Schuldeneconomie in schuldsanering

Mensen en gezinnen in nood omdat zij in de schulden zitten, je kunt er een tv-serie over maken en je kunt er kranten over vol schrijven. Dat laatste doet bijvoorbeeld Hanne Obbink in Trouw. Obbink beschrijft het relaas van Karin Welgraven. Een triest relaas dat laat zien hoe makkelijk het is om in de schulden te komen en hoe lastig het vervolgens is om eruit te komen. Instanties die elkaar tegenwerken, hoe de schulden worden opgedreven met kosten van aanmaningen, in beslagnames enzovoorts die de schuldeisers moeten maken. Gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de hulp bij schuldsanering en tegelijk ook schuldeiser zijn.

schuldenIllustratie: FietsUniek

Vorige maand adviseerde  bestuurskundige Roel in ’t Veld in opdracht van het kabinet de Tweede Kamer over verbeteringen in de aanpak van de schuldenproblematiek.  “Het aantal voorschriften is enorm terwijl het hier gaat om een categorie mensen die niet is uitgerust om met bureaucratie om te gaan. Er is geen andere groep in Nederland die aan zoveel regels moet voldoen,” aldus In ’t Veld. Zijn conclusie en dus de aandachtspunten: door het teveel aan regels schiet de hulpverlening zijn doel voorbij en het systeem van toeslagen: “als mensen hun inkomen te laag inschatten, en dus meer toeslag krijgen dan waar ze achteraf bezien recht op hadden, moeten zij vaak grote bedragen terugbetalen, terwijl dat geld al is uitgegeven.”  Natuurlijk volgt ook het advies aan overheidsdiensten om beter samen te werken zodat hulpverleners sneller kunnen optreden.

Een gedegen advies waar een nieuwe regering mee aan de slag kan en waarmee overheidsdiensten hun voordeel kunnen doen. Minister Klijnsma zegt er ook al veel aan te hebben gedaan, zo is er extra geld om de kwaliteit van de hulpverlening te verbeteren, alleen werkt het tij tegen. Door de crisis zijn veel mensen in de schulden geraakt en is de problematiek complexer geworden.

Toch zit er iets niet helemaal lekker. Er ontbreekt iets. Als je die mobiel niet ineens kunt betalen, dan koop je hem toch op afbetaling, 14% kredietvergoeding bij de Wehkamp. Een toestel van € 250  af te betalen in 39 maanden kost je dan uiteindelijk meer dan € 300. Wie doet er trouwens nog meer dan drie jaar met een toestel? Om te kunnen studeren, moeten vele jongeren zich in de schulden steken en hopen dat ze dat later terug kunnen betalen. Kopen op afbetaling, consumptief krediet, credit card, allemaal zeer makkelijk te verkrijgen. ‘Geld lenen kost geld’, een kreet die geldverstrekkers verplicht aan iedere reclameboodschap moeten plakken. Zou het geld lenen niet aan banden moeten worden gelegd? Zouden we die schulden gedreven economie niet moeten aanpassen?

Moet de schulden gedreven economie niet in de schuldsanering?

Jubelende beurzen en alarmbellen

Hij is nog geen president, nog geen enkel van zijn voornemens in de campagne geuit, is in een wetsvoorstel of actie gegoten en toch vindt VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer dat een nieuw Nederlands kabinet Trumps plannen deels moet overnemen, zo valt te lezen in Dagblad de Limburger van 1 december 2016. “Volgens de werkgevers is er nu te veel aandacht voor ‘sympathiek klinkende reparatiemaatregelen die de overheid veel geld kosten’, zoals het schrappen van het eigen risico. VNO-NCW wil dat het geld bijvoorbeeld gaat naar het isoleren van huizen, de aanleg van nieuwe energiesystemen en het terughalen van industrie naar Nederland.”

robot

Foto: Trouw

Als iets stuk is, dan repareer je het. Bedoelt De Boer omdat hij het  begrip ‘reparatiemaatregel’ gebruikt, dat er werkelijk iets stuk is, bijvoorbeeld bij dat eigen risico? Dat even, maar niet onbelangrijk, terzijde.

Waarom heeft die industrie Nederland verlaten? Was dat niet steevast met het argument dat de kosten van arbeid zo hoog waren? Een Chinees of Vietnamees werkt immers voor een fractie van het Nederlandse loon. Waarom zouden die bedrijven hun productie weer naar Nederland verplaatsen? Zijn de lonen zoveel gedaald? Niet echt, en zeker niet tot Vietnamees niveau. Waarom zou zo’n bedrijf dan terugkomen? Wellicht omdat de arbeider overbodig is omdat een robot het werk kan doen, een volautomatische fabriek met een paar hoogopgeleide techneuten? Een fabrieksverplaatsing die het betreffende bedrijf transportkosten scheelt omdat er dichter bij de consument wordt geproduceerd?

Waarom zou de overheid moeten investeren in iets wat het bedrijfsleven kosten bespaard? Is dat niet iets wat bedrijven goed zelf moeten kunnen betalen? Zeker als je leest dat bedrijven staan te popelen en zo’n 100 miljard willen investeren in tien tot twintig projecten. Dat bedrag kan echter niet worden geïnvesteerd, aldus de Boer, zonder een overheidsinvestering van 7,5 miljard. Waarom niet één of twee projectjes minder en dan zonder overheidsinvestering?

Zouden die 7,5 miljard werkelijk zo cruciaal zijn? Of zijn die bedoeld om de kas en winst van de bedrijven verder te vullen en te spekken? Als dat het economische beleid van Trump is, dan valt te begrijpen dat de Amerikaanse beurzen alle records breken. Zouden die ‘jubelende beursberichten’ niet de ‘alarmbellen’ voor Joe Sixpack zijn?  Zou die niet meer baat hebben bij ‘sympathiek klinkende reparatiemaatregelen’? Net als zijn Nederlandse tegenvoeters Jan en Janneke Modaal?

 

Verantwoordelijk en aanspreekbaar

De heersende klasse, de elite, begrippen die veel worden gebezigd. Eigenlijk gebruikt iedereen ze en bedoelt er anderen mee. Wie is dan die elite? Zo ook Heleen Mees in de Volkskrant: “Het ligt eerlijk gezegd ook niet voor de hand dat de heersende klasse zonder slag of stoot haar privileges opgeeft.” Wie moeten er privileges opgeven?

verantwoordelijkheid

Illustratie: Startpagina

Voor menigeen zal Mees bij de elite horen, ze schrijft immers voor de Volkskrant. Of Geert Wilders, ook iemand die steevast de elite of die ‘kliek’ aan wil pakken. Wilders is een van de langst zittende kamerleden, vaste klant onder de Haagse stolp dus, behoort hij dan niet bij de politieke elite? Neem Donald Trump die de ‘elitaire varkensstal’ in Washington eens zal uitmesten. Doet hij niet wat iedere nieuwe president doet, die ‘varkensstal’ met zijn vriendjes bevolken? Vriendjes uit de Amerikaanse politieke, zakelijke en mediawereld en behoren die niet tot de elite, net zoals Trump, een zakenman en miljardair, zelf? ‘Joe Sixpak’ is nog niet gevraagd als minister. Zou Geert in zijn kabinet een plek inruimen voor Henk of Ingrid?

In zijn boek Het Financiële Regime betoogt Joseph Vogl dat er niet zo zeer sprake is van een ‘big gouvernment’, maar van ‘big gouvernance’: Tegenover de steeds maar verder afgeslankte staat is een ‘schaduwregering’ komen te staan die met privatiseringen, contractors, leasingpartners en onderaannemers een steeds verder groeiende opeenstapeling van regerende instanties produceert.” Instanties die een overheidsrol vervullen zonder overheids- laat staan democratische controle. Een verweving van staat en bedrijfsleven waarbij de staat steeds meer macht en zeggenschap verliest, waardoor de burger beschermd moet worden door ‘onafhankelijke’ autoriteiten zoals de Autoriteit Consument & Markt en de Autoriteit Financiële Markt. Een minister van Verkeer en Waterstaat met de spoorwegen in haar portefeuille die niets over het spoor te zeggen heeft. Haar collega van Volksgezondheid die ziektekostenpremies voorspeld die veel te laag blijken, ze gaat er niet over, maar wordt er wel op aangesproken en er verantwoordelijk voor gehouden. Zou Vogl een punt hebben?

Volgens Mees moet de strijd tegen die heersende klasse: “daarom voluit worden gevoerd, wat mij betreft binnen de kaders die de rechtsstaat stelt.” Wie is die ‘heersende klasse’? Tegen wie moet er worden gestreden? Tegen de politici of alleen politici van een bepaald signatuur? Tegen de grote, boze overheid? Of tegen deze ‘big gouvernance’ waardoor de verantwoordelijken niet aanspreekbaar zijn en de aanspreekbaren niet verantwoordelijk?

Money rules

De Italianen mogen zich binnenkort in een referendum uitspreken over een grondwetswijziging. Net als bij het brexitreferendum wordt er weer naar de financiële markten verwezen. Hoe zouden die reageren op de uitslag en het al dan niet vertrekken van premier Renzi. Neem Emile Knossen bij Elsevier“Aan het politieke referendum zitten vooral veel mogelijke financiële gevolgen vast. Het Italiaanse bankensysteem staat op knappen door 360 miljard euro aan slechte kredieten. De kans dat banken dat geld ooit terugzien is klein en volgens de Financial Times kunnen acht banken, deels als gevolg van politieke instabiliteit, zelfs omvallen.” Dus Italianen bedenk wat u stemt!?

vogl

Wie lijdt er werkelijk schade als die banken omvallen en slechte kredieten niet ingevorderd kunnen worden?

Hebben verkiezingen werkelijk zoveel invloed op het wel en wee op de financiële markt? Hoe groot is de invloed van de politiek, de overheden, op de financiële markten? Ja, overheden lenen geld om hun schulden te financieren, maar is dat invloed? Ja, er is een Europees stelsel  van centrale banken onder aanvoering van de Europese Centrale Bank. Hoeveel invloed en macht heeft de overheid, nationaal of Europees, op het doen en laten van de centrale banken?

Volgens Joseph Vogl weinig, zoals hij beschrijft in zijn boek Het financiële regime. Sterker nog, volgens Vogl is het precies omgekeerd: de politiek staat onder controle van de centrale banken. Centrale banken die op geen enkele wijze verantwoording hoeven af te leggen aan de bevolking. Dit terwijl besluiten van de bank de levens van alle Europeanen beïnvloeden en de centrale banken in de basis toch ‘overheid’ zijn. Centrale banken die de inflatie in toom moeten houden, dus de prijzen stabiel. Of zoals Vogl het beschrijft: “Daarin heeft zich een beslissingsmacht opgehoopt die zichzelf afschermt van gekozen regeringen en instituties, om zich geheel te richten naar de eisen van de financiële markten en hun agenten.”

De centrale banken in dienst van de belangen van de financiële markten? Inflatie vermindert de waarde van geld, wie zou er dan het meeste belang hebben bij lage inflatie? Vogl: “Met de fixatie op monetaire en prijsstabiliteit – en de lage prioritering van andere economische en politieke voorkeuren, zoals werkgelegenheid – wordt bovendien een programma voor de verdeling vastgelegd dat de winstbelangen van banken, financiële instituten, investeringsmaatschappijen, portfoliofinanciering, crediteurenkartels en grote kapitaalvermogens structureel en voor langere duur vooropstelt.”

Zou de uitkomst van het Italiaanse referendum dit kunnen veranderen?

Fabeltjeskrant-wetenschap?

Bij De Correspondent las ik een week geleden een artikel van Rufus Kain. In de titel van het artikel stelde hij  de centrale vraag: “Waarom wereldmuziek een vorm van westerse geschiedvervalsing is.” ‘Witte’ westerse muzikanten die iets overnemen uit andere landen en culturen en er succes mee hebben worden onderdeel van de popmuziek, de ‘originele’ muzikant zit in het bakje wereldmuziek en blijft onbekend.

In het artikel behandeld hij bubbling als voorbeeld. Een uitvinding van twee muzikanten van Antilliaans afkomst uit Den Haag die niemand kent. “Bubbling is een van de hoekstenen van dancemuziek. Hardwell, jaren Nederlands nummer-één-dj, begon bij bubbling. Wereldhits van Major Lazer zijn er ook op gebaseerd. De bubblingbeat is nu Nederlands trots, maar de Antilliaanse bedenkers ervan zijn na 25 jaar nog onbekend bij het grote publiek. We nemen hun stijl over én distantiëren ons van ze.” 

fabeltjeskrantIllustratie: Mediasmarties

In gesprek met de lezers kwam al snel het begrip ‘cultural appropriation’ of wel culturele toe-eigening, voorbij waarover ik al eerder schreef. In het verdere verloop van het gesprek gaf Kain aan dat het zijn uitdaging was om: “wereldmuziek, bubbling en westerse geschiedvervalsing samenbrengen in één essay.” Westerse Geschiedvervalsing? Hoezo? Wie geeft er bewust een verkeerde voorstelling van zaken? Wikipedia levert alle informatie over de geschiedenis van bubbling, zelfs meer dan Kain.

Het komt wel vaker voor dat ontdekkers onbekend zijn bij mensen, zo kent vrijwel iedereen Marc Zuckerberg of Page en Brin van Google. Wat niemand weet is dat zij zonder Tim Berners-Lee niets hadden bereikt. Berners-Lee is de grondlegger van het wereldwijde web en hij is er niet rijk mee geworden. Dat de meeste mensen dit niet weten en de uitvinders van bubbling niet kennen, is dat geschiedvervalsing? Het is hooguit onwetendheid. Als Hardwell beweerde en ermee wegkwam dat hij bubbling of Elvis dat hij de Rock & Roll uitvond, dat zou geschiedvervalsing zijn.

Het artikel en het gesprek met Kain gaf mij het gevoel dat het niet zozeer ging om de uitvinders van bubbling te eren of een les muziekgeschiedenis te geven. Maar het lijkt er meer op dat er iets moet worden ‘bewezen’. Dat ‘iets’ is een vooropgezette plan van de ‘witte westerse (liefst boze) man’ om de wereld te domineren.

Dit gevoel werd nog versterkt toen ik ook bij De Correspondent een artikel las van Malique Mohamud: “de (linkse) liberalen stellen de verkeerde vragen. Waarom hebben we het niet over de oorzaken? Waar is het historische besef? Waar is de koloniale geschiedenis? En wat is de historische context van onze economische welvaart? Waarom concentreert die zich bij een minderheid?” Volgens Mohamud kostte “Het gebrek aan historische kennis en gevoel voor causaliteit (…) Hillary Clinton en daarmee de Democraten de verkiezing.”

Ja, waarom concentreert welvaart zich bij een minderheid? Daar zijn in het verleden al aardig wat boeken over geschreven. Karl Marx gaf hier in zijn belangrijkste werk Daß Kapital een goede verklaring voor. Recenter gaf Thomas Piketty in zijn boek Kapitaal in de eenentwintigste eeuw en Joseph Stiglitz in zijn boek The Price of Inequality er er ook een hele goede verklaring voor.

Alleen krijg ik het gevoel dat Mohamud bedoelt dat de welvaart bij weer die ‘witte (boze) man’ terecht is gekomen. De titel van zijn artikel (Hoe we de angsten van witte mensen serieus kunnen nemen) maakt dit in ieder geval heel plausibel. Waar komt toch het generaliserende beeld vandaan dat ‘witte mensen’ boos en bang zijn? De antwoorden op de vragen die ‘(linkse) liberalen’ niet stellen, moeten onderbouwen dat er een vooropgezet plan is van de ‘witte westerse (alweer boze) man’ om de wereld te exploiteren? Als dat plan er zou zijn, hoe komt het dan dat veel van die ‘witte mannen’ niet tot de minderheid behoren waar de welvaart zich concentreert? En waar komt die groep ‘zwarte (blije) mannen’ vandaan is die in welvaart leven? Of zijn dat alleen maar ‘excuustruussen’?

Mohamud en Kain haken aan bij het denken over de ‘witte onschuld’ van Gloria Wekker zoals zij dat in het begin van dit jaar bij De Correspondent uiteenzette; het denken dat ook Sunny Bergman in haar greep heeft zoals ik vorige week schreef. Is dit denken niet een mening of een redenering, aangezien een deugdelijke onderbouwing wordt niet geleverd? Wekker verwijst in haar Correspondent-artikel naar het ‘cultureel archief’ van Edward Said waarmee West-Europese landen: “de plicht hadden om zich buiten hun eigen gebied te begeven en andere volkeren aan zich te onderwerpen.” Waar is dat ‘bijna zeshonderd jaar oude Risk-opdrachtkaartje’, waarover ik eerder schreef, waaruit dit blijkt? Er wordt onderling verwezen naar elkaars mening, maar hiervoor geldt niet dat iets ‘waar’ of ‘feit’ wordt als je het maar vaak genoeg herhaald. Het krijgt pas gewicht als het wordt onderbouwd met documenten en bronnen die aantonen dat er sprake is van een vooropgezet plan van die ‘witte man’. Een plan dat tevens een ‘paragraaf’ bevat over hoe dit bij alle ‘witte mannen’ wordt ingeplant.

Dat er in Nederland te weinig aandacht wordt besteed aan het verleden, in het bijzonder het verleden van gekleurde Nederlanders, zal ik als historicus niet ontkennen, dit moet evenwichtiger. Die lacune wordt niet opgelost door er ongefundeerd op los te theoretiseren zonder een degelijke bodem. Peter Sloterdijk beschrijft het treffend in zijn boek Het Kristalpaleis uit 2006 (orginele Duitse uitgave is van 2004). Ook Sloterdijk erkent dat een meer ‘symetrisch wereldbeeld’ zoals hij het noemt nodig is. Het schiet echter te ver door als: ”Men (…) intussen zo vrij (is) om te stellen dat de Europeanen in oktober 1492 door Caribische inboorlingen ontdekt werden. Voor de bedroefde ontdekkers bleek het voortaan raadzaam om gegevens te verzamelen ter bestudering van hun bezoekers; deze archieven hoeven alleen nog geëvalueerd te worden.”

Is het denken van Kain, Mohamud, Wekker en Bergman  niet een vorm van fabuleren? Fabuleren dat leidt tot een pseudo-wetenschappelijke Fabeltjeskrant, een schadelijke Fabeltjeskrant omdat hij ‘witte boze mannen’ zelf creëert? Fabuleren met een tweede kwalijke kant, de ontkenning of zelfs maar twijfel eraan wordt door de aanhangers ervan gezien als een bevestiging ervan, de ontkenner/twijfelaar leidt immers aan ‘witte superioriteit’. Is het daarmee niet op twee manieren een gevaarlijke self fulfilling prophecy?

Positieve innovatie

D66 is een optimistische partij, zo blijkt uit het artikel van Tweede Kamerlid Kees Verhoeven bij ThePostOnline. De partij ziet de uitdagingen en de grote werkloosheid en andere ellende. Ze verschilt, van andere partijen omdat: “D66 kijkt naar de toekomst en kiest naast optimisme voor innovatie. Innovatie is goed voor onze economie, zorgt voor nieuwe banen en leidt tot oplossingen voor de grote vragen van onze tijd.” Dit terwijl andere partijen, volgens Verhoeven met het vingertje gaan wijzen: “Zo beschimpt de PVV de islam en de Europese Unie. Zo beschouwt het CDA de ‘individualisering’ als het moderne kwaad. Zo legt de SP alle schuld bij de markt en zo doet GroenLinks alsof de wereld ten onder gaat aan vrijhandel.”

innovatie

Foto: www.motor-talk.de

Inderdaad leidt innovatie tot nieuw werk en dus tot andere banen. Webdisigners bestaan zo’n vijfentwintig jaar. Van een App-ontwikkelaar hadden we vijftien jaar geleden nog nooit gehoord. En zo zijn er vele soorten werkzaamheden die pas van recente datum zijn. Werkzaamheden mogelijk gemaakt door innovatieve ontwikkelingen zoals het internet en de computer. Dit is de rooskleurige, optimistische kant van de innovatiemedaille.

De andere, minder rooskleurige kant van die medaille is dat innovatie ook tot vernietiging van werk en dus tot het verlies van oude banen leidt. Door innovatieve ontwikkelingen zoals de mechanisering van de landbouw is de productie flink verhoogd terwijl het aantal mensen werkzaam in die sector is verschrompeld. Door de automatisering en robotisering in bijvoorbeeld de metaalindustrie zijn veel oude banen verloren gegaan en nam het aantal mensen werkzaam in die sector af. De PC leidde tot het verdwijnen van de typekamer en dus de functie van typist.

Twee kanten van de innovatie-medaille waarbij het aantal nieuwe banen kleiner is dan het aantal banen dat verloren gaat. Dan maar geen innovatie meer? Of zou er van uit een heel ander frame naar innovatie moeten worden gekeken? Een frame waarin de mens centraal staat en innovatie het leven vergemakkelijkt? Een frame waarin economie en de rol die werk inneemt een heel andere is? Is, met andere woorden, het denken over werk en economie niet toe aan een innovatie?

Common sense

In de Volkskrant maakt Derk Jan Eppink zich zorgen over de Brexit. Hij concludeert dat de personen die, zowel aan Britse als aan Europese kant, een belangrijke rol gaan spelen, niet van ‘onbesproken’ gedrag zijn. Dat vergroot zijn vrees dat het ‘gezond verstand’ het onderspit gaat delven tegen de rancune. Hij vreest “dat het interne markt-concept – vrij verkeer van goederen, diensten, werknemers en kapitaal – uit elkaar valt.” Dit kan voor Nederland slecht uitpakken: “Een economische breuk staat haaks op het Nederlands belang. Dat vereist nieuwe, inventieve vormen van samenwerking die verbinden.” 

gezond-verstandIllustratie: Iris Papilio – WordPress.com

Daarom ziet Eppink wel wat in: “het voorstel van een ‘Noordzee Unie’.  … Landen aan de Noordzee, zoals Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Denemarken en Noorwegen, bespreken gemeenschappelijke aspecten van de Noordzee. Neem: scheepvaart, veiligheid, milieu, (wind)energie, havens.” Begrijp ik het goed?  Ja, dat is waar Eppink voor pleit: “de Noordzee moet een baken van vrijhandel blijven, met de maritieme blik op de wereld. Er is geen enkele economische reden om eeuwenoude handelstradities rond de Noordzee te ontwrichten, alleen omdat Brussel boos is.” 

Zou deze Noordzee-Unie, naast de Europese Unie moeten bestaan? Dan zouden alle lidstaten lid zijn van twee unies behalve de Britten. Welk voordeel zou dat bieden? Hoe verhoudt dit zich trouwens tot de afspraak dat handelsverdragen alleen gezamenlijk worden afgesloten?

Of stelt Eppink voor om de Europese Unie, dat ‘interne markt-concept’, op te heffen ten faveurs van een Noordzee Unie? Een Unie die vooral de Nederlandse handelsbelangen lijkt te dienen. Waarom zou Duitsland uit de EU treden en in deze Noordzee Unie zonder Frankrijk? Ja, de Britten zijn een belangrijke Duitse handelspartner, dat zijn de Fransen ook, zelfs nog een grotere. Een Unie zonder Oostenrijk, Polen Tsjechië, Hongarije, allemaal belangrijke handelspartners van Duitsland die wel bij de EU horen en niet bij Eppink’s Noordzee Unie. Waarom zou België kiezen voor een nieuwe unie zonder haar belangrijkste Europese handelspartner Frankrijk?

Beste meneer Eppink, u vreest dat de andere landen de: “Britten straffen om uittreding van andere EU-landen af te schrikken.” Zijn het niet de Britten zelf die zich hebben ‘gestraft’ door, als handel zo belangrijk is, met hun’gezonde verstand’ ervoor te kiezen de Europese Unie, het ‘interne markt-concept’, te verlaten? Een Unie waar zeven van hun tien belangrijkste handelspartners deel van uitmaken.

Arbeidsrechtenjurist: stem VVD!

Gisteren vroeg ik mij af of de VVD wel gelooft in de kracht van onze vrije democratische samenleving. Dit naar aanleiding van een passage in het VVD-verkiezingsprogramma. Iets verder in het verkiezingsprogramma wil de VVD bereiken dat meer mensen een vaste baan krijgen, werk moet zekerder worden. Een goed streven en:  “Daarvoor is nodig dat cao’s niet meer algemeen verbindend worden verklaard. Bedrijven die niet betrokken zijn bij de totstandkoming van een cao, vallen niet verplicht onder die cao. Dit geeft ruimte om zelf afspraken te maken over jouw contract,” aldus de VVD. Dit komt neer op het afschaffen van Collectieve Arbeidsovereenkomsten (CAO) en het breken van het kleine beetje macht dat vakbonden nog hebben. Dit is volgens de partij nodig: “ Want door starre wet- en regelgeving worden steeds minder vaste banen aangeboden.”

caoFoto: van ANP bij www.bnr.nl

Welke werkende kent zijn arbeidscontract en de onderliggende CAO tot in detail? Als er geen CAO meer is om op terug te vallen, moet over alle onderdelen in het contract worden onderhandeld. Welke werknemer is daartoe in staat? Wie is er voldoende juridisch onderlegd om een dergelijk gesprek met een bedrijf of instelling aan te gaan? En van diegenen die dat zijn, wie zou er hetzelfde resultaat als in een CAO uit kunnen slepen?  Welke horeca-medewerker met een MBO niveau drie diploma of universitair geschoolde natuurkundige kan dit? Wie beschikt er over voldoende juridische kennis, onderhandelingsvaardigheden en positie om hier een succes van te maken? Met positie bedoel ik dat er geen tien of meer anderen in de rij staan voor die baan.

Voor een werkzoekende die het zich kan veroorloven, kan een jurist arbeidsrechten wellicht uitkomst bieden. Die zorgt in ieder geval voor de juridische kennis en dan moet jezelf alleen de onderhandelingsvaardigheden (wellicht ook in te huren) en de positie hebben. Je kunt je dan afvragen hoe je binnenkomt als je een jurist en een onderhandelaar meeneemt naar je sollicitatiegesprek.

Zou dit werkelijk leiden tot meer vaste contracten? Wellicht wel. Want zou dat niet leiden tot ‘vaste’ contracten zonder zekerheid? Een beetje werkgever heeft een jurist arbeidsrechten in dienst of huurt deze in. In het overgrote deel van de gevallen zal dat voldoende zijn om een vast contract op te stellen dat zonder meerkosten voor de werkgever eenvoudig kan worden opgezegd. Brengt deze ‘flexibele wetgeving’ ook de door VVD gewenste werkzekerheid?

Oh ja, het zal ook leiden tot meer werk en wellicht vaste banen, voor juristen arbeidsrecht. Of zouden die als ZZP’er aan de slag gaan?

Darwin misbruikt

Soms lees je iets en dan vraag je je af of degene die het schrijft, of in dit geval uitspreekt, wel weet waar hij, in dit geval zij, het over heeft. Zo lees ik bij Joop dat de leidster van de Alternative fur Deutschland (AfD), Frauke Petry heeft gezegd dat ‘een Darwinistisch conflict tussen Europeanen en ‘proletariërs uit de Afro-Arabische wereld’ onvermijdelijk’ is.

darwin

Foto: www.cambridge.org

Darwin schreef zijn beroemde boek On The Origin of Species by Means of Natural Selection, or the Preservation of Favoured Races in the Struggle for Life. In dat hele boek is nergens sprake van een strijd tussen levende wezens, zelfs niet tussen mensen. Het boek gaat niet over ‘oorlogen’ en conflicten tussen mensen. Het handelt over levende wezens en hoe die zich evolueren. Hoe zij die het beste aangepast zijn aan de omgeving waarin zij moeten leven, overleven. Hoe eenzelfde diersoort die op verschillende eilanden leeft, op subtiele wijze van elkaar verschillen. Verschillen die nodig zijn om op dat specifieke eiland meer kans te hebben om te overleven. Neem de mens. Rond de evenaar biedt een huid met veel pigment betere overlevingskans, bij de polen een juist een huid met weinig pigment.

De strijd die Darwin beschrijft is er een van de lange adem, van geleidelijke aanpassing. Aanpassingen die vaak door toeval zijn ontstaan. Het dier dat door toeval een afwijking heeft die voordeel oplevert, heeft meer kans om te overleven en is aantrekkelijk als ‘huwelijkspartner’. Op die manier wordt die aanpassing langzaam algemeen. En dit proces zal zich blijven herhalen. De aan de omstandigheden het beste aangepaste ‘afwijkingen’ zullen overleven dat is de boodschap van Darwin.

Dat is de manier waarop Darwin in een latere uitgave van zijn boek de uitspraak ‘Survival of the fittest’ gebruikt. Een uitspraak die niet van hem is. Wat moet ik me voorstellen bij een Darwinistisch conflict waar Petry het over heeft? Welk ‘genetisch voordeel’ hebben de Europeanen of de ‘proletariërs uit de Afro-Arabische wereld’. Wie is er ‘beter aangepast’?

Bedoelt Petry wellicht een Spenceriaans conflict naar Herbert Spencer die de uitspraak ‘Survival of the Fittest’ heeft gemunt? Spencer trok een parallel tussen de biologie en de economie. Hij zag een strijd tussen rijk en arm, die door rijk zou worden gewonnen wat tot eliminatie van arm zou leiden als de overheid niet zou ingijpen. Volgens Spencer was rijk beter aangepast om te overleven. Spencer stond daarmee aan de basis van het sociaal darwinisme. Is het deze strijd die Petry ziet ontstaan? Dan zou ze moeten spreken van een sociaal -darwinistische strijd.

Als ze dit bedoelt, aan welke kant staat zij dan? Welke garantie hebben de Grieken dan dat zij niet het volgende slachtoffer van deze oorlog worden? En de armen in haar Duitsland? Hebben die niet meer gemeen met de ‘proletariërs uit de Afro-Arabische wereld’ dan met bijvoorbeeld de familie Albrecht van de Aldi?

Collectieve energie

Neoliberalen en libertariers hebben een grenzenloos vertrouwen in de werking van de vrije markt. Bemoei je niet met de markt, laat iedereen zijn eigen belang najagen en dan krijg je het beste resultaat. Dat resultaat is het algemeen belang en dat is de optelling van die individuele belangen. Hieraan moest ik denken toen ik in de Volkskrant las dat stroomproducent Engie enkele gascentrales sluit. “Omdat het productieproces in gascentrales kostbaarder is dan dat van kolengestookte centrales raken die centrales steeds meer marktaandeel kwijt aan de meer vervuilende kolencentrales.” Schonere gascentrales worden gesloten en vervuilende kolencentrales blijven open?

cassidy

“Als we de ware functie van het prijsmechanisme willen begrijpen, moeten we dit zien als een (…) mechanisme waarmee informatie wordt gecommuniceerd. … Het wonder bestaat erin dat in het geval van schaarste van een bepaalde grondstof, zonder dat er een bevel wordt gegeven, zonder dat meer dan misschien een handvol mensen de oorzaak weet, tienduizenden mensen wier identiteit ook door maandenlang onderzoek niet achterhaald kan worden, ertoe worden aangezet deze grondstof of de hieruit vervaardigde producten spaarzamer te gaan gebruiken; dat wil zeggen dat ze zich in de goede richting bewegen.” Zo omschreef Friedrich Hayek, een van de grondleggers van dit denken, de werking van de vrije markt. In zijn boek Wat als de markt faalt?, waaruit dit citaat afkomstig is, noemt John Cassidy dit ‘het telecommunicatiesysteem van Hayek’. Dient de stroommarkt het algemeen belang?

De overheid is al actief, zij stimuleert de opwekking van duurzame vormen van elektriciteit (wind- en zonne-energie). Hayek zou foei zeggen en dat lijkt energiedeskundige Sjak Lomme te beamen als hij zegt dat dit de markt verstoort. Een verstoring die wel bijdraagt aan het algemene belang, minder vervuiling. Nu is het overschot aan stroom niet alleen een gevolg van de verstoring door zonne- en windenergie. Stroomproductie was tot het eind van de vorige eeuw een publieke taak. Lokale en provinciale energiebedrijven zorgden voor voldoende stroom voor hun inwoners. Onder neoliberale druk is op Europees niveau besloten er een markt van te maken waarop bedrijven met elkaar concurreren. Bedrijven die zoeken naar maximaal rendement. Als de verwachtingen zijn dat de vraag naar stroom groeit met bijvoorbeeld tien procent, dan gaan al die bedrijven bijbouwen. Ieder bedrijf wil het grootste deel van die groei krijgen en dat heeft tot gevolg dat de capaciteit met meer dan tien procent toeneemt. Er worden dus teveel centrales gebouwd. En omdat kolenstroom het goedkoopste in productie is, bouwen traditionele stroombedrijven kolencentrales want die leveren het meeste winst op. De stroombedrijven handelen op dezelfde manier als de Amerikaanse ziekenhuizen die de econoom Robert J. Gordon in zijn boek The Rise and Fall of American Growth beschrijft.

Engie handelt in het eigen belang, net als de andere stroomproducenten. Kolenstroom is goedkoper, dus produceren we die en maken we meer winst, logisch toch. Toch leidt dit najagen van het eigen belang niet tot het gewenste maatschappelijk belang, namelijk minder luchtvervuiling. Cassidy noemt dit rationele irrationaliteit: “Een situatie waarin handelen uit rationeel eigen belang op de markt tot resultaten die maatschappelijk gezien irrationeel en inferieur zijn.” De stroomproducent die het maatschappelijk belang najaagt en zijn kolencentrales sluit, ziet zijn winst verdampen en waarschijnlijk zijn klanten weglopen. Weglopen omdat hij een hogere prijs voor stroom moet rekenen dan de andere producenten. De producenten zitten gevangen in een prisoners dilemma.

In zijn boek geeft Cassidy een voorbeeld van zo’n dilemma. Een voorbeeld dat, heel toepasselijk, gaat over stroom en kolen. In dit voorbeeld strijden twee bedrijven A en B met een kolencentrale om de plaatselijke energiemarkt. Ze maken allebei jaarlijks 20 miljoen winst. In het stadje is echter verzet tegen de uitstoot van rook door de twee centrales. Dit leidt tot veel juridische procedures waardoor de winst daalt van 20 naar 10 miljoen. Nu maakt de techniek het mogelijk om de uitstoot van de rook te voorkomen. Het installeren van deze techniek verlaagt de winst van 20 naar 15 miljoen, maar de elektriciteitsprijs moet dan wat worden verhoogd.

Wat moeten de bedrijven doen, wat is de rationele keuze? Is dat de techniek te installeren, dat zorgt immers voor meer winst. Maar het ene bedrijf weet niet wat het andere doet. Als A het wel doet en B niet dan kan B tegen een lagere prijs leveren en zal daarmee een groter markt aandeel krijgen en dus meer winst maken. In het voorbeeld daalt dan de winst van A tot 5 miljoen en B maakt meer winst, 20 miljoen. Rationeel handelend vanuit hun eigen belang zouden beide bedrijven kiezen voor niet installeren. Je weet dat je winst 10 is en hebt kans op 20, terwijl je bij installeren weet dat je winst 5 bedraagt en je hebt kans op 15. Lijkt de werkelijkheid van de stroombedrijven niet sprekend op dit voorbeeld? Hoe uit dit dilemma te komen?

Een mogelijkheid. De betreffende bedrijven gaan met elkaar aan tafel zitten en spreken af om alleen kolencentrales te sluiten en ook welke. Hierdoor neemt de winstgevendheid van alle stroombedrijven af, maar verandert hun concurrentiepositie ten opzichte van elkaar niet. ‘Kartelvorming! Dan maken ze meteen afspraken om de stroomprijs te verhogen om de winst op peil te houden,’ hoor ik u roepen. Inderdaad, dat is een risico. Zou die tafel trouwens niet geleid kunnen worden door de overheid?

Willen we dat risico niet lopen dan moet de overheid optreden. Als kolenstroom goedkoper is dan gasstroom, zou dan het duurder maken van kolenstroom door extra belasting, niet ook kunnen helpen? Dan betaalt de vervuiler en is de kans groot dat kolencentrales sluiten omdat er minder kolenstroom wordt gekocht. Sluiting van kolencentrales kan ook worden afgedwongen door ‘kolenstroom’ te verbieden.

Of zou voortzetten van het stimuleren van zonne- en windenergie een oplossing kunnen zijn? Een overheid die individuen, groepen burgers en zelfs gemeenten stimuleert om selfsupporting te worden door ook flink te investeren in de ontwikkeling van elektriciteitsopslag. Individuen en collectieven die onafhankelijk worden van de markt. Maar wacht eens, lijkt dat niet op vroeger?