Uitgelicht

Verholen antisemitisme?

“Zo voel ik mij ongemakkelijk bij het voortdurende gehamer op het woord genocide, als het om het optreden gaat van Israël in de Gazastrook. … Daarbij valt mij wel het eigenaardige fenomeen op dat je voor een protest tegen Israël met gemak 250 duizend man op de been krijgt, maar dat er geen demonstrant met een bord staat als ik op het Museumplein langs het Russische consulaat fiets … Hoe komt dat? Het is misschien vervelend om te zeggen, maar dat komt – zo vermoed ik – omdat het toch Joden zijn die in Gaza tekeergaan. En die zouden eigenlijk beter moeten weten. Waarmee je naar mijn gevoel raakt aan een verholen soort antisemitisme: we moeten die arrogante lui eens een lesje in moraal geven.” Aldus Max Pam in een column in de Volkskrant over het gebruik van de woorden genocide en fascisme. Ik viel bijna van mijn stoel. Ik word beschuldigd van ‘verholen antisemitisme’.

“Versta mij goed: ik vind dat optreden verwerpelijk. De Israëlische regering van vrome zeloten kan beter nog vandaag dan morgen ophoepelen en wat mij betreft mag Netanyahu wegens algehele corruptie in de gevangenis worden gegooid. Maar genocide is nog wat anders, zeker in het licht bezien van de Joodse geschiedenis,” aldus Pam. Uit zijn betoog maak ik op dat er eigenlijk alleen de Holocaust genocide mag heten want, en daarbij zegt hij de historicus Simon Schama na: “elke vergelijking met de Holocaust voor hem ‘een stuitende verloedering betekent van het woord genocide’.” Is dan in vergelijking met een groepsverkrachting van drie jonge vrouwen door twintig personen, een groepsverkrachting van een vrouw door twee personen ook een ‘stuitende verloedering’ van het woord groepsverkrachting? Met zo’n onderbouwing, kan het begrip genocide wel worden afgeschaft. Dan is het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide overbodig. Dit even terzijde. Terug naar die ‘250.000 verholen antisemieten’ om met Pam te spreken.

Zou het kunnen dat die mensen de straat op gaan omdat Israël het internationaal recht en de internationale rechtsorde met voeten treedt? Dat het land de bevolking van Gaza laat verhongeren en de mensenrechten van deze mensen schendt? Dat het duizenden mensen, waaronder veel kinderen vermoordt en daarbij grof geweld inzet? Dat het daarbij zelfs zover gaat dat het ambulance personeel vermoordt en met ambulance en al begraaft? Dat het land er alles aan doet om Gaza onleefbaar te maken waarschijnlijk in de hoop dat de Gazanen dan zelf wegtrekken? Dat het land gebieden bezet houdt en dat het een track record heeft van het vestigen van nederzettingen in dat bezette gebied waarvoor het de bewoners van dat gebied op allerlei manier het leven onmogelijk maakt? Dat het land alle buurlanden tenminste een keer en de meeste wel vaker, heeft aangevallen?

Zou het kunnen dat deze mensen de straat opgaan omdat ze zien dat de Nederlandse regering behalve ‘het overbrengen van zorgen’ geen enkele maatregel neemt tegen Israël? Dit terwijl Rusland door de Nederlandse regering terecht flink de maat wordt genomen? Dat er allerlei strafmaatregelen en sancties tegen Rusland zijn ingesteld en dat de getroffen partij op veel steun in allerlei vormen kan rekenen? Zou het kunnen dat dat de reden is waarom 250.000 mensen de straat op gingen om een rode lijn te trekken? Dat dat de reden is en niet ‘verholen antisemitisme om die arrogante lui eens een lesje te leren’?

Voor in ieder geval één van die 250.000 wel.

Uitgelicht

Slaan en/of geslagen worden

Met grote en ronkende woorden geeft Keren Hirsch in een artikel in Het Parool zanger Douwe Bob onder uit de zak. Hirsch:“Als Douwe Bob echt voor verbinding was, was hij niet weggelopen. Dan had hij navraag gedaan, het gesprek gezocht, geluisterd – maar dat deed hij helaas niet.” De zanger, zo betoogt Hirsch, die bestuurslid is bij het Centrum voor Informatie en Documenten Israël (CIDI), veroordeelt: “ Iemand over een woord waarvan (…) (hij) niet de hele betekenis (…) (wwet). Enkel omdat (…) (hij denkt) de wijsheid in pacht te hebben.” En zij is niet de enige. Het CIDI blijkt zeer effectief in het bereiken van de krantenkolommen want in de Volkskrant een ingezonden brief van Nathan Bouscher van hetzelfde CIDI. Een trend want iedere keer als er kritiek wordt geleverd op Israël dan verschijnen er artikelen vanuit het CIDI in kranten. Bijzondere artikelen waarin de zanger wordt verweten door onwetendheid het verkeerde signaal te hebben afgegeven.

Eerst het betoog van Hirsch. “Kinderen stonden zondag klaar, vol verwachting, voor een optreden van een Nederlandse artiest. Kinderen die vaak naar zwaarbeveiligde scholen gaan, omdat hun Joods-zijn in Nederland al lang niet meer vanzelfsprekend veilig is. Kinderen die opgroeien met de wetenschap dat hun gemeenschappen beveiligd moeten worden bij feestdagen, culturele evenementen en uitjes. En ook Jom Ha Voetbal had beveiliging.” Helaas voor voor de kinderen: “In plaats van hen een vrolijk optreden te bezorgen, kregen ze een pijnlijk signaal: ‘Om wie jij bent, treed ik niet voor je op.’ Douwe Bob liep weg. Niet vanwege iets wat er werd gezegd of gedaan, maar vanwege een woord. Een woord dat voor veel Joden juist hun bestaansrecht uitdrukt.” Ze vervolgt: “Steeds weer worden Joodse Nederlanders verantwoordelijk gehouden voor het conflict in het Midden-Oosten. Steeds weer moeten ze uitleggen dat hun verbondenheid met Israël niet betekent dat ze voor oorlog of bezetting zijn. En steeds weer wordt hun Joodse identiteit verdacht gemaakt – via de achterdeur van antizionisme.” En: “Het wegzetten van zionisme als iets slechts draagt bij aan de dehumanisering van Joden. Het ontneemt ze hun recht op veiligheid, verbondenheid en zelfdefinitie. In een tijd van toenemend antisemitisme – online, op straat en in de politiek – is dat niet alleen schadelijk, maar ook gevaarlijk.”

Bron: Flickr

In de Volkskrant betoogt Bouscher dat Douwe Bob door: “te kiezen om überhaupt niet op te treden (…) veel olie op het vuur (heeft) gegooid; hij had er ook voor kunnen kiezen in gesprek te gaan met de organisatoren.” Maar: “het echte punt zit in hoe Douwe Bob klaarblijkelijk aankijkt tegen zionisme. Zionisme is niets meer dan het streven naar een thuisland voor het Joodse volk en het bestaansrecht van Israël als Joodse staat. Voor de meerderheid van de Joden, van uiterst links tot rechts, is zionisme onlosmakelijk verbonden aan hun identiteit.” Hij concludeert dat Douwe Bob door weg te lopen: “ de boodschap af dat Joden alleen nog mogen meedoen wanneer zij afstand nemen van Israël. Dit zal hij zo niet hebben bedoeld, maar dat is wel het kwalijke signaal dat is bijgebleven.” Om hun betoog kort samen te vatten: ‘Arme Douwe Bob, hij is onwetend en heeft door zijn onwetendheid verkeerd gehandeld. Had hij geweten wat zionisme werkelijk is, dan had hij anders gehandeld’.

Zionisme is geen religie. Het is een politieke ideologie. Een ideologie die haar oorsprong vindt in de negentiende eeuw. De eeuw van het nationalisme. De eeuw dat mensen duidelijk moest worden gemaakt dat ze toch echt Nederlander, Duitser of Fransman waren. Voor een huidige Nederlander is het wellicht moeilijk voor te stellen, maar het overgrote deel van de twee miljoen negentiende-eeuwse bewoners van wat nu Nederland is, konden zich bij Nederlander zijn, niets voorstellen. Ze woonden in een dorp of stad en zagen zich als inwoner van dat dorp of die stad, spraken de taal van dat dorp of die stad en als ze op de klok keken dan was de kans groot dat die iets anders liet zien dan de klok in een andere stad. En waar ik hier Nederlander schrijf, kun je ook Duitser, Fransman of welk huidig volk dan ook lezen.

Die identificatie als Nederlander is iets van de laatste 150 jaar. En hoe deden onze voorouders dat, iemand zich Nederlander laten voelen? Dat deden ze via een eenheidstaal en die noem je Algemeen Beschaafd Nederlands. Waarmee je iemand die een lokale taal spreekt meteen wegzet als ‘onbeschaafd’. Dat deden ze door een trots verhaal te creëren over het gebied en haar inwoners. In dat verhaal worden de Batavieren ineens Nederlanders avant la lettre. In dat verhaal word je trots op, om voormalig premier Balkenende aan te halen, ‘die VOC-mentaliteit’. Dat deden ze door er een volkslied in te stampen en andere liederen over daden van mensen die je net als de Batavieren Nederlander avant la lettre maakt. Dan wordt er gezongen over Piet Hein en de zilvervloot en wordt er trots verteld over Michiel de Ruyter en het grote wereldrijk dat die VOC-mentaliteit creëerde. En dat deden ze ook door zich tegen andere volkeren af te zetten. Die zijn anders en voor dat ‘ anders’ zoek je iets wat hen ‘anders’ maakt. En geloof is dan iets wat iemand al snel anders maakt. In de negentiende en zelfs tot het midden van de twintigste-eeuw was een Nederlander vooral Protestants en dan vooral Hervormd. Katholieken werden met de nek aangekeken want die gehoorzaamden niet Den Haag maar Rome.

Het nationalisme kende een burgerlijke en een semi-religieuze variant. De burgerlijke variant waarvan de aanhangers streefden naar een staat die al haar burgers gelijke rechten gaf. Nu wellicht lastig voor te stellen maar in de negentiende en ook de eraan voorafgaande eeuwen, waren mensen niet gelijk en werden zeker niet gelijk behandeld. En hoe verschillend dat verschilde per stad. De semi-religieuze kant van het nationalisme stelde, wat we tegenwoordig identiteit noemen, centraal. Bij deze vorm van nationalisme hoorde je bij de natie als je aan bepaalde vereisten voldeed op het gebied van taal, gedrag, gebruiken en religie. Deze laatste vorm van nationalisme zorgde en zorgt voor problemen.

Deze vorm was een groot probleem voor rijken zoals het Ottomaanse en het Oostenrijks Hongaarse waar veel echt van elkaar verschillende talen werden gesproken. En deze groepen woonden ook nog eens door elkaar. Die problemen kwamen er en zijn er nog steeds. Bijvoorbeeld in voormalig Joegoslavië. Dit is ook het nationalisme van bijvoorbeeld de PVV en andere partijen die spreken over het ‘ echte volk’ of de ‘echte Nederlander’. Deze vorm van nationalisme sluit mensen uit. Deze vorm van nationalisme speelt in op gevoelens van mensen en zet mensen tegen elkaar op. Vooral in tijden van spanning en crisis blijken mensen gevoelig voor deze vorm van nationalisme.

Dan terug naar het zionisme. In die negentiende eeuw kozen veel joden voor bijvoorbeeld de Franse, Duitse of Nederlandse nationaliteit en maakten gebruik van de rechten die ze, net als de andere inwoners van deze landen, kregen. Ze gingen meedoen in het zakenleven, de wetenschap en het bestuur van de landen waar ze woonden. Een ander deel wilde iets anders. Die vonden dat die emancipatie van joden was mislukt omdat zij geen eigen staat hadden in Europa. Ze wilden een joodse staat waar de religie geen rol speelt gebaseerd op de Hebreeuwse taal en de joodse cultuur. Omdat staatsvorming in Europa was mislukt, zochten de zionisten een andere plek en die plek werd Palestina. Dit is het zionisme van Hirscher en Bouscher. De seculiere variant.

Echter, net als bij alle vormen van nationalisme, kent ook het zionisme semi-religieuze varianten in verschillende gradaties. Deze varianten kennen veel aanhangers en onder de bewoners van de illegale kolonistennederzettingen op de Westelijke Jordaanoever zijn veel aanhangers van de meest extreme vormen te vinden. De aanhangers van Smortrich en zijn Religieus Zionistische Partij en van Ben-Gvir en zijn op religieus zionistische snit gebaseede partij Otsma Jehudit. Een heel ander zionisme dan Hirsch en Bouscher ons willen voorspiegelen. Zionisme is toch iets anders, of beter gezegd veel meer dan Hirsch en Bouscher ons willen voorspiegelen.

Ik begon deze uiteenzetting over het zionisme met de opmerking dat het zionisme een politieke ideologie is. En op politieke ideologieën mag je kritiek hebben. Ze zijn niet neutraal, ze politiseren en polariseren. Dat gebeurt binnen de verschillende varianten van het zionisme. Het zionisme van Smotrich en Ben-Gvir bekritiseert de neutrale variant van Hirsch en Bouscher. En het zou zomaar kunnen dat deze beide auteurs ook kritiek hebben op het religieus zionisme van Smotrich en Ben-Gvir. Maar ook van buiten mag je kritiek hebben op een politieke ideologie. Socialisme, liberalisme, politiek islamisme, nationalisme, trumpisme ze mogen allemaal bekritiseerd worden. En het is het goede recht van iedere muzikant om niet op te willen treden als er reclame wordt gemaakt voor een politieke ideologie. Zeker als vooraf is aangegeven dat de artiest niet optreed als er sprake is van politieke reclame. Beide briefschrijvers verwijten Douwe Bob dat hij daarover niet het gesprek is aangegaan. Na zo’n gesprek, zo suggereren ze, had hij gewoon kunnen spelen want hun politieke reclame was ‘ goede’ politieke reclame. Daarmee vragen ze de zanger om te marchanderen met zijn principes en vooral met de gemaakte afspraken. Politieke reclame is politieke reclame.

Dat weigeren wil niet zeggen dat de artiest de politiek waarvoor reclame wordt gemaakt, als ‘slecht’ wegzet, zoals Hirsch beweert. Het zegt niets over die stroming en de mensen die haar aanhangen. Het geeft alleen aan dat de betreffende artiest geen politieke reclame wil maken. Dat Douwe Bob, na lang aandringen in een talkshow aangaf dat hij zich niet kon vinden in het ‘zionisme’ dat de huidige Israelische regering voorstaat, doet daar niets aan af. Deze artiest vervolgens woorden in de mond leggen dat hij: “Om wie jij bent, (…)ik niet voor je op(treed),” zoals Hirsch of dat de zanger: “ de boodschap af (geeft) dat Joden alleen nog mogen meedoen wanneer zij afstand nemen van Israël,” zoals Bouscher het verwoordt en door verschillende politici in soortgelijke en nog walgelijkere bewoordingen, is beneden alle peil. Dat is: “niet alleen schadelijk, maar ook gevaarlijk,” om Hirsch’ eigen woorden te gebruiken.

Voor “ Joden, van uiterst links tot rechts (…) zionisme onlosmakelijk verbonden aan hun identiteit,” schrijft Bouscher. Dat dit zo is, maakt echter nog niet dat joods en zionisme aan elkaar gelijk zijn. Dat het ene woord zo de plaats van het andere kan innemen. Veel joden, vooral orthodoxe, zien dat heel anders. Volgens deze groep heeft zionisme niets met hun identiteit te maken. Zij verwerpen het zionisme in welke vorm dan ook. Toch identificeren zij zich als joods. Brengen deze orthodoxe joden dan ook de: “veiligheid, verbondenheid en zelfdefinitie,” om de woorden van Hirsch te gebruiken, in gevaar? Of klopt haar stelling dat voor joden zionisme onlosmakelijk aan hun identeit is verbonden, niet?

“Keer op keer wordt ‘zionisme’ gebruikt als stok om de Joodse gemeenschap te slaan,” schrijft Hirsch. Dat zal in sommige gevallen best zo zijn. Maar of het werkelijk zo is? In een tijdsgewricht waar iemand zijn identeit steeds meer verbindt aan één kenmerk, is kritiek op dat kenmerk meteen existentieel. Als ‘zionist’ je hele identiteit is, dan zie je het besluit van Douwe Bob als een aanval op jou. Als zionist maar een onderdeel is van hoe je jezelf ziet, als het in welke vorm dan ook, alleen maar iets zegt over het politieke deel van je identeit, dan zou dat wel eens heel anders kunnen liggen.

Maar wie slaat er dan en wie wordt er geslagen? Zijn het in dit geval niet Hirsch en Bouscher die de stok hanteren? Ze hanteren een rammelend betoog en ongefundeerde beschuldigingen om zanger Douwe Bob mee te slaan en zij zijn daarin niet de enigen. Zij krijgen hierbij steun van politici en mediapersoonlijkheden. Dat heeft ertoe geleid dat de zanger wordt bedreigd en met zijn gezin het land uit is gevlucht. Ik hoop dat ze zich realiseren dat deze manier van handelen wel eens op hen kan terugslaan. Door iedere kritiek of andere mening meteen antisemitisch te noemen, wordt echt antisemitisme afgedekt. Om Trumpfluisteraar Steve Bannon aan te halen, door de zone met nepshit te overspoelen, wordt echte shit onzichtbaar. De kans is groot dat dergelijk geschreeuw een groot deel van de mensen imuun maakt voor antisemitisme.

Benoemen

Afgelopen week vlogen, naast straatstenen en bouwmaterialen, grote woorden door de lucht. Pogrom, antisemitisme, terrorisme. De stenen waren nog niet geland of de Israëlische premier stuurde twee vliegtuigen. De inkt van zijn bericht was nog niet droog of de Amerikaanse president deed nog een duit in het zakje. Binnenlandse politici zoals Wilders, Yesilgoz en premier Schoof lieten zich ook niet onbetuigd. Na een genuanceerd betoog en een pleidooi bij Buitenhof van Jaïr Stranders filosoof en bestuursvoorzitter van de Liberaal Joodse Gemeenschap Amsterdam om zeer voorzichtig te zijn met het gebruiken van dergelijk zwaarbeladen termen, sprak minister Sophie Hermans de woorden: “Hier staan mensen met de rug naar onze samenleving”

Hermans zat bij Buitenhof om te spreken over wat haar en de Nederlandse inzet zou zijn voor de klimaattop die de komende twee weken plaatsvindt. Mijn zoon vatte het gesprek kort samen met de woorden: “ze praat veel maar zegt niets.” Aan het begin van haar interview werd ze gevraagd om te reageren op de uitspraak Van Raoul du Pré in de Volkskrant dat: “Een land waarvan de politieke leiders bij een uitslaande brand niet toesnellen met water maar met benzine, (…) zich grote zorgen (mag) maken over de nabije toekomst.” Hermans gebruikte ook hier veel woorden maar paste ervoor om zich uit te spreken over die pyromane politieke leiders. Sterker nog, met de woorden dat ‘er mensen met de rug naar onze samenleving staan’, legt ze oorzaken van de zorgen van Du Pré bij anderen neer. Premier Schoof en in zijn kielzog of hij in het kielzog van andere, spreekt over een probleem met integratie. Wat ze allemaal gemeen, hebben is dat ze allemaal spreken over ‘benoemen’ wat er is gebeurd.

Benoemen’: “een naam geven: een probleem benoemen officieel tot probleem verklaren door het een naam te geven,” aldus een van de twee betekenissen die de digitale Van Dale geeft van het woord. De tweede betekenis, “aanstellen: iemand tot voorzitter noemen,” is hier niet aan de orde. Hermans, Schoof en al die anderen ‘benoemden’ de gebeurtenissen in Amsterdam van de afgelopen week. Bij dat benoemen valt mij iets op en geheel in hun stijl en in tegenstelling tot mijn eigen stijl, ga ik dat nu eens niet bevragen maar benoemen.

Ik zie politieke partijen die verdeeldheid zaaien. Die mensen stigmatiseren en bijna criminaliseren op basis van hun geloof en waar de wieg van hun ouders of nog verdere voorouders stonden. Die deze mensen tot zondebok maken voor alles wat er in hun ogen niet goed gaat. Politici die van moslims verwachten en zo ongeveer eisen dat ze zich uitspreken over het gebeuren en ‘hun mensen’  aanspreken en in het gareel houden. Dat ze ziende blind en horende doof zijn kan daaraan debet zijn want de afschuw over het  gebeurde kwam uit alle hoeken en gaten van onze samenleving. Wat bijzonder is aan een dergelijke oproep is dat zij nooit van autochtone Nederlanders vragen en zeker niet eisen dat ze zich moeten uitspreken tegen geweld en bedreigingen door andere autochtone Nederlanders. Politici die het gebeurde framen als een ‘integratieprobleem’ en daarmee grote groepen mensen stigmatiseren. Daarbij vergeten ze dat integreren iets is waaraan iedereen, ook zij, een bijdrage moet leveren. Dit is racisme, de “opvatting dat mensen met een bepaalde huidskleur beter zouden zijn dan mensen met een andere kleur, gebruikt als rechtvaardiging om mensen met een andere kleur slecht te behandelen.”  En zoals artikel 1 van onze grondwet stelt, is: “Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, (…) niet toegestaan.” Drie van de meest uitgesproken partijen, de PVV de BBB en de VVD maken deel uit van de regeringscoalitie.

Daarbij blijft het niet. De regering, daartoe aangezet door dezelfde partijen wil de Nederlandse nationaliteit afpakken van mensen die zich schuldig maken aan antisemitisme. Dit vloekt op twee manieren met een van de hoekstenen van onze rechtsstaat: het gelijkheidsbeginsel. Als eerste is antisemitisme niets meer en niets minder dan een vorm van racisme. De ene vorm van racisme, antisemitisme, zwaarder bestraffen dan de andere vorm, zoals het kabinet ook wil, is niet alleen een vorm van discriminatie het vloekt ook nog eens met het gelijkheidsbeginsel. Als tweede kan het afnemen van een nationaliteit alleen van iemand die meerdere nationaliteiten heeft. Iemand met alleen de Nederlandse nationaliteit die nationaliteit afnemen, mag niet. Iemand stateloos maken mag immers niet. Als dit werkelijkheid wordt, kan de ene persoon zwaarder worden gestraft dan de andere. Dat vloekt met het gelijkheidsbeginsel. Dat dit bij een veroordeling voor terrorisme kan, doet daar niets aan af. Ook daar vloekt het met het gelijkheidsbeginsel. De regering en deze partijen zetten hiermee aan het eerste deel van Artikel 1 van onze Grondwet: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.” En daarmee aan de belangrijkste pijler onder onze rechtsstaat.

Het kabinet en de partijen waarop het steunt, willen het demonstratierecht aanscherpen. Zo zou er niet overal meer gedemonstreerd mogen worden en mag het gezicht niet meer worden bedekt. Bijzonder dat deze maatregelen worden voorgesteld naar aanleiding van de gebeurtenissen in Amsterdam van afgelopen week. Bijzonder omdat er geen sprake was van een demonstratie die uit de hand liep. Hoe gaat het verbod op het dragen van maskers voorkomen dat relschoppers rellen schoppen. Het lijkt me niet dat relschoppers tevoren een vergunning aanvragen om rellen te gaan schoppen. Deze maatregelen zijn geen oplossing ter voorkoming van de problemen van vorige week. Hier wordt de gelegenheid gebruikt om maatregelen door te drukken.

Een dubieuze manier van handelen. En niet alleen dubieus, ook kwalijk. Kwalijk aan de denk- en handelswijze van het kabinet en deze partijen is dat zij impliciet suggereren dat demonstreren en rellenschoppen hetzelfde is. Kwalijk omdat hiermee grondrechten worden uitgehold. Het recht op betoging is vastgelegd in artikel 9 van onze Grondwet en kan alleen worden beperkt via bij de wet vastgestelde regels: “ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.”  Niet meer overal demonstreren is een hellend vlak dat leidt naar nergens meer demonstreren. Saillant detail is dat twee van de betrokken partijen, de BBB en de PVV een heel andere toon aansloegen tijdens de boerenprotesten van een paar jaar geleden.

Met die boerenprotesten kom ik bij het wijzen van het Openbaar Ministerie op de mogelijkheid om de daders van de rellen van vorige week te vervolgen  voor terrorisme en daarmee de mogelijkheid om hen het Nederlanderschap te ontnemen. Ik kwam hier via de boerenprotesten omdat er een goed beargumenteerd betoog is op te zetten dat er bij die protsten sprake was van terrorisme. Rotzooi zoals asbest op snelwegen gooien en het in brand steken. Met trekkers wegen blokkeren en naar huizen van bewindslieden optrekken. Maar het is niet aan de Kamer noch aan de regering om het Openbaar Ministerie (OM) adviseren. Het OM behoort tot de rechterlijke macht. In Nederland kennen we de scheiding van machten en is het aan de rechterlijke macht om te bepalen wie waarvoor wordt vervolgd, dat doet het OM en aan de rechters om vervolgens te bepalen of iemand schuldig is en vervolgens een straf op te leggen. Daar moeten politici zich niet mee bemoeien.

Ook wil de regering, gestimuleerd door de drie partijen en vooral door de BBB de Instagrampagina Cestmocro verbieden omdat die “onze jeugd vergiftigt met haat en antisemitisme,” aldus BBB-Kamerlid Henk Vermeer en het wordt niet gemodereerd. Haat prediken en antisemitisme is niet mijn stiel, maar alleen haat tegen joden en antisemitisme als reden zien om een medium het zwijgen op te leggen is in strijd met onze grondrechten. Onze Grondwet bepaalt in artikel 7 namelijk dat: “Niemand (…) voorafgaand verlof nodig (heeft) om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.”  

Als haat prediken een reden is om Cestmocro te verbieden dan komen er nog veel meer kanalen in aanmerking voor een verbod. Het Twitteraccount van Geert Wilders bijvoorbeeld en ook menig bericht van de BBB dat ik op LinkedIn lees is vergiftigd met afkeer van migranten en van Nederlanders die een andere dan een christelijk geloof aanhangen. Zo betoogde Van der Plas recentelijk nog dat: Syrië, Eritrea Jemen (…) wel echt landen (zijn) die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten.”  Alleen kiest de regering in het kielzog van de drie de partijen daar niet voor. Door alleen media die Jodenhaat verspreiden te verbieden, wordt er gehandeld in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

Verder wil de regering een leerstraf voor daders van antisemitisch geweld door bijvoorbeeld een verplicht bezoek aan het voormalige kamp Westerbork. Bijzonder omdat de regering juist heeft besloten de subsidie aan dit en andere herinneringsplekken te beëindigen. Met zo’n bezoek is niets mis mee. Alleen zou dat niet alleen beperkt moeten blijven tot daders van antisemitisch geweld. Ook daders van ander op haat vanwege afkomst en uiterlijk gebaseerd geweld zouden zo’n bezoek moeten brengen. Dat kamp is, net als alle voormalige concentratiekampen, namelijk een voorbeeld van wat er kan gebeuren als groepen mensen om hun afkomst, geloof of welke reden dan ook, worden ontmenselijkt. Dat het in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw joden waren, wil niet zeggen dat dit alleen met joden kan gebeuren. Het is immers ook in Rwanda en voormalig Joegoslavië gebeurd en lijkt er verdacht veel op dat het nu met de Palestijnen gebeurt. Een dergelijke straf alleen bij antisemitisme is weer in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Net zoals het idee om straffen voor antisemitisme te verhogen in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Antisemitisme is gewoon een vorm van racisme en voor iedere vorm van racisme moet dezelfde straf gelden.

De partijen willen de politie meer bevoegdheden geven. Zo moet de politie toegang krijgen tot WhatsApp-groepen bij vrees voor ongeregeldheden. Dit is een hellend vlak dat eindigt bij Orwells Big Brother. Die kant moeten we niet op willen. Dit betekent dat het grondrecht: “op eerbiediging van zijn brief- en telecommunicatiegeheim,” verwoord in artikel 13 op de helling gaat.

De plannen die de regering in het kielzog en op aandringen van de drie partijen gaat uitwerken zijn racistisch en  discriminatoir. Ze stigmatiseren mensen op grond van hun afkomst of religie. En ze gaan in tegen de letter en de geest van onze grondwet en zetten de bijl aan onze rechtsstaat. Het bijzondere is dat de vierde coalitiepartij, NSC, zich hier niet tegen uitspreekt. De borging, verwoordt in het verslag van informateur Plasterk, van de grondrechten die NSC als voorwaarde voor haar deelname aan het kabinet: “dat ze zich in hun plannen en activiteiten zullen bewegen binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat. Dat betekent dat men zich houdt aan de Grondwet (inclusief algemene bepaling), wetten, verdragen, Europees en internationaal recht en rechtsbeginselen.  … dat voor hen vaststaat dat de democratische grondrechten, die in de Grondwet zijn vastgelegd in hoofdstuk 1  (artikelen 1-23), een essentiële waarborg vormen voor de democratische rechtsstaat, waarbinnen grondrechten kunnen botsen,” is daarmee van nul en generlei waarde is.

Als dit onze samenleving vertegenwoordigt, dan sta ik met de rug naar de samenleving.

Vrijheid van meningsuiting en de VVD

(C)onstaterende dat er een verontrustende stijging van antisemitische incidenten in Nederland plaatsvindt; overwegende dat de context van de uitdrukking «from the river to the sea» rechtstreeks uit het handvest van Hamas komt en een oproep tot geweld tegen alle Joden wereldwijd inhoudt; verzoekt de regering om de uitdrukking «from the river to the sea» als een oproep tot geweld te beschouwen.” Zo luidt een motie die de Kamer heeft aangenomen. De motie werd ingediend door kamerlid Boon (PVV) en ondersteund door zijn eigen partij en de partijen BBB, ChristenUnie, SGP en VVD.  Een zeer bijzondere en ook schadelijke motie.

Eretz Israël. Bron: Wikipedia

Als het in het handvest van Hamas staat, dan moet het wel fout zijn. Laten we eens kijken wat er in dat Handvest (versie 2017) staat. Punt 2 luidt: “Palestina, dat zich uitstrekt van de rivier de Jordaan in het oosten tot de Middellandse Zee in het westen en van Ras Al-Naqurah (grens met Libanon) in het noorden tot Umm Al-Rashrash (Eilat) in het zuiden, is een integrale territoriale eenheid. Het is het land en de thuisbasis van het Palestijnse volk. De verdrijving en verbanning van het Palestijnse volk uit hun land en de vestiging van de zionistische entiteit daarin doen het recht van het Palestijnse volk op hun hele land niet teniet en verankeren daarin geen enkel recht voor de zich toe-eigenende zionistische entiteit.” Met zionistische identiteit wordt de staat Israël bedoeld. Die passage wordt gevolgd door punt 3: “Palestina is een Arabisch Islamitisch land. Het is een gezegend heilig land dat een speciale plaats inneemt in het hart van elke Arabier en elke moslim.” Hier beschrijft Hamas wat zij onder Palestina verstaan en betitelen het land als Arabisch, Islamitisch. En iets verder in het Handvest, punt 20,  lezen we: “Hamas gelooft dat geen enkel deel van het land Palestina in gevaar mag worden gebracht of zal worden opgegeven, ongeacht de oorzaken, de omstandigheden en de druk en ongeacht hoe lang de bezetting duurt. Hamas verwerpt elk alternatief voor de volledige bevrijding van Palestina, van de rivier tot de zee.” De leus staat er niet letterlijk in maar is een ‘vertaling’ van dit punt. Voor Hamas is Palestina bezet en verklaart, punt 25, dat: “Het verzet tegen de bezetting met alle middelen en methoden is een legitiem recht dat wordt gegarandeerd door goddelijke wetten en door internationale normen en wetten. De kern hiervan ligt (in) gewapend verzet, dat wordt beschouwd als de strategische keuze om de principes en de rechten van het Palestijnse volk te beschermen.”

Hamas betoogt dat de Palestijnen een volk zijn en geeft aan welk gebied het volk als haar thuisland ziet en constateert dat een deel van dat gebied is bezet. Hamas beroep zich hierbij op VN-resolutie 1514 met als titel Verklaring over het verlenen van onafhankelijkheid aan koloniale landen en volkeren van de 14 december 1960. Die resolutie stelt dat: “De onderwerping van volkeren aan buitenlandse onderwerping, overheersing en uitbuiting (…) een ontkenning (vormt) van fundamentele mensenrechten,” en: “in strijd (is) met het Handvest van de Verenigde Naties en (…) de bevordering van wereldvrede en samenwerking in de weg(staat).” En vervolgt met: “Alle volkeren hebben het recht op zelfbeschikking; op grond van dat recht bepalen zij in vrijheid hun politieke status en streven zij in vrijheid hun economische, sociale en culturele ontwikkeling na.” Dat het een legitiem recht is van een volk om zich ook met geweld tegen een bezetter te verzetten, zal door weinigen worden bestreden.

Terreur is een middel dat binnen die regels past, terreur als (Van Dale)‘georganiseerd politiek geweld’. Terreur is een methode om de strijd aan te gaan. Een methode die niet zoveel verschilt van guerrilla, een gewapend conflict waarbij ongeregelde strijders een reguliere krijgsmacht trachten te ontregelen en uit te putten. Waarbij ze vanwege het verschil in vuurkracht een rechtstreekse confrontatie zoveel mogelijk vermijden. Dat verzet en dus die terreur, moet wel plaatshebben binnen de regels van het oorlogsrecht.  Die regels werden op 7 oktober 2023 geschonden aldus de aanklager van het Internationaal strafhof.

Of betogen Boon en zijn collega’s die deze motie aannamen dat het Palestijnse volk, net zoals Poetin over de Oekraïners beweert, niet bestaat? Dat het Palestijnse volk een ‘verzinsel’ is? Volgens de Van Dale is een volk een: “historisch gegroeide gemeenschap van erfelijk verwante mensen met min of meer gelijke taal en gewoonten.”  Een volk is vooral een volk als het zelf vindt dat het een volk is. Die VN resolutie geldt voor volkeren en als de Palestijnen geen volk zijn, dan is die op hen niet van toepassing. Als ze geen volk zijn wat zijn het dan? Het zijn in ieder geval mensen die als tweede- of nog minderrangs worden behandeld door een overheid. De Van Dale geeft nog een tweede betekenis van volk die hierop duidt: “de gezamenlijke bewoners van een staat”.  Ook in dat geval kunnen ze in verzet komen tegen de machthebbers, al dan niet gewapend en daartoe oproepen. “Het is aan ieder bekend dat een vorst, als dienaar van God, geacht wordt zijn onderdanen te beschermen tegen alle onrecht, overlast en geweld, zoals een herder zijn schapen beschermt. De onderdanen zijn niet door God geschapen om de vorst in alles wat hij beveelt onderdanig te zijn en hem als slaven te dienen. De vorst regeert bij de gratie van zijn onderdanen en moet met recht en reden over hen regeren, hen beschermen en liefhebben zoals een vader zijn kinderen liefheeft en zoals een herder met hart en ziel zijn schapen beschermt. Als een vorst zijn plichten niet nakomt, maar, in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken als slaven, dan is hij geen vorst, maar een tiran. In dat geval mogen zijn onderdanen, na beraadslaging in de Staten-Generaal, hem afzweren en een andere leider kiezen. Dit recht hebben zij te meer als ze hun vorst niet met vreedzame middelen van zijn tirannieke neigingen hebben kunnen genezen. In dat geval hebben ze geen andere middelen om hun natuurlijke vrijheid, waarvoor men zich met hart en ziel dient in te zetten, veilig te stellen. Daarvan zijn diverse voorbeelden bekend uit andere landen en andere tijden.” Aldus het Plakkaat van Verlatinghe waarmee Spaanse koning werd afgezet. De geschiedenis kent meer van dit soort ‘plakkaten’. De opstellers beriepen zich op het natuurlijke recht van onderdanen om zich tegen tirannie te verzetten. Als onze voorvaderen zich het recht toe-eigenden om zich tegen tirannie te verzetten, mogen andere inwoners van een staat dat dan niet ook doen?

Met de aangenomen motie betoogt de Kamer dat een bezet volk niet mag oproepen tot geweld tegen een bezetter. Nu kun je je afvragen of Hamas namens het Palestijnse volk spreekt maar dat is iets wat je je van iedere bevrijdingsbeweging en zelfs van iedere politieke partij, ook in Nederland, kunt afvragen. Hamas is trouwens niet de ‘uitvinder’ van de leus. De PLO maakte er al gebruik van bij haar ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw. De leus is een spiegel van de zionistische concept Eretz Israel waar de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring mee begint. Eretz Israel is het concept dat God aan Abraham, de aartsvader van de joden, het land Kanaän heeft toegezegd. Trouwens die Israëlische onafhankelijkheidsverklaring en de handelswijze van de successievelijke Israëlische regeringen vertonen overeenkomsten met de beginselverklaring en de handelswijze van Hamas. Daar waar Hamas de Arabische gemeenschap om steun vraagt, wordt in de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring de steun gevraagd van de joodse diaspora. Steun bij: “de taken van immigratie en opbouw en hen bij te staan in de grote strijd voor de verwezenlijking van de eeuwenoude droom – de verlossing van Israël.”

Twee verklaringen, de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring en het Handvest van Hamas die inhoudelijk overeenkomen. Twee verklaringen van twee volken die op basis van natuurlijke en historische rechten aanspraak maken op eenzelfde gebied. De een ziet het als een joodse staat, de andere als een islamitisch Palestijnse. Van die natuurlijke en historische rechten kun je van alles vinden maar dat verandert niets aan het feit dat beide groepen zich erop beroepen en dat ze beiden aanspraak maken op hetzelfde stuk land.

Er is meer. Dat meer betreft Nederland. “Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet.” Het eerste lid van artikel 7 van de Nederlandse Grondwet. Dat wordt gevolgd door een tweede lid dat aangeeft dat dit ook voor radio- en televisie-uitzendingen geldt en door een derde lid dat het veralgemeniseert: “Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Dit artikel regelt onze vrijheid van meningsuiting. Als de strekking van deze motie door de regering wordt overgenomen en de leus strafbaar wordt gesteld, dan wordt de vrijheid van meningsuiting in Nederland beperkt. Dan bepaalt de wetgever wat iemand met woorden bedoeld. Dan wordt één interpretatie van een uitspraak tot ‘wet’ verheven. Dan gaat de toevallige politieke waan van de dag het woordenboek bepalen Dat is een weg die we niet op moeten willen gaan. Dat is een weg die de vrijheid van meningsuiting beperkt.

Het meest wrange hierbij is dat de motie werd gesteund door twee partijen die vrijheid in hun naam dragen. De ene partij, de PVV, gebruikt vrijheid als een schaamlap. Ze gebruikt vrijheid maar wil vooral verbieden en beperken wat haar niet bevalt. De andere, is de van oorsprong liberale partij de VVD. Een partij die zichzelf liberaal noemt, wat betekent dat zij: “een samenleving met zo veel mogelijk vrijheid voor mensen willen.” Een partij met vrijheid als eerste van haar vijf kernwaardes. Een partij waarvoor vrijheid betekent dat: “Ieder mens (…) recht (heeft) op een zo groot mogelijke vrijheid. Dat betekent dat je je leven mag leiden zoals je dat zelf wilt. Vrijheid is onmisbaar om jezelf te ontwikkelen en het beste uit jezelf te halen. De persoonlijke vrijheid wordt daarom alleen begrensd als je de vrijheid van een ander schaadt. Daarnaast moeten we rekening houden met toekomstige generaties.” En die dat toelicht met drie voorbeelden waarvan het eerste hier relevant is: “Je mening kunnen geven zonder gearresteerd te worden.” Met het aannemen van deze motie heeft de partij haar ‘liberale veren’ afgeschud en is ze verworden tot een bekrompen conservatieve partij.

Antisemitisme

“Ik heb van voorstanders namelijk begrepen dat ze oproepen tot een eenstaatoplossing,” aldus historicus Remco Ensiel in een interview in de Volkskrant over de leus ‘from the river to the sea, Palestine will bee free. Een interview met als onderwerp antisemitisme. En: (d)it raakt aan het zelfbeschikkingsrecht en leg ik in de huidige context uit als antisemitisch.” Ensiel is, zo las ik: “verbonden aan het Niod en de Radboud Universiteit Nijmegen, is de auteur van Haatspraak, een analyse van anti-Joodse uitspraken over Israël en de Holocaust sinds de Tweede Wereldoorlog.” Dat lijkt duidelijk maar bij nadere beschouwing is het veel minder duidelijk dan het lijkt.

Vooraf eerst wat definities. Want zonder duidelijkheid over de betekenis van cruciale woorden is een goed gesprek niet mogelijk. In dit geval zijn dat zelfbeschikkingsrecht en antisemitisme. Als eerste zelfbeschikkingsrecht, het: “recht van de bevolking van een streek zelf te beslissen tot welke staat haar gebied zal behoren,” aldus de Van Dale. Het zelfbeschikkingsrecht van volkeren is als een vrij recente ‘uitvinding’. Het grootste deel van de geschiedenis hadden volkeren niets te vertellen. Volkeren woonden in gebieden en die waren van een vorst. Zo was keizer Karel V heerser over ongeveer de halve wereld. Het zelfbeschikkingsrecht van volkeren is een resultaat van de strijd van het beter gesitueerde deel van het volk tegen de almacht van die vorst. Een strijd die vooral in Engeland werd gevoerd en dan vooral in haar relatie met de Noord-Amerikaanse koloniën. Zelfbeschikking van een volk is eenvoudig als iedereen in een gebied zich tot eenzelfde volk voelt behoren. Het wordt problematisch als mensen in een gebied zich tot meerdere volkeren voelen behoren. De Balkan is daar een goed voorbeeld van. Dan het cruciale begrip  antisemitisme, dat is, volgens dezelfde Van Dale: anti-Joodse gezindheid; = Jodenhaat”.

Bijzonder is de relatie die Ensiel legt tussen zelfbeschikking en antisemitisme. Als het ontkennen of ontzeggen van het recht op zelfbeschikking van een volk antisemitisch is, dan maakt Poetin zich schuldig aan antisemitisme. Hij gaat immers nog een stap verder en ontkent dat er een Oekraïens volk is. Dat er in het geval van het Joodse volk wel van antisemitisme wordt gesproken is een gevolg van de definitie van antisemitisme die het International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) gebruikt: “Antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden die tot uiting kan komen als een gevoel van haat jegens Joden. Retorische en fysieke uitingen van antisemitisme zijn gericht tegen Joodse of niet-Joodse personen en/of hun eigendom en tegen instellingen en religieuze voorzieningen van de Joodse gemeenschap.”  En met deze definitie wordt het bijzonder. De staat Israël definieert zich, sinds een wijziging van haar Basiswet in 2018 expliciet als de natiestaat van het Joodse volk. Volgens de definitie van het IHRA is kritiek op Israël daarmee al vrij snel antisemitisch. Ook Ensiel ziet het problematische: “De IHRA draagt veel voorbeelden van antisemitisme aan. Problematisch vind ik dat veel daarvan over Israël gaan. Dat wekt de indruk dat kritiek op de staat Israël gelijk wordt gesteld aan antisemitisme. Het legitieme recht op zelfbeschikking van Israël is geen vrijbrief voor ontrechting en staatsgeweld.”

Maar niet alleen acties gericht tegen de staat Israël. Iedere actie tegen een iemand van het Joodse volk, wordt al heel snel antisemitisme. Volgens de IHRA is er sprake van een antisemitische misdaad als: “het doelwit van de aanvallen, of het nu om mensen of eigendommen zoals gebouwen, scholen, plaatsen voor het vieren van de eredienst en begraafplaatsen gaat, worden geselecteerd omdat zij Joods zijn of verband houden met Joden,” tot zover past dit nog helemaal in de definitie van de Van Dale en is er sprake van antisemitisme. De passage gaat echter nog verder:“of als zodanig worden gepercipieerd,”  en daarmee wordt het dubieus. Neem het recente voorval rond Lenny Kuhr. Kuhr is Joods. De demonstranten richtten zich echter tegen Kuhr vanwege haar mening. Een mening die zij in het openbaar uitte en waarmee zij duidelijk stelling nam. Als je je mening uit, dan kun je erop rekenen dat mensen die het anders zien op je reageren. De Ballonnendoorpikker reageert dan door er een prikker over te schrijven. Anderen doen dit op een minder fraaie manier en verstoren een optreden van de zangeres. Is dit antisemitisme? De Tweede Kamer lijkt te denken van wel en gaf daarop een verklaring uit. Maar als terugpraten tegen Kuhr en laten blijken dat je het niet met haar eens bent antisemitisme is omdat de persoon in kwestie het zo waarneemt, zijn mensen van Joodse komaf dan niet verheven boven elke vorm van kritiek? Die kritiek kan immers als antisemitisme worden waargenomen. Als ik de Joods was, dan zou ik me niet prettig voelen met zo’n status aparte.

Ik zal Joden nooit verantwoordelijk houden voor de daden van de staat Israël, ook een van de voorbeelden van antisemitisme die de IHRA noemt. Die staat Israël maakt zich echter wel schuldig aan iets soortgelijks. Zij stelt de Gazanen verantwoordelijk voor de daden van Hamas: “Geen stroom, geen voedsel, geen water, geen brandstof, allemaal niet,[1] aldus de Israëlische minister van defensie Gallant na de aanval van 7 oktober. Een weinig galante manier van collectief straffen die nog werd en wordt aangevuld met een bommenregen en daardoor een massale vernietiging van woningen, scholen, ziekenhuizen, infrastructuur en mensenlevens. Gallant beschuldigt de Palestijnen  als volk ervan verantwoordelijk te zijn voor reële of ingebeelde vergrijpen die zijn gepleegd door één enkel Palestijns individu of één enkele Palestijnse groep. Als je in deze zin Palestijn vervangt door Jood, dan maak je je terecht volgens de definitie van de IHRA schuldig aan antisemitisme, een misdaad. Als het de ene kant op een misdaad is, plegen Gallant en de Israëlische regering dan niet ook misdaden? Om tegen dergelijke misdaden op te treden, is een woord als ‘antipalestinisme’ niet nodig. Daar hebben we woorden voor als discriminatie of racisme. Het probleem met de definitie van de IHRA is dat ze lijkt te doen wat ze wil bestrijden en dat is het joodse volk onderscheiden van andere volkeren.

Terug naar het zelfbeschikkingsrecht. Een van de voorbeelden antisemitisme betreft kritiek op de zelfbeschikking van het Joodse volk.: “Het Joodse volk het recht op zelfbeschikking ontzeggen.” Pleiten voor een eenstaatoplossing is dan antisemitisme omdat je het Joodse volk haar recht op zelfbeschikking ontzegt. Bijzonder cru hierbij is dat de staat Israël, de staat die zichzelf ziet als natiestaat van het Joodse volk, een ander volk, de Palestijnen, het zelfbeschikkingsrecht ontzegt en onthoudt. Zoals ik al eerder schreef zal er nooit een einde komen aan de ‘honderdjarige oorlog tegen de Palestijnen, om de titel van het boek van Rashid Khalidi aan te halen, zolang: “Israël het eigenlijke probleem negeert, en dat is dat er in wat voor 1948 het mandaatgebied Palestina was, ongeveer 14,3 miljoen mensen wonen. De helft van die inwoners identificeert zich als joods en behorend tot het joodse volk, de andere helft als Palestijns en behorend tot het Palestijnse volk.”  Een Palestijns volk waaraan Israël zich niets gelegen liet en laat liggen. Dat pleiten voor gelijke rechten en plichten van de twee volkeren in één staat als  antisemitisme en dus een misdaad wordt gezien, is wel heel bijzonder. Dit doel is namelijk te bereiken zonder dat er iemand iets wordt afgenomen of iemand tekort wordt gedaan. Als daarvoor pleiten een misdaad is, dan mogen ze me nu arresteren want ik denk dat dit de enige oplossing is voor de honderdjarige oorlog tegen het Palestijnse volk. Net zoals de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de eerste voorloper van de huidige EU, waarmee de deelnemers een deel van hun zelfbeschikkingsrecht opgaven, de enige oplossing was voor de ongeveer 150 jaar durende oorlog tussen de Duitsland en Frankrijk.


[1] https://nos.nl/nieuwsuur/collectie/13959/video/2515805-zes-maanden-bombardementen-dit-is-er-nog-over-van-gaza, vanaf seconde 23

Van der Plas en het zwijgen

In  uitzending van OP1 van donderdag  28 maart 2024 hield BBB-leider Caroline van der Plas een pleidooi voor hard optreden tegen antisemitisme. Van der Plas stoorde zich aan de ‘slappe hap’ zoals ze het een paar dagen eerder in de Tweede Kamer noemde. Van der Plas constateert een toenemend antisemitisme met als laatste voorbeeld het verstoorde optreden van zangeres Lenny Kuhr. Ik stoorde me aan de presentatoren Sijtsma en Kelder en de andere aanwezigen. Laat ik voorop stellen, antisemitisme is verwerpelijk en er moet, dat ben ik met Van der Plas eens, hard tegen worden opgetreden. Toch stoorde ik me om het zacht uit te drukken.

Ik stoorde me en dat doe ik al langer, aan het gemak waarmee politici als Van der Plas, maar zij niet alleen, op ieder protest tegen het optreden van Israël in Gaza het label ‘antisemitisme’ plakken. Protesteren tegen het Israëlisch optreden mag. En om Asha ten Broeke uit haar column in de Volkskrant te citeren: “Er bestaat geen grondrecht op een ongestoord concert.”  Het beeld dat Van der Plas schetst van het gebeurde is er een van een joodse zangers die tijdens een concert werd aangesproken omdat ze joods is. Als dat beeld klopt is een veroordeling van de actie op z’n plek. Dan wordt Kuhr aangesproken op haar joods zijn.

Het beeld dat van Ten Broeke in haar column schets, ziet er toch net iets anders uit. Volgens Ten Broeke werd er geroepen: “Schaamt u zich niet voor het supporten van genocide? Uw kinderen zijn medeplichtig aan genocide, u moet zich schamen.” en  “Free, Free Palestine” en “Lenny is een terrorist, ze is een zionist!”  Geen complimenten. Maar toch als ik verder lees dat de zangeres in een interview met het Nederlands Dagblad haar mening verkondigt, dat nu de strijd nodig is  en dat ze: “achter de militaire operatie die Israël aan het voeren is,” staat, dan is de uitspraak dat Kuhr genocide support niet zo ver gezocht. De Zuid-Afrikaanse regering denkt er net zo over en heeft Israël daarom voor het Internationaal Strafhof gesleept. Alleen de beschuldiging dat Kuhr een terrorist is, lijkt mij ver bezijden de waarheid. Als dit beeld klopt, dan werd Kuhr niet aangesproken op haar joods zijn, maar op haar steun aan de staat Israël. Dat is geen antisemitisme en hoeft niet veroordeeld te worden. Door op een dergelijk protest tegen Israël het label ‘antisemitisme’ te plakken, wordt de echte strijd tegen het antisemitisme geen goed gedaan. Ik stoorde mij eraan dat de twee presentatoren en de andere aanwezigen Van der Plas zonder weerwoord lieten orakelen. Sterker nog, ze huilden mee met wolven

In haar betoog haalde Van der Plas Duitsland als voorbeeld aan. Een groep die hier actie kan voeren is daar verboden en ook de ‘van -de-rivier-naar-de-zee’ uitspraak is daar verboden. Dat zou zij ook wel willen. Daarop haalde presentator Sijtsma aan dat in Duitsland het erkennen van de Holocaust onderdeel is van de inburgering. “En eigenlijk wilt u dit ook in Nederland gaan doen,” eindigde Sijtsma haar inbreng. Waarop Van der Plas aanhaalde: “Ik denk dat een heel goed idee is om dat in Nederland te doen omdat we zien dat de groepen mensen die hier het meest asiel aanvragen dat zijn landen als Syrië, Eritrea Jemen dat zijn wel echt landen die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten. Ik zeg niet alle mensen …”

Pardon? Een Kamerlid dat hier burgers van een hele naties wegzet als antisemitisch. Als een minder ontwikkeld soort mensen dat ‘opgevoed’ moet worden in het goede ‘Nederlandse gedrag’. De andere aanwezigen bleven stil. En toen kwam het stoom uit mijn oren. Als we toch iets moeten hebben geleerd van de Holocaust dan is het dat precies de discriminerende generalisaties zoals Van der Plas aan de wieg stonden van die Holocaust. Die discrimineren generalisaties en het zwijgen van de omstanders. Ik zwijg niet.

Historische vergelijkingen en Cruijff

‘Besteed toch geen aandacht aan die man.’ Dat is het eerste wat mijn partner en ‘eindredacteur’ zal roepen al ze leest dat deze Prikker een gevolg is van een schrijfsel van Jan Roos bij De Dagelijkse Standaard. Weer zal ik haar antwoorden dat het mij niet om de persoon Roos gaat, maar om zijn uitspraken. Volgens Roos is: “Het narratief van de (Marokkanen als) nieuwe Joden (…) niet alleen geschiedkundig smakeloos en onjuist, het doet voornamelijk af aan de waarde van de lessen die we zouden moeten leren van Jodenhaat en de holocaust.”  

“Er is geen systematische institutionele Marokkanenhaat, er is geen georganiseerd geweld tegen Marokkanen, er worden geen Marokkaanse bedrijven gesloopt, er worden geen Marokkanen vermoord vanwege Marokkanenhaat, de overheid discrimineert Marokkanen niet, er zijn geen concentratiekampen voor Marokkanen, er zijn geen plekken waar Marokkanen niet mogen komen, er wordt niet gejaagd op Marokkanen, er zijn geen anti-Marokkanenwetten, er worden geen Marokkanen op transport gezet en bovenal is er geen plan tot uitroeiing van Marokkanen.” En Roos heeft daar een punt. Er is inderdaad geen systematische institutionele Marokkanen haat. Er is ook geen georganiseerd geweld tegen Marokkanen. Marokkaanse bedrijven worden niet gesloopt. Of er geen Marokkanen worden vermoord vanwege Marokkanen haat, is niet helemaal uit te sluiten. Inderdaad maakt de overheid zich niet schuldig aan discriminatie van Marokkanen. Tenminste, niet alleen Marokkanen zoals uit de ‘toeslagenaffaire’ bij de Belastingdienst bleek. Concentratiekampen voor Marokkanen zijn er ook niet. Er zijn ook geen plekken waar Marokkanen niet mogen komen, Marokkanenwetten zijn er niet, er worden geen Marokkanen op transport gezet en er is geen plan tot uitroeing van Marokkanen. Maar heeft Roos daarmee gelijk en dus een punt?

Laten we wel wezen. Tot de Wansseeconferentie van 1942 was er ook geen plan tot uitroeing van Joden. Tot eind jaren dertig van de vorig eeuw waren er ook geen concentratiekampen voor joden. Tot 15 september 1935 waren er ook geen ‘jodenwetten’. Tot de machtsovername door Hitler in 1933 maakte de Duitse overheid zich ook niet schuldig aan discriminatie van joden. Ja, er werden wel joden vermoord door mensen die joden haten en de geschiedenis kent voorbeelden van het verdrijven van joden. Alleen gebeurde dat niet op een ‘systematische institutionele’ manier. Die kwam er pas na Hitlers machtsovername.

Wel was er voor die tijd een retoriek die joden wegzette als zondebok. Zondebok voor de moord op Christus. Die moord zat met name christenen dwars en zorgde door de eeuwen heen voor geweld en haat tegen joden. In de jaren van het opkomende nationalisme vanaf de tweede helft van de Negentiende eeuw ontstond er een nieuwe dynamiek in het aanwijzen van de joden als zondebok. De nationalist zette vraagtekens bij het vaderlandslievende karakter van joden. Kon een jood wel een echte …. zijn? Net zoals er in die tijd in Nederland vraagtekens werden gezet bij het vaderlandslievende karakter van katholieken. In 1897 leidde die retoriek tot een heuse complottheorie. Een theorie waarbij joodse leiders een plan zouden hebben gesmeed om de christelijke maatschappij omver te werpen. De zogenaamde Protocollen van de wijzen van Sion. Een document dat waarschijnlijk uit de koker kwam van de Ochrana, de geheime dienst van Tsaristisch Rusland. Dit document werd daarna gebruikt als onderlegger om joden van alles de schuld te geven. 

Roos heeft een punt dat ‘Marokkanenhaat’ of ‘islamietenhaat’ niet tot industriële uitroeing van Marokkanen of joden heeft geleid. Dat is echter niet de vergelijking die Grunberg maakte. Grunberg vergelijkt de huidige retoriek tegen Marokkanen en in het verlengde daarvan islamieten, met de begin twintigste eeuwse retoriek tegen joden. Die historische vergelijking is wel te maken. Roos verwijt komt er op neer dat een talentvolle voetballer van veertien niet vergeleken mag worden met gearriveerde ster Johan Cruijff op z’n 30ste. Dat is appels met peren vergelijken. Het vergelijken van  dat talent met de veertienjarige Cruijff is echter een heel ander verhaal.

Wie is er slim?

“Hoe proportioneel zijn rubberkogels en traangasgranaten als antwoord op stenen en brandende autobanden die je nooit bereiken? Hoe proportioneel is een tankgranaat als antwoord op, laten we even van de Israëlische visie uitgaan, twee personen die zich ‘verdacht gedragen’?” Deze vragen stelde ik enige weken geleden. Nadat ik het artikel van collega historicus Willem Melching in de Volkskrant las, vraag ik me af of ik me hierdoor schuldig heb gemaakt aan antisemitisme. 

Louis_van_Gaal_(4136181545)

Foto: Wikimedia Commons

Melching constateert in een bijzonder artikel, dat de joden steeds meer het slachtoffer zijn van antisemitisme en hierbij door zowel links als rechts in de steek worden gelaten. Links omdat het: “uit principe meebuigt met de minderheden,” zo betoogt hij en rechts omdat het: “zich voornamelijk door opportunisme (laat) leiden.” 

Ik vraag me dus af of ik me schuldig maak aan antisemitisme omdat volgens Melching: “overdreven kritiek op Israël wel degelijk antisemitisch is.” Ben ik overdreven kritisch als ik me afvraag of een tankgranaat een proportioneel antwoord is op twee personen die zich verdacht gedragen? Ben ik overdreven kritisch als ik me afvraag of rubberkogels en traangasgranaten een antwoord zijn op brandende autobanden die je nooit bereiken? Ben ik overdreven kritisch als ik me afvraag hoe menselijk het is om een gebied zoals de Gaza-strook ongeveer hermetisch af te sluiten van de buitenwereld zodat de mensen in dat gebied in een soort ‘openluchtgevangenis’ zitten? Ben ik overdreven kritisch als ik aandacht vraag voor de mensen in deze ‘gevangenis’? Ben ik overdreven kritisch als ik me afvraag hoe ‘democratisch’ het is om een muur te plaatsen langs de grens en dat niet te doen op je eigen grond, maar op dat van de ander? Welke reacties op acties van Israel getuigen van ‘antisemitisme’?

Tot mijn verdediging pleit dat ik ook kritiek lever op de Amerikaanse acties in het Midden-Oosten. Ook heb ik het Turkije van Erdogan niet gespaard. Dat is relevant omdat:  “Wie voor Israël andere maatstaven aanlegt dan voor pakweg Turkije of de Verenigde Staten maakt zich schuldig aan antisemitisme.” Aangezien ik voor deze drie landen dezelfde maatstaven aanleg,  maak ik me, als ik Melching goed begrijp niet schuldig aan ‘antisemitisme’.

Helemaal zeker ben ik er echter niet van omdat Melching schrijft dat: “wie nalaat de Armeense genocide te benoemen, geeft daarmee vrij spel aan het moderne antisemitisme en legitimeert haat.” Niet dat ik de moord op vele Armeniërs en ook andere volkeren tijdens de Eerste Wereldoorlog ontken, die heeft plaatsgevonden en heeft heel veel leed veroorzaakt. Nee, ik heb moeite met de redenering van Melching dat dit geen genocide noemen, vrij spel geeft aan antisemitisme en dat het haat legitimeert.  

Eigenlijk heb ik moeite met het gehele betoog van Melching en vraag ik me, vrij naar Louis van Gaal af of hij nu zo slim is en ik zo dom of omgekeerd?

‘Wij, zij en antisemitisme’

Migranten, islam en antisemitisme, met die woorden begon een prikker een dikke week geleden. Nu begin ik er weer mee. De aanleiding: het door Hans Wansink geschreven Commentaar in de Volkskrant. Volgens Wansink worden joden: “Overal in Europa (…) geconfronteerd met haat, geweld, intimidatie en vijandigheid.” En: (manifesteert) Het antisemitisme (…) zich in Europa in allerlei varianten.” Dat kan, aldus Wansink: “niet los worden gezien van de immigratie uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Moslims zijn sterk oververtegenwoordigd bij geweld tegen Joden.” En dan in het bijzonder het salafisme, want: “de verderfelijke rol van het salafisme bij het ontwikkelen van vijandbeelden, mag niet worden weggemoffeld.” Een duidelijk betoog. Maar … 

identiteit

Illustratie: Pixabay

Zoals Wanssink aangeeft zijn er meer ‘bronnen’ van antisemitisme” “Op sociale media verspreiden radicalen uit extreemlinkse en extreemrechtse hoek de klassieke complottheorie dat een Joodse elite wereldwijd aan de touwtjes trekt.” Die worden met het stoppen van het salafisme niet van een weerwoord voorzien. Volgens Wansink wordt: “ De populariteit van antisemitische complottheorieën (…) wel in verband gebracht met de behoefte zondebokken te zoeken in tijden van maatschappelijke polarisatie, economische stagnatie en identiteitspolitiek.” Zouden we de oorzaak van het oplaaiende antisemitisme net als van die maatschappelijke polarisatie, niet veeleer moeten zoeken bij die ‘identiteitspolitiek’? 

Bij het benadrukken van een ‘wij’ die automatisch ook een ‘zij’ creëert die er niet bijhoort. Bij politici die maar blijven hameren op het ‘joods-christelijke’ van ‘onze samenleving’? Leidt dat hameren niet ertoe dat er mensen zijn die daar niet bijhoren en nooit bij kunnen horen? Mensen die vervolgens een ‘eigen identiteit’ opgedrongen krijgen? Een identiteit die vooral wordt gedefinieerd ten opzicht van die ‘wij’?

Zou het kunnen dat mensen zich, als er maar lang genoeg op die opgedrongen identiteit wordt gehamerd, ook met die identiteit gaan identificeren en die identiteit versterkt gaan uitdragen? Sterker nog, dat ‘zij’ die vervolgens trots gaan uitdragen en zich gaan afzetten tegen de ‘wij’? Dat zij die ‘joods-christelijke wij’ naar beneden halen, stigmatiseren en zelfs gaan discrimineren? Zou dat niet een van de oorzaken van het oplaaiende antisemitisme kunnen zijn? 

Moslims, knikkers, wetenschap en profetie

Migranten, islam, antisemitisme, woorden die vaak in combinatie voorkomen. Zo ook in een artikel van Robert Bor bij Opiniez. Bor: “Als je weet hoe mensen in moslimlanden over Joden denken, dan heb je een goed beeld welke overtuigingen men meeneemt van het thuisland naar het gastland.” Wat Bor zegt lijkt op het eerste gezicht logisch. Als je een pot met 1.000 knikkers hebt waarvan er 40% zwart en 60% wit zijn en ze zijn goed gemengd, dan zal een willekeurige greep uit de pot ongeveer 40% zwarte knikkers bevatten. Zou dat ook opgaan voor mensen?

marbles-3275438_960_720

Illustratie: Pixabay

Is het per definitie zo dat een deelverzameling (de vluchtelingen) dezelfde overtuigingen meenemen dan de totale verzameling (het thuisland) waaruit ze wordt gehaald? Wat als er regionale of culturele verschillen in opvattingen zijn en vluchtelingen vooral uit een specifieke regio of cultuur komen? Wat als met name de mensen die gruwen van antisemitisme vluchten? Een land met mensen en opvattingen is niet te vergelijken met een pot levenloze knikkers. 

Bor reageert op een rapport waaraan onder andere de Leidse hoogleraar migratiegeschiedenis Leo Lucassen heeft meegewerkt. Lucassen ziet dat anders  en concludeert dat de huidige islamitische vluchtelingen niet de oorzaak zijn van de vermeende toename van antisemitisme. Bor hierover: “Voor degenen die gehoopt hadden dat de sociale wetenschappen op klip en klare wijze nu eindelijk hebben aangetoond hoe het echt zit, zal dit rapport een teleurstelling zijn.” Wetenschap die ‘klip en klaar’ aantoont hoe het echt zit en dan vooral sociale wetenschappen? Wetenschap als een soort god, die zekerheid geeft?

Wetenschap levert kennis, laat licht schijnen op zaken, maar zekerheid? Kan de wetenschapper en vooral een sociale wetenschapper, die bieden? Als wetenschap ‘klip en klaar’ zou aantonen hoe iets zit, als ze zekerheid zou geven, dan zou ze zich niet ontwikkelen. Dan zou de uitdrukking ‘voortschrijdend inzicht’ niet bestaan. Vooral in de sociale wetenschappen beïnvloedt het beweerde het onderzochte, heb je te maken met zichzelf bevestigende en ontkennende beweringen en uitspraken.

De enige zekerheid die een wetenschapper, zeker een sociale wetenschapper, kan geven is dat niets zeker is. Beweert de wetenschapper andere zekerheid te geven, dan is het een ‘profeet’ en moet je met ‘profeten’ niet uitkijken?