Uitgelicht

‘We’ve got a bigger problem now’

In 1982 kwam het album Plastic Surgery Disasters van de punkband Dead Kennedys uit. Bij veel gebeurtenissen de laatste tijd schiet me een nummer op dat album te binnen: het nummer We’ve Got a Bugger Problem Now.1 Het nummer verhaalt over: “Emperor Ronald Reagan, Born again with fascist cravings.” We zijn ruim veertig jaar verder en zitten met een Amerikaanse president opgescheept die het programma dat in de song aan Reagan wordt toegedicht, uitvoert. We zien Europese politici die braaf in het gelid springen en een soortgelijk programma nastreven. Neem de Nederlandse partijen PVV, VVD, BBB, SGP en JA21 die een motie van het Forum voor Democratie ondersteunden om Antifa te benoemen tot een terroristische organisatie. Een gevaarlijke ontwikkeling.

De hoes van de EP In God We Trust waarop het nummer We’ve Got a Bigger Problem Nowop de B-kant is te vinden

Dead Kennedys was een punkband uit Californië. Grote man was zanger Jello Biafra, het alter ego van Eric Reed Boucher. Hij schreef over de maatschappij kritische teksten. We’ve got a Bigger Problem Now is daarvan een goed voorbeeld. Het nummer is een herschreven versie van hun eerste single California Über Alles2, een song waar Jerry Brown, de Democratische gouverneur van Californie op de hak werd genomen. Brown was in de race voor het presidentschap dat uiteindelijk naar Ronald Reagan ging. Het activisme van de band bleek uit uit de ‘bijlage’ bij het album Frankenchrist . Die bijlage zorgde ervoor dat de strafrechterlijk werd vervolgd. Bij dat album zat een kopie van het werk ‘Penis Landscape’ van de Zwitserse kunstenaar Giger. Op de hoes waarschuwde de band voor die bijlage die als schokkend, walgelijke of beledigend ervaren kon worden.

Terug naar We’ve Got a Bigger problem now en waarom dat nummer mij steeds vaker te binnen schiet. Het nummer begin met het volgende gesproken intro: “Last call for alcohol. Last call for your freedom of speech. Drink up, Happy Hour is now enforced by law. Don’t forget our house special. It’s called a Tricky Dicky Screwdriver. It’s got one part Jack Daniels. Two parts purple Kool-Aid. And a jigger of formaldehyde From the jar with Hitler’s brain in it. We’ve got in the back storeroom. Happy trails to you, happy trails to you!” Het feest is over. De vrijheid van meningsuiting staat op de tocht. Geniet vooral van onze fascistische leugens propaganda. De naam van het speciale huisdrankje Tricky Dicky Screwdriver verwijst naar president Nixon die in 1974 moest aftreden vanwege het Watergate schandaal, het leugenachtige. De formaldehyde uit het vat met daarin Hitlers hersens is een duidelijke verwijzing naar het fascisme. Met betrekking tot Reagans presidentschap wellicht een tikkeltje voorbarig. Nu onder Trump een redelijk accurate beschrijving van de werkelijkheid. De vrijheid van meningsuiting wordt in rap tempo geweld aangedaan met Jimmy Kimmel als laatste prominente slachtoffer.

Dan het eerste couplet: “I am Emperor Ronald Reagan. Born again with fascist cravings Still, you made me president. Human rights will soon go ‘way. I am now your Shah today. Now I command all of you. Now you’re going to pray in school. I’ll make sure they’re Christian, too.” De ‘fascist cravings’, fascistische verlangens, van Donald Trump waren al bekend vanuit zijn eerste ambtstermijn. ‘Cravings’ blijkend uit het ondermijnen van het democratische verkiezingsproces op alle mogelijke manieren met als meest pregnante voorbeeld zijn woorden en daden op de 6e januari 2021. De dag dat een meute opgehitste aanhangers van hem het Capitool bestormden. Bestormers die hij, als een van zijn eerste daden in zijn tweede termijn, gratie verleende en vernoemde tot ‘helden en patriotten’. Ondanks die ‘fascist craving’ werd hij verkozen tot president. Met die herverkiezing zijn de mensenrechten in rap tempo aan het verdwijnen. Mensen worden zonder aanleiding opgepakt, opgesloten en een deel zelfs geëxporteerd naar een land waar ze geen enkele relatie mee hebben. Hij is de ‘sjah’, de ‘geestelijk leider’ die iedereen beveelt. En bijna iedereen schikt zich naar die bevelen. Ook daarvan is Jimmy Kimmel het meest recente voorbeeld. Een geestelijk leider die bepaalt ‘dat je op school christelijk bidt’. Het verzet tegen dat ‘christelijk bidden’ is mede door het werk van Charlie Kirk behoorlijk risicovol geworden. Kirk verzamelde op zijn Professor Watchlist docenten met ‘radical behaviour’. En gedrag was in zijn ogen al snel ‘radical’. Een watchlist die ervoor zorgde dat docenten op die lijst worden lastiggevallen door volgelingen Kirk en Trump. Na de moord op Kirk en de reactie van Trump en zijn regering, zal het leven van de docenten op deze lijst er niet vrolijker op zijn geworden.

Na het eerste couplet het refrein: “California über alles. California über alles. Über alles California Über alles California.” Dit is niet veranderd ten opzicht van de eerste single van de band met de gelijknamige titel als de eerste zin van het refrein. Door naar het tweede couplet.

“Ku Klux Klan will control you. Still, you think it’s natural. Nigga knockin’ for the master race. Still, you wear the happy face. You closed your eyes, can’t happen here Alexander Haig is near. Vietnam won’t come back, you say. Join the Army or you will pay. Join the Army or you will pay.” De nieuwe Klan die je controleert wordt gevormd door tech bro’s die hun middelen ten dienst stellen aan Trump die hen als wederdienst niets in de weglegt bij het najagen van zoveel mogelijk winst ten koste van Jo Sixpak. En Jo vindt het ook nog normaal dat die bedrijven hem uitbuiten want ze komen op voor ‘zijn vrijheid’. De tech bro’s en zeloten zoals Kirk die als een moderne Pavlik Mozorov mensen ‘verraden’ voor het ‘goede doel’. Voor degenen die het niet weten. Pavlik Mozorov was een held van de Sovjet Unie wiens ‘heldendaad’ eruit bestond dat hij zijn vader verried. En dat allemaal ter meerdere eer en glorie van het ‘master race’. En nee dat zijn niet de blanken. Dat zijn mannen die miljarden hebben gemaakt met het uitbuiten van het klootjesvolk. Klootjesvolk dat graag bij dat ‘master race’ willen horen. Zo graag dat ze zich met een blij gezicht laten afpersen, uitbuiten en misbruiken. Misbruiken door zich gewillig als knokploeg te laten inzetten voor destructieve acties zoals de bestorming van het Capitool. De terreur die deelnemers aan de ‘anti asieldemonstratie’ van 20 september 2025 in Den Haag uitoefenden is een Nederlands voorbeeld hiervan. Enigst verschil met de jaren tachtig is dat een huidige Alexander Haig ontbreekt. Haig was een meermalig gedecoreerde generaal die stond voor fatsoen en in de eerste anderhalf jaar van de regering Reagan minister van buitenlandse zaken was.

Na weer een keer het refrein, volgt een gesproken intermezzo: “Yeah, that’s it, just relax. Have another drink, few more pretzels. Little more MSG. Turn on those Dallas Cowboys on your TV. Lock your doors, close your mind. It’s time for the two-minute warning.” Ach ja, het zal zo’n vaart niet lopen. Dus drink nog maar wat, neem nog wat pretzels, wat MSG (mononatriumglutamaat, een umami smaakversterker) zodat het je je nog wat beter voelt. Laat je verdoven door een voetbalwedstrijd op TV, maar in de huidige tijd mag het ook B&B vol liefde zijn of iets soortgelijks. Ogen dicht niet nadenken. Dan is het nu tijd voor de waarschuwing, de blik op de toekomst.

Die blik wordt gelegd in het Orwell jaar 1984, twee jaar na het uitkomen van het nummer. Die waarschuwing luidt: “Welcome to 1984! Are you ready for the Third World War? You, too, will meet the secret police. They’ll draft you and they’ll jail your niece. You’ll go quietly to boot camp! They’ll shoot you dead, make you a man Don’t you worry; it’s for a cause. Feeding global corporations’ claws. Die on our brand-new poison gas. El Salvador or Afghanistan. Making money for President Reagan. Making money for President Reagan! And all the friends of President Reagan!” Helaas hoeven we nu niet zover vooruit te kijken. De vraag of we klaar zijn voor een oorlog, een wereldoorlog of niet, is er eentje die vaak wordt gesteld. De immigratiedienst ICE vervult met verve de rol van de ‘secret police’. Je hebt de keuze tussen het gevang en meelopen en -werken. Meewerken aan het vullen van de zakken van president Trump en zijn vrienden de tech bro’s en wat Marlène Benquet en Théo Bourgeron, in hun boek Alt Finance How the City of London bought democracy, ‘alt finance’ noemen: de hedgefondsen, private-equityfondsen, kwantitatieve handelsfondsen en vastgoed fondsen.3

Benquet en Bourgeron betogen op een overtuigende manier (onder andere door het volgen van het geldspoor), dat deze bedrijfstak de neoliberale wereldorde wil afbreken. Wat deze partijen nastreven is, in de woorden van de beide auteurs, een libertair autoritair regime. Een regime dat: “vijandig staat tegenover elke herverdeling van rijkdom, gebruikt het onderdrukking van sociale bewegingen, beperking van burgerlijke vrijheden en beperkingen op demonstraties en toespraken als belangrijkste middelen om de sociale orde te handhaven.”4 Libertarisme berust, zo betogen Benquet en Bourgeron: “op de radicale verdediging van privé-eigendom, dat wordt geponeerd als de belangrijkste (en vaak enige) regel van sociale organisatie, zonder rekening te houden met de collectieve gevolgen daarvan.”5

Nu willen ook partijen van links deze wereldorde afbreken. De reden waarom is echter een heel andere. Partijen van links willen die orde afbreken omdat die orde tot grote ongelijkheid leidt en wat zij slecht vinden voor het algemeen belang. Ze willen zaken herverdelen. De libertariërs van ‘Alt Finance’, en in hun verlengde de tech bro’s willen die wereldorde afbreken omdat die hen hindert bij het binnenharken van zoveel mogelijk geld. Dit binnenharken wille ze doen door alles te financialiseren. Alt finance en de tech bro’s willen van de neoliberale naar een libertaire wereldorde. Liberalen en neoliberalen maken zich nog druk maken over het maatschappelijk belang zo heeft kapitaal accumulatie via de markt voor neoliberalen tot doel het bevorderen van dat algemeen belang. Voor libertariers is het algemeen belang niet van belang. Voor hen is accumulatie van kapitaal de gewenste uitkomst van het spel.

Overheden en vooral de Europese Unie hinderen hen daarbij. De EU omdat deze, geheel volgens de neoliberale wereldorde ernaar streeft om via de markt het algemeen belang te bevorderen en dat algemeen belang (kwaliteitsregels voor producten, regels ter bescherming van de burger en de consument) hindert deze ondernemers. Daarom roepen ze het hardst dat de regels ‘verstikkend’ zijn en ‘innovatie belemmeren’. Die roep is echter niet bedoeld om regels af te schaffen, maar om te voorkomen dat er nieuwe komen die hen belemmeren bij het uitzuigen en uitbuiten van alles en iedereen. Ze doen dat met toenemend succes. En de ironie, de grootste slachtoffers van het niet reguleren van de activiteiten van deze roofridders, zijn precies de mensen die op 6 januari 2021 het Capitool bestormden, die op 20 september 2025 in Den Haag aan het demonstreren waren. Maar niet nadat ze eerst anderen hebben geslachtofferd. Anderen zoals de immigrant, de asielzoeker, de LHBTQI-er, de islamiet, de jood enzovoorts.

Het nummer is nu actueler dan toen Dead Kennedys het in 1982 uitbrachten. Ook Nederland is al een eind op weg. De motie rond Antifa is een volgende stap ter vervulling van de ‘facist cravings’ van het libertair autoritarisme. ‘Cravings’ zoals het beperken van het demonstratierecht maar ook andere grondrechten want op dezelfde dag dat de Antifa-motie werd aangenomen, namen dezelfde een motie aan om de boerka te verbieden. Weer een stap op een hellend vlak. En het vlak helt al behoorlijk, zoals ik in een eerdere Prikker betoogde. De partijen die deze moties aannamen, de PVV, JA21, FvD, SGP, BBB en de VVD tillen het vlak steeds verder op.

1 Hier is het nummer te beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=VmJYpAycF0c&list=RDVmJYpAycF0c&start_radio=1

2 Hier is het nummer te beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=R-rDQs5NOP4&list=RDR-rDQs5NOP4&start_radio=1

3 Marlène Benquet en Théo Bourgeron, Alt Finance How the City of London bought democracy, pagina 39

4 Idem, pagina 9. Eigen vertaling.

5 Idem, pagina 9. Eigen vertaling

Uitgelicht

De onopgevoede BBB

“Wie écht bezorgd was over dit onderwerp, had kunnen anticiperen. Toen het PVV-amendement werd aangenomen, had men het amendement van BBB kunnen én moeten steunen. Dan hadden we deze onnodige discussie over een kop soep niet hoeven voeren.” Aldus een bericht van de BBB op LinkedIn. Een bericht waarin de BBB het CDA verwijt verkeerd te hebben gehandeld rond een van de nieuwe vluchtelingenwetten die de Tweede Kamer op de laatste dag voor het zomerreces 2025 goedkeurde. Ik schreef er al eerder een Prikker met als titel Soep zooitje over Toen ik dit las moest ik denken aan een uitspraak van de Romeinse filosoof Epictetus: “Het is het werk van een onopgevoed mens anderen de schuld te geven wanneer hij zelf de oorzaak van het onheil is.”

Epictetus was een stoïcijnse filosoof die leefde van het jaar 50 tot 130 CE. Epictetus was een Griekse slaaf die naar Rome werd gebracht en die filosofie onderwees. Met Seneca en keizer Marcus Aurelius wordt hij gezien als een van de leidende figuren uit de stoa of stoïsche school. Een hellenistische filosofische stroming opgericht zo rond 300 BCE door Zeno van Citium. Uitgangspunt van de stoa is dat de ware vervulling van het leven wordt bereikt door in overeenstemming met de natuur te leven. Volgens de stoa is alles wat er gebeurt van tevoren bepaald. Iets gebeurt dus omdat het moest gebeuren, niet omdat iemand het wilde of er in vrijheid voor koos. Wel is de mens vrij om te kiezen hoe het gebeurde te beoordelen en in de keuze hoe vervolgens te handelen. Maar terug naar de BBB.

“Feitencheck: Het CDA en de strafbare ‘kop soep’, staat er boven het bericht. Dat ‘het’ in deze korte zin met kleine letter geschreven moet worden, daar zal ik niet over vallen. En dus toch wel, want ik begin erover. Wat zijn die feiten volgens de BBB? “Door het aangenomen PVV-amendement maakt de wet illegaliteit strafbaar en het is nog onduidelijk of humanitaire hulp zoals een kop soep uitdelen is uitgezonderd. In de toelichting staat namelijk dat ook hulp aan illegalen strafbaar kan zijn.” Even voor de BBB-ers de wet en de uitleg is duidelijk: zoals de tekst van de wet nu luidt, is het kopje soep strafbaar als de soepschenker weet dat de soepontvanger illegaal in Nederland verblijft. Dat zijn de feiten die blijken uit het aangenomen amendement in combinatie met artikel 48 van het Wetboek van strafrecht. Dan is de soepschenker namelijk opzettelijk behulpzaam bij het plegen van een misdrijf. Dat zijn de feiten en die zijn toch net iets anders dan de BBB hier voorspiegelt. Kwalijk voor een politieke partij.

Het bericht gaat verder: “Uit voorzorg diende BBB-Kamerlid Claudia van Zanten een eigen amendement in dat dit expliciet zou uitsluiten. In de toelichting staat helder: “Dit amendement heeft een uitzondering voor niet-commerciële activiteiten die humanitaire hulp bieden aan mensen.”” Om de kwalijke gevolgen van een mogelijk amendement te voorkomen, dient de partij zelf een amendement in. Bijzonder, maar daar kom ik dadelijk op terug. Helaas, aldus de BBB: “Het CDA stemde tegen ons voorstel. Ondanks hun woorden over het belang van hulp, stemden zij niet voor de wettelijke zekerheid die ons amendement bood.” Het is de vraag of het BBB-amendement zoden aan de dijk zet. Als de soepschenker een horeca-ondernemer is die willens en wetens een illegaal in Nederland verblijvend persoon tegen betaling een kopje soep serveert, dan is die ondernemer strafbaar. Dat geldt ook voor de supermarktondernemer die een illegaal een blikje soep verkoopt. Of de boer die de illegaal die zelf soep wil maken, wat groenten verkoopt.

Gevolg, aldus de BBB: “Hierdoor blijft de juridische onduidelijkheid bestaan. Terwijl het meteen opgelost had kunnen worden.” Zoals hierboven al aangegeven, is er geen juridische onduidelijkheid. Er zijn alleen politieke partijen die deze duidelijkheid in mist willen hullen om hun eigen falen te verbloemen.

En met dat verbloemen kom ik bij wat de BBB de conclusie van haar bericht noemt: “Wie écht bezorgd was over dit onderwerp, had kunnen anticiperen. Toen het PVV-amendement werd aangenomen, had men het amendement van BBB kunnen én moeten steunen. Dan hadden we deze onnodige discussie over een kop soep niet hoeven voeren.” Beste BBB: NEE, NEE en nog eens NEE. Jullie stemden in de Tweede Kamer volmondig in met de PVV-motie. Als jullie werkelijk de door jullie gewenste uitzondering hadden willen maken: “niet-commerciële activiteiten die humanitaire hulp bieden aan mensen,” dan hadden jullie tegen het PVV-amendement moeten stemmen. Dat deden jullie niet. Jullie en ook jullie collega’s van de NSC en SGP. Jullie stemden allemaal in met het PVV-Amendement. Daarvan anderen de schuld in de schoenen schuiven is, om met Epictetus te spreken, het werk van een onopgevoed mens.

Uitgelicht

Election Files 6: het vlak helt over

“Een zichzelf respecterende democratische politieke partij gaat niet in gesprek over een “gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat”. … Een zichzelf respecterende democratische politieke partij zegt NEE tegen partijen die aan de grondrechten willen tornen.” Dit schreef ik op 13 december 2023 in een Prikker. Een Prikker met het door toenmalig verkenner Plasterk uitgebrachte advies als aanleiding. Plasterk adviseerde een informateur te benoemen met als opdracht: “te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.” Zo’n gesprek is een hellend vlak, zo betoogde ik. VVD, NSC en BBB dachten er anders over. Onder leiding van toen informateur Plasterk gingen zij in gesprek met Wilders. Samen kwamen ze een verklaring over zo’n basislijn overeen. Uiteindelijk leidde dit tot het kabinet Schoof dat inmiddels is gevallen. Tijd om bestand op te maken en te onderzoeken of het vlak helt.

Bestand opmaken begint met het teruggrijpen op de gemaakte afspraken met betrekking tot die gezamenlijke basislijn. De vier partijen spraken af dat: “ze zich in hun plannen en activiteiten zullen bewegen binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat. Dat betekent dat men zich houdt aan de Grondwet (inclusief algemene bepaling), wetten, verdragen, Europees en internationaal recht en rechtsbeginselen. Tijdens de bespreking is toegevoegd dat de partijen onderstrepen dat voor hen vaststaat dat de democratische grondrechten, die in de Grondwet zijn vastgelegd in hoofdstuk 1 artikelen 1-23), een essentiële waarborg vormen voor de democratische rechtsstaat, waarbinnen grondrechten kunnen botsen.” Ook kwamen ze overeen dat: “Rechterlijke uitspraken worden uitgevoerd en nageleefd.” Een uitspraak kan aanleiding zijn om wetgeving aan te passen. Daarbij dient: “een materiële toetsing op grondrechten en rechtsbeginselen plaats te vinden.” Ook constateerden de partijen dat: “Voor het goed functioneren van de democratische rechtsstaat (…) onafhankelijke instituties, zoals rechtspraak, wetenschap en media, van groot belang” zijn en dat ze: “met concrete voorstellen komen.” De partijen vonden: “het van belang een open, feitelijk en fel debat te kunnen voeren, maar houden elkaar en anderen daarbij heel. Voor democratie zijn hoge integriteitsnormen en transparantie bij politici belangrijk om vertrouwen te winnen en te behouden. Bewindspersonen en Kamerleden vervullen een voorbeeldfunctie door integriteitsnormen ten volle na te leven.” Ze sloten deze passage af met de woorden: “Partijen zien het belang van democratische waarden en spreken af dat het door de partijen en hun vertegenwoordigers gewetensvol zal worden ingevuld. Men zal bijdragen aan een bestuurscultuur die een constructieve bijdrage levert aan het landsbestuur en aan een positief bestuurlijk klimaat. De instituties die de rechtsstaat dragen zullen gerespecteerd en beschermd worden.”

Dat zichzelf respecterende democratische politieke partijen dergelijke afspraken niet moeten en hoeven te maken, daar gaat het mij nu niet om. Dat heb ik in de hierboven genoemde Prikker al gedaan. In deze Prikker onderzoek ik de woorden en daden van het kabinet Schoof en de vier partijen die het vormden en leg dit naast de afspraken die ze samen hebben gemaakt en die ik hierboven heb beschreven. Ik ga dus van de theorie naar de praktijk. Omdat dit een lange Prikker is, begin met met de conclusie. De verklaring die de vier partijen onder leiding van informateur Plasterk opstelden, is niet meer dan een schaamlap en is zelfs dat nog niet. De erin gemaakte afspraken werden en worden schaamteloos overtreden en genegeerd.

Die praktijk begon al met het selecteren van bewindslieden. Verschillende PVV-bewindslieden bleken de van oorsprong nazistische omvolkingstheorie aan te hangen. De theorie dat er een plan is om ‘het echte Nederlandse volk’ te vervangen door migranten. Een theorie waarvoor geen enkel wetenschappelijk bewijs is. Ernaar gevraagd, kwamen de beoogde bewindslieden niet terug op hun uitspraken. Sterker nog Reinette Klever, was het geen theorie maar een: “feitelijke beschrijving van een demografische ontwikkeling.” Haar collega Faber constateerde dat er: “zorgelijke demografische ontwikkelingen,” zijn. Ze realiseerde zich tijdens haar hoorzitting dat: “het gebruik van de term onjuist en ongewenst is, vanwege de verschrikkelijke connotatie met het verleden die het met zich meebrengt.” Ze zou het woord niet meer gebruiken. Dit alles bleek geen beletsel om beiden tot minister te benoemen. Je kunt je afvragen hoe zich dit verhoudt tot de ‘hoge integriteitsnormen’.

Op de dag van de regeringsverklaring leek de complete rechtsstatelijke verklaring vergeten. Het ‘positief bestuurlijk klimaat’, de ‘voorbeeldfunctie’ en de ‘hoge integriteitsnormen werden op een wel heel bijzondere manier ingevuld. Wilders nam ‘zijn’ premier Schoof onder vuur. Schoofs reactie op het verwijt dat er ‘racisten en aanhangers van de omvolkingstheorie in zijn kabinet zaten, vond hij ‘slappe hap’. PVV-minister Agema viel premier Schoof tijdens het debat in de rug aan met een twitterberichtje. Bijzonder was de bijdrage van VVD-leider Yeşilgöz. Zij verweet haar collega’s dat ze zich van de: “slechtste kant laten zien. Aan de ene kant een deel van de oppositie dat zichzelf overschreeuwt. En aan de andere kant Wilders die zijn rol als leider van de grootste partij net onverantwoord heeft ingevuld. … Ik mag hopen dat het vanmiddag wél over de inhoud gaat.” Inhoudelijk misschien een redelijk accurate constatering. Yeşilgöz deed deze uitspraak echter niet in de Kamer maar via een twitterberichtje. Goed voorbeeld doet goed volgen, aldus een bekend gezegde. Zou dat ook voor een slecht voorbeeld gelden?

Echter, niet alleen de PVV schoof bewindspersonen naar voren. De BBB schoof Mona Keijzer naar voren. In een uitzending van Jeroen en Sophie betoogde deze latere minister dat: “veel asielmigranten komen uit landen met een islamitisch geloof. We weten dat daar jodenhaat onderdeel is bijna van de cultuur.” Zij herhaalde hierbij bijna letterlijk de woorden die Van der Plas, de voorvrouw van de BBB, een paar weken eerder deed. Van der Plas: “ Ik denk dat een heel goed idee is om dat in Nederland te doen omdat we zien dat de groepen mensen die hier het meest asiel aanvragen dat zijn landen als Syrië, Eritrea, Jemen dat zijn wel echt landen die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten. Ik zeg niet alle mensen.” Twee leden van een partij die de rechtsstatelijke verklaring hebben ondertekend die hier al discriminerend en generaliserend hele landen wegzetten als antisemitisch. Een ‘ activiteit’ die niet helemaal, of beter gezegd helemaal niet, passen binnen de grenzen van onze democratische rechtsstaat.

Op het voor de PVV belangrijkste onderwerp, lijkt het al na een paar maanden spaak te lopen. Minister Faber moest aan een ‘dragende motivering’ werken om staatsnoodrecht te gebruiken op het gebied van asiel. Noodrecht biedt de overheid de mogelijkheid om in noodsituaties zoals een ramp, epidemie of bij het uitbreken van een oorlog, snel te kunnen optreden. Optreden waarbij de gebruikelijke procedures en regelgeving opzij worden gezet. Ook kunnen, zoals tijdens de coronapandemie, vrijheden van burgers tijdelijk worden beperkt. Een redelijk geïnformeerd iemand, weet na deze korte beschrijving van het noodrecht al, dat asiel geen noodsituatie of crisis is. Dat dus een beroep op noodrecht om maatregelen te nemen te vergelijken is met een kanonschot om een mug te doden. De problemen in de asielketen zijn een gevolg van bestuurlijke onwil. Hiervoor noodrecht inzetten, vloekt met ‘hoge integriteitsnormen’ en is een voorbeeld van wat ‘democratische waarden’ juist niet inhouden. Een schending van de rechtsstatelijke verklaring die de vier partijen al in hun Hoofdlijnenakkoord overeen waren gekomen1.

Medio oktober 2024 betoogt Minister Faber dat deze gereed is en bij de fractievoorzitters ligt. Die geven aan ‘niets te hebben ontvangen’ en de eerste kabinetscrisis is geboren. Een crisis hoeft niet automatisch te betekenen dat de rechtsstatelijke verklaring wordt geschonden. De uitkomst van deze crisis zou je kunnen zien als een voorbeeld dat de verklaring werkt. De partijen herstellen hun eerdere overtreding van hun verklaring door af te zien van staatsnoodrecht.

Maar nu ik het toch over asiel en minister Faber heb. Het optreden van minister Faber was het tegendeel: “een bestuurscultuur die een constructieve bijdrage levert aan het landsbestuur en aan een positief bestuurlijk klimaat.” Alle bij het asielvraagstuk betrokken partijen beklaagden zich voor en achter de schermen over de onbereikbaarheid, de eigengereidheid en de eigenwijsheid van deze minister. Haar omgang met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en adviesorganen konden op weinig ‘respect en bescherming’ rekenen. De woorden waarmee ze het advies van het hoogste adviescollege, de Raad van State parkeerde, waren daarvan een stuitend voorbeeld. Dat advies zou:“hooguit punten en komma’s,” wijzigen want: “Het advies is niet bindend, ik kan ermee doen wat ik wil.” De overige ministers maar ook de Kamerleden van de vier partijen traden niet op tegen deze overtredingen van de rechtsstatelijk verklaring.

Terug naar november vorig jaar. Op donderdag 7 november speelt Ajax een Europese wedstrijd tegen Maccabi Tel Aviv. Qua supportersgroepen geen risicowedstrijd maar vanwege het Israëlische optreden in Gaza en de protesten tegen dat optreden is het een ander verhaal. De dag voor de wedstrijd zijn er verschillende incidenten met Maccabi supporters. Zo trekken ze een Palestijnse vlag van een gevel en vallen ze taxi-chauffeurs aan. Op de dag van de wedstrijd kwam het tot gevechten. De eerste bestuurder die op de rellen reageert is de Israëlische premier Netanyahu en daarna vallen politici en bestuurders over elkaar heen in hun verontwaardiging. Vooral bestuurders en politici van de regeringspartijen. Premier Schoof spreekt van: “volstrekt onacceptabele antisemitische aanvallen op Israëliërs’.” VVD-staatsecretaris Nobel spreekt van een: “groot integratieprobleem.” Volgens Nobel onderschrijft een groot deel van de islamitische jongeren de Nederlandse normen en waarden niet. Volgens VVD-leider Yeşilgöz vond er een jodenjacht plaatst en kwam dit niet uit de lucht vallen: “Onder deze uiting van haat, ligt een patroon. Een patroon van toenemende onverdraagzaamheid ten opzichte van de normen en waarden, de vrije manier van leven, die onze samenleving kenmerkt.” Wat verderop in haar verklaring spreekt ze over: “antisemitisch geweld uit extreemlinkse en extreemrechtse hoek komt. En ook uit delen van de Islamitische gemeenschap.” BBB-leider Van der Plas weet ook waar ze de schuldigen moet zoeken: “Marokkaanse en Noord-Afrikaanse jongeren met een islamitische achtergrond.” Weer koppelt Van der Plas ‘antisemitisme’ aan ‘ een islamitische achtergrond’. Let wel, al deze uitspraken werden gedaan voordat de toedracht van de gebeurtenissen goed was onderzocht en wetende dat de Maccabi-suporters zich in de dagen en uren voorafgaand aan de wedstrijd, behoorlijk hadden misdragen.

Het kabinet zinde op harde maatregelen. Maatregelen zoals het intrekken van de Nederlandse nationaliteit bij antisemitisch geweld. Een straf die alleen mensen met twee paspoorten kan treffen en daarmee in strijd is met de Grondwet. Het verbieden van sites en organisaties die ergens anders over denken, een aantasting van de vrijheid van meningsuiting. Hogere straffen voor antisemitisme waarmee de ene vorm van discriminatie zwaarder kan worden bestraft dan de andere. Het aanscherpen van het demonstratierecht. Een eufemistische uitspraak waarmee men bedoelde het recht op demonstratie wil beperken. Allemaal zaken die zeer moeilijk te rijmen zijn met de rechtsstatelijke verklaring. PVV-leider Wilders ging nog een stapje verder. Hij twitterde: “ Het land uit met dat tuig en Halsema mag mee’,” en daarmee oproepend tot het ontslag van de burgemeester. Iets waar hij als Kamerlid niet over gaat. Wilders betoont zich weinig respectvol naar de burgemeester en de gemeenteraad van Amsterdam, de bestuursorganen die er wel over gaan.

In de nasleep van de hierboven beschreven gebeurtenissen diende VVD-Kamerlid Bente Becker een motie in waarin de regering wordt verzocht: “ gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden, bijvoorbeeld door het SCP te vragen dit (periodiek) te onderzoeken.” Alle vier de regeringspartijen stemden voor deze motie. Net als de gehele rechtse kant van het politieke spectrum inclusief de ChristenUnie en de SGP. Deze motie pleit voor etnisch profileren. Volgens Becker en de partijen die de motie ondersteunen ligt het probleem bij ‘(gesloten) religieuze gemeenschappen. Om dit te kunnen ‘bestuderen’ en dan vooral de ‘acties’ die uit de ‘normen en waarden voortvloeien’, moeten gegevens van alle Nederlanders met een migratieachtergrond worden bijgehouden. Daarmee wordt gesuggereerd dat alleen migranten religieuze opvattingen kunnen hebben die tot ‘verkeerde acties’ kunnen leiden. Alsof mensen zonder migratieverleden geen lid kunnen zijn van een ‘(gesloten) religieuze gemeenschap’ en ‘verkeerde acties’ in de zin kunnen hebben. Alsof alleen ‘(gesloten) religieuze gemeenschappen’ tot verkeerde acties in staat zijn. Varkenskoppen en vuurwerk om te voorkomen dat asielzoekers worden opgevangen, de gewelddadige acties tegen anti-zwarte-piet-demonstranten en het storten en verbranden van afval door boeren als vorm van protest, zijn voorbeelden dat in niet (gesloten) religieuze gemeenschappen iets schort aan normen en waarden. Sterker nog, het indienen en aannemen van deze motie laat zien dat er zelfs bij de meerderheid van de Tweede Kamerleden iets schort aan de ‘normen en waarden’. Wat het in ieder geval laat zien is dat de rechtsstatelijke verklaring niet veel meer waard is dan het papier waarop ze is geschreven.

Dan naar een ander onderwerp. Stikstof. Alweer meer dan zes jaar geleden zette de Raad van State een streep door het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het PAS betekende dat je op basis van de te verwachten toekomstige positieve gevolgen voor beschermde natuurgebieden, nu mocht gaan vervuilen. Of zoals het op de Site van de Raad van State wordt uitgelegd: “Het PAS loopt daarbij dus vooruit op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden en geeft daarbij ‘vooraf’ toestemming aan nieuwe activiteiten.” Een soort beleggen met geleend geld. Enige verschil met beleggen is dat niet de uitvoerder van die activiteit het risico draagt maar het natuurgebied. De hoogste rechter zette hier dus een streep door. Die streep zorgde voor een tweede verliezer naast het natuurgebied. Door die uitspraak moeten alle bedrijven die zich onder deze regeling hebben gemeld en toestemming hebben gekregen, een vergunning aanvragen. Krijgen ze die vergunning niet of niet volledig, dan moeten ze hun activiteiten sluiten beëindigen of inkrimpen en dat brengt flinke kosten mee.

Een uitspraak waar de Nederlandse politiek sindsdien mee in haar maag zit. Een oplossing is nog steeds niet gevonden. Dat is niet vreemd want bij het zoeken naar die oplossing wordt geprobeerd de kool en de geit te sparen. Ongeveer een kwart van alle stikstof wordt door de landbouw uitgestoten in de vorm van ammoniak. De landbouw dat zijn dan de kippen, varkens en vooral de koeien en het is vooral deze ‘geit’ de veeteeltbedrijven die de achtereenvolgende regeringen willen sparen. Veel van deze bedrijven moeten nu een vergunning aanvragen. Dat aanvragen is niet het probleem. Het probleem is dat de aanvraag in het gros van de gevallen tot het afwijzen van de aanvraag leidt en dus tot het weigeren van de vergunning. Tot nu toe wordt deze situatie, vooruitlopend op nieuwe beleid, gedoogd. Dat nieuwe beleid moet toekomstperspectief bieden voor de lange termijn. Met dat perspectief als vergezicht, kunnen de boeren dan bepalen welke kant ze opgaan met hun bedrijf en kunnen kredietverstrekkers daarvoor het benodigde geld verstrekken. Na veel getraineer en geruzie vond het kabinet Rutte 4 eindelijk een oplossingsrichting. Die richting werd door minister Wiersma echter weer bij het grofvuil gezet en wil nog enkele jaren langer gedogen. Zij en haar partij BBB, richtten zich vooral op het aanpassen van de normen en voerden een strijd tegen modellen en hun wetenschappelijk onderbouwing en voorspellend vermogen. Die strijd bestond er vooral in deze in twijfel te trekken. Niet bepaald het uitvoeren en naleven van rechterlijke uitspraken noch van onafhankelijke instituties zoals de rechtspraak en de wetenschap.

Een verwant probleem betreft het mestprobleem. Nederland nam binnen de Europese Unie (EU) al jaren een uitzonderingspositie in, dit wordt derogatie genoemd. De Nederlandse boeren mochten al jaren lang meer mest over hun land uitrijden dan hun Europese collega’s. En mest is een van de oorzaken van slechte waterkwaliteit. In 2022 verleende de EU voor het laatst derogatie. Gevolg hiervan is dat de Nederlandse boeren vanaf 2026 aan dezelfde regels moeten voldoen als hun Europese collega’s. In 2023 was, zo is bij Follow the Money te lezen, was de Europese Commissie: “al ‘zeer behulpzaam’ (…) geweest bij het verlenen van de laatste ontheffing, ‘ondanks zorgen over de waterkwaliteit’. De Commissie was ‘extreem teleurgesteld’ dat de in 2022 gelanceerde stikstofaanpak ‘gestagneerd’ was.” En: “ Als Nederland niet met ‘doortastende’ maatregelen zou komen (…) dan zou het de voorwaarden van de laatste derogatie schenden. En als de waterkwaliteit niet snel zou verbeteren, kon er ‘geen sprake zijn van een nieuwe derogatie of het herzien van de bestaande derogatie’.” Die ontheffing uit 2022 was: “ in feite een ‘stapsgewijze afschaffing’ van de uitzondering geweest, op basis van Nederlandse beloften.” Maar zo constateerde de Europese vertegenwoordigers later, beloften: “die uiteindelijk ‘niet uitgevoerd of geschrapt’ waren.” Geschrapt door minister Wiersma. Wiersma zet vooral in op aanpassing van de Europese regels. Regels waar het overgrote deel van Europa zich aan moeten houden en zich aan houdt. De hele gang van zaken getuigt van weinig ‘integriteit’ en ‘ respect voor instituties die de rechtsstaat dragen’. Want ja, ook de Europese Unie is een van die instituties die onze rechtsstaat dragen. Bovendien draagt dit handelen niet bij aan een ‘ positieve bestuurlijke cultuur’ in Europa.

Met de Maccabi-rellen raakten we al aan de al meer dan honderd jaar durende oorlog in het voormalige mandaatgebied Palestina. De laatste slag in deze oorlog begon mop 7 oktober 2023. Hamas pleegde een grote aanslag in Israël. Onze regering, het toen demissionaire kabinet Rutte 4, schaarde zich meteen achter Israël. Dat land had het recht om zich te verdedigen. En het klopt dat landen het recht hebben zich te verdedigen tegen een aanval door een vreemde mogendheid. Israël werd echter niet aangevallen door een vreemde mogendheid. Gaza was en is geen mogendheid, het is geen land. Het was op 6 oktober en is nu nog steeds, door Israël bezet gebied. Dat er geen Israëlische troepen in Gaza aanwezig waren, doet daar niets aan af. De Israëlische reactie was en is buiten elke proportie en is gericht op het verdrijven van Palestijnen uit de door Israël bezette gebieden. Niet alleen uit Gaza, ook uit de Westelijke Jordaanoever. Verdrijven door het leven er voor Palestijnen onmogelijk te maken.

Als we kijken naar de manier waarop Israël in Gaza handelt dan doodt het extreem veel Palestijnen en brengt anderen veel lichamelijk en geestelijk leed toe. Twee handelingen die het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide schaart onder de definitie genocide. Van een derde handeling: “het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging,” lijkt ook sprake. Israël drijft de inwoners van Gaza steeds verder samen in een klein gebied. Een gebied waaruit de enige uitweg is om Gaza te verlaten. Het zet daarbij voedsel en water in als een middel om dat te bereiken. Daarnaast vernietigt Israël de complete Gazaanse gezondheidszorgstructuur door ziekenhuizen en klinieken te bombarderen en door medisch personeel te doden en gevangen te nemen. Het doden en vervolgens met ambulances begraven van de gedode hulpverleners is daarvan een voorbeeld. Verder worden buitenlandse journalisten niet toegelaten en Gazaanse journalisten maken een onevenredig groot deel uit van de dodelijke slachtoffers van het Israëlische geweld.

Iets minder zichtbaar, maar niet minder erg en opzettelijk, is de manier waarop Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever van huis en haard worden verdreven. Zo zijn de 40.000 inwoners van de vluchtelingenkampen Jenin, Tulkarem en Nur Shams van huis en haard verdreven. Hun voormalige woonplaats vertoont gelijkenissen met het huidige Gaza: kapotgeschoten huizen en vernielde infrastructuur. Mensen waarvan de voorouders in 1948 vluchtten uit Israël. Hun kinderen worden nu op de vlucht gejaagd. Ook neemt het aantal illegale nederzettingen toe: “Vóór de oorlog waren er 181 buitenposten en 150 officiële nederzettingen. Sindsdien zijn er 89 buitenposten bijgekomen op de Westoever, blijkt uit cijfers van Peace Now, een Israëlische organisatie die landroof op de Westoever documenteert.” Zo is te lezen op de site van de NOS. Vanuit al die oude en nieuwe illegale nederzettingen worden de Palestijnse bewoners geterroriseerd en van hun land verdreven.

Dit alles is voor de vier partijen die de rechtsstatelijke verklaring hebben opgesteld, nog steeds geen reden om het Israëlische handelen te veroordelen terwijl dit handelen de internationale rechtsorde schaadt. Een rechtsorde die de regering, zoals is opgenomen in artikel 90 van de Grondwet, moet bevorderen. Sterker nog, er worden nog steeds wapens en onderdelen van wapens aan Israël geleverd. Daarmee is Nederland op grond van artikel III onder e van het Genocideverdrag, medeplichtig aan genocide. En kunnen de individuele bewindspersonen van de regering worden gestraft, aldus artikel IV. Het handelen van de Nederlandse regering en de vier partijen is daarmee een grove schending van de rechtsstatelijke verklaring.

En toen moest het kabinet nog vallen. Want wie dacht dat na het opstappen van Wilders en zijn PVV uit het kabinet het beter zou worden, komt bedrogen uit. Daar waar na de val van een kabinet controversiële en gevoelige zaken in de ijskast worden geplaatst in afwachting van de uitspraak van de kiezer, wisten ze niet hoe snel ze op de oude voet door moesten gaan. De VVD wil nog snel profiteren van de ‘rechtse meerderheid’ om de asielwetten die Faber vlak voor de kabinetsval had opgeleverd er door te drukken. En omdat BBB en NSC vrezen na de komende verkiezingen slechts een marginale rol te kunnen spelen, gaan beide partijen daar graag in mee. Zo hopen ze nog een puntje te scoren en nog iets te bereiken. Dat dit op gespannen voet staat met de Nederlandse democratische mores, is nu even geen beletsel.

Dan de behandeling van die ‘niet controversiële’ asielwetten. Dat werd, zoals de titel van een Prikker die ik erover schreef, een soep zooitje. Een dubieus amendement door de PVV ingediend, werd aangenomen terwijl een meerderheid van de Kamer tegen was. In plaats van de behandeling vervolgens op te schorten en nog eens goed naar de implicaties ervan te kijken, werd de behandeling doorgezet. Er werd een ‘ geitenpaadje’ gezocht van staatsrechtelijk dubieuze kwaliteit.

Dat was echter niet het enige bijzondere wat er gebeurde. Op dezelfde dag dat er over het asielamendement werd gestemd, werd er ook gestemd over een motie van PPV-Kamerlid Mooiman. Die motie verzoekt: “ de regering zo snel als mogelijk gemeenten en woningbouwcorporaties de opdracht te geven om illegale onderverhuur van sociale huurwoningen door statushouders actief op te sporen, en ervoor te zorgen dat bij ieder vastgesteld geval van fraude verblijfsvergunningen van statushouders worden ingetrokken en een procedure tot uitzetting wordt gestart.” De PVV, BBB en VVD stemden, net zoals de rechtse kant van het politieke spectrum, voor deze motie. Een motie in strijd met onze Grondwet omdat er wordt opgeroepen om alleen onderverhuur door één specifieke categorie huurders moet worden opgespoord en niet onderverhuur in het algemeen. Bovendien wordt opgeroepen tot een straf die niet voor iedere Nederlander is weggelegd. Discriminatie dus.

Als klap op de vuurpijl nam de Kamer een amendement van hetzelfde PVV-Kamerlid Mooiman aan waarin wordt bepaald dat Statushouders op geen enkele manier in aanmerking komen voor urgentie. Of zoals de indiener het schrijft: “Voorliggend amendement moet voorkomen dat gemeenten “statushouders” als aanvullende urgentiecategorie kunnen opnemen in hun huisvestingsverordening, alsmede dat gemeenten “statushouders” in urgentiecategorieën kunnen plaatsen via de ruimte die ze hebben om de urgentiecategorieën en de criteria die bepalen wanneer woningzoekenden daaronder vallen, breder op te stellen dan de wet voorschrijft.” Een amendement waarbij discriminatie in een wet wordt vastgelegd. Tot zover de rechtsstatelijke verklaring. Met dit amendement kan een statushouder nooit tot een urgentiecategorie behoren. Het amendement werd aangenomen met steun van dezelfde groep als het asielamendement en de Mooimans’ ‘opsporingsmotie’.

Van de vier partijen die de rechtsstatelijke verklaring ondertekenden stemde alleen de NSC-fractie tegen deze motie en de twee amendementen. Die stem tegen veranderde twee dagen later in een stem voor de wet waarvan de aangenomen moties nu een integraal onderdeel uitmaken. Daarmee gaf de partij, die zich voor de verkiezingen van 2023 profileerde met alsnog haar zegen aan deze wetten en verloochende de staatsrechtelijke verklaring.

Op basis van de voorgaande voorbeelden kunnen we constateren dat het vlak behoorlijk over helt naar de niet rechtsstatelijke en niet grondwettelijke kant. De verklaring die de vier partijen onder leiding van informateur Plasterk opstelden, is daarmee niet meer dan een schaamlap en is zelfs dat nog niet. De erin gemaakte afspraken werden schaamteloos overtreden en genegeerd. Een partij als NSC die zich voor de verkiezingen profileerde met rechtstatelijkheid en goed bestuur, liet zich er weinig tot niets aan gelegen liggen. Het beëindigen van de samenwerking met Wilders veranderde niets aan de houding en het gedrag van de andere drie partijen.

1 Zie hiervoor het Hoofdlijnenakkoord, pagina 3

Uitgelicht

Soep zooitje

“Ook VVD-secretaris Van Aartsen (Openbaar Vervoer en Milieu) vindt dat “er geen soeppolitie moet komen”’ Zo is te lezen op de site van de NOS. Hij deed deze uitspraak in het kader van de behandeling van Asielnoodmaatregelenwet waarmee de Tweede Kamer op de laatste dag en bijna de laatste minuut voor het zomerreces instemde. Soep is wel een mooi gerecht om alles rondom deze wet te schetsen1.

In dat debat speelde een ‘ kommetje soep’ een hoofdrol. De Asielnoodmaatregelenwet bevat een artikel, artikel 108A dat illegaliteit strafbaar stelt. Dat artikel is opgenomen nadat de Tweede Kamer instemde met een door PVV-Kamerlid Marina Vondeling ingediend amendement. “De meerderjarige vreemdeling die in Nederland verblijft terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf niet rechtmatig is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie.”2 Zo luidt dit artikel. Over dit aangenomen amendement is veel te doen omdat het illegaliteit strafbaar stelt. En als iets strafbaar is, zijn burgers die weet hebben van de illegaliteit van iemand anders en daar niets tegen ondernemen, strafbaar.

Een amendement van BBB-Kamerlid Claudia van Zanten dat expliciet over het helpen van illegalen ging werd niet aangenomen. Maar daarmee is het helpen van een illegaal persoon nog steeds strafbaar. Daarvoor moeten we naar het Wetboek van strafrecht artikel 48. Dat regelt dat iemand die opzettelijk behulpzaam is bij het plegen van een misdrijf of opzettelijk gelegenheid, middelen of informatie verschaft tot het plegen van een misdrijf, strafbaar is. Als je weet dat iemand illegaal is en je helpt die persoon, dan ben je strafbaar. En daar kwam het ‘kommetje soep’ om de hoek kijken: het kon toch niet zo zijn dat iemand een ‘ kommetje soep’ aanbieden tot straf zou leiden. Voordat ik me nader op dat ‘kommetje soep’ richt. Terug naar het begin.

Naar de val van het kabinet Rutte IV. Dat kabinet viel over het asielbeleid en specifiek over de ‘nareis op nareis’. De bewering van de huidige VVD-leider Dilan Yeşilgöz die op dat moment minister van Justitie was, dat Nederland te maken had met duizenden mensen die nareisden als nareiziger van een nareiziger. Yeşilgöz’ soep bleek echter de kool niet waard. In werkelijkheid ging het om nog geen 200 aanvragen per jaar waarvan er gemiddeld 70 werden ingewilligd. Maar ja, het kwaad was geschied, het kabinet gevallen en de campagne begon.

Asiel werd het thema van de campagne. Yeşilgöz, die tussen de soep en de aardappelen tot VVD-lijsttrekker werd benoemd, dacht met dit thema stemmen te trekken. Het is echter linke soep om campagne te voeren op een thema dat het pièce de résistance is van een andere partij. Want laten we nu wel wezen voor Wilders is asiel als soep eten met een vork. Toen Yeşilgöz de deur open zette voor samenwerking met de VVD was het hek helemaal van de dam. Wilders schepte zijn soep goed uit en trok de hele campagne naar zich toe. Zijn partij werd de grootste. Het plan Yeşilgöz en de VVD was in de soep gelopen.

Wilders was aan zet om een nieuw kabinet te vormen. Yeşilgöz deed in eerste instantie alsof ze er geen soep mee had gegeten en paste voor deelname aan een kabinet. Dat duurde niet erg lang want door haar eigen handelen zaten we met z’n allen in de soep. Een beetje een kabinet vormen was bijna niet mogelijk. De partijen verzonnen echter een list: een extra parlementair kabinet. Daarvoor zochten ze een minister-president in wiens soep ze het konden doen. Die vonden ze in Dick Schoof.

Die ging aan de slag met het door de vier partijen opgestelde regeerakkoord. Dat beloofde ‘het strengste asiel beleid ooit’. Dat ‘strengste asielbeleid ooit’ moest voorkomen dat alles in de soep zou lopen. Immers aan alle ellende in Nederland zou een einde komen met dit ‘strengste asielbeleid ooit’. Dat moest gebeuren via een noodwet, zo hadden de partijen afgesproken. Helaas liep dat plannetje in de soep. Want ook voor deze klus zochten ze iemand. Wilders schoof Marjolein Faber naar voren maar zij bleek al snel geen goeie in de soep. Ze communiceerde slecht tot niet, stemde met niemand af en als ze haar mond open deed had ze meteen ruzie met anderen.

Het kabinet ging aan de slag. Echter, voordat ze goed en wel begonnen waren, was vet het al van de ‘samenwerkingssoep’. De partijen vlogen elkaar om niets in de haren en strompelden van crisis tot crisis. Zo ook op het asieldossier. De Asielnoodwet liep in de soep omdat de ‘nood’ ontbrak. Dan maar een gewone wet met ‘nood’ in titel: de Asielnoodmaatregelenwet. Maar nog voordat die wet in de Tweede Kamer werd behandeld liet Wilders het hele kabinet in de soep lopen. De kabinetssoep was zuur geworden. De eigenbijdrage in de zorg is leuk als je er stemmen mee kunt trekken. Er iets aan doen, boeide hem niet. Daar heeft hij geen soep mee gegeten. Nee, het ging om asiel en hij vond het strengste beleid niet streng genoeg. De andere drie regeringspartijen vonden de asielnood zo hoog, dat de Asielnoodmaatregelenwet nog voor de verkiezingen behandeld moest worden. Er lag nu immers iets en na de verkiezingen zou het er wel eens heel anders uit kunnen zien. Nu was er nog die ‘rechtse meerderheid’ en die wilden ze toch nog gebruiken om hun asielsoep goed uit te scheppen.

En daarmee komen we bij de gebeurtenissen van de laatste dag voor het zomerreces 2025. Of beter gezegd, een week eerder, op 25 juni 2025. Denk-fractievoorzitter Van Baarle dient op die dag een verzoek in om de stemmingen van een week later, de 1e juli, uit te stellen. Als verschuiven naar een andere dag niet zou gaan, dan in ieder geval de stemmingenronde in tijd naar achteren verschuiven zodat Kamerleden Keti Koti konden bijwonen en nog op tijd voor de stemming terug konden zijn. De stemmingen zouden namelijk beginnen op het moment dat de viering op z’n einde liep. Helaas wilde een Kamermeerderheid aangevoerd door Caroline van der Plas daar niet aan: “ Stemmingen zijn namelijk onze core business (waarvoor wij gekozen zijn en als fractie kan je gewoon bekijken wie er wel en wie niet naartoe gaat’” aldus Van der Plas. Dat klopt natuurlijk maar dat wil niet zeggen dat stemmingen niet verschoven kunnen worden naar een ander dag of tijdstip. Een blik op de agenda van de Plenaire Vergaderingen van die dag, maakt dat duidelijk dat er best wat geschoven had kunnen worden. Van der Plas en met haar de andere partijen van de voormalige coalitie wilden daar niet aan. Saillant detail is dat ook de NSC-fractie niet van uitstel wilde weten. Hadden ze toen maar geweten dat hun soep hierdoor een week later aardig dun zou worden.

Op die eerste juli werd gestemd over verschillende amendementen bij het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet. En dat waren er nogal wat. Bij één ervan, het hierbovenbeschreven amendement, gebeurde iets bijzonders. Die werd tegen de verwachtingen in aangenomen. De partijen PVV, VVD, BBB, SGP, Forum voor Democratie en JA21 stemden voor terwijl deze partijen samen geen Kamermeerderheid hebben. Maar omdat enkele Kamerleden Keti Koti bezochten en het spel met het wegstrepen van afwezigheid bij alle andere amendementen bij dit voorstel goed werkte, deed het dat bij die amendement niet. De afwezige leden van GroenLinks/PvdA hadden ‘ weggestreept’ met NSC-leden maar beide partijen waren tegen dit amendement. Daarom liep hun afspraak bij dit amendement in de soep.

Twee dagen later, op donderdag de derde juli, werd dan uiteindelijk de volledige wet behandeld. Bij die behandeling speelde een spreekwoordelijk ‘kommetje soep’ een hoofdrol. Vooral de NSC zat in de soep. De partij was voor de Asielnoodmaatregelenwet maar tegen het aangenomen amendement alleen maakte dat amendement nu onderdeel uit van de wet en er kon alleen maar vóór of tegen de wet worden gestemd. Vóór stemmen betekent dat illegaliteit strafbaar wordt en dat het serveren van een kommetje soep aan iemand die illegaal in ons land verblijft, ook strafbaar is.

Dat kan toch niet de bedoeling zijn, volgens NSC en de SGP. Voor die laatste partij is dat bijzonder omdat deze partij voor het betreffende amendement stemde en dus voor het strafbaar stellen van het ‘ kommetje soep’. De beide partijen probeerden het vervolgens in iemand anders zijn soep te doen. Die iemand was minister Van Weel van Justitie. Die wrong zich in allerlei bochten en beloofde de minister van justitie dat het serveren van het ‘kommetje soep’ als het aan hem ligt, niet zou worden bestraft. Bovendien, zo betoogde minister Van Weel van Justitie moeten:“ketenpartners prioriteiten (…) stellen bij de handhaving”, en die liggen bij: “mensen die crimineel gedrag vertonen”. De soep wordt, zo betoogde hij, niet zo heet gegeten als de wet haar opdiende. Een andere minister kan daar anders over denken en wel die hete soep opdienen. Iets wat hij niet kon ontkennen want de wet is de wet.

Maar omdat het hete hangijzer, het via het amendement toegevoegde artikel, tussen de soep en de aardappelen door werd opgediend, zegde de minister toe om het gedeelte dat strafbaarstelling van illegaliteit regelt, niet direct in werking te laten gaan, deed hij het bij de Raad van State in de soep en vroeg de Raad hierover een nader advies uit te brengen en dit met de Tweede Kamer te bespreken. Linke soep omdat de ervaringen uit het verleden op dit dossier leren dat adviezen niet al te serieus worden genomen. De Raad van State adviseerde in eerste instantie om: “het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet in de huidige vorm niet in te dienen bij de Tweede Kamer.” Minister Faber had daar echter geen soep mee gegeten. Ze gaf aan: “hooguit punten en komma’s,” te wijzigen want: “ Het advies is niet bindend, ik kan ermee doen wat ik wil.”

Al met al is het nu een soep zooitje dat nu aan de Eerste Kamer wordt opgediend.

Hieronder de gebruikte soepuitdrukkingen

1. De soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend: zo moeilijk als het wordt verteld of voorgesteld, is het meestal niet.

2. Hij zit in de soep: hij zit in verlegenheid / in de problemen.

3. Het in iemand zijn soep doen: iemand overtuigen om jouw wil uit te voeren.

4. Daar wordt de soep aardig dun van: door deze gebeurtenis wordt de situatie minder aangenaam.

5. Iets doen tussen soep en aardappels (de patatten): iets vlug doen, zonder veel zorg.

6. Hij schept zijn soep goed uit: hij profiteert van de situatie.

7. Dat is linke soep!: dat is gevaarlijk!

8. In de soep lopen: volledig mislukken (van een plan).

9. Het is een soep zootje: het is een rommeltje.

10. Soep eten met een vork: ergens geen genoeg van krijgen.

11. Het vet is van de soep: het beste is er van af.

12. Hij is een goeie in de soep: hij is onkundig.

13. Het is niet veel soeps: het is niet veel bijzonders.

1 In deze Prikker verschillende uitdrukkingen met soep, Voor de betekenissen zie: https://www.voedingonline.nl/page/Nieuws/Bericht/56/Spreekwoorden-met-soep

2 https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/plenaire_vergaderingen/details/activiteit?id=2025A05166 zie amendement 36704-74

Uitgelicht

Election files 2: partijen uitsluiten

Na een kleine week gaf VVD-leider Dilan Yesilgöz antwoord op de vraag of haar partij nog in zee wil gaan met de PVV van Geert Wilders. “ Hij heeft opnieuw zijn kans verspeeld en heeft opnieuw zijn kiezers in de steek gelaten. In 2012 liep hij weg, terwijl ons land, op de rand van een economische crisis, juist behoefte had aan stabiliteit en leiderschap. Dertien jaar later, bleek er weinig veranderd. De laffe route van weglopen, is nog steeds de stijl van Wilders. Met zijn roekeloze gedrag, met zijn gebrek aan serieus uitgewerkte ideeën: keer op keer blijkt zijn eenmanspartij incapabel te zijn en niet te kunnen, maar vooral niet te wíllen leveren.” Met deze woorden lichtte zij haar besluit toe. Woorden waarmee Yesilgöz wil aangeven dat zij niet de partij en haar standpunten uitsluit, maar de persoon Wilders. Bijzonder omdat de partij alleen uit de persoon Wilders bestaat. Dat maakt het scheiden van de partij en de persoon lastig. In deze tweede Prikker onder de vlag Election files staat het uitsluiten van partijen centraal. Het uitsluiten van partijen is, zo betogen velen, niet democratisch want je sluit daarmee ook de kiezers van die partij uit. In deze Prikker onderzoek ik die uitspraak.

Onze Nederlandse democratie kenmerkt zich door de vele partijen. Partijen die allemaal een kans hebben op een zetel in de Tweede Kamer. Als een partij de kiesdeler haalt, dan krijgt deze partij een zetel in de Kamer. De kiesdeler wordt berekend door het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen te delen door 150, het aantal Kamerzetels. Sinds de invoering van het Algemeen kiesrecht is het nog nooit voorgekomen dat één partij meer dan de helft van de zetels veroverde bij een verkiezing. Gevolg hiervan is dat er altijd twee of meer partijen moeten samenwerken om tot een regering te komen die op steun kan rekenen van meer dan de helft van de Kamerzetels. Om een regering te vormen moeten er daarom altijd compromissen worden gesloten. Moeten partijen water bij hun wijn doen waardoor die wijn nooit zo smaakt als vooraf wordt gehoopt. Compromissen sluiten is makkelijker met partijen die dichtbij je staan qua denkbeelden. In een dergelijke constellatie is het niet handig als partijen elkaar al bij voorbaat uitsluiten. Immers, als partijen elkaar uitsluiten worden de mogelijkheden om een regering te vormen die op een meerderheid van de Kamerzetels kan steunen, beperkt. Er zijn immers minder ‘zetels’ die met elkaar willen samenwerken. Niet handig wil echter niet zeggen dat het niet democratisch is en dat daarmee kiezer buitenspel worden gezet.

Voor wat betreft ‘de kiezer buiten spel zetten, het volgende. De keuze van een partij om een andere in de ban te doen, betekent niet dat die partij de betreffende kiezers buitenspel zet. Zo’n besluit belet niemand om te stemmen op de partij van voorkeur. Bij verkiezingen wordt geen enkele kiezer buitenspel gezet. Zo’n uitspraak schept duidelijkheid. De kiezer weet voordat het vakje wordt gekleurd wat de gevolgen zijn van zijn stem op een van de beide partijen. Een stem op een van beide partijen betekent dat er niet met de andere wordt samengewerkt. Hierdoor wordt geen enkele kiezer buitenspel gezet. Alle partijen kunnen gewoon hun parlementaire werk doen waarvoor ze gekozen zijn. De metafoor van ‘buitenspel zetten’ is een verkeerde. Want als er in het geval van uitsluiting vooraf sprake is van ‘buitenspel zetten’, dan worden er na de formatie nog veel meer kiezers ‘buitenspel gezet’. Dan staat de gehele oppositie ‘buitenspel’. Kern van het spel is nu juist een strijd tussen coalitie en oppositie. Een spel dat voor de kiezer duidelijk maakt dat er andere keuzemogelijkheden zijn. Dat de meerderheid niet de wijsheid in pacht heeft. Het uitsluiten van een partij zet niemand ‘ buitenspel’ en is ook niet ondemocratisch.

Sterker nog, het uitsluiten van een partij kan juist zeer democratisch zijn. Een democratie staat open voor iedereen. Ook voor partijen die aan haar en vooral de rechtsstaat willen ondermijnen en afschaffen. Partijen die de basisnormen, waarover ik in de eerste Prikker in deze reeks schreef, aan de laars lappen. Elke zichzelf respecterende democratische partij doet zo’n partij in de ban. Ermee samenwerken is een hellend vlak. De PVV is zo’n partij. Een partij die uitblinkt door het gebrek aan democratie. Ze bestaat uit en draait om een persoon, Wilders, en kent geen interne tegenspraak. Een van de belangrijkste kenmerken van een democratie is juist tegenspraak. Het is een partij die de mensen verdeelt en ongelijk behandelt. Een partij die de rechterlijke macht ondermijnt door te spreken over ‘D66-rechters’, door rechters ‘knettergek’ en ‘PVV-haters’ te noemen en die het parlement ‘nep’ noemt. Dat laatste is bijzonder omdat hij geen conclusies uit trekt. Hij blijft lid van dat neppe parlement en is inmiddels het langst dienend Kamerlid. De PVV is echter niet de enige partij die op democratische en rechtsstatelijke gronden in de ban gedaan moet worden. Ook de Staatkundig Gereformeerde Partij zou om die redenen in de ban gedaan moeten worden. De partij behandelt vrouwen op een andere manier dan mannen en dat is in strijd met onze Grondwet.

In zijn boek Protecting Democracy in Europe. Pluralism, Autocracy and the future of the EU beschrijft Tom Theuns manieren waarop: “ autocratische invloeden in het beleid en de wetgeving van de Europese Unie op coherente wijze kunnen worden ingeperkt.”1 Hij onderscheidt hiervoor op hoofdlijnen twee mogelijkheden om autocraten binnen de EU in te perken. Als eerste wettelijke inperking van autocratische landen. Dit kan op een zachte manier, door: “sociale druk, dialoog en controle.2 Dit is de manier waarop de EU tot nu toe acteert tegen autocratische en naar autocratie neigende landen. Het kan ook op de harde manier, door: “maximaal coherente uitsluiting.3Dit moet ertoe leiden dat een autocratisch land, zo betoogt Theuns: “binnen de passende grenzen die worden gesteld door normatieve coherentie en de legitieme reikwijdte van de bevoegdheden van de EU, hoe minder democratisch een EU-lidstaat wordt, hoe minder invloed het over het algemeen zou moeten hebben op de wetgeving en beleidsvorming van de EU.” De tweede manier is: “politieke indamming. … Dit kan in de vorm van verschillende vormen van politieke niet-coöperatie en geen gebaren van goede wil, zoals gedeelde fotomomenten, uitwisseling van geschenken, gezamenlijke persconferenties en openbare felicitatieboodschappen uit te wisselen. … (A)utoritaire actoren in de EU-politiek moeten zoveel mogelijk politieke legitimiteit en prestige worden ontnomen door pro-democratische EU-actoren.4Een soortgelijke lijn kan ook worden gevolgd bij het omgaan met anti-rechtsstatelijke partijen.

Maximaal coherente uitsluiting is het van tevoren aangeven niet met een dergelijke partij samen te willen werken. Politieke indamming door niet met deze partijen te praten en door ze geen podium te bieden. Dus ook geen Kamer voorzitterschap van de Kamer. Want samenwerken met dergelijke partijen ondermijnt onze democratie en onze rechtsstaat. Daarom ageerde ik eind 2023 ook sterk tegen het advies van verkenner Plasterk om: “Te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.” Zoals ik toen aangaf zou: “Een zichzelf respecterende democraat zegt dat de in de Grondwet opgenomen grondrechten niet ter discussie staan. Een zichzelf respecterende democraat adviseert niet samen te werken met een partij die de in de Grondwet opgenomen rechten wil beperken. Een zichzelf respecterende democraat waarschuwt voor dit hellend vlak in plaats van het te adviseren.” Helaas hebben de VVD, NSC en VVD dat gesprek wel gevoerd. Daarmee hebben ze onze rechtsstatelijke democratie een slechte dienst bewezen. Een slechte dienst omdat het leidde tot de meest incompetente regering in onze parlementaire geschiedenis. Maar vooral een slechte dienst omdat de partijen aangaven dat die rechtsstatelijke democratie onderdeel van onderhandeling is en dus bij hen niet in goede handen is.

Dat de democratische rechtsstaat bij deze partijen niet in goede handen is, bleek ook bij de val van de regering. Aanleiding voor die val was het ‘tienpuntenplan’ van Wilders. De drie andere partijen gaven allemaal aan dat ze de tien punten wilden laten onderzoeken. Op zich is dat niet verkeerd. Dat is het achter wel als er punten bij zitten die in strijd zijn met onze democratische rechtsstaat en enkele van de punten zijn dat. Het afnemen van het Nederlanderschap van iemand met een dubbele nationaliteit na een gewelds- of zedenmisdrijf is in strijd met de democratische rechtsstaat. Het maakt namelijk dat Nederlanders verschillend behandeld kunnen worden. Door dit idee van Wilders niet expliciet af te wijzen, laten deze partijen zien dat zij het niet zo nauw nemen met de grondrechten. Dit laat zien dat het vlak dat met het advies van Plasterk is gaan hellen, verder is gaan hellen.

Het vlak is gaan hellen maar het is nog niet te laat. Daarvoor is het wel nodig dat echte democratische partijen erkennen dat de PVV en de SGP geen democratische partijen zijn en dat er met hen geen zaken worden gedaan. Minstens zo belangrijk is dat de reguliere media dit her- en erkennen. Dat zij deze partijen beschrijven voor wat ze zijn: niet democratisch en niet rechtsstatelijk. Aan de ene kant om de sociale druk op te bouwen en aan de andere kant door geen aandacht te besteden aan deze partijen. Door hun plannen, ideeën en in het geval van Wilders ook zijn x-berichten te negeren. En in verkiezingstijd door ze niet te interviewen en niet uit te nodigen voor lijsttrekkersdebatten. Dit steevast met de vermelding dat ze niet worden gevraagd omdat ze niet democratisch zijn.

1 Tom Theuns, Protecting Democracy in Europe. Pluralism, Autocracy and the future of the EU, pagina 127

2 Idem, pagina 133

3 Idem, pagina 137-138

4 Idem, pagina 143

Erg in hebben

“Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt.” De laatste woorden van het verhaal Piramide van de Venlose schrijver Fons Wijers. Het verhaal staat in zijn pas uitgekomen verhalenbundel Ricardo’s lot.  De woorden kwamen bij me op toen ik, zoals veel gebeurt in deze periode van het jaar, aan het terugdenken was wat er het aflopende jaar allemaal is gebeurd. Die woorden staan voor mij model voor het afgelopen jaar. Of beter nog, voor de afgelopen twintig jaar.

Eerst even naar het verhaal Piramide. De hoofdpersoon vertelt aan zijn dokter dat hij op reis gaat naar Egypte. Die dokter vindt dat, gezien de conditie van de man, geen goed idee en sluit zijn betoog af met de woorden: “Dus als u me vraagt of een dergelijke reis verantwoord is, moet ik u teleurstellen.” De man gaat toch en sterft vervolgens bijna van benauwdheid tijdens een bezoek aan een piramide. Hij overleeft het en kijkt aan het einde van de dag uit het raam van zijn hotelkamer en realiseert zich: “dat ademhalen natuurlijk gewoon vanzelf behoort te gaan, zonder nadenken.” Want en daarmee eindigt het verhaal: “Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt.”  Een mooi kort verhaal waarvan de bundel van Wijers er veel meer bevat.

Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt, als het vanzelfsprekend is. Als je er ‘erg in hebt’ dan gaat het niet goed. Voor de man in het verhaal betreft dit de ademhaling. Die ging in de piramide niet vanzelf, het kostte moeite. In onze democratische rechtsstaat is het precies hetzelfde. Pas als iets niet goed gaat, zoals bij de Toeslagenaffaire, dan heb je er ‘erg in’. Dan merk je dat iets wat je als gewoon veronderstelde, niet vanzelf gaat. Als je het nieuws een beetje volgt dan krijg je de indruk dat er in onze democratische rechtsstaat tegenwoordig veel is waar we ‘erg in’ hebben en dat niet goed gaat. Als je het taalgebruik mag geloven dan leven we in een crisistijd. Milieucrisis, stikstofcrisis, energiecrisis, wooncrisis, asielcrisis, veiligheidscrisis want we moeten ons voorbereiden op een oorlog en zo’n crisis leidt al snel tot een kabinetscrisis. Ieder probleem wordt meteen een crisis en het is aan de overheid om die op te lossen. Op te lossen door volgens het ene uiterste, stevige maatregelen te nemen en volgens het andere uiterste zich er niet mee te bemoeien want dat lost de markt zelf wel op.

Volgens premier Schoof, zo vertelt hij in een interview in de Volkskrant, is: “Het belangrijk dat Nederland een relatief stabiel bestuur heeft,” want: “het is super onrustig in de wereld.” Nu maakt zijn kabinetsploeg alles behalve een stabiele en zelfs geen ‘relatief stabiele’ indruk. Het getuigt van weinig stabiliteit om pas aangenomen wetten, zoals de Spreidingswet weer in te trekken en om bijna afgeronde trajecten om een uitdaging aan te pakken, zoals bij de aanpak van het stikstofprobleem, bij het grof vuil te zetten. Het getuigt van weinig ‘stabiliteit’ door bij de aanpak van veel problemen alle ballen op innovatie te zetten en vervolgens te bezuinigingen op wetenschap en innovatie. Dit even terzijde.

Een nadeel van ‘er geen erg in hebben omdat het goed gaat’, is dat de waardering voor dat goed gaan verdwijnt. Dat er goed drinkwater uit de kraan komt is vanzelfsprekend. Dat die vanzelfsprekendheid onder druk staat door de grote hoeveelheid stikstof en nog meer door het gebruik van pesticiden verdwijnt dan naar de achtergrond. Van een andere orde, dat we in een democratische rechtsstaat wonen is vanzelfsprekend. Zo vanzelfsprekend dat Plasterk, die mogelijke kabinetten moest onderzoeken adviseerde om: “te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.”  Zo vanzelfsprekend dat die partijen dat vervolgens ook nog gingen doen. Onze democratische rechtsstaat is onderhandelbaar. Onze Grondwet moet gewaarborgd worden. Ik dacht altijd dat de Grondwet de waarborging was van en voor onze democratische rechtsstaat.

Verdwijnende waardering van grondrechten omdat het goed gaat, bleek ook uit de discussie over het demonstratierecht die naar aanleiding van demonstraties van Exctinction Rebellion begin 2024 losbarstte. Die club maakte, zo betoogde Lilian Helder van de BBB, ‘misbruik van het demonstratierecht en moest daarom maar tot ‘criminele organisatie’ worden bestempeld. Politieke partijen die het demonstratierecht willen beperken omdat de boodschap die de groep verkondigd hen niet aanstaat. Ze realiseren zich niet dat het laten horen van een boodschap nu juist precies de kern van het demonstratierecht is

Waar het goed mee gaat, is het stigmatiserend, discriminatoir en soms zelfs racistische discours dat sinds het begin van deze eeuw over Nederland wordt uitgestort en waar Wilders al zo’n twintig jaar de belangrijkste vertolker van is. In maart van dit jaar gaf BBB-voorvrouw Van der Plas een voorbeeld dat het goed gaat met dit discours toen ze bij OP1 beweerde dat: “de groepen mensen die hier het meest asiel aanvragen dat zijn landen als Syrië, Eritrea Jemen dat zijn wel echt landen die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten.” Nogal stigmatiserend en discriminerend en wat mij daarbij het meeste trof was dat de presentatoren het gewoon lieten passeren. Geen verontwaardiging, geen vraag naar bewijs. Ze zwegen als het graf. In mei deed Mona Keijzer, partijgenoot van Van der Plas en nu minister in het kabinet Schoof, bij Jeroen en Sophie een soortgelijke uitspraak: “Wat je ziet is dat veel asielmigranten komen uit landen met een islamitisch geloof. We weten dat daar jodenhaat onderdeel is bijna van de cultuur.” Daarom was er in het coalitieakkoord opgenomen dat de Holocaust onderdeel moet worden van de inburgering. Gelukkig was er toen wel iemand die tegengas gaf, de schrijver Arnon Grunberg vond het: “kwalijk. Dat is precies wat je niet moet doen… En dit vind ik eigenlijk ook nog schandelijk omdat over de ruggen van zes miljoen vermoorde joden hier symboolpolitiek wordt bedreven” Naar aanleiding van Keijzers uitspraak verzuchtte ik dat: “Als er dan toch ergens ‘nadrukkelijk kennis van de Holocaust’ bijgebracht moet worden, dan zijn de onderhandelaars van het coalitieakkoord een goede plek om te beginnen.”   

Na de gebeurtenissen in Amsterdam van 7 november bleek dat het stigmatiseren en discrimineren niet alleen iets van de PVV en BBB is. Onder de het-moet-benoemd-worden-vlag stigmatiseerden naast deze partijen ook de VVD en het kabinet Schoof er vrolijk op los. Er was sprake van een ‘integratieprobleem’ van mensen die hier geboren en getogen zijn. Om dat aan te pakken moet de ene vorm van discriminatie, antisemitisme, zwaarder worden bestraft dan andere vormen. Die gebeurtenissen werden ook aangegrepen om het demonstratierecht te beperken. Demonstreren werd voor het gemak ongeveer gelijkgesteld aan relschoppen. Trouwens niet alleen tegen het demonstratierecht er werd gepleit voor het verbieden van de instagrampagina Cestmocro omdat die “onze jeugd vergiftigt met haat en antisemitisme,” aldus BBB-Kamerlid Henk Vermeer en het wordt niet gemodereerd. Een aantasting van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van drukpers. “Als dit onze samenleving vertegenwoordigt, dan sta ik met de rug naar de samenleving,” schreef ik naar aanleiding hiervan.

Eind november bleek hoe ‘goed’ het in Nederland gaat met het stigmatiserende, discriminerende en naar racisme riekende discours. Het bleek zo tot in de ‘genen’ van het gros van politiek Nederland doorgedrongen dat naast de vier regeringspartijen ook de SP, het CDA, de ChristenUnie en de SGP er geen been in zagen een discriminerende en stigmatiserende  motie aan te nemen. Een motie die de overheid oproept tot etnisch profileren. Pas nadat er ophef over ontstond leken enkele partijen zich te realiseren waar ze voor hadden gestemd. Zelfs de indiener van de motie liet van zich horen. Niet met een verontschuldiging, nee door de partijen die tegen de motie stemden de mantel uit te vegen. Die partijen maken zich schuldig aan het: “cancellen van een onwelgevallige mening.” Die partijen en: “een aantal feitenvrije columns en kwalijke bijdragen,” zijn de schuld. Daarin werden: “een aantal woorden uit de motie uit context,” getrokken. Zo is op de VVD site te lezen.

Het gaat zo goed met het stigmatiserende en discriminerende discours dat grote groepen mensen er geen erg in  hebben hoe giftig en schadelijk dit discours is. Die schade wordt nog vergroot omdat het discours wordt gebruikt om de bijl te zetten in de wortels van onze democratische rechtsstaat en grote groepen hebben niet eens in de gaten dat er aan die wortels wordt gehakt. Ze hebben het niet in de gaten omdat de verworvenheden ervan zo vanzelfsprekend zijn dat men zich een wereld zonder niet kan voorstellen.  Zo bleek uit een reportage van de NOS in juni 2024 dat een grote groep jongeren democratie niet belangrijk vindt en autoritaire bestuursmodellen aantrekkelijk vindt omdat die, in tegenstelling tot een democratie, snel resultaten bereiken. Op de vraag of leiders gekozen moeten worden antwoordde een jeugdige: “het liefst wel gekozen. Maar stel het gaat helemaal mis dan is dat wel een optie.”  Ik dacht en schreef vervolgens: vergeef hen, ze weten niet wat ze wensen.” Een autocratie ‘aanschaffen’ is zo gebeurd, afschaffen is wat lastiger. Voor een democratie geldt precies het omgekeerd: afschaffen is zo gebeurd, ze weer aanschaffen is een heel ander verhaal.

“Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt.” Met betogen die de bijl zetten aan de wortels van onze democratische rechtsstaat gaat het zo goed dat ze steeds minder opvallen. Een zeer zorgelijke ontwikkeling. Ik hoop dat deze prikker eraan bijdraagt dat het giftige en schadelijke van dergelijke betogen wel weer gaan opvallen. Ik hoop dat ze ertoe leiden dat steeds meer mensen als de hoofdpersoon in Wijers’ verhaal Piramide ‘staan te hijgen’ omdat ze wat nu het nieuwe normaal lijkt te worden, niet normaal vinden en zich ertegen uitspreken.

Eigen BBBetutteling eerst

“BBB is tegen toenemende betutteling van de overheid. Het voorstel “Nicotinee” legt extra druk op ondernemers, is nadelig voor de grensregio’s en stimuleert de illegale handel. BBB wil géén nationale regels bovenop Europese wetgeving. BBB pleit voor inzet op Europees niveau.” Aldus een bericht van de BBB dat ik op LinkedIn tegenkwam. De partij vindt het voorstel van Nicotinee als de Nederlandse overheid het overneemt, betutteling. Een bijzondere passage in een bijzonder bericht.

Bron: Flickr

“Wij vinden dat het niet de taak is van de overheid om de persoonlijke vrijheden van mensen te beperken op basis van wat de overheid denkt dat beter voor ons is,” aldus BBB- en voormalig PVV-Kamerlid Lilian Helder in het bericht waar ze spreekt over roken en rookwaren. Het is de taak van de overheid om ons te beperken in hun persoonlijke vrijheid omdat ze denkt dat het goed voor ‘ons’ is. De verkeersregels beperken mij in mijn vrijheid. Ik mag niet met 200 kilometer per uur over de linker weghelft scheuren. Die vrijheid heb ik niet. Ik moet rechts rijden en moet me aan de geldende maximumsnelheid houden. Ik moet me daaraan houden omdat dit goed voor ‘ons’ is. Ik mag ook niet vrolijk schietend met een Kalasjnikov rondlopen of christal meth maken en verkopen. Als ik dat allemaal al zou willen. Ik mag geen medemens als slaaf houden. Ik mag, als werkgever, mensen die voor mij werken niet met 20 tegelijk in een krot van een woning stoppen. Helaas gebeurt dat wel. Ik mag dat niet omdat de overheid vindt dat dit niet goed is voor ‘ons’.

‘Maar ik mag toch zelf weten wat ik in mijn lichaam stop,’ kun je nu tegenwerpen. Dan werp ik tegen: ‘maar geldt dat dan niet ook voor harddrugs?De BBB denkt van niet zo is te lezen in het genoemde verkiezingsprogramma. “Het onvoldoende bestrijden van harddrugsgebruik in de steden … tot criminele drugsnetwerken op het platteland.”  Even voor de beeldvorming, ook op het door de partij zo bejubelde platteland wordt flink ‘geslikt, gespoten en gesnoven’, dit naast dat er daar ook flink ‘gezopen’ wordt. Dat is niet voorbehouden aan de grote steden. Dit even terzijde. Het gebruik van harddrugs wil de partij bestrijden. Maar, beste BBB, ook dat is een beperking van de persoonlijke vrijheid van mensen. Ook hier ‘bepaalt’ de overheid wat ‘betere voor ons’ is en ‘betuttelt’ zij. Als de BBB consequent was in haar redenering, dan zou ze ook het verbod op harddrugs ‘betuttelend’ vinden of ook pleiten voor het bestrijden van de rook en vape-verslaving. Want waarom is de ene drug illegaal en de andere niet?

“In plaats van te verbieden, moeten we wat ons betreft Europees aan de slag en landelijk vooral inzetten op voorlichting, preventie en begeleiding voor wie wil stoppen.” Maar beste BBB, waarom zou de overheid je wel moeten helpen met het stoppen? Als het je eigen keuze is om te vapen en verslaafd te raken, waarom dan geld besteden aan voorlichting en preventie? Waarom moet de overheid je dan begeleiden bij het stoppen? Als het een eigen keuze is om te gaan vapen en verslaafd te raken, moet je dan ook niet zelf de gevolgen daarvan aanvaarden en zelf opdraaien voor de kosten van de begeleiding? Moet je dan ook niet opdraaien voor de kosten van de gezondheidszorg als je ziek wordt door je gedrag? Opdraaien door die zelf te betalen of door een veel hogere verzekeringspremie te betalen waarin die kosten worden doorberekend? Want waarom zou ik daarvoor moeten opdraaien?

Het is juist wel de taak van de overheid om te ‘betuttelen’ om zo de vrijheid voor ons allen te vergroten. ‘Het doel van de staat is de vrijheid,” zoals op de sokkel van het beeld van Spinoza in Amsterdam. Een tekst die Spinoza’s filosofie samenvat. Maar ja, wat jezelf wil verbieden is logisch. Of om het wat anders te formuleren eigen betutteling eerst. Of om in BBB termen te blijven eigen BBBetutteling eerst.

Benoemen

Afgelopen week vlogen, naast straatstenen en bouwmaterialen, grote woorden door de lucht. Pogrom, antisemitisme, terrorisme. De stenen waren nog niet geland of de Israëlische premier stuurde twee vliegtuigen. De inkt van zijn bericht was nog niet droog of de Amerikaanse president deed nog een duit in het zakje. Binnenlandse politici zoals Wilders, Yesilgoz en premier Schoof lieten zich ook niet onbetuigd. Na een genuanceerd betoog en een pleidooi bij Buitenhof van Jaïr Stranders filosoof en bestuursvoorzitter van de Liberaal Joodse Gemeenschap Amsterdam om zeer voorzichtig te zijn met het gebruiken van dergelijk zwaarbeladen termen, sprak minister Sophie Hermans de woorden: “Hier staan mensen met de rug naar onze samenleving”

Hermans zat bij Buitenhof om te spreken over wat haar en de Nederlandse inzet zou zijn voor de klimaattop die de komende twee weken plaatsvindt. Mijn zoon vatte het gesprek kort samen met de woorden: “ze praat veel maar zegt niets.” Aan het begin van haar interview werd ze gevraagd om te reageren op de uitspraak Van Raoul du Pré in de Volkskrant dat: “Een land waarvan de politieke leiders bij een uitslaande brand niet toesnellen met water maar met benzine, (…) zich grote zorgen (mag) maken over de nabije toekomst.” Hermans gebruikte ook hier veel woorden maar paste ervoor om zich uit te spreken over die pyromane politieke leiders. Sterker nog, met de woorden dat ‘er mensen met de rug naar onze samenleving staan’, legt ze oorzaken van de zorgen van Du Pré bij anderen neer. Premier Schoof en in zijn kielzog of hij in het kielzog van andere, spreekt over een probleem met integratie. Wat ze allemaal gemeen, hebben is dat ze allemaal spreken over ‘benoemen’ wat er is gebeurd.

Benoemen’: “een naam geven: een probleem benoemen officieel tot probleem verklaren door het een naam te geven,” aldus een van de twee betekenissen die de digitale Van Dale geeft van het woord. De tweede betekenis, “aanstellen: iemand tot voorzitter noemen,” is hier niet aan de orde. Hermans, Schoof en al die anderen ‘benoemden’ de gebeurtenissen in Amsterdam van de afgelopen week. Bij dat benoemen valt mij iets op en geheel in hun stijl en in tegenstelling tot mijn eigen stijl, ga ik dat nu eens niet bevragen maar benoemen.

Ik zie politieke partijen die verdeeldheid zaaien. Die mensen stigmatiseren en bijna criminaliseren op basis van hun geloof en waar de wieg van hun ouders of nog verdere voorouders stonden. Die deze mensen tot zondebok maken voor alles wat er in hun ogen niet goed gaat. Politici die van moslims verwachten en zo ongeveer eisen dat ze zich uitspreken over het gebeuren en ‘hun mensen’  aanspreken en in het gareel houden. Dat ze ziende blind en horende doof zijn kan daaraan debet zijn want de afschuw over het  gebeurde kwam uit alle hoeken en gaten van onze samenleving. Wat bijzonder is aan een dergelijke oproep is dat zij nooit van autochtone Nederlanders vragen en zeker niet eisen dat ze zich moeten uitspreken tegen geweld en bedreigingen door andere autochtone Nederlanders. Politici die het gebeurde framen als een ‘integratieprobleem’ en daarmee grote groepen mensen stigmatiseren. Daarbij vergeten ze dat integreren iets is waaraan iedereen, ook zij, een bijdrage moet leveren. Dit is racisme, de “opvatting dat mensen met een bepaalde huidskleur beter zouden zijn dan mensen met een andere kleur, gebruikt als rechtvaardiging om mensen met een andere kleur slecht te behandelen.”  En zoals artikel 1 van onze grondwet stelt, is: “Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, (…) niet toegestaan.” Drie van de meest uitgesproken partijen, de PVV de BBB en de VVD maken deel uit van de regeringscoalitie.

Daarbij blijft het niet. De regering, daartoe aangezet door dezelfde partijen wil de Nederlandse nationaliteit afpakken van mensen die zich schuldig maken aan antisemitisme. Dit vloekt op twee manieren met een van de hoekstenen van onze rechtsstaat: het gelijkheidsbeginsel. Als eerste is antisemitisme niets meer en niets minder dan een vorm van racisme. De ene vorm van racisme, antisemitisme, zwaarder bestraffen dan de andere vorm, zoals het kabinet ook wil, is niet alleen een vorm van discriminatie het vloekt ook nog eens met het gelijkheidsbeginsel. Als tweede kan het afnemen van een nationaliteit alleen van iemand die meerdere nationaliteiten heeft. Iemand met alleen de Nederlandse nationaliteit die nationaliteit afnemen, mag niet. Iemand stateloos maken mag immers niet. Als dit werkelijkheid wordt, kan de ene persoon zwaarder worden gestraft dan de andere. Dat vloekt met het gelijkheidsbeginsel. Dat dit bij een veroordeling voor terrorisme kan, doet daar niets aan af. Ook daar vloekt het met het gelijkheidsbeginsel. De regering en deze partijen zetten hiermee aan het eerste deel van Artikel 1 van onze Grondwet: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.” En daarmee aan de belangrijkste pijler onder onze rechtsstaat.

Het kabinet en de partijen waarop het steunt, willen het demonstratierecht aanscherpen. Zo zou er niet overal meer gedemonstreerd mogen worden en mag het gezicht niet meer worden bedekt. Bijzonder dat deze maatregelen worden voorgesteld naar aanleiding van de gebeurtenissen in Amsterdam van afgelopen week. Bijzonder omdat er geen sprake was van een demonstratie die uit de hand liep. Hoe gaat het verbod op het dragen van maskers voorkomen dat relschoppers rellen schoppen. Het lijkt me niet dat relschoppers tevoren een vergunning aanvragen om rellen te gaan schoppen. Deze maatregelen zijn geen oplossing ter voorkoming van de problemen van vorige week. Hier wordt de gelegenheid gebruikt om maatregelen door te drukken.

Een dubieuze manier van handelen. En niet alleen dubieus, ook kwalijk. Kwalijk aan de denk- en handelswijze van het kabinet en deze partijen is dat zij impliciet suggereren dat demonstreren en rellenschoppen hetzelfde is. Kwalijk omdat hiermee grondrechten worden uitgehold. Het recht op betoging is vastgelegd in artikel 9 van onze Grondwet en kan alleen worden beperkt via bij de wet vastgestelde regels: “ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.”  Niet meer overal demonstreren is een hellend vlak dat leidt naar nergens meer demonstreren. Saillant detail is dat twee van de betrokken partijen, de BBB en de PVV een heel andere toon aansloegen tijdens de boerenprotesten van een paar jaar geleden.

Met die boerenprotesten kom ik bij het wijzen van het Openbaar Ministerie op de mogelijkheid om de daders van de rellen van vorige week te vervolgen  voor terrorisme en daarmee de mogelijkheid om hen het Nederlanderschap te ontnemen. Ik kwam hier via de boerenprotesten omdat er een goed beargumenteerd betoog is op te zetten dat er bij die protsten sprake was van terrorisme. Rotzooi zoals asbest op snelwegen gooien en het in brand steken. Met trekkers wegen blokkeren en naar huizen van bewindslieden optrekken. Maar het is niet aan de Kamer noch aan de regering om het Openbaar Ministerie (OM) adviseren. Het OM behoort tot de rechterlijke macht. In Nederland kennen we de scheiding van machten en is het aan de rechterlijke macht om te bepalen wie waarvoor wordt vervolgd, dat doet het OM en aan de rechters om vervolgens te bepalen of iemand schuldig is en vervolgens een straf op te leggen. Daar moeten politici zich niet mee bemoeien.

Ook wil de regering, gestimuleerd door de drie partijen en vooral door de BBB de Instagrampagina Cestmocro verbieden omdat die “onze jeugd vergiftigt met haat en antisemitisme,” aldus BBB-Kamerlid Henk Vermeer en het wordt niet gemodereerd. Haat prediken en antisemitisme is niet mijn stiel, maar alleen haat tegen joden en antisemitisme als reden zien om een medium het zwijgen op te leggen is in strijd met onze grondrechten. Onze Grondwet bepaalt in artikel 7 namelijk dat: “Niemand (…) voorafgaand verlof nodig (heeft) om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.”  

Als haat prediken een reden is om Cestmocro te verbieden dan komen er nog veel meer kanalen in aanmerking voor een verbod. Het Twitteraccount van Geert Wilders bijvoorbeeld en ook menig bericht van de BBB dat ik op LinkedIn lees is vergiftigd met afkeer van migranten en van Nederlanders die een andere dan een christelijk geloof aanhangen. Zo betoogde Van der Plas recentelijk nog dat: Syrië, Eritrea Jemen (…) wel echt landen (zijn) die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten.”  Alleen kiest de regering in het kielzog van de drie de partijen daar niet voor. Door alleen media die Jodenhaat verspreiden te verbieden, wordt er gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Verder wil de regering een leerstraf voor daders van antisemitisch geweld door bijvoorbeeld een verplicht bezoek aan het voormalige kamp Westerbork. Bijzonder omdat de regering juist heeft besloten de subsidie aan dit en andere herinneringsplekken te beëindigen. Met zo’n bezoek is niets mis mee. Alleen zou dat niet alleen beperkt moeten blijven tot daders van antisemitisch geweld. Ook daders van ander op haat vanwege afkomst en uiterlijk gebaseerd geweld zouden zo’n bezoek moeten brengen. Dat kamp is, net als alle voormalige concentratiekampen, namelijk een voorbeeld van wat er kan gebeuren als groepen mensen om hun afkomst, geloof of welke reden dan ook, worden ontmenselijkt. Dat het in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw joden waren, wil niet zeggen dat dit alleen met joden kan gebeuren. Het is immers ook in Rwanda en voormalig Joegoslavië gebeurd en lijkt er verdacht veel op dat het nu met de Palestijnen gebeurt. Een dergelijke straf alleen bij antisemitisme is weer in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Net zoals het idee om straffen voor antisemitisme te verhogen in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Antisemitisme is gewoon een vorm van racisme en voor iedere vorm van racisme moet dezelfde straf gelden.

De partijen willen de politie meer bevoegdheden geven. Zo moet de politie toegang krijgen tot WhatsApp-groepen bij vrees voor ongeregeldheden. Dit is een hellend vlak dat eindigt bij Orwells Big Brother. Die kant moeten we niet op willen. Dit betekent dat het grondrecht: “op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatiegeheim,” verwoord in artikel 13 op de helling gaat.

De plannen die de regering in het kielzog en op aandringen van de drie partijen gaat uitwerken zijn racistisch en  discriminatoir. Ze stigmatiseren mensen op grond van hun afkomst of religie. En ze gaan in tegen de letter en de geest van onze grondwet en zetten de bijl aan onze rechtsstaat. Het bijzondere is dat de vierde coalitiepartij, NSC, zich hier niet tegen uitspreekt. De borging, verwoordt in het verslag van informateur Plasterk, van de grondrechten die NSC als voorwaarde voor haar deelname aan het kabinet: “dat ze zich in hun plannen en activiteiten zullen bewegen binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat. Dat betekent dat men zich houdt aan de Grondwet (inclusief algemene bepaling), wetten, verdragen, Europees en internationaal recht en rechtsbeginselen.  … dat voor hen vaststaat dat de democratische grondrechten, die in de Grondwet zijn vastgelegd in hoofdstuk 1  (artikelen 1-23), een essentiële waarborg vormen voor de democratische rechtsstaat, waarbinnen grondrechten kunnen botsen,” is daarmee van nul en generlei waarde is.

Als dit onze samenleving vertegenwoordigt, dan sta ik met de rug naar de samenleving.

Dweilen met de kraan open

“Kijk eens. Weer wat te factchecken.” Die boodschap kreeg ik via LinkedIn van de Venlose bierbrouwer Louis Klaassens. Een boodschap die niet los is te zien van mijn vorige prikker Appels, knollen en statistiek die ik schreef naar aanleiding van het optreden van Jan van de Beek naar aanleiding van diens boek Migratiemagneet Nederland. Mythen. Feiten. Oplossingen. Die vraag aan mij stond onder een bericht van Mienke de Wilde dat eindigde met de zin: “Met geen woord wordt gerept over het accurate onderzoek van Van Beek naar hoe traagheid en culturele afstand integratie belemmeren, maar ook hoe verschillende factoren integratie snel bevorderen. Het is bijna satire: Lucassen en De Haas maken zelf alle fouten die ze Van de Beek onterecht verwijten.” Ik pak de handschoen die Louis mij toewerpt graag op.

Maar voordat ik naar de inhoud overga, eerst even ‘reclame maken’ voor het bier dat Louis brouwt in zijn brouwerij De Klep. Voor degenen die het niet weten een ‘klep’ is de Venlose benaming van een glas bier. Die benaming is, als ik Louis mag geloven en als ik hem verkeerd heb begrepen, dan zal hij mij wel corrigeren, afkomstig van de deksel, de klep, die vroeger, en nu soms nog, op een bierpul zat. Louis heeft zijn droom eigen bier brouwen eerst tot hobby en nu tot beroep gemaakt. Zijn brouwerij is gevestigd in het Venlose Julianapark in het pand waar vroeger museum Van Bommel Van Dam zat. Tot zover de reclame. Terug naar de uitdaging.

Of eigenlijk de drie uitdagingen die deze oproep bevat. De eerste betreft de feitelijke beweringen en het gebruik van cijfers. Het bijzondere in het huidige politieke debat is dat het gesprek op dit eerste ‘feitelijke’ niveau blijft hangen terwijl die feiten niet het probleem zijn maar de ‘interpretatie’ van de feiten. En daarmee kom ik bij de tweede uitdaging. Die is van een andere orde en betreft de wetenschappelijke methode. De laatste uitgading is eigenlijk de belangrijkste en dat is een filosofische en die heeft betrekking op hoe wij de mens en de mensheid zien.

Als eerste kort de feitelijkheden. Die bestaat uit twee delen. Als eerste de volgende passage in het bericht van De Wilde: “Het duo beweert dat criminaliteit weinig met cultuurverschillen te maken heeft en beroept zich op percentages die ze vervolgens wiskundig fout berekenen en aan de verkeerde groep toewijzen. Ook stellen ze dat er rond criminaliteit geen onderzoek is naar herkomstlanden van vluchtelingen.” Voor wat betreft dat laatste, die zijn er wel en dat schrijft De Wilde ook waarbij ze Volkskrantcolumnist Kustaw Bessems aanhaalt die dergelijke cijfers vrij snel vond. Deel twee van de feitelijkheden is de volgende passage: “Ook de cijfers over de arbeidsmarkt worden door het duo verkeerd geciteerd: ze beweren dat 45% van wie een verblijfsvergunning krijgt een fulltimebaan heeft, terwijl het om 45% gaat van diegenen die zeven jaar later een baan hebben; dat schetst een ander beeld dan ’de meesten hebben werk gevonden’ – de nattevingerconclusie van het duo. ’Integratie werkt wel degelijk, al neemt dat tijd in beslag’ lezen we. Met geen woord wordt gerept over het accurate onderzoek van Van Beek naar hoe traagheid en culturele afstand integratie belemmeren, maar ook hoe verschillende factoren integratie snel bevorderen.” De Wilde citeert hier een column van Nausicaa Marbe in de Telegraaf

Nu kan ik, net als Bessems deed voor de gegevens criminaliteit en afkomst, op zoek gaan naar de precieze cijfers. Hij ontkracht daarmee de bewering van De Haas en Lucassen dat die cijfers er niet zijn. En voor wat betreft die 45%, over dat cijfer is geen discussie mogelijk. 45% van de asielzoekers dat leest De Wilde verkeerd. De Haas en Lucassen schrijven in hun artikel in de Volkskrant dat: “van de asielzoekers die in 2014 een verblijfsvergunning kregen zo’n 45 procent een fulltime baan heeft.” Daarbij verwijzen ze naar cijfers van het CBS. Dit is geen ‘nattevingerconclusie’ maar gebaseerd op cijfers.

Waar het fout gaat bij Van de Beek maar ook bij Lucassen en De Haas in hun reactie en bij De Wilde in haar korte bijdrage, is dat correlatie met causaliteit wordt verward. Om dat uit te leggen een voorbeeld dat Ionica Smeets enkele jaren geleden gaf. Als je naar de cijfers van de ijsconsumptie kijkt en je legt daar het aantal doden door verdrinking langs, dan zal je zien dat als er veel ijs gegeten wordt, er meer mensen verdrinken. Dan zal er geroepen worden dat de ijsverkoop aan banden gelegd moeten worden. Immers minder ijsconsumptie leidt tot minder doden door verdrinking. Een onterecht conclusie. Dat de cijfers een gelijk patroon vertonen noemen we correlatie. Er is echter geen directe link tussen die twee rijen cijfers, geen causaal verband: met de een als oorzaak voor de andere. De verklaring voor beide rijen cijfers is de temperatuur. Die verklaart zowel de hogere ijsconsumptie als de verdrinkingsdoden.

Van de Beek en in zijn kielzog De Wilde noemen ‘culturele afstand’ en dan vooral het islamitisch zijn, als reden voor mindere prestaties. Want van alle migranten scoren de vluchtelingen die vooral uit de islamitische landen Afghanistan, Syrië en Eritrea komen het minst. Er is correlatie. Dat wil echter niet zeggen dat de ‘cultuur’ de oorzaak is. In de hierboven genoemde prikker met  mijn reactie op Van de Beek gaf ik al een mogelijke andere verklaring. Hij vergelijkt onvergelijkbare groepen. Iemand die hier komt omdat een werkgever hem vraagt of die hier komt studeren, heeft aan heel andere uitgangspositie. Die uitgangspositie is een veel realistische verklaring dan ‘culturele’ afstand’. In hun antwoord doen Lucassen en De Haas hetzelfde. Ook zij zoeken in de cijfers en halen iets eruit wat in hun kraam te pas komt. Wat ze daarbij voor hebben op Van de Beek, is dat zij groepen aanwijzen die het ondanks dezelfde culturele achterstand, wel ‘goed doen’. Dat is een signaal dat ‘cultuur’ wellicht niet zo’n goede verklaring is.

Rijen gegevens naast elkaar leggen en daar dan verbanden in zien, is geen wetenschap. Een wetenschapper denkt na over een probleem en formuleert dan een theorie. Vervolgens gaat de wetenschapper bekijken of de theorie standhoudt. In het geval Van de Beek: ik zie dat groep x minder geïntegreerd is. Mijn theorie is dat dit een gevolg is van ‘culturele afstand’ want …. en dan de redenen waarom. Met die theorie en de verklarende redenen zou hij dan in bijvoorbeeld de cijfers kunnen duiken. Dan zouden de groepen die Lucassen en De Haas noemen, aanleiding moeten zijn om de theorie aan te passen want wellicht is er iets waardoor deze groepen afwijken van de cultuur. Als een dergelijke verklaring er niet is, dan is de theorie weerlegd en moet hij op zoek naar een andere verklaring. Ook de gegevens over criminaliteit en herkomst die er niet zouden zijn maar die Bessems heeft gevonden, zeggen niets over het ‘crimineler’ zijn van bepaalde en ook niets over hun afstand tot ‘onze cultuur’. Zo is er ook correlatie tussen leeftijd en het plegen van een criminele daad: jeugdigen maken zich meer schuldig aan criminaliteit. De meeste migranten zijn jong dat kan de hogere cijfers bij migratiegroepen verklaren. Maar ook dat is een theorie die nader onderzocht moet worden.

Volgens wetenschapsfilosoof Karl Popper zou je bij dat onderzoeken van je theorie juist moeten zoeken naar de ontkrachting van je theorie. Want alleen door een theorie te ontkrachten sluit je zaken uit en kom je dichter bij de echte verklaring. Dit maakte hij duidelijk met zijn zwanen voorbeeld: als je wilt bewijzen dat alle zwanen wit zijn, dan moet je juist zoeken naar zwanen met een andere kleur. Witte zwanen vind je immers in overvloed. Echter alleen de vondst van een anders gekleurde zwarte zwaan, leidt tot meer kennis: niet alle zwanen zijn wit. Voor Popper is wetenschap niet het zoeken naar zekerheid, maar het wegnemen van onzekerheid.

Wat zowel Van de Beek, als De Haas, Lucassen en De Wilde gemeen hebben, en daarmee kom ik bij de filosofische uitdaging, is dat ze een wereldbeeld hebben, een bepaalde manier van kijken naar de wereld en de mens. Ze hebben allemaal een beeld van wat goed is. Ze hebben allemaal een beeld van hoe een goede samenleving eruit moet zien? Dat hebben onze politieke partijen ook.  Alleen gaat het gesprek hier niet over. Neem de BBB, een van de partijen die deze week akkoord ging met ‘het strengste asielbeleid ooit’. Recentelijk schreef ik een prikker over een van de kernwaarden van de partij: “Behandel de ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Wat u niet wil wat u geschiedt, doe dat een ander niet. Wees betrouwbaar, eerlijk, oprecht en respectvol. Iedereen is gelijk. Transparant, helder en open.” Neem de VVD: “Mensen zijn niet gelijk. We zijn allemaal uniek, en dus verschillend. Mensen zijn wel gelijkwaardig. Iedereen heeft dus evenveel recht op vrijheid en kansen, wat je geestelijke overtuiging, huidskleur, nationaliteit, seksuele geaardheid, geslacht of maatschappelijke positie ook is. Discriminatie is onaanvaardbaar.” Zo omschrijft de VVD haar liberale waarde Gelijkwaardigheid. Over deze zaken zou het gesprek over asiel moeten gaan. De BBB zou moeten uitleggen dat zij zelf ook zo behandeld zou willen worden als nu voor asielzoekers wordt voorgesteld. Hoe de aanpak waarvoor is gekozen eerlijk, oprecht en respectvol is. Als zij immers niet wil dat dit ook haar geschiedt, dan moeten ze het anderen ook niet willen aandoen. De VVD zou moeten uitleggen waarom asielzoekers niet bij ‘iedereen’ horen en waarom niet? Dit is het gesprek, de filosofische discussie die gevoerd moet worden.

Door die niet te voeren maar door te blijven hangen bij cijfers, waarbij iedereen de cijfers kan vinden die net in de eigen kraam te pas komen, raken we verder van elkaar verwijderd en stagneert alles. Door dit gesprek niet te voeren, raakt het grotere geheel buiten beeld. Zo wil Van de Beek het VN Vluchtelingenverdrag, het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Kinderrechtenverdrag opzeggen. Wellicht helpt dat om asielmigratie te verminderen. Asiel is een onderdeel van deze verdragen, deze verdragen zijn echter meer dan asiel. Zo regelt artikel 19 van het Verdrag inzake de rechten van het kind dat staten: “alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen (neemt) en maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied om het kind te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik, terwijl het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft.” Nu is dit ook in de Jeugdwet geregeld en is de Grondwet ook op die manier te interpreteren maar die Jeugdwet kan worden gewijzigd. Als dit gebeurt, dan is er geen rechterlijke mogelijkheid meer om de overheid te dwingen kinderen te beschermen. Een Nederlandse rechter kan  immers niet toetsen aan de Grondwet.

De drie verdragen die Van de Beek wil afschaffen vormen de hoekstenen van de op rechten gebaseerde wereldorde. Een rechtsorde waarvan de Nederlandse regering, zo is in artikel 90 van de Nederlandse Grondwet bepaald, de ontwikkeling bevordert. ‘Dan wijzigen we de Grondwet toch op dit punt’, kun je tegenwerpen. Ja, dat kan. De vraag die je je vervolgens moet stellen, is hoe ziet de wereld er zonder die orde uit? Is een wereld zonder universele mensenrechten, zonder internationale rechtsorde een betere wereld?’ ‘Maar’, kun je weer tegenwerpen ‘wat maakt mij die wereld uit, als het goed is voor Nederland dan moeten we dat toch gewoon doen?’ Daarvoor een wedervraag: is een Nederland als paria die deze verdragen verwerpt beter af? Of om het wat toe te spitsen een vraag aan de VVD: hoe past dit in het gelijkwaardig zijn van ieder mens? Heeft iedereen dan nog evenveel rechten op vrijheid en kansen? Of aan de BBB is dit eerlijk, oprecht en betrouwbaar? Is dit, om de mantra van het NSC aan te halen, ‘goed bestuur’?

Nu maakt het opzeggen van deze verdragen geen deel uit van het akkoord van de coalitiepartijen. Maar ook bij dat akkoord kun je je de vraag stellen tot welke wereld dit leidt? Wat zeg je als je een land veilig verklaard waar nog steeds de machthebber die op de eigen bevolking schiet en ze bombardeert? Een land bovendien waar buurlanden Turkije en Israël te pas en te onpas bombarderen. Hoe ‘vanzelfsprekend ben je er voor elkaar’, om een van de vier kernwaarden van de BBB te benoemen als je het verblijf van mensen permanent tijdelijk maakt, want dat is wat je doet met het afschaffen van permanente verblijfsvergunningen? Of voor de VVD, hoe verdraagzaam (een van de liberale waarden, is een dergelijke maatregel? Of hoe verhoudt zich dit tot de liberale waarde vrijheid: “dat je je leven mag leiden zoals je dat zelf wilt,” zoals de VVD vrijheid omschrijft.

Dit gesprek moet in de volle breedte worden gevoerd. Want door pragmatisme, dat door dit kabinet ‘daadkracht’ wordt genoemd, zijn we in de problemen gekomen. Dit pragmatisme richtte en richt zich op het bestrijden van symptomen. Er wordt gedweild met de kraan open en soms lijkt het erop dat men niet eens weet dat er een kraan open staat. En nee, de asielzoekers zijn niet die openstaande kraan.

Wat de BBB niet wil dat ons geschiedt

“Tijd voor actie op het migratiedossier.” Zo las ik in een bericht van de BBB. Met de  daadkracht uit mijn vorige prikker nog in het achterhoofd, las ik verder. Volgens de BBB moeten de: “Asielprocedures en opvang buiten de EU,” plaatsvinden,  moeten we: “Inzetten op migratiedeals, versterking van EU-buitengrenzen” en als laatst: “Frontex met meer personeel en meer bevoegdheden,” versterken.  Bij de tekst een filmpje met een betoog van de leider van de BBB in het Europees parlement Sander Smit. Een bijzonder betoog.

Screenshot site BBB.

Een bijzonder betoog en daarom hier de integrale tekst: “We hebben geen grip op de huidige migratiestroom. In 2023 werden meer dan 1 miljoen asielaanvragen in de Europese Unie ingediend. Open grenzen, zachte procedures en falend terugkeerbeleid hebben gemaakt dat Europa te aantrekkelijk is geworden. Daardoor hebben zovelen die gevaarlijke oversteek gemaakt en zijn velen omgekomen. De chaos aan onze binnengrenzen in de Schengenzone is het directe gevolg van lekke Europese buitengrenzen. Frontex moet versterken, niet alleen in het uitbreiden van manschappen maar vooral in bevoegdheden. Frontex moet een coördinerende rol gaan spelen in de uitzetting en terugkeer, in externe grensbarrières maar dat alleen zal de migratiecrisis niet oplossen. BBB pleit voor verder aanscherping van het asielbeleid. Verplaats de asielprocedure en opvang naar veilige derde landen buiten de Europese Unie. Alleen zo verminderen we de instroom en slachtoffers van de gevaarlijke overtocht naar Europa. Voorzitter, streng bewaakte buitengrenzen, duidelijkheid en migratiedeals die redden levens. Geen woorden maar meer en snellere actie.”

Als eerste open grenzen. Zou het werkelijk zo zijn dat ‘velen’ een fortuin betalen aan een louche persoon die je op een gammel bootje de zee op stuurt omdat de Europese grenzen zo open zijn? Als die grenzen werkelijk ‘open’ waren dan zou je toch beter gewoon via Turkije naar Griekenland of Bulgarije kunnen gaan? Of dan kocht je toch gewoon een vliegticket van bijvoorbeeld Addis Abeba in Ethiopië naar Amsterdam. Dan ben je minder dan € 1.000 kwijt en is de kans zeer groot dat je na een paar uur vliegen, waarbij je in een stoel zit en wat te eten en te drinken kunt nemen, aankomt.   

Beste meneer Smit en beste BBB-ers die dit bericht van een duimpje naar boven voorzien, dat die veilige en goedkope manier niet wordt benut, komt omdat die er niet is. Dat komt omdat de EU de buitengrenzen hermetisch afsluit. Afschermt met hekken en scherpe beveiliging tussen Turkije en de twee EU buurlanden. En entree via luchthavens door de controle ‘uit te besteden’ aan de luchtvaartmaatschappijen. Die zijn namelijk verplicht om iedere passagier die het land van aankomst niet in mag, terug te vervoeren. Om te voorkomen dat ze die kosten moeten maken, laten ze alleen mensen met een ‘entreekaartje’ voor het land van aankomst toe. Zo’n kaartje heeft een asielzoeker niet. En omdat de asielzoekers daarom, zelfs als de persoon een geldig ticket voor het vliegtuig heeft, niet het vliegtuig in komt, kan hij ook geen asiel aanvragen. Dan blijft zo’n duurbetaald gammel bootje met risico op de dood over. Zo ‘open’ zijn de Europese grenzen niet.

Dan de chaos aan de binnengrenzen. Die chaos is een resultaat van keuzes die lidstaten van de EU maken. Lidstaten die willen voorkomen dat asielzoekers naar hun land komen. Door de Duitse controles weten we nu weer dat controles leiden tot files en langere reistijden. Hoelang? Dat hangt af van je kenteken en persoonskenmerken. Ook dat is een gevolg van die gesloten buitengrenzen. Bij open Europese grenzen zou het Dublinprotocol goed werken. Dan zouden asielzoekers een vliegticket boeken naar het land waar ze naar toe willen vluchten. Maar omdat dit niet kan, resten alleen die ‘bootjes’ en tja, die komen aan in drie Europese landen en volgens het Dublinprotocol zouden die dan alle asielzoekers moeten opvangen. Omdat het deze landen boven het hoofd groeit en omdat de asielzoekers ook en vooral naar andere landen willen, trekken ze verder. En om dat te voorkomen ontstaat die ‘chaos aan de binnengrens.’

Migratiedeals redden levens. Dat is nogal een bewering. Turkije duwt vluchtelingen uit Syrië steeds meer terug naar Syrië. De Syrische vluchtelingen in Libanon moeten nu vluchten voor Israëlische bommen. Tunesië duwt vluchtelingen de woestijn in en laat ze daar aan hun lot over

En daarmee kom ik bij het ‘Verplaatsen van de asielprocedure en opvang naar veilige derde landen buiten de Europese Unie’ en de ‘migratiedeals. Procedures en opvang buiten de EU? Beste meneer Smit en BBB-ers, hoe stellen jullie je dat voor? Waar moet een toekomstige minder dappere Navalny zich dan melden? Opvang buiten de EU? Zijn jullie bereid in Nederland opvangcentra voor bijvoorbeeld de Britten of Russen toe te laten compleet met Britse en Russische ambtenaren voor de af te nemen procedures? Dit met het risico dat de afgewezen asielzoekers hier blijven rondhangen en voor overlast zorgen. Dat is namelijk wat jullie van andere landen vragen. Zijn jullie bereid om een migratiedeal met andere landen te sluiten om voor hen de asielzoekers op te vangen? Zijn de landen Turkije, Tunesië en Libanon waarmee al zo’n deal is gesloten zo veilig dat u er zelf wilt gaan wonen?

Nu is het antwoord op deze laatste vraag anders voor iemand met een Nederlands paspoort dan voor iemand zonder paspoort uit Afghanistan. Maar volgens jullie kernwaarden, kan het antwoord op al die vragen alleen maar JA zijn. Neem jullie kernwaarde Gulden Regel, omschreven als: “Behandel de ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Wat u niet wil wat u geschiedt, doe dat een ander niet. Wees betrouwbaar, eerlijk, oprecht en respectvol. Iedereen is gelijk. Transparant, helder en open.”  Of gelden die kernwaarden alleen voor Tukkers en Achterhoekers? Want het lijkt erop dat deze kernwaarde wat is verbasterd naar: wat wij niet willen dat ons geschied, dat exporteren we naar anderen!