog was. Hoe verwijder je die ‘doorn’? Dan start je een lobby en probeer je de regering er met argumenten van te overtuigen dat de wereld erbij gebaat zou zijn als die ‘doorn’ wordt verwijderd. In dit geval dat de regering de subsidie stopzet.

Ailes deed het op een andere manier. Hij verklaarde de oorlog aan Obama en startte de strijd met het verspreiden van lasterlijke bericht over de organisatie die kant nog wal raakten. Geheel naar de uitspraak van de oud Griekse schrijver Aischylos: “In een oorlog sneuvelt de waarheid als eerste.” Die berichten werden opgepikt door conservatieve activisten op het internet. Die zorgden voor zoveel beroering en aandacht, dat serieuze media er aandacht aan gingen besteden. Dit leidde er vervolgens toe dat de regering onder druk van al die media de subsidie aan de organisatie stopte. Een ‘homerun’ volgens de medewerker. Door de inspanningen van Ailes en de zijnen werd het eerste honk bereikt. De internetactivisten zorgden ervoor dat het tweede honk werd bereikt waarna de serieuze media ervoor zorgden dat het derde honk werd bereikt. Toen de regering de subsidie stopte werd de thuisplaat bereikt: de ‘doorn in het oog’ was verwijderd.

Nu is Ailes niet de eerste die de kracht van de leugen gebruikte. De communicator van het ‘Dritte Reich’, Joseph Goebbels wist op dit gebied ook van wanten en ging nog een stapje verder dan Aischylos: ‘Wanneer je een grote leugen vertelt en deze vaak genoeg herhaalt, dan zullen de mensen hem uiteindelijk geloven.’ Ailes blijkt een goed leerling. Een leerling die middelen zoals de ‘online fabeltjesfuik’ zoals, Arjen Lubach het noem, ter beschikking heeft waar Goebbels alleen maar van kon dromen. 

De manier waarop Ailes opereert lijkt verdacht veel op de manier waarop de president Trump het Amerikaanse verkiezingsproces verdacht probeert te maken. Hij staat ‘aan slag’ en slaat een leugen ‘fraude met poststemmen’ het veld in. De leugen wordt opgepikt door zijn volgers op internet en door het Fox News van de inmiddels overleden Ailes. Vervolgens wordt de verdachtmaking voorgezet middels allerlei rechtszaken waarmee het ‘derde honk’ wordt bereikt waarna, zo was en is zijn bedoeling, zijn republikeinse vrienden in cruciale staten de verkiezingen ‘ongeldig’ verklaren en zelf de kiesmannen aanwijzen. Nu is dit niet vreemd omdat, als we de serie mogen geloven, Ailes achter Trumps kandidatuur voor het presidentschap en de slogan Make America Great Again zit.

Een bijzondere metafoor waaraan ik moest denken bij het lezen van een artikel in de Volkskrant met als titel Hoe de aandacht voor kindermisbruik verknoopt raakte met complottheorieën. Een artikel waarin enkele ‘influencers’ aan het woord komen: “Er is iets gaande. Ik denk niet dat het gaat om vrijheid of gezondheid. Het gaat om controle.” Woorden die wijzen op een ‘complot’ van de ‘elite’ die ‘het gewone volk’ eronder wil houden. Het wordt nog erger, want ze hebben ‘ontdekt’ dat er ook nog iets is met kindermisbruik waarbij de ‘politieke elite kinderen seksueel zou misbruiken in satanische rituelen’. Je zou denken dat vier jaar nadat er een Amerikaan met een wapen in de hand een pizzarestaurant in Washington DC kinderen uit de kelders wilden bevrijden terwijl het pand geen kelder had, deze hoax verleden tijd zou zijn. Niets is echter minder waar. De hoax verspreidt zich via het internet over de wereld. En nu besteedt een serieuze krant als de Volkskrant ook nog bijna een complete pagina aan mensen die in dergelijke complotten geloven. Complotten die het wantrouwen in de overheid aantasten. De serieuze media besteden aandacht aan de ‘leugenloper’. En de homerun ligt binnen handbereik omdat, zo is in het artikel te lezen: “half oktober een motie van de SP, GroenLinks en PvdA om onderzoek te doen naar ‘de aard en omvang van georganiseerd sadistisch misbruik van kinderen’, door de gehele Tweede Kamer aangenomen.” De weg naar de thuisplaat is ingezet en alleen de catcher kan een homerun voorkomen. En iedere honk- en softballer weet dat de catcher de laatste verdediger is. Wordt de bal gemist, valt de bal, wordt de loper te laat getikt of komt de bal te laat, dan is het punt binnen.

Dat de Kamer een motie met die strekking aanneemt, is te begrijpen. Immers als je tegenstemt laad je de verdenking op je dat het ‘sadistisch misbruik van kinderen’ je niet aan het hart gaat of zelfs erger. Het probleem ligt ervoor, de motie had nooit ingediend moeten worden. Dat wil niet zeggen dat politie en justitie geen onderzoek moeten doen naar kindermisbruik. In tegendeel, daarvoor zijn zij mede op aarde. Maar daar moeten we het ook bij laten. Dergelijke moties bevestigen de wanen van mensen. De Kamer, tenminste het gros van haar leden, zal deze motie steunen in de verwachting dat het onderzoek het verhaal van ‘politieke satanisch kindermisbruikende elite’ zal ontkrachten. Alleen is de schade al aangericht. De motie bevestigt de ‘complotdenkers’ in hun denken en de uitkomst van het onderzoek zal dat ook doen. Het onderzoek zal niets opleveren maar, zo zullen de complotdenkers redeneren, wat wil je, als ‘de slager zijn eigen vlees keurt’? Immers, aldus de wijsheid van Goebbels, als de leugen maar genoeg wordt herhaald, dan wordt ze vanzelf waar.

Nu zijn journalisten sinds Pim Fortuyn bang dat ze iets missen wat leeft onder het volk en komt ‘het gewone volk’ geregeld aan het woord in kranten en tv-programma’s. ‘Wanen en complotten’ onder ‘het volk’ kunnen we echter missen als kiespijn. Het verschil tussen een prettige open samenleving en barbarij is dat in de eerste, waarheden zijn gebaseerd op feiten. In de tweede, doen feiten er niet toe en is waarheid relatief. Journalisten vervullen een belangrijke rol in de ‘bewaking’ van die prettige open samenleving. Om in honkbal termen te spreken, ze vervullen de cruciale positie van korte stop. Een alerte speler met als belangrijke taak om de bal snel te verwerken, naar de juiste plek te werpen en indien nodig het tweede of derde honk over te nemen om de loper uit te maken. Zouden journalisten zoals Emma Curvers en Hessel van Piekartz niet beter na moeten denken en tot tien moeten tellen alvorens aandacht te besteden aan de wanen van deze ‘influencers’?

Zouden ze niet beter de werkelijke problemen waarmee ‘het volk’ worstelt onder de aandacht kunnen brengen en die met mogelijke oplossingen van het tweede naar het derde honk begeleiden? Problemen zoals betaalbare huisvesting door een pleidooi te houden voor het ‘nationaliseren van woningcorporaties’ en vervolgens flink te investeren in betaalbare huurwoningen. Problemen zoals de inkomensonzekerheid door bijvoorbeeld het idee van een basisinkomen of liever nog een basisgift te onderzoeken op voor- en nadelen. Met andere woorden in plaats van in de waan van de dag mee te gaan in de wanen van een klein deel van het volk, aandacht besteden aan de werkelijke noden van ‘het volk’? Of om in honkbaltermen af te sluiten: door zelf een (positieve) homerun te slaan in plaats van mee te gaan in een negatieve van mensen als Ailes?

Beloven en geloven

Het leven. De enige zekerheid die het biedt, is dat het eindigt met de dood. Je hoopt natuurlijk dat het moment dat ‘Magere Hein’ je komt halen nog ver weg is. Dat de tijd tussen geboorte en dood zo groot mogelijk is. Tenminste, dat is nu nog het geval.“ In de eenentwintigste eeuw zal de mens waarschijnlijk serieus gaan streven naar onsterfelijkheid,” schrijft Yuval Noah Harari in zijn boek Homo Deus. een kleine geschiedenis van de toekomst op pagina 33 in een paragraaf met als titel Het einde van de dood. 

Eigen foto

Een streven dat al snel resultaat zou kunnen hebben. Hariri (pagina 37): “De razend snelle ontwikkelingen in onderzoeksgebieden als genetische modificatie, regeneratieve geneeskunde en nanotechnologie brengen almaar optimistischer voorspellingen met zich mee. Sommige deskundigen geloven dat de mens de dood zal overwinnen in 2200, volgens anderen is het in 2100 zover. Kurzweil en De Gray zien het nog positiever. Zij beweren dat iedereen met een gezond lichaam en een gezond banksaldo in 2050 een serieuze kans op onsterfelijkheid zal maken door de dood decennium na decennium te slim af te zijn.” Onsterfelijk, tenminste als je over voldoende geld beschikt. Sterven wordt dan alleen iets van en voor de armen. De armen sterven door gebrek de rijken leven eeuwig in luxe door.

Nou ja onsterfelijk. Zelfs de onsterfelijken kunnen ‘Magere Hein’ op bezoek krijgen: “ In tegenstelling tot God kunnen toekomstige supermensen nog steeds wel sterven door een oorlog of ongeluk, en dan kan niets ze meer terughalen uit het hiernamaals,” schrijft Harari iets verderop. Maar, ook daarvoor is een oplossing afkomstig van de al genoemde Kurzweil. Tenminste als we Jos de Mul mogen geloven in zijn boek Kunstmatig van nature. Onderweg naar Homo Sapiens 3.0. Die oplossing heet singulariteit: “dankzij de exponentiele ontwikkelingen in de informatietechnologie, genetica, nanotechnologie en kunstmatige intelligentie (zal) de mensheid reeds in 2045 (…) zijn opgegaan in één globale intelligentie, die vanaf dat moment in korte tijd met een snelheid groter dan het licht het hele universum zal doordringen,” aldus De Muls weergave van het denken van Kurzweil (pagina 189-190). Ik kan me niets voorstellen bij die singulariteit van Kurzweil. Bovendien vraag ik me af of het wel zo leuk is om onderdeel uit te maken van die ene globale intelligentie. Dat doet me toch een beetje denken aan de Borg uit Star Trek. De Borg, een soort bij-achtig volkje met een ‘koningin’. Een beschaving die alles in zich opnamen en integreerden en je benaderden met de onheilspellende woorden: “We are the Borg. Lower your shields an surrender your ship. We will add your biological en technological distinctiveness to our own. Your culture will adapt to service us. Resistance is futile.” Dit lijkt mij geen prettig vooruitzicht. En dan hebben de Borg nog voor op Kurzweils singulariteit dat ze ook mijn ‘biological distincteveness’ overnemen. Daar rept Kurzweil niet over. 

Bron: Wikimedia Commons

De Mul plaats wat kanttekeningen bij die singulariteit in 2045. “ Een cruciale rol in Kurzweils redenering wordt gevormd door de ‘Wet van Moore’, die stelt dat de rekenkracht van computers iedere achttien maanden verdubbelt. de afgelopen 45 jaar is dat inderdaad het geval geweest, maar Kurzweil lijkt in zijn enthousiasme te vergeten dat exponentiële ontwikkelingen vroeg of laat vastlopen op een gebrek aan natuurlijke hulpbronnen. En het voorbijgaan aan de snelheid van het licht is ook een aanname die eerder past in een spannend siencefictionverhaal dan in een serieuze natuurwetenschappelijke theorie.” Zo zeker is die onsterfelijkheid, zelfs zonder lichaam, nog niet. Dus blijven we voorlopig zitten met die ene zekerheid dat iedereen vroeg of laat sterft.

Een gelovig katholiek of moslim zal denken, waarom willen die mensen hun leven rekken? Het leven is voor hen immers slechts een voorfase voor de opname in de hemel, al dan niet met een aantal maagden. Nu kun je je afvragen hoe hemels die hemel is voor maagden als ze aan een goede gelovige worden toebedeeld. Dat lijkt immers verdacht veel op slavernij. Dit even terzijde. Doel van het leven is voor die gelovigen toch om in die hemel bij god of allah te komen? Waarom al die moeite doen om het leven te rekken en zelfs te vereeuwigen als het doel ervan is om naar die hemel te gaan? Immers als je het eeuwige leven hebt, kom je nooit in die hemel. Iemand die in reïncarnatie gelooft, zal iets soortgelijks denken. Waarom immers dit leven vereeuwigen als er na dit leven wellicht nog een veel beter leven in het verschiet ligt. 

Geloven is denken, of beter hopen het zeker te weten. Het geeft geen zekerheid. Maar gelukkig wordt echte zekerheid wel geboden. Tenminste, als we als kiezer ervoor zorgen dat de PvdA het voor het zeggen krijgt. Als de PvdA het voor het zeggen krijgt dan krijgen we er wat zekerheden bij. Om de titel van het artikel hierover in de Volkskrant aan te halen: “Hoe een marketingman van de PvdA de Partij van de Zekerheid maakt.” Dan zijn we zeker van een eerlijke toekomst. Nu leert de geschiedenis ons dat er tot nu toe een toekomst is. Als die toekomst ook maar een beetje op het verleden lijkt dan is eerlijkheid daarin ver te zoeken. De geschiedenis leert ons dat wij mensen dol zijn op macht en die macht het liefst gebruiken om andere mensen iets te laten doen wat ze uit zichzelf niet zouden doen. Onze soort is dol op sollen, zoals ik in eerdere prikkers al schreef. Sollen dat ervoor zorgt dat eerlijkheid buiten beeld raakt. Het zou knap zijn van de PvdA als de partij een middel heeft gevonden om die menselijke eigenschap uit te schakelen.

bron: Flickr

De PvdA zorgt er ook voor dat we zeker zijn van een vaste baan. De afgelopen jaren werd werk steeds flexibeler. Uitzendkrachten, oproepkrachten, pay roll constructies, echte en schijn zelfstandigen, ze komen in steeds meer varianten voor. Zelfs vast werk wordt steeds minder vast omdat het voor werkgevers steeds makkelijker wordt om mensen te ontslaan. Ook zien we dat door nieuwe technologie en techniek hele beroepsgroepen en zelfs bedrijfstakken verdwijnen. Dat is trouwens al jaren aan de gang. Groente-, kolen- en schillenboeren, ze zijn met de scharensliep uit het straatbeeld verdwenen. En zo zal het ook in de toekomst zijn. Dus hoe zeker is je vaste werk als je complete bedrijfstak wordt weggevaagd. Zou de partij zich niet beter in kunnen zetten voor (zoveel mogelijk) zekerheid van voldoende middelen om te overleven? Voor een soort basisinkomen? 

Zo zijn er nog wat zekerheden die de partij ons zegt te bieden waarvan de zekerheid van jezelf de meest opmerkelijke is. Het lijkt mij knap als de partij de onzekerheid van iemand die van nature nogal onzeker is van zichzelf, kan wegnemen. Zouden ze een pilletje of een of ander oplossing op het gebied van ‘informatietechnologie, genetica, nanotechnologie en kunstmatige intelligentie’ hebben gevonden die de menselijke natuur verandert?

Al schrijvend vallen me nog twee mogelijke zekerheden binnen. De zekerheid dat politieke partijen meer beloven dan dat ze kunnen waarmaken. Maar of dit echt een zekerheid is, kan ik niet hard maken. Er hoeft immers maar één politieke partij te zijn geweest die al haar belofte nakwam en dan is ook dit geen zekerheid.

De tweede mogelijke zekerheid is dat mensen teleurgesteld raken in de politiek omdat er zaken worden beloofd die niet waargemaakt worden. Dan verliezen mensen het vertrouwen in die belovende politici dan krijg je ‘de kloof’ tussen politiek en volk. De geschiedenis wijst echter ook uit dat er vervolgens weer een nieuwe politicus komt die zegt dat hij het allemaal beter weet en beter gaat doen. Die wekt dan weer het vertrouwen van mensen die er weer achteraan hollen en weer teleurgesteld raken. Teleurstelling in een politicus, niet in de belovende politiek.

Zowel politici als kiezers lijken niet veel te leren van ervaringen uit het verleden. Politici blijven ‘beloven’ en kiezers ‘geloven’. De kiezer zou inmiddels moeten weten dat de ‘oogst’ van de bij de verkiezingen gedane beloften altijd tegenvalt. Een lerende kiezer concludeert hieruit dat hij op een andere manier moet gaan bepalen aan wie hij zijn stem geeft. 

Aan de andere kant zou de politicus inmiddels toch moeten weten dat belofte schuld maakt, dat hij die schuld meestal niet na kan komen en vervolgens wordt gestraft door de kiezer. Zelfs als hij zijn schuld wel nakomt, kan afstraffing volgen. Nakomen van die schuld kan immers anders uitpakken dan vooraf werd beoogd. Bovendien komen er veel zaken voorbij die niet ‘gepland’ waren maar waarover toch een keuze gemaakt moest worden en de hierbij gemaakte keuze kan negatief worden beoordeeld door de kiezer. De politicus zou hieruit moeten opmaken dat een andere manier van profilering nodig is. 

In Fraternité schreef ik over rechtvaardigheid en de twee beginselen van rechtvaardigheid van van de filosoof John Rawls: “1. Elke persoon dient gelijk recht te hebben op het meest uitgebreide totale systeem van gelijke fundamentele vrijheden, dat verenigbaar is met een vergelijkbaar systeem van vrijheid voor allen. 2. Sociale en economische ongelijkheden dienen zo te worden geordend dat ze: (a) het meest ten goede komen aan de minst veroordeelden, in overeenstemming met het rechtvaardige spaarbeginsel, en (b) verbonden zijn aan ambten en posities die voor allen toegankelijk zijn onder voorwaarden van billijke gelijke kansen.” (Uit Een theorie van rechtvaardigheid pagina 321). Vervolgens over de ‘capability approach’ van Martha Nussbaum en Amartya Sen. Nussbaum onderscheidt tien vermogens waarover een mens minimaal dient te beschikken. Deze twee beginselen en die tien vermogens bieden een politicus goede aanknopingspunten voor een andere aanpak. Een andere aanpak dan het opstellen van een wensenlijstje.

Ze bieden een politicus de mogelijkheid om een afwegingskader te maken. Een afwegingskader dat de politicus gebruikt bij het maken van een keuze. In plaats van beloften te doen die niet nagekomen kunnen worden, zoals de PvdA doet, of een ‘actielijstje’ als verkiezingsprogramma, kan de politicus de boer op met zijn afwegingskader. Met de boodschap: ‘ik beloof jullie maar één ding en dat is dat ik alles waarover ik moet besluiten, langs dit afwegingskader leg en dan besluit. Vervolgens leg ik aan de hand van dit afwegingskader uit waarom ik heb besloten zoals ik heb besloten’. 

Als we de tien vermogens van Nussbaum erbij nemen dan kan een politicus aangeven welke van die vermogens hij of zij het belangrijkste vindt. Dat hij een voorstel beoordeelt op de bijdrage die het levert aan die vermogens. Levert het een bijdrage, dan krijgt het voorstel de steun van deze politicus. Levert het geen bijdrage dan niet. Ook kan de politicus aangeven wat het minimumniveau is van een vermogen dat nog acceptabel is.  

Welke politicus heeft lef en durft het aan om een dergelijke ‘keuzematrix’ te maken en die toe te passen op alle te maken keuzes? 

Ijsjes en idealen

In de Volkskrant een artikel van René Romer waarin hij de verkiezingsoverwinning van Denk en Nida verklaart aan de hand van demografische gegevens. Die tonen aan dat ‘stemmend’ Nederland snel verandert: “In Zuid-Holland heeft 31 procent van de bevolking een migratieachtergrond; landelijk heeft 30 procent van alle 20- tot 40-jarigen een migratieachtergrond. Bij deze cijfers is de derde generatie niet meegerekend.” Romer, directeur van een marketingbureau, adviseert: “PvdA, SP en GroenLinks zich eens goed te verdiepen in de demografische veranderingen die ons land de komende decennia ondergaat. Doen ze dat niet, dan kan hun prominente rol in de toekomst uitgespeeld raken.” Een goed advies van Romer?

ice-2789928_960_720

Foto:pixabay.com

Nu zal menigeen zeggen dat de rol van de PvdA al uitgespeeld is. Dat die partij een hopeloze zaak is. Iets wat voetbalcoach Co Adriaanse ‘scorebordjournalistiek’ zou noemen. Voor een marketeer is het een duidelijk verhaal, als je je product wilt verkopen dan moet je met je boodschap aansluiten bij je doelgroep. Doe je dat niet dan verkoop je niet veel. Toch knelt er iets.

Als ik de redenering van Romer goed begrijp dan moeten die partijen een boodschap en wellicht een programma zoeken dat aansluit bij de zich wijzigende demografische omstandigheden. Zeg je dan niet dat je ideeën moet zoeken die aansluiten bij mensen of een bepaalde groep mensen? Dat je je aanbod moet afstemmen op de vraag? Dat je je visie en programma moet afstemmen op wat mensen of bepaalde groepen mensen, willen? Zou het falen van vele politieke partijen en politici niet juist een gevolg zijn van deze manier van denken?

Zouden politici die politiek bedrijven op basis van hun idealen niet succesvoller zijn? Politici die op basis van een visie op het goede een programma opstellen dat hun idee van het goede dichterbij brengt? Die met hun idealen en programma de boer op gaat en mensen met hun passie voor die idealen proberen te overtuigen?

Zouden idealen te vergelijken zijn met een ijsje?

(On)democratisch

Struinend langs de diverse digitale media op zoek naar bijzondere berichten en redeneringen, kwam ik op de site Novini terecht. Een site voor The bigger picture, zoals haar ondertitel luidt. Een artikel met de kop We ‘knuffelen’ radicalisten de jihad in’, geschreven door David Pinto, trok mijn aandacht. Pinto schrijft over het ‘falende cultuurmarxistische’ Amsterdamse beleid om radicalisering te voorkomen, iets wat Pinto de pas overleden burgemeester Van der Laan verwijt. En via Van der Laan komt hij bij Martin Bosma terecht die hij graag als Amsterdamse burgemeester zou zien: “Bosma is een intellectueel, een voortreffelijk politicus, een buitengewoon kundig lid van het presidium van de Tweede Kamer en bovendien een aimabel mens.”

MEDION DIGITAL CAMERA

Foto: Wikimedia Commons

Het gaat mij niet over de persoon Bosma, ik ken hem niet, het enige wat ik erover zeg is dat hij een eenmanspartij vertegenwoordigt die zeer ver van mij af staat. Het gaat mij over de redenering van Pinto: “Bovendien, de PVV is de tweede partij in grootte van ons land. En vreemd genoeg, er is nog niet één burgemeester afkomstig van deze partij, terwijl de PvdA met haar magere 9 zetels, twee van de vier grote steden gijzelt. Hoe democratisch is dit eigenlijk?”  Pinto schetst hier een beeld van een partij die wordt achtergesteld en een andere partij die wordt bevoordeeld. Het beeld van Pinto komt er in het kort op neer dat de traditionele partijen (het ‘partijkartel’ van Thierry Baudet) de bestuursposten onder elkaar verdeelt, een ondemocratische bedoeling.

Is het zo vreemd dat er nog geen PVV-burgemeester is? Om burgemeester te worden, moet je als eerste solliciteren op een vacante burgemeesterspositie. Als er geen PVV-er solliciteert, kan er geen PVV-er worden benoemd. Als de PVV burgemeesters wil, dan zullen ze eerst moeten solliciteren, daar begint het. Vervolgens kiest een vertegenwoordiging van de gemeenteraad in de betreffende gemeente enkele sollicitanten uit die op gesprek mogen komen. Als er al een politieke keuze wordt gemaakt, dan gebeurt dat door de partijen in de gemeenteraden. De PVV ontbreekt op lokaal niveau waardoor ze de boot hier kunnen missen. Wie kun je dat verwijten?

Als laatste het woord gijzelen. Wie houdt de PvdA gevangen? De betreffende burgemeesters hebben normaal gesolliciteerd en zijn benoemd. Dit is op de democratisch vastgestelde manier gebeurd. Inderdaad is de PVV de tweede partij en heeft de PvdA maar negen zetels. Een klein jaar geleden, had de PvdA er nog achtendertig en was zij de tweede partij van het land, iets wat de afgelopen vijftig jaar redelijk gebruikelijk was. Burgemeestersbenoemingen staan los van kamerzetels.

Pleit Pinto ervoor dat na iedere Tweede Kamerverkiezing alle burgemeesters ontslag moeten nemen en de burgemeestersposten vervolgens naar rato over de partijen worden verdeeld? Als hij dat wil, dan moet hij ervoor zorgen dat er voldoende kamerleden in beide kamers hem steunen om de Grondwet te wijzigen. Dat is democratie meneer Pinto.

Data or Utopia

Wanneer we echt willen verbinden, wanneer we écht samen met kiezers oplossingen willen realiseren voor de problemen waar ze mee zitten, dan moeten we werken aan een progressief alternatief voor de ‘big data boeven’ van deze wereld. Dan moeten we juist digitale bruggen bouwen. Een brug van de politiek naar de samenleving, en van de samenleving naar de politiek. Zo willen wij data inzetten om mensen weer te verbinden. Het is tijd voor ‘data for good’.”

Dit schrijven de duo-kandidaten voor het PvdA voorzitterschap Astrid Oosenbrug en Frans van der Sluijs bij Joop en zij constateren dat nu met name rechtspopulisten data gebruiken om kiezers te trekken. ‘Data for good’ moet hieraan tegenwicht bieden volgens de schrijvers.

Utopia Thomas More

Foto: Wikimedia Commons

Data, de panace van alles zo lijkt het. Bedrijven die data verzamelen om precies op maat in je behoeften te voorzien, of eigenlijk te voorzien in behoeften waarvan je niet wist dat je ze had. Het meest recente voorbeeld hiervan is de PSD2 richtlijn van de Europese Unie. Die richtlijn verplicht banken om bankgegevens te delen met bedrijven. Gegevens bij wie je op welk moment wat koopt. De belangrijkste vraag, van wie deze gegevens zijn van de bank of van de klant van de bank, wordt niet gesteld. “Brussel wil allerlei start-ups de kans geven zelf slimme diensten voor consumenten te ontwerpen. Hoe meer partijen er innoveren, hoe sneller de financiële technologie (fintech) vooruitgaat en dat zal leiden tot meer betaalgemak voor consumenten en tot lagere prijzen, is de gedachte.” Zo valt te lezen in de Volkskrant. Via de bedrijven komen deze gegevens uiteindelijk ook bij de politieke partijen die, aldus Oosenbrug cs, gebruiken voor micro-politiek: “een op maat gemaakte boodschap in elkaar (…) zetten. Eentje die inspeelt op jouw zorgen, op jouw angsten en op wat jij belangrijk vindt.” Oosenbrug cs. willen hier goede micro-politiek tegenover stellen, micro-politiek die ‘verbindt’.

Zou dat lukken, verbindende micro-politiek? Moet je, juist als je mensen wilt verbinden, niet het micro niveau verlaten? Een supporter van Ajax en Feyenoord krijg je op clubniveau niet met elkaar verbonden. Dat lukt wellicht wel op een hoger niveau: de liefde voor het voetbal. Zou het met politiek en verbinden niet precies zo zijn? Zouden Oosenbrug cs niet op zoek moeten naar dat hogere niveau?

In haar meest recente boek No is not enough komt Naomi Klein tot een soortgelijke conclusie. Voor werkelijke verbinding en tegenwicht tegen de ‘Trumps’ van deze wereld, is nee zeggen niet voldoende, er moet een positief ideaal tegenover staan. Een ideaal dat mensen bindt en verbindt. Zij haalt hierbij Oscar Wilde aan die dit op de volgende manier treffend onder woorden bracht:

“A map of a world that does not include Utopia is not worth even glancing at, for it leaves out the one country at which Humanity is always landing. And when Humanity lands there, it looks out, and, seeing a better country, sets sail.”

De kaas en het brood

Als ik hem goed begrijp, dan mogen leden van een partij die de laatste verkiezingen flink heeft verloren, niet of slechts uiterst terughoudend solliciteren op banen in de publieke sector. Hem is Sebastian Wijnands die in zijn opiniebijdrage in Trouw PvdA’ers verwijt dat ze: “zich nog altijd niet terughoudend opstellen wanneer er een bestuurlijke vacature beschikbaar komt.” Aanleiding voor zijn artikel is de verkiezing van PvdA’er Ahmed Marcouch tot burgemeester van Arnhem en partijgenoot Martijn van Dam tot bestuurslid van de Nederlandse Publieke Omroep. “De PvdA moet zich echter eerst realiseren dat haar optreden voorbij is. En het publiek heeft niet gevraagd om een toegift,” zo schrijft Wijnands.

kaas en broodFoto: Pixabay

Het lijkt erop dat Wijnands terug wil naar vroeger. Naar de tijd dat de grote drie partijen de baantjes onderling verdeelden en de rest het nakijken had. Daar lijkt het op als je ervoor pleit dat partijen die verloren hebben zich terughoudend moeten opstellen bij het reageren op publieke functies. Inderdaad heeft de PvdA veel zetels verloren en zijn er andere partijen die flink hebben gewonnen zoals D66 en GroenLinks. Hoe moeten GroenLinks en de SP zich volgens Wijnands gedragen? De SP verloor en GroenLinks won zetels tijdens de laatste verkiezingen, maar beiden hebben 14 zetels en zijn even groot. Mogen Groenlinksers zich flink roeren terwijl SP’ers terughoudender moeten zijn?

Is verlies bij verkiezingen een reden om je ‘bescheiden’ op te stellen? Of, zoals de partijleider zelf aangeeft, niet deel te nemen aan een regering? Gaat het er in de politiek niet juist om om je doelen te bereiken? Om op te komen voor je idealen en voor de mensen die jouw het mandaat hebben gegeven om voor die idealen te strijden. Past in die strijd bescheidenheid of moet je daarin assertief zijn??

Laten we het verwijt eens omdraaien, hebben de andere partijen zich niet te terughoudend opgesteld? Hebben ze zich de kaas van het brood laten eten door assertievere PvdA’ers?