Uitgelicht

Election files 8: de SP geanalyseerd

In de vorige prikker in de serie Election Files besprak ik het verkiezingsprogramma van de VVD. Nu is Nu de mensen, het verkiezingsprogramma van de Socialistische Partij (SP) aan de beurt1. “ Wij maken analyses en we doen voorstellen, we controleren de macht en besturen waar mogelijk graag mee,” 2 schrijft de partij. Aangezien Nederland tot op heden altijd door een coalitie van twee of meer partijen werd geregeerd en de SP nog nooit heeft mogen deelnemen aan een regering, heeft de partij nooit naar compromissen hoeven te zoeken. Dit betekent dat ze in haar daden op landelijk niveau altijd recht in haar eigen leer kon blijven. Omdat de partij de nadruk legt op het maken van analyses, concentreer ik me daarop. Daarop en op de voorstellen die ze daarbij doen. Het programma van de SP bevat tien hoofdstukken waarbij ieder hoofdstuk op een voor de partij belangrijke waarde bevat.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen. Aan die analyse schort wat. Of correcter geformuleerd, het schort aan analyse. Het programma staat vol met voorstellen maar het ontbreekt aan:“onderzoek dat of uitleg die duidelijk maakt hoe iets in elkaar zit,” zoals de Van Dale het woord analyse uitlegt. Die analyse ontbreekt bij de diverse onderwerpen en op het totaal. Dat gaat knellen in de combinatie van voorstellen die inzet van menskracht vraagt: extra docenten, artsen, verplegenden en verzorgenden, politieagenten, rechters en zelfs boeren. Waar dat personeel vandaan moet komen blijft in het ongewisse. Ook blijft in het ongewisse wie alles gaat betalen. Bij de milieu paragraaf wordt duidelijk dat het niet ‘de mensen’ zijn die gaan betalen. Het eerste wat me daarbij te binnen schoot was een cynisch: gaan ze dan de dieren vragen om de rekening te betalen? Dit maakt dat het programma een soort wensenlijst is waar je verlekkerd naar kijkt, maar waarvan de rekening toch betaald moet worden en omdat het niet aannemelijk is dat dit de dieren zijn, zullen dat toch de mensen zijn. De bedrijven en dan vooral de grote bedrijven klinkt sympathiek maar die leggen de rekening door naar ‘de mensen’. Voor de goedkopere energie die de partij wil geldt hetzelfde ook die betalen de ‘de mensen’. Betalen als consument, belastingbetaler (burger), als werknemer of als aandeelhouder.

“Is de politiek nog te vertrouwen?” 3 Die vraag stelt de SP in haar programma. De partij constateert dat het“In verkiezingstijd gaat (…) over personen; wie het meest populair is. Verkiezingen zouden echter moeten gaan over de koers van het land; waar we naartoe willen.” Een constatering die sterker geformuleerd kan worden: ‘verkiezingen gaan over de koers van het land’. De rest is overbodig en maakt het minder sterk. Ik mis echter de onderbouwing, de analyse. Waarom gaan verkiezingen over de koers van het land? Gaan ze wel over de koers van het land? Wie kiezen we en wie kiezen we niet? En waar zouden we daarbij op moeten letten? We kiezen mensen die ons vertegenwoordigen en noemen ze volksvertegenwoordigers. Zij vertegenwoordigen ons maar niet in alles. Zij vertegenwoordigen ons bij het stellen van kaders of wetten. Zij zijn de enigen die wetten mogen vaststellen. Wetten die ons en de overheid binden. Zij vertegenwoordigen ons bij het toezien op de naleving van die wetten. Als laatste vertegenwoordigen ze ons bij het benoemen van een regering.

De laatste dertig jaar is geleidelijk iets veranderd. Vertegenwoordiger werd steeds meer ‘spreken namens’ het volk in de zin van de mening van het volk met betrekking tot iets verwoorden. Een verandering die ertoe heeft geleid dat er aan de ene kant partijen zijn die ‘dicteren’ wat ‘het volk’ vindt en dat zolang herhalen dat een deel van de mensen dat ook gaat vinden en aan de andere kant heeft geleid tot het proberen een afspiegeling van het volk te zijn: evenveel mannen als vrouwen, als 10% van de mensen religie X aanhangt, dan moet ook 10% van de volksvertegenwoordigers religie X aanhangen. En juist dat ‘willen spreken namens het volk’, zou wel eens de oorzaak kunnen zijn van vertrouwensverlies. Want door het willen zijn van spreekbuis van het volk, komt de eigenlijke rol van de volksvertegenwoordigers in de knel. Daar ontstaat de ervaarde kloof tussen ‘het land en de Haagse stolp.’ De kloof tussen de grote woorden die nodig zijn om als vertegenwoordiger gehoord te worden en de realiteit van het maximaal haalbare compromis. Als je het vertrouwen in volksvertegenwoordigers wilt herstellen, dan moet je eerst onderzoeken waardoor dat vertrouwen is verdwenen. Want pas dan kun je bepalen of: “ volledige openheid geven over alle giften en (…) (het in)voeren een verbod in op sponsoring door bedrijven en op financiering vanuit het buitenland,” 4 een goed middel is om het vertrouwen in volksvertegenwoordigers te herstellen. Een begin van een analyse, geen complete maar toch. In het SP-programma ontbreekt de analyse.

In het eerste hoofdstuk – Een democratisch land – gaat de partij meteen naar de voorstellen. Als eerste: “ We willen Nederland radicaal democratiseren. Niet politici maar burgers horen het laatste woord te hebben. Te vaak zien we bestuurders dingen doen waar mensen nooit voor hebben gekozen.” Om daar een einde aan te maken, krijgen we: “het recht om de politiek terug te fluiten, op het moment dat die besluiten neemt die mensen echt niet willen. Een bindend en correctief referendum op nationaal, provinciaal en lokaal niveau is een speerpunt van onze partij.” 5 Hier wordt een oplossing gepresenteerd, zonder analyse. Inderdaad gebeuren er dingen waar mensen niet voor hebben gekozen, meestal zijn er echter ook mensen die wel voor die dingen hebben gekozen. De meeste besluiten en dus zaken die bestuurders doen, zijn compromissen waarbij verschillende belangen worden afgewogen. Een nadeel van een compromis is dat niemand zijn zin krijgt en er dus altijd wel iets is waar je bezwaar tegen hebt. Wij kiezen onze volksvertegenwoordigers om die afweging voor ons te maken. Op dat gebied vertegenwoordigen zij ons. Een correctief referendum fietst daar dwars doorheen. Het zaagt aan de poten van de volksvertegenwoordiging. Die kan dan alleen nog maar besluiten nemen onder voorbehoud. Onder voorbehoud dat er geen referendum komt dat het besluit ongedaan maakt. En als het besluit ongedaan is gemaakt, kan het hele circus weer opnieuw beginnen. Bij een correctief referendum wordt alleen JA of NEE gezegd tegen bijvoorbeeld een wet. Als het antwoord NEE is, is er geen wet maar dat wil niet zeggen dat het probleem waarvoor de wet een oplossing moest bieden niet meer bestaat. Dat bestaat nog steeds en er moet weer een nieuwe wet worden gemaakt. Een nieuwe wet die ook weer weggestemd kan worden. Het recent gevallen kabinet Schoof maakte duidelijk dat draagvlak belangrijk is voordat je een besluit neemt. Gebrek aan draagvlak voor het besluit leidt tot ellende, stagnatie en ruzie. Het leidt tot stilstand juist bij onderwerpen waar de meningen sterk verdeeld zijn. In ieder geval ontbreekt een goede analyse van waar het aan schort en een onderbouwing waarom het correctieve referendum daar de beste oplossing voor is. Dus of: “referenda zijn niet populistisch, maar een versterking van onze democratie,’ is geen wet van Meden en Perzen.

De tweede maatregel gaat verder dan corrigeren: “We geven bewoners echte zeggenschap over hun buurt, hun eigen leefomgeving. Participatie of inspraak wordt nu te vaak niet serieus genomen door gemeenten en/of organisaties en moet daarom beter verankerd worden. Bewoners die zelf voorzieningen als ontmoetingsplekken of parken willen inrichten en beheren, moeten daar financieel en organisatorisch toe in staat gesteld worden en worden altijd verkozen boven organisaties van buitenaf.” 6 Als je Nederland dan werkelijk radicaal wilt democratiseren, dan biedt de weg die Roslyn Fuller in haar boek In Defence of Democracy beschrijft meer perspectief. Zij pleit ervoor om democratie door te ontwikkelen van een vertegenwoordigende naar een directe. En nee, geen directe democratie via referenda maar door samen het gesprek aan te gaan en samen naar oplossingen te zoeken. In een directe democratie: “Kiezers hebben geen goedkeuring van anderen nodig om hun eigen stem uit te brengen, noch zijn ze verplicht om het met anderen eens te zijn over een lange lijst van kwesties om invloed te kunnen uitoefenen. Als je hard wilt optreden tegen criminaliteit, maar drugsbezit daar niet onder verstaat, dan is dat jouw keuze.” 7 Dus niet alleen het parkje en bij bedrijven maar ook directe zeggenschap in het bestuur van het land, de provincie en de gemeente. Dan hoeft het vertrouwen in volksvertegenwoordigers niet meer te worden gewonnen.

“In grote delen van het land verdwijnen belangrijke voorzieningen zoals bibliotheken, wijkcentra en zwembaden, omdat die niet ‘rendabel’ zouden zijn. Wij stoppen deze kaalslag. Gemeenten krijgen voldoende geld om te investeren in toegankelijke voorzieningen voor alle inwoners. Dat geldt in het bijzonder voor regio’s waar de bevolking krimpt en voorzieningen al jaren onder druk staan. Het zal voor iedere gemeente verplicht worden om een openbare bibliotheek beschikbaar te stellen voor haar inwoners. Uitvoeringsdiensten van de overheid gaan hun diensten weer in de buurt aanbieden.” 8 Toegankelijke voorzieningen voor alle inwoners, daar kan niemand op tegen zijn. Iedere gemeente verplichten om bepaalde voorzieningen, zoals een bibliotheek, beschikbaar te stellen is de oplossing. Maar is dat wel de beste oplossing? Neem die bibliotheek. Het plan van de SP komt naadloos overeen met het Wetsvoorstel wijziging stelsel openbare bibliotheken9 waar eind vorig jaar een internetconsultatie voor werd gehouden. Op dat moment werkte ik voor een kleine Midden Limburgse gemeente zonder fysieke bibliotheekvoorziening waar dat voorstel voor grote onrust zorgde. In deze gemeente was de fysieke bieb een jaar of zes eerder opgeheven omdat er maar zeer beperkt gebruik van werd gemaakt. Een gemeente met zes kernen met een jeugdbibliotheek op iedere basisschool en in iedere kern een burger bibliotheek gerund door vrijwilligers en een afspraak met de bibliotheek uit de grootste buurgemeente dat inwoners uit de zes dorpen hun bij de bibliotheek geleende boeken konden ophalen bij die burger bibliotheken. Een aanpak die de SP aan zou moeten spreken. Dit werkte naar tevredenheid van iedereen. De beoogde wijziging van de wet, en dus ook het voorstel van de SP, zou betekenen dat die gemeente haar middelen zou moeten inzetten voor een werkwijze die zes jaar eerder is verlaten en die niet werkte. Niet werkte omdat gemeentegrenzen voor het leven van mensen weinig relevantie hebben. Die gaan gewoon naar de bieb in de naburige stad omdat ze daar toch al werken of er geregeld boodschappen doen. En vanwege mijn betrokkenheid hierbij kwam ik in contact met ambtenaren van enkele grote gemeenten in het land. Ook die vreesden de nieuwe wet. De bibliotheken in die gemeenten hadden meerdere vestigingen. De ambtenaren vreesden dat het noemen van één bibliotheek per gemeente in donkere financiële tijden wel eens kon leiden tot het fiks snijden in dat aanbod. Meest bijzonder echter was dat er voorbij werd gegaan aan de belangrijkste belemmering van mensen om gebruik te maken van een bibliotheek en dat was geld. Mensen met voldoende middelen kopen hun boeken en zijn soms ook nog lid van een bibliotheek. Voor mensen met iets minder ‘slappe was’ vormde de bibliotheek een goed alternatief maar mensen met te weinig middelen konden het lidmaatschap niet betalen. En juist in die groep zijn weinig geletterde mensen oververtegenwoordigd. Tot zover een voorbeeld dat, hoop ik, duidelijk maakt dat een betere analyse nodig is. ‘Diensten in de buurt aanbieden’ klinkt sympathiek het suggereert nabijheid en is dat op fysiek gebied ook. Emotionele nabijheid is echter iets heel anders. Zoals ik ooit al in een Prikker schreef, moet je voor nabijheid eens met McDonalds gaan praten want die: “worden centraal aangestuurd vanuit Chicago maar weten toch nabijheid op te wekken. Ze doen zaken op wereldschaal maar andere zaken laten ze aan lokale franchisers over omdat dit vanuit Chicago niet te regelen is.”10 Helaas ontbreekt ook hier de analyse.

Nu de Mensen staat vol met plannen om de markt terug te dringen “Wat niet failliet mag gaan, hoort niet thuis op de markt. We stoppen de uitverkoop van publieke diensten en nationaliseren onze vitale infrastructuur, zoals de energievoorziening. Op deze manier kunnen wij sneller de economie verduurzamen en de prijzen verlagen.” 11 Op de slakken dat uitvoering door de overheid niet automatisch betekent dat je sneller kunt verduurzamen en dat lagere prijzen niet wil zeggen lagere kosten voor de maatschappij als geheel, zal ik niet meer zout leggen dan dit, en de opmerking dat deze zaken werden geprivatiseerd met hetzelfde argument namelijk dat private bedrijven sneller innoveren en voor lagere prijzen zouden zorgen.Volgens de SP is: “Energievoorziening (…)een publieke taak, die dan ook in publieke handen moet zijn. … Daarom gaan we energiebedrijven weer nationaliseren of lokaal zelf organiseren” 12 Wat wordt het nationaliseren of zelf organiseren? Nationaliseren betekent dat de energievoorziening een overheidsdienst wordt. Dat zal dan in de vorm zijn van een uitvoeringsorganisatie. Zelf organiseren in de meest extreme vorm is dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen energievoorziening. Daartussen zitten hele werelden zoals een groep mensen die een energiecoöperatie opricht tot de vroegere gemeentelijke energiebedrijven. Gemeentelijke energiebedrijven die later opgingen in provinciale omdat het efficiënter en goedkoper was om enkele grote centrales te bouwen. Zelf of collectief organiseren vraagt inspanning van iedere burger. Dat vraagt om meer ‘gemeen’ in de zin van samen, dan waar onze huidige gemeenschap zich door kenmerkt. Hiervoor is vertrouwen het allerbelangrijkste. Dat houdt in dat de wederzijdse afhankelijkheden binnen de groep duidelijk zijn. Een van die afhankelijkheden is de verwachting dat de deelnemers nog lang in de toekomst met elkaar op trekken. Dat ze waarden delen, leren samenwerken en collectief te handelen en dat ze elkaar face-to-face ontmoeten. Eigenlijk precies de eigenschappen die aan de basis lagen van de commons of in Nederlands de gemene gronden of meent. Een meent was een grondgebied, een weidegebied, bos of vijver waar meerdere mensen, meestal de bewoners van een dorpje het gezamenlijke gebruiksrecht op hadden en met dat recht ook de plicht om het te verzorgen. In onze huidige individualistische en door en door kapitalistische samenleving zijn dat weinig voorkomende eigenschappen. Om met je buren samen iets op te zetten, moet je ze kennen en moet je erop vertrouwen dat ze nog heel lang je buren blijven. Want je kunt als: “Bewoners,” wel, “zelf voorzieningen als ontmoetingsplekken of parken willen inrichten en beheren,” daar al dan niet, “financieel en organisatorisch toe in staat gesteld,” 13, dat werkt alleen als je erop kunt vertrouwen dat je medebewoners nog lang je medebewoners zijn en eventuele nieuwe medebewoners zich schikken in de aangegane verplichtingen. Want als je niet uitkijkt, sta je na een paar jaar alleen dat park te schoffelen. De meent werkte eeuwenlang goed omdat dezelfde families het dorp bleven bewonen. De analyse, dat de basisvoorwaarden voor het functioneren van meenten tegenwoordig afwezig zijn, ontbreekt net als maatregelen om die basisvoorwaarden te stimuleren.

De SP vindt: “Het bevorderen van open source-technologie en open standaarden is noodzakelijk. Internet is een moderne nutsvoorziening en moet voor iedereen beschikbaar en betaalbaar zijn.” Niet duidelijk is of ‘moderne nutsvoorziening ‘ hetzelfde is als ‘vitale infrastructuur’ en dus een publieke taak. Houdt bevorderen in dat de overheid erin gaat investeren? Dat wordt niet duidelijk want de SP wil: “geen staatscontrole en ook niet dat Big Tech onze keuzes bepaalt.” Die controle moet, zo lijkt het, liggen bij de Autoriteit persoonsgegevens want die wordt versterkt: “om misstanden aan te pakken.” Die autoriteit heeft een overheidsopdracht en is daarmee onderdeel van de staat. Bijzonder aan die autoriteit is dat deze de rollen die hrt strafrecht toekomen aan het openbaar ministerie en de rechter, combineert. De Autoriteit spoort op en straft en de vraag is of dat een goede combinatie is. Een vraag die je bij meerdere toezichthouders kunt stellen. Echt bijzonder is het idee om: “de volksvertegenwoordiging met een permanent onderzoeksinstituut dat adviseert over de maatschappelijke gevolgen van technologische ontwikkelingen en voorstellen doet voor aanvullende burgerrechten in het digitale tijdperk. Nieuwe technologieën worden eerst onderworpen aan een ethische toets.”14 De geschiedenis leert ons dat wat wordt uitgevonden ook gebruikt wordt en dat het gebruik van een uitvinding soms een kant opgaat die niet was voorzien. Ongeveer iedere uitvinding kan ten goede of ten kwade worden aangewend. Met een mes kun je brood snijden maar ook iemand vermoorden. Kernsplitsing kun je gebruiken voor de energievoorziening maar ook voor een bom. De ethische component van uitvindingen zit in de mens die er gebruik van maakt. Voor wat betreft de burgerrechten is het probleem niet dat er nieuwe moeten komen maar dat de oude gehandhaafd moeten worden. Bij die handhaving wordt nu uitgegaan van de goedertierenheid van de Techbedrijven.

Als het aan de SP ligt komt er een: “Nationaal ZorgFonds, waardoor de huidige wildgroei aan zorgpolissen en zorgverzekeraars overbodig wordt.” En: “De zorg is geen markt. Ondernemers die streven naar winst krijgen geen kans meer in de zorg. We stoppen met de aanbestedingen, ook voor de gemeentelijke zorgtaken.” Wat het alternatief is voor die aanbesteding ontbreekt. Een: “kleinschalig Zorgbuurthuis, met een inloopfunctie voor de hele buurt,” al dan niet met: “De ggz-ondersteuning,” als, vast onderdeel,” organiseert zich niet vanzelf. En dat als een soort ‘meent’ organiseren, vraagt meer zoals ik hierboven betoog. In de zorgparagraaf ontbreekt meer. De SP vindt dat: “De wachtlijsten in de ouderenzorg, jeugdzorg en transgenderzorg zijn onacceptabel lang,” zijn en moeten worden weggewerkt. Worden er: “geen wachtlijsten voor verpleeghuizen,” geaccepteerd en worden: “de personele bezettingsnorm voor voldoende personeel in het verpleeghuis,” gehandhaafd. Daarbij moeten mensen kunnen: “kiezen tussen goede zorg thuis of voor een fijne plek in een kleinschalig Zorgbuurthuis, met een inloopfunctie voor de hele buurt.” Daarbij wordt: “De ggz-ondersteuning (…) een vast onderdeel van de zorg in de buurt. De wachtlijsten dringen we terug door voldoende opnameplaatsen en ambulante behandelplaatsen in iedere regio, met voldoende en goed geschoold personeel.” Verdient: “ Elke regio in Nederland (…) een volwaardig ziekenhuis, ook voor spoedeisende zorg (waaronder acute verloskunde). Er verdwijnen geen ziekenhuizen of afdelingen meer en daar waar dat nodig is gaan we reeds gesloten afdelingen weer openen.” Als laatste moeten: “ mensen (…) kunnen rekenen op goede zorg van hun huisarts in hun eigen regio. We lossen het huisartsentekort op en bestrijden de hoge werkdruk bij huisartsen. Dit kan onder andere door de bureaucratie in de huisartsenzorg te verminderen en de toegang tot specialistische zorg te vergemakkelijken.” 15 In mijn bespreking van Sterker uit de storm, het verkiezingsprogramma van de VVD schreef ik over het ontbreken van een analyse op basis waarvan kan worden bekeken welke ‘bureaucratie’ er dan geschrapt wordt. Ook het SP programma maakt dit niet duidelijk. Belangrijker is echter dat de SP eraan voorbijgaat dat er een tekort is aan zorgpersoneel. Een tekort dat de komende jaren als maar toeneemt vanwege de vergrijzing van de bevolking. Je kunt gesloten afdelingen wel weer willen openen, volwaardige ziekenhuizen in iedere regio willen en voldoende opname en behandelplaatsen om wachtlijsten terug te dringen. Daarvoor is personeel nodig. Waar dat personeel vandaan moet komen, maakt het programma niet duidelijk. Inhoudelijk zijn de plannen van de SP goed te onderbouwen, maar zonder de aandacht voor de personele component, blijft het zweven.

Hetzelfde gebeurt in meerdere hoofdstukken. In Een lerend land het onderwijshoofdstuk. Die begint met: “Er is een groeiend tekort aan leraren. Het vak van leerkracht maken wij daarom veel aantrekkelijker. Docenten krijgen een hoger salaris en de lonen worden landelijk uitbetaald. Daarbij worden over de hele linie de lonen van docenten verhoogd.” Dat aantrekkelijk maken gebeurt via: “ een kleine klassenstrijd. We werken naar klassen van maximaal 23 kinderen, te beginnen op scholen met veel kinderen uit armere gezinnen. Zo verlagen we de werkdruk voor docenten, terwijl ieder kind meer aandacht kan krijgen.” Ook wil de SP: “ meer gymlessen en sportbeoefening op school, onder leiding van vakleerkrachten. Ook zwemveiligheid moet meer prioriteit krijgen, onder andere door het invoeren van meer schoolzwemmen in het basisonderwijs.” Inhoudelijk voorstellen waar zeer veel mensen zich in kunnen vinden, maar ook hier ontbreekt de personele component. Maar ook in Een schoon land, het milieuhoofdstuk. Daarin is te lezen dat we: “Voor een andere landbouw (…)meer, in plaats van minder, boeren nodig hebben.” 16 In het hoofdstuk Een veilig land van hetzelfde laken een pak: “We willen meer politiebureaus en wijkagenten in de buurt.”17 Ook de rechtspraak moet: “ veel dichter bij de mensen, met Huizen van het Recht door het hele land.” 18 en iets verderop in het hoofdstuk een solidair land krijgen: (D)e politie en het OM (…) meer mensen en mogelijkheden om discriminatie te onderzoeken en te vervolgen,” en:(D)e arbeidsinspectie krijgt meer mogelijkheden en middelen om discriminatie op de arbeidsmarkt aan te pakken.” 19 Het enige wat de partij over de personele component schrijft, verergert het personeelsprobleem want de partij verlaagt: “de AOW-leeftijd naar 65 jaar, zodat iedereen voortaan vanaf 65 jaar kan stoppen met werken.” Wie wil mag langer20.

En nu ik het toch over het milieuhoofdstuk heb. “(O)m het klimaatprobleem terug te dringen, moeten we het kapitalisme terugdringen. We verzetten ons tegen maatregelen waarvan de kosten alleen bij mensen komen te liggen.”Verhoging van de belastingen, zoals een plastic taks of een vliegtaks, worden niet gevoeld door mensen met een hoog inkomen, die relatief veel uitstoot veroorzaken. Hoge prijzen maken het leven wel onbetaalbaar voor mensen met een laag en gemiddeld inkomen. 21 Als de mensen de kosten niet dragen, wie dan wel? In deze wereld wordt alles door de mensen betaald. Dat betalen gebeurt als consument, arbeider, aandeelhouder of als belastingbetaler. In een van die hoedanigheden betalen wij als mens alles. Een vliegtaks betaal je als consument als je gaat vliegen en inderdaad drukt dat zwaarder op mensen met een laag en gemiddeld inkomen dan op de Dagobert Ducks van deze wereld. Dat:“Twintig multinationals (…) verantwoordelijk (zijn) voor een derde van de uitstoot van broeikasgassen in de wereld,” kan best kloppen. Dit bestrijden met: “een CO2-heffing die alle vervuilende bedrijven gaan betalen, zonder vrijstellingen,” en, “(d)e energiebelasting (..) omhoog voor grootgebruikers en

omlaag voor huishoudens en het mkb,” maakt nog niet dat bedrijven de rekening gaan betalen. Die heffingen worden doorberekend aan ons als consument. Die extra boeren, die volgens de SP nodig zijn, moeten ergens van worden betaald en zullen leiden tot een stijging van de prijzen van ons eten. Wil je die als overheid laag houden, dan moet je subsidiëren en dan betaalt de mens het als belastingbetaler.

Dat het klimaatprobleem samenhangt met de kapitalistische productiewijze laat Andreas Malm zien in zijn boek Fossil Capital. Als je werkelijk die ‘twintig multinationals’ wilt aanpakken, dan moet je iets aan de kapitaalmarkt doen want zoals Malm schrijft: “Wereldwijd mobiel kapitaal zal fabrieken verplaatsen naar plaatsen waar arbeidskrachten goedkoop en gedisciplineerd zijn – waar de meerwaarde het grootst lijkt te zijn – door middel van nieuwe rondes van massaal verbruik van fossiele energie.”22 Als je daar niets aan doet dan zullen die bedrijven steeds verkassen naar plekken met die gedisciplineerde en goedkope arbeidskrachten en dat zijn precies die plekken waar energie op de meest vervuilende manier wordt opgewekt. Dat aanpakken en kapitaal aan banden leggen, leidt tot lagere rendementen omdat het aantal plekken waar kapitaal rendement kan zoeken, kleiner wordt. Dit betaalt de mens als aandeelhouder en de meeste van ons zijn via een pensioenfonds aandeelhouder. Alles in eigen land of in de Europese Unie produceren, betekent dat producten duurder worden. Een eigen Nederlandse autofabriek, laat staan meerdere omdat je wat te kiezen wilt, leidt tot zeer dure auto’s voor de consument. Als je daarvan de prijzen wilt verlagen door alles te mechaniseren en automatiseren zodat er zonder ook maar een mens wordt geproduceerd, betaalt de arbeider de prijs. Die verliest zijn baan. Als overheid kun je de prijs drukken door het bedrijf te subsidiëren, dan betaalt de mens als belastingbetaler. Als je het ‘van de markt haalt’, zoals de SP energie, zorg en openbaar vervoer wil, dan moet nog steeds de mens het betalen.Nu de mensen staat vol met maatregelen op dit gebied maar wat ontbreekt is de samenhang en analyse. Analyse die duidelijk maakt waarom welke maatregel wordt genomen en wat daarvan de gevolgen voor de mens in zijn verschillende rollen.

Als laatste in deze bespreking van Nu de mensen een heel bijzondere passage in het laatste hoofdstuk Een soeverein land. Daar is het volgende te lezen: “We willen samenwerken in Europa, voor onder meer de aanpak van internationale criminaliteit, een goede opvang van vluchtelingen en een effectief klimaatbeleid.” Tot zover niets aan de hand . Maar dan: “Maar we willen geen beleid opgelegd krijgen door ongekozen ambtenaren uit Brussel.” Dit is een karikatuur van de werkelijkheid of beter nog een stropop. Er wordt vanuit Brussel niets opgelegd door ‘ongekozen ambtenaren’. De landen van de Europese Unie hebben via verdragen waar die de landen via de in hun land geldende procedure mee hebben ingestemd, bevoegdheden op bepaalde terreinen overgedragen naar de Europese Unie. Op die terreinen maakt de Europese Unie beleid. Beleid waarover op de in de Unieverdragen vastgelegde manier wordt besloten. Dat de Unie niets oplegt, bleek toen COVID 19 uitbrak. Toen verbaasde jan en alleman zich erover dat je in het ene land een mondkapje op moest en anderhalve meter afstand moest houden en in het andere land twee meter en geen kapje hoefde te dragen. “Als doordringt dat we in tijden van een crisis als de huidige van de EU geen antwoord hoeven te verwachten en de lidstaten op zichzelf worden teruggeworpen, verdient nationaal beleid een herwaardering. Waarom geld stoppen in EU-beleid dat niet werkt?” 23 Schreef bijvoorbeeld Johannes Vervloed bij De Dagelijkse Standaard. Hij realiseerde zich daarbij niet dat de EU geen enkele rol had op het gebied van (openbare) gezondheidszorg.

De passage gaat verder: De lobby van grote bedrijven en banken in Brussel moet drastisch worden ingeperkt.” Dat mensen en bedrijven pleiten voor een voor hen gunstig beleid, kun je deze mensen en bedrijven niet verwijten. Sterker nog, dat hoort bij een democratie. Dat bedrijven wetsartikelen en soms delen van wetten aan parlementsleden aanbieden, ook niet. De lobby is niet het probleem, het probleem zijn de mensen die zich laten meevoeren door die lobby, de parlementsleden die de wetsartikelen en delen van wetten overnemen zonder te vermelden dat ze van een bedrijf afkomstig zijn. Niet de lobby moet worden beperkt maar de parlementsleden en bestuurders van de Europese Unie moeten, net zoals de SP dat van: “Ministers en andere bestuurders,” eist, “openheid geven over al hun contacten met lobbyisten.”24 Bijzonder is dat de SP dit in haar programma niet aan Tweede Kamerleden oplegt.

En dan wordt het echt bijzonder: ‘”De Europese Commissie als politiek orgaan kan worden afgeschaft, landen kunnen heel goed zelf samenwerken. Het Europees Parlement wordt een plek waar parlementariërs van lidstaten afspraken kunnen maken en het recht krijgen gezamenlijk Europese initiatiefwetten te maken.” 25 Het Europees parlement als ‘plek waar parlementariërs van de lidstaten afspraken kunnen maken’? Hoe moet ik me dat voorstellen? Een vergadering van alle leden van de parlementen van de lidstaten? Dus daar komen de 630 leden van de bondsdag samen met de 150 leden van onze Tweede Kamer, de 577 leden van de Frans Assemblée nationale enzovoorts. Of mogen de Eerste Kamerleden en de leden van de Duitse Bundersrat daar dan ook bij aanschuiven? Het lijkt me dat dit een Poolse landdag wordt maar dan met niet alleen Polen. Op basis van welke analyse wordt dit voorgesteld? Welk probleem wordt hiermee opgelost? Ik heb geen idee. Wat ik vrees is dat dit net als het afschaffen van de Europese Commissie tot stilstand leidt en de bijl zet aan de wortel van de Europese samenwerking. De Europese samenwerking zou juist gebaat zijn met minder bemoeienis vanuit de landen. Bevoegdheden die de deelnemende landen naar het Unie niveau hebben gedelegeerd, daar moeten de landen zich niet meer mee bemoeien. Dat is het pakkie-an van de Europese Commissie (de Europese regering) en het Europees parlement. En om dat beleid te betalen, zou de Unie een eigen belastinggebied moeten hebben. Bij voorkeur een gebied dat de financiële markten en de multinationale bedrijven raakt. Voor mij is dat een onderdeel van: “ het eigen huis eerst op orde maken,” wat de EU zo bepleit de SP, moet doen maar dat wordt verder niet onderbouwd. Ook hier ontbreekt alweer de analyse.

1Nu de mensen is te vinden op https://sp-mediabucket.s3.eu-north-1.amazonaws.com/2025/01/OfSgfA5C-sp_verkiezingsprogramma_2023-2027.pdf

2Nu de Mensen, pagina 7

3Idem, pagina 7

4Idem, pagina 11

5Nu de Mensen, pagina 11

6Nu de Mensen, pagina 11

7Roslyn Fuller, In defence of democracy, pagina 211 eigen vertaling.

8Nu de Mensen, pagina 12

9Het voorstel is hier te vinden: https://www.internetconsultatie.nl/wsob/b1

10https://ballonnendoorprikker.nl/2021/04/09/mcdonalds-en-de-jeugdhulp/

11Nu de mensen,pagina 13

12Idem, pagina 15

13Idem, pagina 11

14Idem, pagina 14

15Idem, pagina 18-19

16Idem, pagina 15

17Idem, pagina 26

18Idem pagina 27

19Idem, pagina 28

20Idem, pagina 20

21Idem, pagina 15

22Andreas Malm, Fossil Capital. The Rise of Steam Power and the Roots of Global Warming,pagina 333

23Idem, pagina 30

24Idem, pagina 11

25Idem, pagina 30

‘De paus van de overheid’

In maart mogen we weer naar de stembus om de leden voor de Tweede Kamer te kiezen. Ik moet zeggen dat ik het steeds moeilijker en lastiger vind om een keuze te maken. Moeilijk niet omdat er steeds meer partijen zijn, omdat Kamerleden zich afscheiden en een (eigen) nieuwe partij beginnen en ze het allemaal beter denken te weten. Nee, al die malloten en de partijen die ze hebben opgericht komen zeker niet voor mijn stem in aanmerking. Nee, het wordt me steeds moeilijker gemaakt door het gebrek aan besef bij Kamerleden van hun rol, positie, invloed en vooral hun verantwoordelijkheid.

Bestand:Lid van de Tweede Kamer voor de VVD dhr. Edzo Toxopeus  interrumpeert de fractiev, Bestanddeelnr 919-6733.jpg - Wikipedia
Bron: Wikipedia

“De gemeente Wijdemeren gaat nog eens kijken naar de zaak van een vrouw met een bijstandsuitkering, die ruim 7000 euro moet terugbetalen. Ze ontving boodschappen van haar moeder en had dat aan de gemeente door moeten geven, oordeelde de rechter,” zo lees ik bij de NOS. Gevolgd door Tweede Kamerleden die zoals Lilian Marijnissen zich twitterend afvragen: Hoe een overheid een monsterlijke machine kan worden die mensen kapot maakt omdat niet het vertrouwen voorop staat maar het wantrouwen.”  Of zoals enig PVV-lid Wilders: “dat de overheid “dus helemaal niets” heeft geleerd van de toeslagenaffaire.” En zij zijn niet de enige. Ik word er heel erg moe van. Ze hebben gelijk en toch word ik er heel erg moe van of beter gezegd teleurgesteld of nog beter gezegd boos.

Ze hebben gelijk. Dat wantrouwen voorop staat en dat dit de overheid tot een ‘monsterlijke machine’ maakt die mensen kapot kan maken, daarover schreef ik al eerder. Nee, ik word moe, teleurgesteld en boos van de manier waarop zij zich met hun woorden buiten de overheid plaatsen. De overheid, dat zijn anderen. Dat zijn ‘hardvochtige ambtenaren’ en rechters die de vastgestelde regels toepassen. Met hun manier van praten, plaatsen zij zich buiten de overheid. Terwijl zij er integraal onderdeel van zijn. Sterker nog, zij zijn lid van het belangrijkste onderdeel van onze overheid. Zij zijn lid van de Tweede Kamer. Een Kamer die namens en voor ons besluit. Een Kamer die namens ons wetten vaststelt waaraan we ons allemaal moeten houden. ‘Ja maar ik of wij hebben tegen die wet gestemd’, zal menig politicus roepen. Tegen een wet stemmen, weerhoudt hen er echter niet van om te pleiten voor een ‘harde aanpak’ bij geconstateerde fraude. Neem bijvoorbeeld het debat over bijstandsfraude door Turkse Nederlanders van 6 februari 2019. De handelingen doorlezend kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de ene partij fraude nog steviger wil aanpakken dan de andere.

Even wat citaten. “Ik kan me nog de debatten met mevrouw Klijnsma hierover herinneren. Die uitzonderingen moeten een keer stoppen, want er zit altijd aan het eind van het verhaal nog een ambtenaar in de gemeente die allerlei uitzonderingsbepalingen mag toepassen waardoor alsnog half geïmporteerd Nederland een uitkering krijgt.”  Aldus PVV’er De Graaf. Nu kan het dat hij alleen voor strengheid pleit ten opzichte van ‘geïmporteerd Nederland’. Op dit taalgebruik werd hij aangesproken, niet op zijn pleidooi om ambtenaren de ruimte om uitzonderingen te maken, af te nemen.

Iets verder in het debat is VVD’er Nijkerk-De Haan aan het woord: “Zoals wij eerder al hebben ingebracht, betekent dit wat ons betreft dat gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank uitkeringen bij geconstateerde fraude niet alleen stopzetten, maar ook moeten terugvorderen. Tijdens de begrotingsbehandeling van vorig jaar november hebben mijn collega Wiersma en collega Peters van het CDA precies hierover een motie ingediend, een motie die de staatssecretaris vraagt om twee zaken op te pakken: bevorderen dat gemeenten actief invulling gaan geven aan hun verplichting om bij aangetoonde fraude een boete op te leggen en de onterecht ontvangen uitkeringsbedragen terug te vorderen.” En daarmee kennen we meteen ook de positie van het CDA. Vanwege de aanleiding voor het debat, de bijstandsfraude door Turkse Nederlanders vult Öztürk namens DENK iets verder aan: “Ook richting de woordvoerder van de VVD, mevrouw Nijkerken-de Haan, zeg ik: alle fraudeurs moeten wij aanpakken met z’n allen; dan zijn we unaniem.”

“ GroenLinks is niet naïef: waar nodig moet streng gehandhaafd worden. Er wordt namelijk in deze situatie publiek geld uitgegeven aan mensen die het niet nodig hebben. Overtreders moeten we bestraffen, want anders gaat het ook ten koste van het draagvlak voor sociale zekerheid. Wel pleiten we voor slim handhaven; dat heb ik al in meerdere debatten gedaan. Een slimme handhavingsstrategie, gekenmerkt door persoonlijke aandacht, leidt namelijk tot betere resultaten. Daar is ook veel onderzoek naar gedaan. Daarom willen wij dat er slim wordt gehandhaafd waar dat kan maar zeker ook streng waar dat nodig is.” Aldus de bijdrage van GroenLinks Kamerlid Renkema. Streng maar wel via een persoonlijke aanpak. Het CDA vult nog aan: “De meeste mensen vinden dat vertrouwen goed is, maar controleren beter. Zij vinden dat mensen zichzelf en elkaar de kans niet moeten geven de fout in te gaan. Misschien is dat geen idealistisch wereldbeeld, maar het is wel zo nuchter.” SP’er Van Dijk: “Dit is niet de eerste keer dat wij over bijstandsfraude debatteren. Het kwam al voorbij in maart 2011. Inmiddels zijn we acht jaar verder. Je zou dus verwachten dat er meters gemaakt zijn. Maar daar lijkt het niet op. En dat terwijl het helder is: fraude is ontoelaatbaar, die moet je opsporen en aanpakken, ongeacht de afkomst. …  Fraude moet je aanpakken zonder aanziens des persoons.”

Waarom zijn jullie dan boos? Wat is de boodschap die jullie, Kamerleden, hier afgeven? Ik kan tot geen andere conclusie komen dan: pak fraude zonder uitzondering heel streng aan! Als dit de opdracht is waarmee jullie een minister het bos in sturen en jullie kennen, al hebben jullie er misschien niet mee ingestemd, de betreffende wet, waarom dan zo boos en verbaasd? Maar wat erger is dan jullie boosheid, en dat is de oorzaak van mijn boosheid, is dat jullie duiken voor jullie medeplichtigheid. Of sterker nog, want medeplichtigheid is eigenlijk nog wat zwak uitgedrukt, waarom nemen jullie niet jullie verantwoordelijkheid hiervoor? Nee, als een schijnheilige van buiten naar binnen roeptoeteren en schande spreken, terwijl jullie de ‘paus van de overheid’ zijn.

Homerun

In The loudest Voice de serie over het leven van Roger Ailes de oprichter van Fox News, sprak een van zijn medewerkers over een homerun. De rol van Ailes wordt gespeeld door ‘gladiator’ Russell Crowe. Al zul je qua fysiek weinig gelijkenis zien tussen Crowe als generaal Maximus Decimus Meridius en Crowe als Ailes. Een homerun, de sensatie voor iedere slagman of -vrouw in het honk- en softbal.

Honkbal, Derde Honk, Spelen Op Derde, Duiken In Derde
Bron: pixabay

Uw ballonnendoorprikker wacht als softbalrecreant bij de Venlose Mustangs nog altijd op die sensatie. In mijn geval betekent dat ‘wachten tot ik een ons weeg’, zoals mijn moeder het zou zeggen. Ondanks alle pogingen van mijn teamgenoot Eric om mijn slagtechniek te verbeteren, zal dat er niet inzitten. Als ik de bal goed raak dan gaat hij best ver, maar nooit zo ver dat ik hem over ‘de hekken’ sla. En omdat mijn verre ballen meestal een flinke boog kennen, zijn ze in het buitenveld makkelijk te vangen. Dat weet ik dan weer vanuit mijn ervaring in het buitenveld. In tegenstelling tot sommige anderen, probeer ik het dan ook maar niet meer en probeer ik de bal strak te slaan in een gat tussen het binnen- en het buitenveld. Dat is meestal voldoende om het eerste honk te halen en dat is het begin tot een punt. De medewerker van Ailes had het echter niet over een homerun bij het honkbal. Hij gebruikte homerun als metafoor.

Voordat ik begin aan die andere homerun eerst even iets over Ailes. Ailes richtte midden jaren negentig met steun van de Australische mediatycoon Rupert Murdoch, Fox News op. Nu doet het woord News vermoeden dat het om een nieuwszender gaat, maar dat is niet wat Ailes voorstond. Ailes richtte een propagandakanaal op voor een rechts conservatieve boodschap. De serie laat zien dat hierbij de journalistiek en de feiten hooguit bijzaak zijn. Hooguit want vaak waren ze zelfs volledig afwezig. En in zo’n laatste geval komt de metafoor homerun ter sprake.

Ailes zag Obama als een ramp voor de Verenigde Staten en begon een oorlog tegen Obama en zijn regering. In die strijd richtte Ailes zijn aandacht op een door de regering gesubsidieerde instelling die voor hem een doorn in het oog was. Hoe verwijder je die ‘doorn’? Dan start je een lobby en probeer je de regering er met argumenten van te overtuigen dat de wereld erbij gebaat zou zijn als die ‘doorn’ wordt verwijderd. In dit geval dat de regering de subsidie stopzet.

Ailes deed het op een andere manier. Hij verklaarde de oorlog aan Obama en startte de strijd met het verspreiden van lasterlijke bericht over de organisatie die kant nog wal raakten. Geheel naar de uitspraak van de oud Griekse schrijver Aischylos: “In een oorlog sneuvelt de waarheid als eerste.” Die berichten werden opgepikt door conservatieve activisten op het internet. Die zorgden voor zoveel beroering en aandacht, dat serieuze media er aandacht aan gingen besteden. Dit leidde er vervolgens toe dat de regering onder druk van al die media de subsidie aan de organisatie stopte. Een ‘homerun’ volgens de medewerker. Door de inspanningen van Ailes en de zijnen werd het eerste honk bereikt. De internetactivisten zorgden ervoor dat het tweede honk werd bereikt waarna de serieuze media ervoor zorgden dat het derde honk werd bereikt. Toen de regering de subsidie stopte werd de thuisplaat bereikt: de ‘doorn in het oog’ was verwijderd.

Nu is Ailes niet de eerste die de kracht van de leugen gebruikte. De communicator van het ‘Dritte Reich’, Joseph Goebbels wist op dit gebied ook van wanten en ging nog een stapje verder dan Aischylos: ‘Wanneer je een grote leugen vertelt en deze vaak genoeg herhaalt, dan zullen de mensen hem uiteindelijk geloven.’ Ailes blijkt een goed leerling. Een leerling die middelen zoals de ‘online fabeltjesfuik’ zoals, Arjen Lubach het noem, ter beschikking heeft waar Goebbels alleen maar van kon dromen. 

De manier waarop Ailes opereert lijkt verdacht veel op de manier waarop de president Trump het Amerikaanse verkiezingsproces verdacht probeert te maken. Hij staat ‘aan slag’ en slaat een leugen ‘fraude met poststemmen’ het veld in. De leugen wordt opgepikt door zijn volgers op internet en door het Fox News van de inmiddels overleden Ailes. Vervolgens wordt de verdachtmaking voorgezet middels allerlei rechtszaken waarmee het ‘derde honk’ wordt bereikt waarna, zo was en is zijn bedoeling, zijn republikeinse vrienden in cruciale staten de verkiezingen ‘ongeldig’ verklaren en zelf de kiesmannen aanwijzen. Nu is dit niet vreemd omdat, als we de serie mogen geloven, Ailes achter Trumps kandidatuur voor het presidentschap en de slogan Make America Great Again zit.

Een bijzondere metafoor waaraan ik moest denken bij het lezen van een artikel in de Volkskrant met als titel Hoe de aandacht voor kindermisbruik verknoopt raakte met complottheorieën. Een artikel waarin enkele ‘influencers’ aan het woord komen: “Er is iets gaande. Ik denk niet dat het gaat om vrijheid of gezondheid. Het gaat om controle.” Woorden die wijzen op een ‘complot’ van de ‘elite’ die ‘het gewone volk’ eronder wil houden. Het wordt nog erger, want ze hebben ‘ontdekt’ dat er ook nog iets is met kindermisbruik waarbij de ‘politieke elite kinderen seksueel zou misbruiken in satanische rituelen’. Je zou denken dat vier jaar nadat er een Amerikaan met een wapen in de hand een pizzarestaurant in Washington DC kinderen uit de kelders wilden bevrijden terwijl het pand geen kelder had, deze hoax verleden tijd zou zijn. Niets is echter minder waar. De hoax verspreidt zich via het internet over de wereld. En nu besteedt een serieuze krant als de Volkskrant ook nog bijna een complete pagina aan mensen die in dergelijke complotten geloven. Complotten die het wantrouwen in de overheid aantasten. De serieuze media besteden aandacht aan de ‘leugenloper’. En de homerun ligt binnen handbereik omdat, zo is in het artikel te lezen: “half oktober een motie van de SP, GroenLinks en PvdA om onderzoek te doen naar ‘de aard en omvang van georganiseerd sadistisch misbruik van kinderen’, door de gehele Tweede Kamer aangenomen.” De weg naar de thuisplaat is ingezet en alleen de catcher kan een homerun voorkomen. En iedere honk- en softballer weet dat de catcher de laatste verdediger is. Wordt de bal gemist, valt de bal, wordt de loper te laat getikt of komt de bal te laat, dan is het punt binnen.

Dat de Kamer een motie met die strekking aanneemt, is te begrijpen. Immers als je tegenstemt laad je de verdenking op je dat het ‘sadistisch misbruik van kinderen’ je niet aan het hart gaat of zelfs erger. Het probleem ligt ervoor, de motie had nooit ingediend moeten worden. Dat wil niet zeggen dat politie en justitie geen onderzoek moeten doen naar kindermisbruik. In tegendeel, daarvoor zijn zij mede op aarde. Maar daar moeten we het ook bij laten. Dergelijke moties bevestigen de wanen van mensen. De Kamer, tenminste het gros van haar leden, zal deze motie steunen in de verwachting dat het onderzoek het verhaal van ‘politieke satanisch kindermisbruikende elite’ zal ontkrachten. Alleen is de schade al aangericht. De motie bevestigt de ‘complotdenkers’ in hun denken en de uitkomst van het onderzoek zal dat ook doen. Het onderzoek zal niets opleveren maar, zo zullen de complotdenkers redeneren, wat wil je, als ‘de slager zijn eigen vlees keurt’? Immers, aldus de wijsheid van Goebbels, als de leugen maar genoeg wordt herhaald, dan wordt ze vanzelf waar.

Nu zijn journalisten sinds Pim Fortuyn bang dat ze iets missen wat leeft onder het volk en komt ‘het gewone volk’ geregeld aan het woord in kranten en tv-programma’s. ‘Wanen en complotten’ onder ‘het volk’ kunnen we echter missen als kiespijn. Het verschil tussen een prettige open samenleving en barbarij is dat in de eerste, waarheden zijn gebaseerd op feiten. In de tweede, doen feiten er niet toe en is waarheid relatief. Journalisten vervullen een belangrijke rol in de ‘bewaking’ van die prettige open samenleving. Om in honkbal termen te spreken, ze vervullen de cruciale positie van korte stop. Een alerte speler met als belangrijke taak om de bal snel te verwerken, naar de juiste plek te werpen en indien nodig het tweede of derde honk over te nemen om de loper uit te maken. Zouden journalisten zoals Emma Curvers en Hessel van Piekartz niet beter na moeten denken en tot tien moeten tellen alvorens aandacht te besteden aan de wanen van deze ‘influencers’?

Zouden ze niet beter de werkelijke problemen waarmee ‘het volk’ worstelt onder de aandacht kunnen brengen en die met mogelijke oplossingen van het tweede naar het derde honk begeleiden? Problemen zoals betaalbare huisvesting door een pleidooi te houden voor het ‘nationaliseren van woningcorporaties’ en vervolgens flink te investeren in betaalbare huurwoningen. Problemen zoals de inkomensonzekerheid door bijvoorbeeld het idee van een basisinkomen of liever nog een basisgift te onderzoeken op voor- en nadelen. Met andere woorden in plaats van in de waan van de dag mee te gaan in de wanen van een klein deel van het volk, aandacht besteden aan de werkelijke noden van ‘het volk’? Of om in honkbaltermen af te sluiten: door zelf een (positieve) homerun te slaan in plaats van mee te gaan in een negatieve van mensen als Ailes?

SP logica

Vandaag mogen we naar de stembus om onze vertegenwoordigers in het Europees parlement te kiezen. Bij Joop een schrijven van drie personen,  Sara Murawski, Geert Ritsema en Remine Alberts, die namens de SP ons in dat parlement willen vertegenwoordigen. De drie, maken zich zorgen over de, in hun en ook mijn ogen, te ver doorgeschoten marktwerking. Zij pleiten: “voor een nieuw Europees verdrag, waarin de interne markt begrensd wordt, nationale staten en de lokale democratie weer meer zeggenschap krijgen over de economie, en sociale rechten en het milieu altijd voorrang krijgen op de vrije markt. Want daar waar de vrije markt ongestoord haar gang kan gaan, delven mensen, dieren en het milieu het onderspit – ook in onze prachtstad.” Die stad is hun woonplaats Amsterdam. Toch is er op hun redenering het nodige aan te merken.

“De steeds verdergaande economische integratie in de EU zorgt ervoor dat de sociale ongelijkheid tussen mensen groeit doordat overheden en gemeentes steeds minder ruimte hebben om in te grijpen in de markt.” Aldus de drie. Inderdaad zien we in Europa verdergaande economische integratie en toenemende sociale ongelijkheid. Dat betekent echter niet dat er ook een causaal verband is tussen die twee gebeurtenissen. Dat, zoals zij beweren, die integratie die ongelijkheid veroorzaakt. Een voorbeeld, de Verenigde Staten zijn altijd al een geïntegreerde economie en ook daar neemt de ongelijkheid toe. Als het verband van de drie opgeld doet, dan zouden de VS economisch moeten ‘desintegreren’ om de economische ongelijkheid te verkleinen. Het vreemde is dan wel dat het land in de eerste dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog veel ‘gelijker’ was dan nu en dat de ongelijkheid sindsdien toeneemt zonder verdere integratie. 

Inderdaad delven mensen, dieren en het milieu het onderspit als de vrije markt ongestoord haar gang kan gaan. Meer zeggenschap voor nationale staten en lokale democratie is volgens de drie de oplossing. Het verleggen van de zeggenschap van Europa naar land en lokaal, zoals drie beweren, is geen oplossing hiervoor. Die kleinere schaal is echter geen ‘garantie’ tegen ongebreidelde marktwerking. Ook kleine democratieën kunnen ten prooi vallen aan het neoliberale economische denken. Sterker nog, zou de door de SP-ers bepleiten ‘versnippering’ werkelijk effectief kunnen optreden tegen de de Googles, Facebooken maar ook de Shells, Volkswagens en Morgan Stanleys van deze wereld? 

“Of het nu gaat om de post, het spoor of onze energiebedrijven, al deze zaken zijn onder druk van de liberaliseringsmachine die Brussel is geworden geprivatiseerd – met alle gevolgen van dien.” Beste SP-ers, liberaliseren is wat anders dan privatiseren. Liberaliseren betekent het openstellen van een markt voor andere partijen. De keuze om een staatsbedrijf te privatiseren, staat daar los van. Die keuze wordt niet in Europa gemaakt, maar in Nederland. Andere landen binnen dezelfde EU zijn nog steeds eigenaar van energiebedrijven. Zo is het Zweedse Vattenfall voor 100% eigendom van de Zweedse overheid en is de Franse staat nog steeds de trotse bezitter van spoorbedrijf SNCF, net als trouwens de Nederlandse staat eigenaar is van de NS. 

De drie gaan verder: “Hetzelfde geldt voor belangrijke dienstverlening die gemeentes organiseren voor hun inwoners: het aangaan van lange-termijn relaties met bijvoorbeeld een betrouwbare thuiszorginstelling of een schoonmaakbedrijf is er niet meer bij, omdat gemeentes verplicht zijn om aan te besteden. Dit is vaak echter helemaal niet in het belang van de mensen die afhankelijk zijn van deze instellingen en juist behoefte hebben aan stabiliteit en een langdurige relatie. Zo pakt goedkoop vaak uit als duurkoop, ten koste van de meest kwetsbaren.” Ook hier is het niet de Europese Unie die de keuze maakt om van bijvoorbeeld de thuiszorg of de zorg voor de jeugd een markt te maken. Die keuze maken de gemeenten zelf. Maar als je de keuze maakt om er een markt van te maken, dan gelden ook de Europese regels voor de markt. Neem bijvoorbeeld de zorg voor de jeugd waar we in Nederland een ‘markt’ van hebben gemaakt. Binnen de EU laat ons buurland Duitsland zien dat het ook anders kan. De zorg voor de jeugd is daar belegd bij het Jugendamt, een onderdeel van de Kommunalverwaltung en dus een overheidsdienst. 

Beste SP-ers, zoals gezegd deel ik jullie zorgen over de doorgeschoten marktwerking. De Europese Unie is hiervan echter niet de oorzaak nog een hinderpaal bij het oplossen ervan. De oorzaak is te vinden in de hoofden van jullie, de politici die namens ons de keuzes moeten maken. Jullie kunnen andere keuzes maken, in gemeente en provincie en het Europese Parlement maar vooral in de Nederlandse Staten Generaal. Want de belangrijkste en grootste invloed loopt nog altijd via onze regering. Sterker nog, het is niet Europa dat het landsbeleid bepaalt maar het zijn de landsregeringen die het Europese beleid bepalen.

Grenzen, grensgebieden en grenzenloos

“Grensgebieden zijn poreus, grenzen zijn dat niet. Bij de grens eindigt alles … . Een grensgebied is minder hard.” Een passage uit het boek Stadsleven. Een visie op de Metropool van de toekomst van Richard Sennett dat ik al eerder als inspiratie gebruikte. Een passage waaraan ik moest denken toen ik een betoog van SP’ers Lilian Marijnissen en Arnout Hoekstra in de Volkskrant las.

Bron: Wikimedia Commons

“Deze oneerlijke concurrentie moet stoppen: het slepen met werknemers zet juist mensen tegen elkaar op,” betogen de SP’ers. Want, ‘ongebreidelde arbeidsmigratie’ zet mensen tegen elkaar op en heeft: “ontwrichtende gevolgen… eenderde van de jongeren is uit het land vertrokken. Jongeren die in Letland werden opgeleid, werken in Nederland voor het minimumloon.” Daarom: “pleit de SP al jaren voor een vergunningplicht voor uitzendbureaus zodat we malafide bureaus eindelijk kunnen aanpakken. Daarnaast moeten we arbeidsmigratie beter reguleren om grootschalige uitbuiting en verdringing te voorkomen. Er dient een einde te komen aan de subsidiemaatregelen en fiscale routes waardoor lonen kunstmatig laag blijven.” Immers: “Echte internationale solidariteit bestrijdt uitbuiting, ontwrichting en verdringing hier én daar, en stopt de concurrentie op onze arbeidsvoorwaarden die door Brussel is gestart.”

Echt internationale solidariteit. Mooie woorden, maar wat betekenen ze? De SP’ers pleiten voor begrenzing van de mobiliteit van arbeid. Het (grotendeels) sluiten van de grenzen door de ‘arbeidsmigratie te reguleren’ zal er best voor zorgen dat de Letse bevolking in Letland blijft. Of het de levens van deze Letten zal verbeteren, kun je afvragen. Die Letten komen hier immers niet uit weelde werken voor het minimumloon. Die komen hier voor dat minimumloon werken omdat het ze in Letland een beter leven oplevert. Van het geld dat ze hier in een half jaar verdienen, kunnen ze daar een paar jaar leven. En als ze dat een paar keer doen, dan kunnen ze in Letland iets beginnen.

Zou er na het sluiten van de grenzen ook geld naar Estland verplaatsen? Nu is geld sinds het einde van de afspraken van Bretton Woods heel mobiel geworden. Geld kent geen grenzen en ‘flitst’ zoekend naar rendement en dus meer geld in enkele seconden de wereld over. Ook goederen zijn, door het wegnemen van handelsbelemmeringen, steeds mobieler geworden. Dus geld zou zomaar naar Letland kunnen ‘flitsen’. Het ‘flitst’ er echter niet naar toe en dus moeten de Esten, net als vele anderen, naar de plekken waar het geld wel naartoe ‘flitst’.  

Zou de uitbuiting, ontwrichting en verdringen geen gevolg zijn van de grenzeloze wereld van het geld en de begrensde wereld van mensen zonder geld? Immers, mensen met geld zijn overal welkom zelfs zonder enige vorm van ‘inburgering’. Die mogen overal hun ‘geluk’ zoeken.

‘Red Venlo, breek de macht van Den Haag’

 “Of het nou om de vluchtelingencrisis gaat of de Brexit, de oplossing van de Brusselse elite voor problemen is altijd: méér Brussel. Een superstaat Europa voor al uw vragen en antwoorden.” De ‘Brusselse elite’ die ‘meer Brussel’ als oplossing ziet voor alle kwalen, zo schrijven SP-ers Renske Leijten en Arnout Hoekstra. De schrijvers zien het liever anders: “Het is opnieuw tijd voor populair links. Voor een Europese Unie waar niet het conflict, maar het vredesideaal weer centraal staat: een Europa op basis van samenwerking tussen lidstaten. Red Nederland en breek de macht van Brussel.” Een bijzonder artikel.

Foto: wikipedia

‘Een Europa op basis van samenwerking tussen lidstaten?’ Ik dacht altijd dat de Europese samenwerking er een is tussen de lidstaten? Een samenwerking waarbij er soms conflicten zijn tussen de leden over de manier waarop iets moet worden aangepakt, maar die altijd is gericht op vrede en welvaart? Hierbij kiezen de lidstaten wel eens voor oplossingen die niet iedereen even prettig vindt. 

Dat: “Lidstaten (…) met elkaar concurreren op arbeid, met grote bedrijven als lachende derde.” Is een keuze van de lidstaten. Dat is niets nieuws, want dat gebeurt ook in de lidstaten zelf. De lidstaten zijn niet zo homogeen als de auteurs het doen voorkomen. Voor Noord-Italianen begint Afrika onder Rome. En ‘strijden’ in Nederland regio’s en steden niet ook met bedrijven als lachende derde? Is Oost-Groningen niet ook gebaat bij ander beleid dan de Randstad? Ze zouden ook kunnen roepen: ‘Red Venlo en breek de macht van Den Haag.’ 

Beste SP-ers, stop met het verkopen van oude wijn in nieuwe zakken. Jullie voorstel is identiek aan wat er nu gebeurt. ‘Brussel’ dat zijn de samenwerkende lidstaten. ‘Brussel’ dat zijn de leiders en ministers van de lidstaten die de besluiten nemen. ‘Brussel’ dat zijn ook de Nederlandse Eerste- en Tweede Kamer en haar leden. ‘Brussel’ dat zijn jullie zelf. Als jullie andere oplossingen willen, kom er dan mee! Willen jullie een socialer Europa, schets dan dat Europa en overtuig ons ervan. Mijn luisterend oor hebben jullie. Maar stop met het ‘idee fixe’ van een het ‘monsterlijke Brussel’.   

Doe uw werk!

“Een fatsoenlijke bank, ik heb daar wel behoefte aan. Ik wil voor mijn geldzaken niet meer afhankelijk zijn van bankiers zonder moreel besef.”  De laatste twee zinnen van een column van SP Tweede Kamerlid Ronald van Raak. Van Raak beklaagt zich over het immorele gedrag van bankiers. “Tien jaar geleden veroorzaakten bankiers door hun immorele gedrag een grote economische crisis en moesten overheden met miljarden belastinggeld de banken redden.” En: “55 miljard euro hebben ze van ons gestolen, de banken in Europa. Door middel van frauduleuze financiële constructies,” zo schrijft Van Raak en hij concludeert: “Ze gaan gewoon door met hun immorele gedrag, het interesseert ze niet. Omdat ze zien dat ze er mee weg komen” Daarom wil Van Raak van Volksbank (de voormalige SNS Bank) een fatsoenlijke bank maken die zicht wel aan de regels houdt. Een populair betoog. Maar … .

Mazzucato.png

Inderdaad komen de banken ongestraft weg met ongeveer alles wat ze doen. Straffen zijn lager dan de gemaakte winsten. Omvallen zit er niet in want “too big to fail’. Ja, dan kun je alles maken. Slaat Van Raak dan de spijker op de kop en moeten  we hem steunen in zijn pleidooi om van de Volksbank een fatsoenlijke bank te maken? De eerste vraag die dat bij mij oproept is, hoe lang blijft die bank ‘fatsoenlijk’? 

Belangrijker dan die vraag is de vraag of dit het enige is wat er kan worden gedaan? Als we die vraag stellen, richt de blik zich dan niet op Van Raak en zijn collega Kamerleden? Dat banken er een puinhoop van maken als ze de ruimte krijgen, is niet iets van de laatste jaren. In de aanloop naar de crisis van eind jaren twintig van de vorige eeuw gebeurde dit ook al. Dit resulteerde in een sterke regulering van het bankwezen. Zo was er een onderscheid tussen investerings- en zakenbanken aan de ene kant en algemene, spaar- en betalingsbanken aan de andere kant. Dat onderscheid en al die beperkende regels zijn sinds de jaren zeventig successievelijk afgeschaft. Afgeschaft vanwege vervagende herinneringen aan de vorige crisis en onder druk van een ‘bankenlobby’. De econome Mariana Mazzucato beschrijft dit heel goed in haar boek  De waarde van alles. Onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie. Ze stelt trouwens ook enkele interessante vragen maar daarover later wellicht meer.

Beste meneer Van Raak. U bent volksvertegenwoordiger en de volksvertegenwoordiging kan wetten uitvaardigen. Wetten die zorgen voor fatsoenlijk gedrag. Kunt u niet beter uw werk doen en voor dergelijke wetten zorgen in plaats van u te beklagen in een column?

 

Ijsjes en idealen

In de Volkskrant een artikel van René Romer waarin hij de verkiezingsoverwinning van Denk en Nida verklaart aan de hand van demografische gegevens. Die tonen aan dat ‘stemmend’ Nederland snel verandert: “In Zuid-Holland heeft 31 procent van de bevolking een migratieachtergrond; landelijk heeft 30 procent van alle 20- tot 40-jarigen een migratieachtergrond. Bij deze cijfers is de derde generatie niet meegerekend.” Romer, directeur van een marketingbureau, adviseert: “PvdA, SP en GroenLinks zich eens goed te verdiepen in de demografische veranderingen die ons land de komende decennia ondergaat. Doen ze dat niet, dan kan hun prominente rol in de toekomst uitgespeeld raken.” Een goed advies van Romer?

ice-2789928_960_720

Foto:pixabay.com

Nu zal menigeen zeggen dat de rol van de PvdA al uitgespeeld is. Dat die partij een hopeloze zaak is. Iets wat voetbalcoach Co Adriaanse ‘scorebordjournalistiek’ zou noemen. Voor een marketeer is het een duidelijk verhaal, als je je product wilt verkopen dan moet je met je boodschap aansluiten bij je doelgroep. Doe je dat niet dan verkoop je niet veel. Toch knelt er iets.

Als ik de redenering van Romer goed begrijp dan moeten die partijen een boodschap en wellicht een programma zoeken dat aansluit bij de zich wijzigende demografische omstandigheden. Zeg je dan niet dat je ideeën moet zoeken die aansluiten bij mensen of een bepaalde groep mensen? Dat je je aanbod moet afstemmen op de vraag? Dat je je visie en programma moet afstemmen op wat mensen of bepaalde groepen mensen, willen? Zou het falen van vele politieke partijen en politici niet juist een gevolg zijn van deze manier van denken?

Zouden politici die politiek bedrijven op basis van hun idealen niet succesvoller zijn? Politici die op basis van een visie op het goede een programma opstellen dat hun idee van het goede dichterbij brengt? Die met hun idealen en programma de boer op gaat en mensen met hun passie voor die idealen proberen te overtuigen?

Zouden idealen te vergelijken zijn met een ijsje?

Flextremisme opgelost door flextremist

De SP heeft bepaald dat de lokale afdeling in sommige plaatsen niet mee mag doen aan de komende gemeenteraadsverkiezingen. Dit omdat die lokale afdeling onvoldoende de straat op ging om contact te maken met mensen en dus potentiële kiezers. Digitaal is belangrijk,

“Maar om echt contact te maken moet je mensen persoonlijk spreken, daar blijven wij van overtuigd. Zo hoor je wat hen bezighoudt en kun je ze helpen,”

zo valt te lezen in de Volkskrant. In het artikel worden jongeren gevolgd die voor de partij de straat op gaan. In een gesprek met een jeugdige handelt het over de moeite om een vast contract te krijgen en nadat de jeugdige zich berustend afvroeg wat hiertegen te doen, antwoordt de SP’er:

“Wij willen dat veranderen, daarom vragen wij je te stemmen voor de Flextremist 2017.”

flexibelFoto: Pixabay

Flextremist? Omdat er op dat moment geen vriendelijke SP’er aanbelde, heb ik maar even gezocht op het net. Via de Facebook-site van de SP kwam ik erachter dat de partij een verkiezing organiseert om de gierigste werkgever van Nederland aan de schandpaal te nagelen. Nu zijn gierig en flexibel twee verschillende zaken. Is een werkgever die mensen niet in vaste dienst heeft en ze een hoogsalaris betaalt gierig of gieriger dan iemand die mensen in vaste dienst heeft en ze slecht betaalt? Dit terzijde.

Vaste contracten moeten mensen zekerheid bieden en veel mensen zijn op zoek naar zekerheid in onzekere tijden. Waarschijnlijk ziet de SP dat veel mensen in onzekerheid leven en wil de partij deze mensen zekerheid bieden. Een nobel streven. Een kanttekening, hoe zeker is een vast contract? Hoe zeker is werk in een tijd van robotisering en automatisering? Zo heb je een mooie vaste baan vervolgens vindt er iemand een programma uit dat je werk ook kan doen en ineens sta je op straat. Je werkt met je vaste contract in een mooie winkel en opeens daalt de omzet omdat mensen via het net inkopen en gaat je winkel failliet. Hoe zeker is een vast contract? De SP biedt een twintigste-eeuwse oplossing aan voor een eenentwintigste- eeuws probleem?

Zou er geen ander, beter bij de huidige tijd passende oplossing voor die onzekerheid zijn dan het vaste contract? Een oplossing die mensen zekerheid geeft die niet afhankelijk is van vaste contracten? Die zelfs niet afhankelijk is van het hebben van werk? Een oplossing die mensen zekerheid geeft bij flexibiliteit? Sterker nog, zekerheid die hen juist de flexibiliteit geeft, die hen tot flextremist maakt? Een eenentwintigste-eeuwse oplossing voor een eenentwintigste-eeuws probleem? Een basisinkomen?

Fundamentele discussie over de zorg

Marktwerking. Het magische woord van de afgelopen dertig jaar. De markt zorgt er op een efficiënte manier voor dat vraag en aanbod elkaar vinden en dat voor producten de juiste, marktconforme prijs wordt betaald. Bij vele zaken die we vroeger gezamenlijk regelden zoals telefonie, de post, elektriciteit en ook in de zorg is de ‘markt’ ingevoerd. Maar in hoeverre is er sprake van marktwerking als partijen geen winst mogen maken? Winst is immers de beloning die als dividend aan de aandeelhouders wordt uitbetaald.

blauwdrukIllustratie: bk2.nl

Geen winst? Ja, want wat viel te lezen in Dagblad de Limburger? “Zorgverzekeraars mogen in de toekomst geen winst uitkeren aan aandeelhouders of bestuurders. Een initiatiefwet van SP, PvdA en CDA schrijft voor dat verzekeraars hun winst alleen mogen gebruiken voor betere zorg of lagere premies.” Is er nog wel sprake van een markt als er geen winst mag worden gemaakt? Waarom zou ik dan aandelen van een verzekeraar kopen?

Het verbod is volgens de partijen nodig: “Ze (de Zorgverzekeraars) hebben een maatschappelijke taak. Ze moeten ervoor zorgen dat de zorg betaalbaar blijft en toegankelijk voor iedereen. Dus als ze geld overhouden, moet dat ook weer worden geïnvesteerd in de zorg.”  Als zorgverzekeren een maatschappelijke taak is, is een ziekenhuis dat dan niet ook? En hoe zit het met de huisarts of de specialisten in een ziekenhuis? Of een verzorgingshuis? De apotheker en in zijn verlengde de medicijnenfabrikant? Als we de redenering van de partijen doorvoeren, dan zou ook een ziekenhuis, arts of apotheker geen winst meer mogen maken. Waarom dan niet de ultieme conclusie: geen winst, geen markt?

Geen markt maar een overheidstaak. Dus een grotere overheid met meer ‘ambtenaren’. De drie partijen halen één stukje uit het radarwerk van de zorg in plaatst van die fundamentele discussie te voeren. Eén stukje en over een tijdje weer een en over een aantal jaren is alles anders, zonder dat er een fundamentele discussie over is gevoerd. Al die stukjes zorgen vervolgens voor een rammelend bouwwerk omdat er van te voren niet is nagedacht over een blauwdruk of bouwtekening voor het hele gebouw.

Dit op zichzelf sympathieke wetsvoorstel toch maar gebruiken om een fundamentele discussie te voeren?