Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet

Premier Rutte: “wees met name op 1 juli 2023, als het officieel 150 jaar geleden is dat de slavernij in het koninkrijk werd afgeschaft. ‘Maar het proces is pas echt klaar als de discriminatie van mensen vanwege hun huidskleur is gestopt,” zo lees ik in de Volkskrant. Een bijzondere soap rond excuses voor het slavernijverleden. Dat bijzondere is gelegen in het oorzakelijk verband dat er wordt gelegd tussen verschillende feitelijke constateringen.

De eerste feitelijke constatering is dat het begrip racisme een steeds ruimer wordt ingevuld. Volgens de Van Dale is racisme de: “opvatting dat mensen met een bepaalde huidskleur beter zouden zijn dan mensen met een andere kleur, gebruikt als rechtvaardiging om mensen met een andere kleur slecht te behandelen.” Racisme is daarmee een handeling, een actie op basis van een bewuste gedachte. Hier schreef ik al eens een prikker over naar aanleiding van een bijzonder gesprek onder een artikel van Vera Mulder bij De Correspondent met als titel Nog een blik, weer een opmerking: racisme is één plus één plus één. Een gesprek waarin ik Mulder vroeg naar haar definitie van racisme en die niet kwam, want: voor één alomvattende definitie is het onderwerp, het systeem, de ervaring te complex, maar het betrekken van systemisch en onbedoeld racisme in dit gesprek is onontbeerlijk in het ontmantelen ervan” Zonder een duidelijke definitie van is een zinvol gesprek onmogelijk omdat iedereen dan iets anders bedoeld. Dan wordt het zoiets als het partijtje ‘bunkertrefbal’ dat mijn aspiranten honkballers laatst speelden. Op mijn vraag wat ze het laatste half uur wilden doen, kwam het antwoord bunkertrefbal. Ik had geen idee wat het was, maar zij wisten precies wat er werd bedoeld. Totdat ze gingen spelen en er boze gezichten kwamen. Wat bleek, ze speelden met verschillende regels.

Feitelijke constatering twee: als jezelf, je ouders of grootouders van elders naar Nederland gekomen zijn, dan heb je niet dezelfde mogelijkheden als iemand bij wie dat wel het geval is. Als nieuwkomer mis ontbreekt het je aan kennis van de samenleving waar te naartoe migreert. Maar belangrijker dan het ontbreken van die kennis is het ontbreken van kennissen. Je mist een netwerk waardoor het zeer lastig wordt om een plek te vinden die bij je capaciteiten past. Dat laatste heb ik in een eerdere prikker ‘nieuwkomers nadeel’ genoemd. Het gebrek aan kennis is daarbij makkelijker op te lossen dan het gebrek aan die kennissen. Het ‘opklimmen in de rangen’ na migratie kost meerdere generaties tijd

Dan de vierde feitelijke constatering het feit dat Nederland koloniën had. Een feit dat niet is te ontkennen. Het woord kolonie kent een oud Griekse geschiedenis. Werd het te druk in een stad of gebied, dan trok een deel van de inwoners weg naar een leeg stuk land en stichtte daar een onafhankelijke ‘zusterstad’. Als er tegenwoordig over koloniaal verleden wordt gesproken, dan wordt vooral de periode na 1500 waarin Europa economisch en militair de wereld steeds meer ging overheersen[1]. Het streven naar een zo groot mogelijk rijk, was echter niets nieuws. Het enige nieuwe eraan was dat het op wereldschaal gebeurde. De diverse Chinese dynastieën, de Perzen, het Egypte van de farao’s, de Romein, de Magadha, de Olmeken, Inca’s, Azteken, het Islamitische rijk, de Mongoolse horden, allemaal streefden ze naar ‘werelddominantie’ in de hun bekende wereld. Dat Mongoolse rijk wordt qua omvang in de geschiedenis trouwens alleen overtroffen door het Britse Rijk. Tot de Russische inval in Oekraïne waren velen ervan overtuigd dat het veroveren van gebieden tot het verleden behoorde. Wat niet wil zeggen dat het streven naar ‘werelddominantie’ en als je die hebt het behoud ervan, tot het verleden behoort.

Als vijfde het feit dat slavernij is eeuwenlang een algemeen aanvaard maatschappelijk gebruik was. Wat hierbij onder invloed van het christendom en de islam ook geleidelijk algemeen gebruik werd, was dat je geloofsgenoten niet tot slaaf mocht maken. Algemeen aanvaard maar niet door iedereen. Vanaf het midden van de achttiende en versneld in de negentiende eeuw komt daar verandering in. Een bijzondere periode in de West-Europese geschiedenis. Bijzonder omdat heel veel zaken die tot de mores in vroeger eeuwen behoorden, ter discussie werden gesteld. Het is de periode dat Adam Smith zijn Theory of Moral Sentiment waarin hij de emoties en hoe die zich tot elkaar verhouden onderzocht en het beroemdste The Wealth of Nations waarin hij de economische ontwikkeling beschrijft. Met daarin de beroemde passage van de onzichtbare hand. De tijd waarin Immanuel Kant zijn drie ‘kritieken’ schreef[2] en Zum ewigen Frieden. Het tijdperk van de Verlichting, door diezelfde Kant omschreven als: “het uittreden van de mens uit zijn onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is. Onmondigheid is het onvermogen gebruik te maken van zijn verstand zonder leiding van een ander. Aan deze onmondigheid is men zelf schuldig wanneer de oorzaak ervan niet ligt in gebrek aan verstand maar ligt in het gebrek aan beslissing en moed het verstand te gebruiken zonder leiding van een ander. ‘Sapere aude!’: ‘Heb de moed te weten’ (d.i. gebruik te maken van uw eigen verstand), is derhalve het devies van de Verlichting’.[3] De leiding van de ander waar de mens het zonder zou moeten doen, betrof vooral de religieuze dogma’s.

Dat ‘gebruik maken van het eigen verstand’ bleef niet zonder gevolgen. Smith, Kant en vele anderen schreven daardoor hun boeken. Het ‘door god gegeven recht’ van heersers werd ter discussie gesteld. Sterker nog, ze konden worden afgezet. Democratie’ werd onderdeel van het gesprek. Nadenken leidde tot de ‘stoommachine’ en ander uitvinding en via Smith tot het nadenken over en proberen te verklaren van iets wat we nu ‘de economie’ noemen. De verlichting leidde ertoe dat er zoiets als een ‘publieke ruimte’ ontstond alwaar over van alles en nog wat gedebatteerd kon worden, dat er kranten ontstonden. De Verlichting leidde tot het ter discussie stellen van god en de godsdienst. De Verlichting leidde er toe dat er allerlei emancipatie- en burgerrechtenbewegingen ontstonden en dus ook een beweging die de slavernij wilde beëindigen. Aan de andere kant leidde de Verlichting ook tot het nadenken over overeenkomsten en verschillen tussen mensen. Ze stond daarmee ook aan de wieg van wat we nu racisme noemen. Want zelf nadenken en willen weten, wil niet automatisch zeggen dat er hetzelfde wordt gedacht en dat voor fenomenen eenzelfde verklaring ‘gedacht’.

De Verlichting was een westers verschijnsel. Het deed zich niet voor in China, India of het Perzische Rijk. Dat slavernij nu in theorie overal is afgeschaft, is daarmee te danken het westen. Slavernij was geen ‘westerse’ uitvinding al zijn er mensen die lijken te geloven dat Europeanen slavernij uitvonden. Sterker nog, als je via google zoekt, kun je de bevestiging zien van die feitelijk onjuiste opvattingen zoals ik een klein half jaar geleden al schreef. Afrikanen, Arabieren, Chinzeen, Indiërs, authentieke Amerikanen, slavernij kwam overal voor. Het oudste ‘wetboek’ de Codex Hammurabi van zo’n 38 eeuwen geleden, spreekt op verschillende plekken over slaven. In de periode van 800 tot 1900 vonden minstens zoveel tot slaaf gemaakte Afrikanen hun weg naar de Arabische wereld. En nee, met die Codex werd slavernij niet ingevoerd. De Codex reguleerde de bestaande praktijk en gaf aan welke straf er op overtreding van die praktijk stond. De afschaffing ervan begon in Europa door het in wetboeken te verbieden en door het verbod ervan vervolgens ook in andere delen van de wereld af te dwingen.

Het wordt bijzonder als deze feitelijke constateringen worden gecombineerd tot een alles verklarende theorie. Die combinatie werd in 2021 beschreven door Fati Benkaddour in een artikel bij Joop: “Racisme is niet een gevolg van historische, militaristische, kapitalistische en economische bewegingen die door de tijd heen at random gebeurden en die de politieke status quo, tegenovergestelde culturele waarden en scheve machtsverhoudingen tussen bevolkingsgroepen, in Nederland hebben veroorzaakt. Racisme ís er de oorzaak van. En dat niet alleen, racisme is een vorm van antisociale persoonlijkheidsproblematiek: narcisme.”  Racisme is in Nederland de oorzaak van historische, militaristische, kapitalistische en economische beweging, aldus Bendakkour. Dus zonder racisme geen ‘geschiedenis’ in Nederland en ook geen kapitalisme, militarisme en economie. Zonder racisme zou het hier stilstaan. Zou dat alleen voor Nederland gelden? Zou er in andere delen van de wereld wel historische, militaristische, kapitalistische en economische beweging mogelijk zijn zonder racisme? Nederland als een soort uitzondering op de regel? Ik probeer me een voorstelling te maken van hoe Nederland er dan uit zou hebben gezien, maar een echt beeld kan ik me er niet bij voor de geest halen. Zouden we hier dan nog in de Middeleeuwen leven? Zou een deel van het land dan nog steeds door de Romeinen bezet zijn? Allebei zou erg lastig zijn als Nederland die uitzondering was. Het Romeinse Rijk zou dan immers nog alleen in Nederland bestaan en alleen Nederland zou dan nog last hebben van invallen van Noormannen. Alhoewel, dat zou niet kunnen, die Noormannen hebben immers wel een geschiedenis, militarisme, kapitalisme en economische ontwikkeling. Dit lijkt mij een heel onwaarschijnlijk scenario.

Een andere mogelijkheid is dat Nederland geen uitzondering op de regel is. Dat zou betekenen dat racisme de oorzaak is van ‘historische, militaristische, kapitalistische en economische bewegingen.’ Dat zou betekenen dat racisme de motor is achter alle menselijke ontwikkeling. Dan waren de Romeinen racisten net als de Qing-dynastie, de oude Egyptenaren, de Maya’s en de Azteken. Maar wacht eens, als we nog wat verder teruggaan in de geschiedenis van de homo sapiens dan zijn onze verre voorvaderen uit oost-Afrika weggetrokken en hebben ze zich over de hele wereld verspreid vanwege racisme. Ook dat lijkt mij heel onwaarschijnlijk want als we teruggaan naar de eerste afsplitsing van de eerste groep homo sapiens, dan was het familie die zich afsplitste. Zou racisme werkelijk ten grondslag liggen aan die eerste afscheiding? Ik was er, net als Benkaddour niet bij, maar ik waag het ernstig te betwijfelen.  Als Nederland geen uitzondering op de regel is en als de regel zelf vastloopt, dan rest er maar één andere mogelijkheid: Benkaddour verkoopt grote onzin. Haar bewering slaat als de welbekende tang op het varken.

Toch zijn er velen die deze tang toch in meer of mindere mate op een varken vinden lijken. Die noemen ‘racisme’ als verklaring voor het eerder behandelde nieuwkomers nadeel. Die zien slavernij doorwerken in de huidige sociale ongelijkheid in Nederland. Die zien overal racisme en institutioneel racisme en zien daarin een voorzetting van de ‘koloniale verhoudingen’. Die zijn als de welbekende hamer die in alles een spijker ziet. Die beweren in navolging van Gloria Wekker dat: West-Europese landen hebben eeuwen deelgehad aan een algemeen Europees ethos – een ‘cultureel archief,’ zoals Edward Said het noemt in zijn boek – waarbinnen ze de plicht hadden om zich buiten hun eigen gebied te begeven en andere volkeren aan zich te onderwerpen.”  Die betogen zoals Angélique Duindam in de Volkskrant dat er een: “systeem bedacht (is) waarin we andere mensen konden ontmenselijken.” Het ‘Risk- kaartje met Saids opdracht’ waar Wekker het overheeft en Duindams ‘bedenken’ verwijzen naar een ‘voorbedachte rade’ waarover mijn vorige prikker handelde. De feiten laten zien dat Europeanen zich over de wereld verspreidden, zich dus buiten hun ‘gebied’ begaven en daarbij volkeren aan zich onderwierpen. Wat Wekker hier doet, is vanuit het heden een ‘voorbedachte rade’ opleggen aan voorouders: ze bezitten koloniën en hebben de daar aanwezige mensen onderworpen dus dat zal dan wel de reden zijn dat ze de wijde wereld introkken. Een ‘voorbedachte rade’ waarvoor elk bewijs ontbreekt. Ze bevoeren de zeeën om de ‘tussenpersoon’ in de handel uit te schakelen en zoveel mogelijk rechtstreeks met de Chinese en Indische bron te handelen, niet omdat ze wilden ‘veroveren’. Dat veroveren en onderwerpen kwam er later bij en was in eerste instantie gericht op het uitschakelen van de ‘West-Europese concurrent’. Het bedachte ‘systeem’ van Duindam is een achterafverhaal om iets te beschrijven. Een achteraf verhaal waarin gebeurtenissen en keuzes van verschillende van onze voorouders op verschillende momenten in de tijd met elkaar in verband gebracht worden en worden gepresenteerd als een logische beschrijving en verklaring van iets. Deze verhalen zijn, om Tom Phillips aan te halen, het gevolg van problemen die ontstaan door short cuts in onze hersenen en dan vooral van de heen short cut  die altijd zoekt naar patronen. “Het probleem daarmee is dat onze hersenen daar zo op zijn gebrand dat ze overal patronen gaan zien, zelfs waar ze helemaal niet zijn.[4]


[1] Bij ‘Europa’ hoorden, na de onafhankelijkheid van Engeland, ook de Verenigde Staten

[2] Kritik der reinen Vernunft (1781), Kritik der praktischen Vernunft (1788) en Kritik der Urteilskraft (1790).

[3] Uit Immanuel Kant, Was ist Aufklärung. Geciteerd bij Historiek.net.

[4] Tom Phillips, De mens. Een kleine geschiedenis van onze allergrootste fuck-ups, pagina29

Geschiedenis maar dan anders

Het is niet dat ik iets tegen OneWorld heb. Het is gewoon toeval dat ik drie dagen achter elkaar iets op de site lees waarbij ik grote vraagtekens zet. In een artikel met als titel Mens ken je plek staat speciësisme centraal. Na intersectionaliteit en validisme alweer een bijzondere term. Speciësisme is de, zoals auteur Emma L. Meelker het omschrijft: “overtuiging dat dierenlevens minder waard zijn dan die van mensen.  Voor haar artikel spreekt Meelker met onder andere Emma-Lee Amponsah. Die heeft een bijzondere kijk op de geschiedenis.

Columbus ontdekt de ‘nieuwe wereld’. Of ontdekt de nieuwe wereld Columbus? Bron: WikimediaCommons

Volgens Amponsah is het: “belangrijk (…) om te begrijpen dat het onderscheid tussen menselijkheid en dierlijkheid in dezelfde periode is ontstaan als het onderscheid tussen witte mensen en mensen van kleur. Het verlichtingsdenken en de bijbehorende rassenleer zijn direct verbonden aan het idee dat mensen buiten de natuur staan, dat mensen bovenaan de piramide van het natuurlijke leven staan, of er zelfs volledig buiten staan. Maar ook dat sommige mensen minder mens zijn dan anderen. Op basis van deze ideeën over menselijkheid en dierlijkheid is onze sociale orde ingedeeld, is kolonialisme vergoelijkt en slavernij aanvaard. Dat het ooit mogelijk was om zoveel mensen als slaven te verhandelen, is omdat zwarte Afrikanen buiten de menselijke wereld werden geplaatst door allerlei wetenschappers die het normaal vonden dat de natuur in bezit genomen en verhandeld kon worden. Op die manier kun je speciësisme niet lostrekken van racisme en kolonialisme.” Amponsah: “Het vreemde is dat witte mensen nu ook nog eens doen alsof zij aan kop gaan in de anti-speciësismebeweging. Alsof begaan zijn met dierenleed en zorgen voor de natuur een ding is voor witte mensen. De geschiedenis toont anders aan.” Laten we dit eens wat nader bekijken.

Het onderscheid tussen mens en dier is dus iets wat is ‘verzonnen’ door de blanke mens. Iemand met een groene huidskleur zou immers een ander onderscheid maken. Die zou de wereld verdelen in ‘groene mensen’ en ‘niet groene mensen’. Die blanke mens heeft dat verzonnen ergens in de zeventiende of achttiende eeuw, want dat was de periode van de Verlichting. Alhoewel het misschien ook aan het einde van de negentiende eeuw zou kunnen zijn, want dat is de periode dat de rassenleer ontstond. Nu heeft de verhouding tussen mens en dier een heel lange geschiedenis. Onze voorvaderen hebben eeuwen, wat zeg ik, millennia lang geleefd als jager- verzamelaars. Het lijkt mij dat daarvoor een onderscheid tussen de eigen soort en andere soorten van groot belang is. Zo’n tienduizend jaar geleden zetten onze voorvaderen hierin een volgende stap. Groepjes vestigden zich op een vaste plek en begonnen met het domesticeren van planten en dieren.  Of, en dat is een andere manier om ernaar te kijken, die planten en dieren begonnen de mens te ‘domesticeren’. Vanuit evolutionair perspectief bekeken zijn die gedomesticeerde planten en dieren immers de meest succesvolle. Als we, en dat doet Amponsah, redeneren vanuit het menselijk perspectief, dan is ook hiervoor onderscheid maken tussen mens en dier van belang. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat de blanke mens in de achttiende eeuw de eerste was die onderscheid maakte tussen mens en dier.

Dat ‘verzinsel’  tijdens die Verlichting heeft ook slavernij vergoelijkt en het ‘normaal’ gemaakt dat mensen als slaven werden verhandeld. De zwarte Afrikaan was immers buiten de ‘menselijke wereld’ geplaatst. Excusez? Wordt hier de geschiedenis van de slavernij niet ernstig geweld aangedaan? Geweld aangedaan door deze te beperken tot de gruwelijke trans-Atlantische slavenhandel? Slavernij is echter veel ouder en trof niet alleen zwarte Afrikanen. Sterker nog. Slavernij is van alle tijden en ook van alle kleuren mensen.

Een zeer bijzondere kijk op de geschiedenis. Een kijk waarbij het doel, alle ellende in de schoenen schuiven van de blanke man, centraal staat. Een doel waaraan alles ondergeschikt wordt gemaakt. Bij deze manier van denken moet ik denken aan een passage uit het boek Het Kristalpaleis van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk: ”Men is intussen zo vrij om te stellen dat de Europeanen in oktober 1492 door Caribische inboorlingen ontdekt werden. Voor de bedroefde ontdekkers bleek het voortaan raadzaam om gegevens te verzamelen ter bestudering van hun bezoekers; deze archieven hoeven alleen nog geëvalueerd te worden.”

Verlichte islam

Vele politici en commentatoren zien de radicale islam als een islamitisch probleem. Het zou eigen zijn aan de islamitische leer. De Verlichting die het westen heeft gekend is, volgens deze politici en commentatoren, aan de islam voorbijgegaan en die leeft daarom nog in de Middeleeuwen. Zij zien een grote afstand tussen de islamitische en de westerse wereld.

 John Gray

Had het westen de Renaissance niet mede te danken aan de islamitische gebieden? Vervolgde christenen en joden vonden in het Moorse Spanje onder islamitische heerschappij een veilig heenkomen. Een heenkomen waar zij bovendien in aanraking kwamen met de werken van de oude Grieken en de erop voortbordurende Arabische wetenschappers. Zo heeft onder andere het denken en werk van de islamitische jurist, arts en filosoof Abū ‘l-Walīd Muḥammad ibn Aḥmad ibn Rushd, bij ons bekend onder de Latijnse naam Averroes, de christenlijk en westerse filosofie diepgaand beïnvloed. En kwam het in contact met het denken dan de klassieke Grieken Aristoteles en Plato.

De filosoof John Gray ziet nog een andere verbinding. In zijn boek Zwarte mis bespreekt Gray Sayyid Qutb. Volgens Gray is de radicale islam een ‘kind’ van het moderne denken, net zoals het communisme, het fascisme en het anarchisme. Gray komt tot de conclusie dat de radicale islam moderne kenmerken vermengt met oude: “De radicale islam is een moderne revolutionaire ideologie, maar ook een millennialistische beweging met islamitische wortels.”

Het millennialisme bestaat eruit dat de islam, net als trouwens het christendom, het geloof in het einde der tijden en de komst van het rijk van God/Allah centraal staat. Wie goed kijkt, of het wil zien, ziet altijd wel ‘signalen’ dat nu echt dé tijd is dat het gaat gebeuren. Of, en dat zien we ook bij IS, er worden daden verricht die als signalen in die richting worden verkocht.

Gray ziet veel invloeden van de moderne westerse revolutionaire ideologie in Qutbs denken. Gray: “Qutbs idee van een revolutionaire voorhoede die zich volledig zou wijden aan de omverwerping van corrupte islamitische regiemes en het stichten van een samenleving zonder formele machtsstructuren, ontleent niets aan de islamitische theologie en zeer veel aan Lenin. Qutbs beeld van revolutionair geweld als een zuiverende kracht heeft meer gemeen met de denkbeelden van de jakobijnen …” 

Zou Gray een punt hebben? Is de verlichting dan wel aan de islam voorbij gegaan of de radicale islam ook een kind van de Verlichting? Hoe ver staat de radicale islam werkelijk af van het westen?

 

Middeleeuws Nederland

“Volgens de Brabantse cultuurhistoricus Gerard Rooijakkers past het bungelende varken bij een eeuwenoude volkstraditie: als de mensen het niet eens waren met iets of iemand, werden dode beesten in bomen gehangen.” Een uitspraak gedaan na de protesten tegen de komst van een asielzoekerscentrum in de Brabantse plaats Heesch, zo valt te lezen in de Volkskrant.

MiddeleeuwenIllustratie: historiek.net

Volkstraditie wil zeggen een onderdeel van de cultuur van de streek. Als dit een volkstraditie is en dus een onderdeel van de plaatselijke cultuur, moeten we dan die cultuur met al haar ingrediënten wel willen behouden? Moeten we blij zijn met cultuurelementen al het ophangen van een dood varken?

Columnist Theodor Holmann sprak zich in Het Parool uit tegen ludieke protesten waarbij mannen in korte rokjes gaan lopen. Een protest moet de kern raken en effectief zijn, explosief noemde hij het. Zou het ophangen van dode varkens de kern raken en effectief zijn? Is het explosief? Wil de ‘varkenophanger’ asielzoekers soms vergelijken met varkens? Zou dat zijn punt zijn?

Laat veel mensen er nu net voor vrezen dat de instroom van veel vluchtelingen en migranten zal leiden tot aantasting van die cultuur. In Trouw verwijt Patrick van Schie, de directeur van de liberale Telderstichting, mensen die veel vluchtelingen willen toelaten dat zij bereid zijn: “een grote terugval in de geschiedenis te accepteren,” omdat de Westerse waarden onder druk komen te staan. Ik wil de mensen uit die tijd niet te kort doen, maar hoe Middeleeuws is deze volkstraditie? Zou de komst van vele vluchtelingen dan niet vooruitgang in plaats van terugval kunnen betekenen?

Ik kom uit een streek waar veel volkstradities zijn. Vooral in het huidige jaargetijde staat mijn woonplaats Venlo er bol van. Het ophangen van dode beesten als protest is er geen onderdeel van. Als dat een onderdeel is van ‘onze’ cultuur, wil ik dan iets met die cultuur van doen hebben?

Gelukkig is cultuur niet statisch. Cultuur verandert onder invloed van gebeurtenissen, nieuwe zienswijzen op zaken en nieuwe manieren van denken in de tijd. Er is dus nog hoop voor degenen die het ophangen van dode dieren als een volkstraditie zien. Hoe lang zullen de verantwoordelijken nog in de Middeleeuwen blijven? Hoe lang zou het duren voordat bij hen de Verlichting aanbreekt?