Verdeel en verlies

Als het over twerken of blubbling gaat, dan sla ik een artikel over. Dat zegt vast iets over mij. Soms mis je dan een interessant artikel. Zo stuitte ik dit weekend bij de Correspondent op een artikel met de titel Waarom je Kendrick Lamar serieus moet nemen en niet zomaar kunt twerken op Byoncé, geschreven door Anoucha Nzume. Aanleiding voor dit artikel was het verschijnen van Nzume’s boek Hallo witte mensen. Nzume schreef over culturele toe-eigening, een begrip waarover ik al eerder schreef.

Een interessant artikel omdat het in vier stappen uitlegt hoe culturele toe-eigening werkt:

  • Eerst vat hebben op privilege. Als je niet snapt dat er machtsverhoudingen zijn in onze maatschappij, dan zal je culturele toe-eigening nooit begrijpen. Zonder machtsverhoudingen zou er namelijk ook geen sprake zijn van culturele toe-eigening, maar van culturele uitwisseling. 
  • Vervolgens moeten de machtsverhoudingen gespecificeerd worden: je moet begrijpen dat er in een land als Nederland heel veel niet-westerse culturen gemarginaliseerd zijn. Als je op een mondiaal niveau kijkt, zie je hetzelfde.
  • Dan kun je zien dat witte Nederlanders culturele gebruiken, symbolen, eten, et cetera, klakkeloos overnemen, badend in hun machtspositie en enorme verlangen naar de exotische supermarkt van cultuur. Voordat het culturele aspect zich door witte mensen was toegeëigend, werd het vaak als een beetje infantiel, ridicuul, extreem, te etnisch, of inferieur beschouwd. Maar als witte mensen gebruik gaan maken van zo’n aspect, is het opeens oké, cool, gezellig of spannend.
  • Vervolgens wordt er status, eer of geld mee verdiend door die witte mensen.”

Een interessante theorie die niet onweersproken kan blijven omdat het een grote ballon lijkt met gebakken lucht. Met iedere stap wordt er meer van die lucht in geblazen.

Bron: WikimediaCOmmons

De eerste stap, de machtsverhoudingen, ik weet dat die er zijn. Die zijn er in iedere samenleving en tussen alle mensen. Als ik het goed begrijp is er alleen sprake van culturele uitwisseling als er geen machtsverhouding is. Als je het zo stelt, kan er dan ooit sprake zijn van culturele uitwisseling? Want is er niet altijd sprake van machtsverhoudingen tussen mensen?

Dan de tweede stap, de gemarginaliseerde niet-westerse culturen tegenover, ja tegenover wat eigenlijk? De dominante westerse cultuur? Of de dominante Nederlandse cultuur? “De Friese, of Groningse cultuur is anders dan de Brabantse of de Limburgse,” las ik zo’n anderhalf jaar geleden in het commentaar van een Limburgse krant. Commentaar dat me verleidde tot een reactie. Waaruit bestaat die ‘dominante cultuur’? Zijn er niet ook gemarginaliseerde ‘westerse culturen’? Nzume schets een beeld van een grote homogene westerse of Nederlandse cultuur en zo’n homogeen blok is er nu niet, is nooit geweest en zal er ook nooit zijn.

De derde stap, het overnemen van, gebruiken, symbolen, eten etcetera. Zijn het alleen ‘witte Nederlanders’ die zich om een voorbeeld van Nzume aan te halen, tooien met Samoaanse tatoeages zonder te weten waar Samoa ligt? Zijn het alleen ‘witte Nederlanders’ die ‘zomaar twerken op Byoncé. Daarmee zijn we er nog niet. Deze stap is de kern van de theorie van culturele toe-eigening en er zijn veel vragen bij te stellen.

Om te beginnen zijn het alleen ‘witte mensen’ die zich iets toe-eigenen? Rijden alleen witte mensen auto? Zijn er geen ‘gekleurde mensen’ die gebruik maken van de trein van elektriciteit? Die weleens naar een verre bestemming vliegen? Zijn het alleen ‘witte mensen die gebruikmaken van de vrijheid van meningsuiting en de democratische rechten? Allemaal resultaten van de ‘witte westerse cultuur’. Ook deze culturele uitingen worden gebruikt binnen machtsverhoudingen en niet alleen machtsverhoudingen tussen ‘witte’ en ‘niet witte’ mensen, ook machtsverhoudingen tussen ‘witte mensen’ die deel uitmaken van ‘gemarginaliseerde westerse culturen’.

Neem de titel van Nzume’s artikel. Ik geloof best dat ik Kendrick Lamar serieus moet nemen, ik neem iedereen serieus totdat de persoon er blijk van heeft gegeven dat dit niet nodig is. Lamar is, net als Nzume, ‘niet wit’, alleen komt Lamar uit Compton, een heel andere ‘cultuur’ dan Nzume’s. Dan Byoncé Knowles, waar we niet zomaar op mogen twerken, afkomstig uit Texas, weer een heel andere cultuur dan die van Lamar en Nzume. Maakt de overeenkomstige huidskleur van Nzume, Lamar en Knowles dat ze een zelfde ‘culturele achtergrond’ hebben?  Maakt de uitvinding van de verbrandingsmotor door de Duitser Benz, dit tot een ‘witte’ uitvinding, een ‘Europese’ een ‘Duitse’ of was het een uitvinding van het individu Benz? Is Twerken ‘zwart’ of is het van … (geen idee wie het heeft uitgevonden). Vindt een cultuur uit of een individu? Wie eigent zich iets toe en dan niet van cultuur, maar van iemands prestaties?

Hangt het dagelijkse leven niet aan elkaar van het gebruik van ‘uitvindingen’ van anderen. Ontwikkelt de mens zich niet juist omdat hij of zij gebruik maakt van wat anderen die hen voorgingen hebben verzonnen en ontwikkelt hij of zij dit zo verder? Zo heeft Benz voortgebouwd op hen die aan hem vooraf gingen. Wil Nzume dit stopzetten? Of moeten we ons bij alles waar we over praten, wat we doen en gebruiken realiseren van wie het afkomstig is en vooral tot welke ‘cultuur’ de persoon behoorde? Dan kunnen we het autorijden wel vergeten. Niet omdat we Benz niet meer kennen, maar omdat de naam en de cultuur van de uitvinder van het wiel geheel onbekend is, net als de eerste ijzersmelter.

Of zijn het alleen mensen van eenzelfde kleur als de ‘uitvinder’ die er iets mee mogen doen? Als dat zo is, hoe bepaal je dan iemands kleur? Wat is dan de kleur van iemand met een blanke en een zwarte ouder? Is die blank of zwart? En als we dan enkele generaties verder zijn en er zijn verder alleen nog maar witte partners in het spel, welke kleur heeft de verre nazaat met éénvierenzestigste zwart in zich? Lijkt dit niet ook een doodlopende weg?

Is het werkelijk zo dat iets pas cool en hip wordt als ‘witten’ er iets mee doen? Nzume noemt het voorbeeld: “Döner bij Donnies. Twee witte Nederlanders die döner zo hebben ‘verwit’ dat ook Het Parool vindt dat döner nu eindelijk noemenswaardig is. Of, zoals het in de recensie werd beschreven, eindelijk meer is dan ‘ordinair katervoedsel.’ De recensie opent met een quote van de witte eigenaar van het restaurant: ‘We komen een beetje uit het verdomhoekje.” Döner is nu pas salonfähig? Wat een onzin, zonder al die ‘witte Nederlanders’ waren er nooit zoveel dönerzaken in Nederland. Ja, nu zijn er twee ‘hipsters’ met goede journalistieke contacten en gevoel voor marketing die er wat geitenkaas, kikkererwten en pompoenpitten en vooral veel gebakken lucht aan toevoegen en zich op een ‘andere markt’ richten. Döner wordt er niet anders door en blijf van eenzelfde categorie als de gyros en de shoarma die eraan vooraf gingen. Trouwens, een flinke stap boven de ‘witte’ hamburger van de bekende keten.

Daarmee zijn we bij de laatste stap van Nzume aanbeland: wie verdient ergens geld mee. Volgens Nzume zijn dat ‘witte mensen’ die zich iets toe-eigenen. Ja, Miley Cyrus vond twerken niet uit, deed het twintig jaar na dato en het werd hip. Kun je dat haar verwijten? Werd twerken bekend door Cyrus of Cyrus door twerken? Was het wel oké geweest als Byoncé ervoor had gezorgd dat twerken bekend werd? Byoncé zat en zit in eenzelfde machtspositie als Miley Cyrus. Zou dat voor Nzume verschil uitmaken? Zou dat voor de uitvinder verschil uitmaken? Ja, het komt helaas heel vaak voor dat de werkelijke uitvinder niet de credits krijgt, die krijgen uitvinders zelden. Net zoals ze de grootste verdiensten aan hun neus voorbij zien gaan. Dat is niet iets waar alleen ‘gekleurde’ mensen tegenaan lopen. Dat gebeurt ‘witte mensen’ net zo veel en vaak. Want ook het overgrote deel van de ‘witte mensen’ ontbeert de vaardigheid, de mogelijkheid en de middelen om iets tot een succes te maken. Geld is immers het enige in de wereld dat zich niet aan de zwaartekracht houdt, het valt niet naar de ‘have not’s’ beneden, maar naar de ‘have’s’ boven. Of zoals mijn moeder altijd zei: ‘den duvel schiet altied op de groeëtste haup’. 

Daarmee kom ik op het belangrijkste punt. Een punt waar Nzume en de Ballonnendoorprikker elkaar vinden zoals ik al concludeerde naar aanleiding van een interview met Nzume in de Volkskrant. De machts- en middelenverdeling in Nederland en de wereld. Die is behoorlijk scheef en is extra in het nadeel van mensen met een kleurtje omdat er weinig ‘kleur’ te bekennen is in de ‘powers that be’. Het kost tijd en dan moeten we niet in jaren maar in generaties denken, om tot dat ‘machtscentrum’ door te dringen.

Een proces dat kan worden versneld, door dat ‘machtscentrum’ onder druk te zetten en daarvoor hebben we elkaar nodig. Die strijd wil ik graag samen met Nzume aangaan, maar dan hindert een slordige ‘culturele toe-eigeningstheorie, of die van de ‘witte onschuld’ waarover ik al eerder schreef in een brief aan Sunny Bergman. Deze theorieën hinderen omdat ze niet onweersproken mogen blijven. Dat weerspreken kost energie en tijd die anders kon worden ingezet. Belangrijker is echter dat er zo verdeeldheid ontstaat en als het ‘machtscentrum’ ergens van profiteert, dan is het wel verdeeldheid. Of om een bekend Nederlands gezegde (verdeel en heers) wat te verhaspelen: ‘verdeel en verlies’.

4 gedachtes over “Verdeel en verlies

  1. Pingback: Culturele toedeling – Ballonnendoorprikker

  2. Pingback: Onwetendheid is macht!? – Ballonnendoorprikker

  3. Pingback: Toe-eigening – Ballonnendoorprikker

  4. Pingback: Meehuilers – Ballonnendoorprikker

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.