Gebakken lucht

“De sociaal-liberale ideologie was een halve eeuw lang gebaseerd op de vanzelfsprekendheid dat aan migranten asiel verleend wordt en dat zij met de autochtone bevolking een multiculturele samenleving vormen.” Dit schrijft Henk Strating in een bijdrage op de site Opiniez. In die bijdrage beweert hij dat de populistische partijen: “de democratie in Nederland en in Europa voor de ondergang behoeden.” Nu kun je een heel debat voeren over populisme en welke partij ‘populistisch’ is, daar gaat het mij niet om. Het gaat mij om de bewering waarmee ik opende.

gastarbeiders

Foto: Wikimedia Commons

Nu krijgt ‘links’ al sinds Fortuyn de schuld van het ‘multiculturele drama’. De schuld omdat ‘links’ ‘iedereen’ verwelkomde en streefde naar een multiculturele samenleving. de aanklagers van ‘links’ concluderen vervolgens dat die multiculturele samenleving is ‘mislukt’. Nu is ‘links’ nooit aan de macht is geweest wat het lastig maakt om alle ‘ellende’ aan links te wijten. Misschien trekt Strating het daarom breder en introduceert hij de ‘sociaal-liberale ideologie’ die het heeft gedaan. Die ‘ideologie’ vond het vanzelfsprekend dat migranten asiel kregen. Nu is asiel bedoeld voor vluchtelingen en niet voor migranten en er rammelt meer. 

Is die ‘sociaal-liberale ideologie’ van Strating niet een verzinsel dat hem in zijn betoog van pas komt? Van pas komt omdat het een soort ‘contrapunt’ is waartegen hij zich kan afzetten? Een verzinsel omdat ‘ideologie’ een soort vooropgezet plan veronderstelt? Een ideologie die vervolgens ook nog eens de ‘macht’ greep in Nederland? Was het komen tot een ‘multiculturele samenleving’ ooit het doel van een stroming? Was er ooit een stroming die bepleitte dat daarvoor migranten moesten worden binnengehaald? Dat is wat Strating suggereert. 

Aan het begin van die ‘vijftig jaar’ waarover Strating spreekt, werden migranten naar hier gehaald omdat er arbeidskrachten nodig waren voor bijvoorbeeld de Twentse textielindustrie of de hoogovens in IJmuiden. Ze werden gehaald op voorspraak van de betreffende bedrijven, niet omdat een ‘sociaal-liberale ideologie’ erom vroeg. Het was de bedoeling dat ze na een paar jaar weer terug zouden gaan, vandaar de term ‘gastarbeiders’. Van dat teruggaan kwam niets omdat ze hier een leven opbouwden. Een leven waarbij ze in veel gevallen familieleden uit hun land van herkomst naar Nederland haalden. Net zoals er nu veel Oost-Europeanen naar Nederland worden gehaald om te werken. Ook bedoeld als ‘tijdelijk’ maar een flink deel zal niet teruggaan omdat ze hier een leven opbouwen. Al deze ‘migranten’ hebben geen asiel gekregen, wel een verblijfsstatus en velen zelfs het Nederlanderschap.

Hoe sterk is een betoog dat zich afzet tegen gebakken lucht?

 

Beste Sid Lukkassen

“Wat ik wil, is rationaliteit tot de basis maken van discussies. Om ook de nuances te kunnen onderzoeken.” Die ik dat bent u, Sid Lukkassen, in een artikel bij ThePostOnline. Hier is de Ballonnendoorprikker het helemaal mee eens. Dus beste meneer Lukkassen, we kunnen elkaar op dit punt de hand geven en samen optrekken. Toch moet me iets van het hart over uw pleidooi. Iets waarbij ik me afvraag of u werkelijk het gesprek aan wilt gaan en wilt onderzoeken wat de ander drijft. Hoe dat komt?

framing

Foto: Geograph

De hierboven geciteerde zin wordt gevolgd door: “Een nationalistische jongere haat echt niet elke moslim maar ziet wel cultuurverschillen oprukken. En voor wie goed luistert zijn er ook in de moslimgemeenschap kritische stemmen te horen.”  Tot zover niets verkeerds. Iets verder: Een denken in termen van tegenstellingen (zoals ‘witte mensen’ versus ‘mensen van kleur’) wordt klakkeloos overgenomen uit het Anglo-Amerikaanse discours” Ook deze vorm van framing herken ik en ik stel me ertegen teweer. Op deze site kunt u er vele voorbeelden van aantreffen, neem bijvoorbeeld mijn brieven aan Sunny Bergman, Anousha Nzume of mijn reactie op de leer van Gloria Wekker. 

Waarom dan toch een brief aan u? Omdat er iets in uw betoog is waaruit mij blijkt dat u bent als de pot die de ketel verwijt dat hij zwart ziet. Dat blijkt mij uit zinnen zoals: “Deze genuanceerde discussies worden totaal kapotgeslagen op het aambeeld van politiek-correcte frames die vanuit een Randstedelijke en Grachtengordeliaanse perceptie over de rest van Nederland en Vlaanderen worden uitgerold.” Is dat geen frame van de bovenste plank? Of het volgende frame: “Dit zullen de mainstream media echter niet doen want er zouden politiek-incorrecte conclusies kunnen bovenkomen die het dominante linksliberale wereldbeeld aantasten.”  Neem het stukje waar u iemand citeert die u parafraseert en waar u het mee eens bent: “Eentje waarin journalistieke en opiniefora als ThePostOnline, Café Weltschmerz en andere nieuw-realistische internetpublicaties en -uitzendingen de krachten kunnen bundelen.” Door het woord realistisch te gebruiken, wordt de ‘waarheid’ voor de eigen club geclaimd en worden anderen als niet realistische dromers weggezet. Een zin als: “Het linkerdeel van het politiek spectrum praat weliswaar over ‘verbinding’: in de praktijk is dit niet hoe zij opereren.” Ook hier veegt u allerlei groeperingen en stromingen op één hoop en verwijt hen nogal wat. Neem de volgende zin: “Degenen die dit spel met nuchterheid bekijken, zij zien inmiddels in: dit is trekken aan een dood paard.” Betekent dit dan dat iedereen die het anders ziet dan u, dronken is?

Allemaal voorbeelden van framing en stigmatisering. Voorbeelden waardoor ik de indruk krijg dat de rationaliteit die voor u de basis van discussie zou moeten zijn, uw rationaliteit is en dat mensen die er anders over denken niet realistisch of beter gezegd irreële dromers zijn. Het kan natuurljk dat ik u verkeerd heb begrepen en dat kan dan aan mij liggen. Toch zou ik, als ik u was, dan ook eens kritisch naar uzelf kijken, want dan is uw boodschap wellicht toch niet duidelijk. 

Moslims, knikkers, wetenschap en profetie

Migranten, islam, antisemitisme, woorden die vaak in combinatie voorkomen. Zo ook in een artikel van Robert Bor bij Opiniez. Bor: “Als je weet hoe mensen in moslimlanden over Joden denken, dan heb je een goed beeld welke overtuigingen men meeneemt van het thuisland naar het gastland.” Wat Bor zegt lijkt op het eerste gezicht logisch. Als je een pot met 1.000 knikkers hebt waarvan er 40% zwart en 60% wit zijn en ze zijn goed gemengd, dan zal een willekeurige greep uit de pot ongeveer 40% zwarte knikkers bevatten. Zou dat ook opgaan voor mensen?

marbles-3275438_960_720

Illustratie: Pixabay

Is het per definitie zo dat een deelverzameling (de vluchtelingen) dezelfde overtuigingen meenemen dan de totale verzameling (het thuisland) waaruit ze wordt gehaald? Wat als er regionale of culturele verschillen in opvattingen zijn en vluchtelingen vooral uit een specifieke regio of cultuur komen? Wat als met name de mensen die gruwen van antisemitisme vluchten? Een land met mensen en opvattingen is niet te vergelijken met een pot levenloze knikkers. 

Bor reageert op een rapport waaraan onder andere de Leidse hoogleraar migratiegeschiedenis Leo Lucassen heeft meegewerkt. Lucassen ziet dat anders  en concludeert dat de huidige islamitische vluchtelingen niet de oorzaak zijn van de vermeende toename van antisemitisme. Bor hierover: “Voor degenen die gehoopt hadden dat de sociale wetenschappen op klip en klare wijze nu eindelijk hebben aangetoond hoe het echt zit, zal dit rapport een teleurstelling zijn.” Wetenschap die ‘klip en klaar’ aantoont hoe het echt zit en dan vooral sociale wetenschappen? Wetenschap als een soort god, die zekerheid geeft?

Wetenschap levert kennis, laat licht schijnen op zaken, maar zekerheid? Kan de wetenschapper en vooral een sociale wetenschapper, die bieden? Als wetenschap ‘klip en klaar’ zou aantonen hoe iets zit, als ze zekerheid zou geven, dan zou ze zich niet ontwikkelen. Dan zou de uitdrukking ‘voortschrijdend inzicht’ niet bestaan. Vooral in de sociale wetenschappen beïnvloedt het beweerde het onderzochte, heb je te maken met zichzelf bevestigende en ontkennende beweringen en uitspraken.

De enige zekerheid die een wetenschapper, zeker een sociale wetenschapper, kan geven is dat niets zeker is. Beweert de wetenschapper andere zekerheid te geven, dan is het een ‘profeet’ en moet je met ‘profeten’ niet uitkijken? 

Do the math…

Volgens filosoof Sid Lukkassen is het Westen verdoemd. Lukkassen speelt ook een rol in het artikel in de Volkskrant waarover ik gisteren schreef. De blanke man krijgt het erg lastig: “Zij (hoog opgeleide vrouwen) gaan over de vorming van de jeugd, kunnen jongens zich daar nog in herkennen? … Daarnaast willen deze vrouwen niet downdaten, maar ze willen ook geen saaie accountant, ze wil een ervaring” Vervolgens komt migratie in beeld en dat zorgt ervoor dat: “De westerse beschaving () de verliezer (is). De netto-instroom van migranten uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten creëert extra aanbod van jonge, viriele mannen. Zij trouwen wel jong en krijgen wel veel kinderen. Do the math.”

math

Illustratie: Flickr

‘Do the math’. Ik weet niet of de protestanten die uitdrukking in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw ook gebruikten. Want toen was de ‘Nederlandse beschaving’ zoals de protestanten het zagen, in gevaar. Wie zorgde er voor dat gevaar? De vermaledijde katholieken. Voor katholieken gold de leus ‘god en vaderland’ immers niet, die liepen aan de leiband van de paus van Rome. En omdat die ‘viriele katholieken’ zich voortplantten als ‘ratten’ zou het niet lang duren voordat ze een meerderheid vormden in dit land. Als dat zou gebeuren dan zou de ‘Nederlandse beschaving’ ten ondergaan.

Wat bleek, die viriele katholieken bleken toch niet zo viriel als gedacht. De roep van de paus en zijn lokale hulp de pastoor om ‘heen te gaan en te vermenigvuldigen’, bleek een stuk minder aanlokkelijk. De geboortecijfers van de katholieken zakten terug tot het niveau van de protestanten of zelfs nog lager. De ontkerkelijking zette in en de paus, ‘popie Jopie’, werd bij zijn bezoek aan Nederland behoorlijk belachelijk gemaakt. Inmiddels hoeft de rest van Nederland die ‘katholieken’ niet meer te vrezen. ‘The math’ bleek ineens heel anders te zijn.

Zou het met die ‘viriele’ mannen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika niet hetzelfde kunnen gebeuren? Hebben die ‘viriele mannen’ geen vrouwen nodig om zich voort te planten? Zouden die hoog opgeleide Nederlandse vrouwen zich hiervoor lenen? Een radicalere variant, niet Lukkassens redenering, die ook in het artikel wordt genoemd, denkt van wel: “ de ‘blanke man’ zal letterlijk verdwijnen door een desastreus verbond van sjw’s, feministen, moslims en Afrikanen.” Een bijzonder verbond waarbij er vanuit wordt gegaan dat alle blanke westerse vrouwen in een dergelijk ‘complot’ meegaan. 

Het meest opmerkelijke is dat Lukkassen er vanuit lijkt te gaan dat de nieuwkomers een uniform ‘waarden blok’ vormen en dat de ‘westerse waarden’ in deze ‘clash of civilisations’ het onderspit gaan delven. 

Diverse, inclusieve samenleving

Diversiteit betekent een inclusieve samenleving waarin iedereen meedoet. Hoe kun je daar nou moe van worden?” De opening van een bijdrage van strategist Nadine Ridder bij Joop. Een bijzondere vraag, hoe kun je moe worden van diversiteit? Toch wil ik een poging doen om hier een antwoord op te geven. Dat doe ik aan de hand voor de woorden ‘diversiteit’, ‘inclusief’ en vooral ‘samenleving’.

people

foto: Flickr

Dat laatste woord, ‘samenleving’  staat centraal in mijn antwoord. Een antwoord dat begint met de beschrijving die Van Dale geeft van het woord samenleving: “het geheel van de met elkaar verkerende mensen.” Betrekken we dit op Nederland, dan bestaat de Nederlandse samenleving uit het geheel van de met elkaar verkerende mensen op het Nederlandse grond gebied. Dus van alle mensen die zich op het Nederlandse grondgebied bevinden en met elkaar verkeren.

Wat gebeurt er als we hier het woord ‘inclusief’ aan toevoegen? Inclusief is volgens dezelfde Van Dale: “met insluiting van, met inbegrip van.” Als alle mensen die hier verkeren al tot de samenleving behoren, wie moet er dan nog worden ingesloten? De samenleving  is daarmee per definitie inclusief. Als we het andersom benaderen, wordt aan de groep die wordt ‘ingesloten’ of die wordt ‘inbegrepen’ zo niet een aparte positie gegeven? Zoiets van: je hebt de samenleving én de clubjes die we erbij moeten insluiten? 

Dan als laatste het woord diversiteit: “1. verscheidenheid, variatie; 2. het verschijnsel dat er ergens mensen zijn met verschillende etnische of culturele achtergronden,” weer volgens de Van Dale. Als de samenleving al bestaat uit alle mensen die ‘met elkaar verkeren’, dan bevat die toch de gehele verscheidenheid en variatie van al die mensen? Ook de verscheidenheid en  variatie in etnische of culturele achtergronden. Wat voegt het woord ‘diversiteit’ dan toe aan samenleving? Als we dit ook weer eens van de andere kant benaderen, maak je door te hameren op de diversiteit en daarbij te wijzen op ‘groepen’ geen onderscheid waar je dat niet zou moeten doen? 

Beste mevrouw Ridder, gebeurt door het gebruik van de woorden ‘diversiteit’ en ‘inclusief’ in combinatie met ‘samenleving’ niet precies dat wat we niet zouden moeten willen? Namelijk het maken van onderscheid tussen mensen en groepen mensen?

Vluchtelingen en vrijheid

In de Volkskrant een bijdrage van schrijver Arthur Umbgrove. Umbgrove heeft zich voor het schrijven van een roman verdiept in de vluchtelingenproblematiek. Volgens Umbgrove is het de vraag: “wat we belangrijker vinden: het lijden van homo’s en vrouwen, of het lijden van vluchtelingen. Dat is een afschuwelijk dilemma, maar het kan niet worden ontkend. Er is, vrees ik, geen beschaafde oplossing voor een barbaars probleem.”

sunset-3122491_960_720Illustratie: pixabay.com

Dat barbaarse probleem is dat het opnemen van vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika leidt tot: “vrouwen die voor de voeten worden gespuugd en uitgescholden als ze een kort rokje dragen; homo’s die niet meer hand in hand over straat durven.” Want: “Het is een utopie om te denken dat vluchtelingen deze denkbeelden bij de grens achterlaten.” Dit heeft dus: “onherroepelijk gevolgen voor de vrijheid van vrouwen en homo’s in Nederland.” Het alternatief, opvang in de regio maakt dat de vluchtelingen: “onder erbarmelijke omstandigheden verdwijnen in kampen in Libië, Libanon, Jordanië en Turkije.” Als je het zo schetst dan is een beschaafde oplossing inderdaad niet mogelijk. Maar, is die schets wel correct?

Vluchtelingen die onder erbarmelijke omstandigheden voor ons in de vergetelheid verdwijnen, dat is inderdaad een gevolg van ‘opvang in de regio’. Dat mensen hun opvatting achterlaten bij het oversteken van een grens, daar heeft Umbgrove een punt. Tenminste, op de korte termijn. Op de langere termijn kan het best dat die andere omgeving leidt tot andere opvattingen. Als een andere omgeving opvattingen van mensen kan doen veranderen, zouden dan ook opvattingen over vrouwen of homo’s kunnen veranderen?

Mochten die opvattingen niet veranderen, dan toch tenminste de manier waarop ze worden geuit. Over dat uiten en vooral de manier waarop dat gebeurd, gesproken, daar hebben we in Nederland wetten en regels voor. Wetten en regels die voor iedereen in dit land gelden, ook voor vluchtelingen. Als iemand zich niet aan die regels houdt moet er een waarschuwing of straf volgen. Als iemand een vrouw voor de voeten spuugt omdat zij een rokje draagt, dan moet zij, en iedereen die het ziet, de ‘spuger’ aanspreken op dit verkeerde gedrag, op zijn slechte manieren. Vrijheid verdwijnt alleen als we haar niet verdedigen.

Zijn het wel (alleen) vluchtelingen die vrouwen beschimpen en homo’s angst aanjagen?

Neutraliteit uitstralen

“Volgens het College voor de Rechten van de Mens is het maken van indirect onderscheid niet verboden, zolang daar goede redenen voor zijn, zoals het waarborgen van neutraliteit en objectiviteit middels een neutrale, uniforme gezagsuitstraling bij politieambtenaren.”

Een korte vertaling in de Volkskrant van de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens in een zaak aangespannen door Sarah Izat. Izat mocht bij het opnemen van aangiftes per ‘beeldverbinding’ geen hoofddoek dragen als ze een uniform droeg, dit terwijl ze dat wel mocht als ze geen uniform droeg. Dat was voor Izat reden om de zaak aanhangig te maken bij het College en dat gaf haar dus gelijk.

Kerk van het Vliegend Spaghettimonster

Illustratie: Wikipedia

Natuurlijk moet een politieagent herkenbaar zijn als politieagent. Alhoewel natuurlijk, een politieagent in burger, bijvoorbeeld van de recherche, is niet aan zijn kleding te herkennen. Die kan gewoon in spijkerbroek en t-shirt van zijn favoriete artiest werken. Mag een rechercheur wel een hoofddoek, keppel, kruis of vergiet dragen?

Het maakt mij niet uit of iemand al dan niet een hoofddoek, kruis, keppel, vergiet (ja, van de Kerk van het Vliegend Spaghettimonster)  draagt of welk ander kerkgenootschap dan ook aanhangt. Van mij en gelukkig ook van onze grondwet mag iedereen geloven en aanhangen wat hij wil. Het gaat mij erom of de neutraliteit en objectiviteit van de overheid wordt gewaarborgd door het verbieden van het zichtbaar dragen van religieuze of levensbeschouwelijke symbolen? Of omgekeerd, komt de neutraliteit en objectiviteit van de overheid in gevaar als een van haar vertegenwoordigers zichtbaar een symbool van zijn religie of levensbeschouwing draagt?

Kan een boete voor te snel rijden worden gegeven op een islamitische, sikh of Spaghettimonster manier? Of moet een politieagent met een hoofddoek, keppel, kruis of vergiet dezelfde wet handhaven op dezelfde manier? Zit de objectiviteit en neutraliteit van de overheid en dus ook van de politie niet juist in consequent en consistent gedrag en handelen en niet in de persoon en de de overtuigingen van de agent? Handelen gebaseerd op de geldende wet- en regelgeving.

Zouden we de gedragscode uit 2011 die stelt dat zichtbare religieuze uitingen verboden zijn voor geüniformeerde agenten, niet moeten herzien? Zegt het jaartal 2011, met het eerste kabinet Rutte dat met gedoogsteun van de PVV aan de macht was, niet al genoeg over de achtergronden van deze richtlijn?

Morele meetlat

In het kader van de maand van de vergeten geschiedenis publiceert De Correspondent Ewald Vanvugt over de Nederlandse betrokkenheid bij de opiumhandel in de Oost. In dat artikel beschrijft Vanvugt hoe eerst de VOC en vervolgens de Nederlandsche Handel-Maatschappij met medeweten van de toenmalige overheid 350 jaar lang heeft gehandeld in opium. Iets wat volgens Vanvugt bijna niet wordt gemeld in de geschiedenisboeken. Vanvugt:

“En groot was mijn verbazing dat in de vele boeken en publicaties die in Nederland na 1950 over Oost-Indië waren verschenen, de lucratieve opiumhandel in Azië soms vluchtig werd genoemd, maar verder werd doodgezwegen. Het zwijgen wist het verleden uit te wissen alsof het nooit gebeurde.”

Opiumkit

Foto: Wikimedia Commons

Nu hoeven we ons er niet over te verbazen dat de VOC ook in opium handelde. En verborgen? Het is gewoon op Wikipedia te vinden. In die tijd handelde men, net als tegenwoordig trouwens, in alles wat los en vast zat. Als er geld mee te verdienen was, dan kon je er vergif op innemen dat erin werd gehandeld. De mores van die tijd waren heel anders dan die van tegenwoordig.

Daarmee kom ik bij het punt dat ik wil maken en dat is de vraag of in dit artikel  het verleden niet verkeerd wordt beoordeeld? Net als trouwens in veel publicaties die tegenwoordig over het verleden die tegenwoordig de pers halen. Verkeerd omdat het langs de morele meetlat van nu wordt gelegd, terwijl de mores in die tijd anders waren.

Neem de titel van het artikel van Vanvugt: “Nederland runde eeuwenlang een drugskartel (en betaalde er zijn oorlogen mee).” Dat er mensen schade ondervonden van opiumgebruik, staat buiten kijf. Het gebruik van het moderne woord ‘drugskartel’ suggereert iets misdadigs terwijl de opiumhandel in die tijd volkomen legaal was. In die tijd bestonden er geen lijsten met verboden verdovende middelen.

Zijn die mores trouwens wel zo anders? Dat er voor profijt oorlogen werden gevoerd, gebieden werden veroverd, ‘koningen’ werden afgezet en mensen vermoord, hoeft niet te verbazen, dat gebeurt tegenwoordig immers nog steeds. Zie bijvoorbeeld de bevrijding van Koeweit of de inval in Irak om Saddam Hoessein te verwijderen.

Kunnen we ons niet beter concentreren op het langs de huidige morele meetlat leggen van onze huidige daden? Bijvoorbeeld ons ijveren voor vrede, vrijheid en democratie langs de ‘Turkije-deal’ en de opvang in de regio?

Culturele toedeling

“Tegenstanders van de traditionele Zwarte Piet wijzen op het racistische uiterlijk, de stereotypische karikatuur van de zwarte mens, het gebruik van ‘blackface’ in een kinderfeest. Fans van Zwarte Piet buitelen vervolgens over elkaar heen om die vergelijkingen te ontkennen: nee hoor, is niet hetzelfde, dit komt van de schoorsteen. Doe me even een lol. Zoek een plaatje van zwarte piet en zoek vervolgens een plaatje van een blackface minstrel uit de VS,”

Aldus Pascal Vanenburg bij Joop. Na het lezen van dit citaat moest ik denken aan het begrip culturele toe-eigening, het door de dominante ‘witte’ cultuur overnemen van zaken uit de cultuur van een minderheid. Bijvoorbeeld de Maori-tatoeage op een blanke Amsterdamse arm.

nandi

Illustratie; Wikimedia Commons

Als er sprake kan zijn van culturele toe-eigening, zou er dan ook sprake kunnen zijn van culturele toedeling? Het aan een bepaalde cultuur koppelen van zaken uit een andere cultuur en daarmee het importeren van argumenten uit die ene cultuur voor jou zaak in de andere? Zo kom ik bij Vanenburg, hij legt een verband tussen de Amerikaans, Engelse ‘blackface’ en ‘Zwarte Piet’. Iets wat Sunny Bergman in haar documentaire Zwart als roet’ ook doet. Wordt door een koppeling te leggen tussen twee ‘culturele uitingen’ die niets met elkaar te maken hebben, niet de beleving, de verontwaardiging en afschuw over de ene uiting aan de andere toebedeeld?

Zo is er veel te zeggen over de wreedheid van het stierenvechten, het doden van een dier voor het plezier. Zouden die argumenten worden versterkt door ze in India te laten zien en de Indiër zijn afschuw te laten uitspreken over deze barbaarse behandeling van dit heilige vervoermiddel van de god Shiva? Deel je dan de Spaanse stierengevecht cultuur niet iets toe dat er geen onderdeel van uitmaakt?

Een ander voorbeeld. De Vastelaovend, een traditie waarbij mensen zich verkleden en zo de bestaande orde op de kop zetten. De bestaande orde op de hak te nemen. Als je deze context niet begrijpt of weglaat, dan zie zou je stereotypen die je als belediging of zelfs als racistisch kunt ervaren kunnen zien. Deel je de Vastelaovescultuur zo niet iets toe dat er geen deel vanuit maakt?

Moeten we niet heel voorzichtig zijn met ‘culturele toedeling’? Voorzichtig omdat zo argumenten en sentimenten in de strijd worden gegooid die er eigenlijk geen plaats in hebben. Argumenten en sentimenten die  mensen verdelen en ons verder van huis brengen. Om bij Zwarte Piet te blijven, dat er mensen zijn die zich niet prettig voelen bij Piet is voldoende aanleiding om naar de ‘vorm en kleur’ van piet te kijken. Daar hebben we de Amerikaans, Engelse blackface niet voor nodig.

Genderneutrale indentiteitspolitiek

“Hema benadrukte zelf dat het ook roze jurkjes blijft verkopen. Er wordt niets afgeschaft, er worden dingen toegevoegd: meer stoere meisjeskleren, meer keuzevrijheid. Het enige dat verdwijnt, is een tweedeling.” 

Een zin uit de column van Asha ten Broeke in de volkskrant. Ten Broeke verbaast zich over de commotie die ontstond toen de HEMA besloot om de labels ‘jongens’ en ‘meisjes’ op de kledingafdeling weg te halen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Foto: Vikipeedia

Aan de ‘ene kant van de commotie’ de mensen die het belachelijk vinden dat de HEMA zwicht voor die ‘politiek correcte’ social justice warriors die in de Telegraaf een van hun spreekbuizen vinden: “Nederland ergert zich kapot aan het genderneutrale beleid dat zich meer en meer verbreidt.” Aan de andere kant van die ‘commotie’ de strijders voor gelijke rechten voor LHBTQIA die vinden dat alles genderneutraal moet zijn van kleding tot toiletten. Ik kan ze gerust stellen, de twee potten in ons huis zijn genderneutraal. Genderneutrale kleding voor volwassenen lijkt mij, door de verschillen in bouw tussen mannen en vrouwen, lastiger. Ik heb wel eens per ongeluk een spijkerbroek van mijn vrouw aangetrokken, die zat toch heel wat minder dan het ‘mannenmodel’ dat ik nu aan heb. Dat even terzijde.

Er is iets in de discussies rond gender maar ook identiteit dat mij puzzelt. Zoals ik het zie streven zowel de strijders voor genderneutraliteit als ook de identiteitsstrijders zoals Gloria Wekker en Sunny Bergman het doel na, dat iedereen zichzelf mag zijn en als zichzelf gezien mag worden. Een goed streven dat ik alleen maar kan onderschrijven en ik denk dat de overgrote meerderheid van de mensen dit streven zullen onderschrijven. Het puzzelt mij waarom ik me dan toch stoor aan deze strijders.

Dat puzzelen leidt bij mij tot de conclusie dat dit weleens het gevolg kan zijn van de manier waarop de strijders voor gelijke rechten de strijd voeren. Beiden gebruiken mij om zich tegen af te zetten. De ‘identiteitsstrijders’ omdat ik een blanke, westerse man ben die ‘profiteert’ van zijn ‘witte superioriteit‘, de genderstrijders omdat ik een heteroman man ben. Het komt op mij over dat de beide ‘strijdgroepen’ mij verwijten dat ik ben wie ik ben. Dat zij bij hun streven om zichzelf te mogen zijn, mij verwijten dat ik die blanke, hetero enzovoorts man ben. Dit terwijl het allemaal zaken zijn waaraan ik niets kan veranderen. Net zoals een homo niets kan veranderen aan zijn homoseksualiteit en een Chinees niets aan zijn Chinees zijn. Daar verandert een genderneutrale HEMA of toiletpot niets aan.