(On)gezond verstand

“Laat Baudet de leiding nemen in een openbaar debat over dit onderwerp, waarbij emotie niet mag overheersen. Laten we praten over cijfers, feiten en resultaten. Laten we ophouden met het creëren van slachtoffers waar er geen zijn. Veiligheid is geen vraagstuk van links of rechts, maar van realisme. En realisme is wat Nederland nodig heeft. Laat het gezond verstand zegevieren!” Zo eindigt een artikel van Mark Jongeneel bij de Dagelijkse Standaard. Ik heb grote twijfels of met het realisme van Baudet, zoals Jongeneel het noemt, het gezonde verstand zegeviert.

Volgens Baudet, zo lees ik wordt: “ het begrip “etnisch profileren” vaak misbruikt (…) om elke vorm van selectief handelen door de politie te demoniseren.” Maar: “Als je kijkt naar de statistieken dan blijkt dat bepaalde groepen vaker betrokken zijn bij criminaliteit.”   Dat is, zo betoogt Jongeneel een feit en geen mening. En tot zover klopt het. Bepaalde groepen zijn oververtegenwoordigd in bepaalde vormen van criminaliteit. Zo zijn belastingontduikers vaak miljonairs. Als de politie op basis van statistieken handelt dan is dat: “niets meer of minder dan het toepassen van wiskunde op veiligheidsbeleid.” Dat maakt het logisch, aldus Baudet en in zijn verlengde Jongeneel, om: “Als algoritmes laten zien dat personen met bepaalde kenmerken (zoals leeftijd, locatie of criminele voorgeschiedenis) vaker betrokken zijn bij strafbare feiten, dan is het logisch dat de politie zich daarop richt.” Want, zo gaat Jongeneel verder: “We kunnen ons niet veroorloven om sentimentele ideeën over gelijkheid boven praktische oplossingen te plaatsen. Als we willen dat iedereen veilig is, moeten we accepteren dat sommige maatregelen ongemakkelijk voelen. Maar dat betekent niet dat ze oneerlijk zijn.”  En: “Critici beweren dat dit soort methodes leidt tot discriminatie en een zelfversterkende cyclus van marginalisering,” die verkondigen onzin want: “Discriminatie is wanneer je mensen behandelt op basis van wie ze zijn, niet op basis van wat ze hebben gedaan of waarschijnlijk zullen doen.” Dit is dus, zo betoogt Jongeneel gezond verstand. Maar dan toch even.

Critici die zeggen dat op deze manier handelen zelfbevestigend is, praten geen onzin. Als je om, Baudets eufemisme te gebruiken, statistisch profileert en alle miljonairs op belastingfraude gaat onderzoeken, dan zul je veel frauderende miljonairs vinden en daardoor zal uit de statistieken blijken dat het percentage frauderende miljonairs nog toeneemt. Dat is nog niet eens het meest kromme aan Jongeneels en Baudets betoog.

Discriminatie is wanneer je mensen behandelt op basis van wie ze zijn, niet van wat ze hebben gedaan, schrijft Jongeneel terecht en hij volgt Baudet daarin. Vervolgens pleit hij ervoor om mensen te behandelen op basis van bepaalde kenmerken zoals leeftijd, locatie en wat ze zijn en niet van wat ze hebben gedaan. De gegevens uit een bepaald bestand zeggen namelijk niets over de daden van de persoon die wordt aangehouden. Ze zeggen iets over een verzameling eerder aangehouden personen. Als een agent iemand staande houdt op basis van wat Baudet ‘statistisch profileren noemt, gebeurt die aanhouding dan op basis van wat die persoon heeft gedaan? Nee, die persoon wordt niet aangehouden op basis van wat hij of zij heeft gedaan, maar op basis van wie hij of zij is. Jongeneel en Baudet zeggen daarmee in feite dat iedere miljonair een belastingontduiker is. Ze verklaren de daden van een deel van de miljonairs, van toepassing op alle miljonairs.

Dit is veel meer dan ‘ongemakkelijk. Dat kun je eufemistisch ‘statistisch profileren noemen, het is discriminatie van mensen op oneigenlijke gronden en daarmee etnisch profileren. Als de ervaringen uit het verleden ons iets leren, dan is het dat een dergelijke aanpak er niet toe leidt dat ‘iedereen veilig is’.

Oorzaak en gevolg

Vooruit dan maar. Nog een derde prikker over cijfers, feiten en wetenschap. Bij Wynia’s Week adviseert wetenschapsjournalist Arnout Jaspers om: “onder strikte voorwaarden, ook (te) selecteren op uiterlijk bij zulke controles.”  Zulke controles zijn politiecontroles. Wat die strikte voorwaarden zijn, maakt hij niet duidelijk. Een bijzonder betoog waarbij de vraag is wat de oorzaak en wat het gevolg is.

bron: Wikipedia

In het artikel een grafiek van het CBS waaruit blijkt dat, zelfs gecorrigeerd voor allerlei zaken die Japsers dubieus vindt, zoals sociaaleconomische, woonomgeving factoren, twee keer zoveel jongeren van Marokkaanse afkomst minimaal één veroordeling hebben. Die hogere cijfers zijn pijnlijk, zo betoogt hij, maar dan vooral voor: “criminologen en opiniemakers die deze oververtegenwoordiging zonder onderbouwing van data weg willen schrijven op racisme, dat wil zeggen discriminatie, stigmatisering en etnisch profileren door de rechterlijke macht.” Maar zo vervolgt hij: “Maar waarom zouden politie en rechters specifiek racistisch zijn tegen Marokkanen, en niet tegen Turken of Antillianen?” En nogwat verder schrijft hij: ‘Maar waarom zou ‘armoede’ hier de verklarende factor zijn, en niet etniciteit?” Rijen cijfers en daar verbanden tussen zien, causaliteit. Dat is geen wetenschap zoals ik in  Dweilen met de kraan open al betoogde. Wetenschap vraagt om een verklarende theorie: wat is er dan dat zou maken dat Marokkanen crimineler zijn?

Jaspers adviseert om op basis van de cijferreeksen selectief te controleren. Een eufemisme voor etnisch profileren. Jaspers: “Stel, uit onderzoek is gebleken dat een kwart van de drugsrunners in een BMW rijdt, en veel minder vaak in andere automerken. Mag de politie dan bij een grote verkeerscontrole selectief BMW’s naar de fuik dirigeren, ondanks dat verreweg de meeste BMW-rijders geen drugsrunner zijn? Uiteraard mag dat, want het maakt de controles effectiever.” Dat lijkt logisch. Als je de BMW’s controleert is de kans groter dat je een drugsrunner pakt. Omdat een auto, geen persoonskenmerk is, is hier niet zoveel op tegen. Je discrimineert maar je doet dit niet op basis van persoonskenmerken.

Hij gaat nog verder en komt dan met het advies waarmee deze prikker begon. ‘Controleren op uiterlijk’ betekent dat je je op een bepaalde groep richt. Gevolg hiervan is je ook meer mensen uit die groep gaat vinden die iets verkeerds hebben gedaan. Ook al is het een verkeersovertreding. Want dat is waar de meeste 18-25 jarigen van worden verdacht. Dat en vernieling en het verstoren van de openbare orde. Je richt je op die groep en gaat ook zoeken waar die groep zich ophoudt. Maar … . Omdat de “politie altijd moet woekeren met tijd en middelen,” zoals Jaspers terecht zegt, betekent dit automatisch dat je niet zoekt onder andere groepen. Omdat je je richt op het pleintje in de sterk verstedelijkte wijk met veel sociale huurwoningen waar de hangjongeren van Marokkaanse afkomst rondhangen en niet op het veldje aan de rand van een dorp waar jeugdigen van Nederlandse afkomst hun kattenkwaad uithalen, komt die laatste groep weg met zaken waar de eerste voor wordt gestraft.

Dat ‘woekeren met tijd en middelen’ betekent ook dat de politieagenten daar worden ingezet waar meer ellende wordt verwacht en dat is vooral sterk verstedelijkt gebied. En laat “Jongvolwassenen met een tweede generatie Surinaamse of Marokkaanse migratieachtergrond (….) relatief het vaakst op(groeien) in zeer sterk stedelijk gebied (bijna 60 procent). Van de tweede generatie Turken is dit bijna de helft,” aldus het CBS-rapport waar ook Jaspers zich op beroept. Precies die gebieden waar de kans om een politieagent tegen het lijf te lopen, het grootst is.

Of dat de belangrijkste reden is, weet ik niet. Maar als je kijkt naar de verdeling  van de menskracht en middelen op basis van het Besluit verdeling sterkte en middelen politie dan heb je in het werkgebied van het korps Amsterdam het dubbel aantal agenten per inwoner dan in het werkgebied van het korps Limburg. Het korps Amsterdam krijgt 11,6% van de middelen en menskracht en bedient zo’n 1.16 miljoen Nederlanders. Het korps Limburg, dat net iets minder, namelijk 1.13 miljoen mensen bedient, krijgt 6.11% van de middelen en menskracht toebedeeld. Het korps Limburg moet met die minder middelen wel een veel groter gebied bedienen. Dus de kans om een agent tegen het lijf te lopen is een heel stuk kleiner dan in de politieregio Amsterdam.

Het lijkt er daarmee op dat wat Jaspers suggereert al praktijk is. Zou die praktijk niet een belangrijke verklaring zijn voor de gevonden criminaliteitscijfers en de verschillen ertussen? Zou de reden dat ‘Marokkanen vaker een misdrijf hebben gepleegd, het gevolg, niet worden veroorzaakt juist door de ‘selectieve controle’ die Jaspers bepleit?

Intersectioneel profileren

Gelukkig mag ik, als ik dat zou willen, juichen over de ruzie in BIJ1, de partij van Kamerlid Sylvana Simons. De partij wil lid en tweede man op de kieslijst van afgelopen maart, Quincy Gario, uit de partij zetten. De reden blijft in het duister en Gario is het er ook niet mee eens. Het lijkt erop alsof beide zijden in het conflict elkaar van hetzelfde beschuldigen. Binnen de partij zeggen mensen zich niet veilig te voelen met Gario in de buurt. Die zou anderen op een of andere manier pesten. Gario beweert dat hij juist ‘pestgedrag en machtsmisbruik’  binnen de partij aan de kaak wil(de) stellen, zo valt te lezen in Trouw. Gario over het hele gebeuren: “Het laatste wat ik wil is dat racistisch Nederland gaat juichen over ruzie in de partij.”

Aangezien ik mezelf niet tot ‘racistisch Nederland’ reken, zou mijn eventueel gejuich wel acceptabel zijn? Nu sta ik niet te juichen maar dat ik van verbazing van mij stoel val, kan ik ook niet zeggen. Als er iets kenmerkend is voor nieuwe partijen in dit tijdsgewricht, dan is het wel dat er in de ‘kindertijd’ van een partij wel eens geruzied wordt. Dat geruzie wordt in de puberteit van de meeste partijen trouwens gewoon voortgezet en als we nu naar het CDA kijken zelf tot in het bejaardenhuis. Dus daar hoeven we niet van op te kijken. In een tijd waarin het eigen gelijk en vooral het eigen ego belangrijker is dan wat ook, hoeft het niet te verbazen dat op plek waar ego’s zich verzamelen, en dat zijn politieke partijen, ruzie uitbreekt.

De ruzie in BIJ1 verbaast mij om nog een andere reden niet en die heeft te maken met de filosofie van de partij, het ‘intersectioneel denken’. Op haar site heeft  de partij heel veel woorden nodig om uit te leggen wat het is en dan nog is het niet duidelijk. Zoveel woorden heb ik er niet voor nodig. Het ‘intersectionalisme’ is een machtstheorie die ‘macht’ bepaalt aan de hand van iemands identiteit. Die identiteit wordt op een zeer bijzondere manier bepaald. Daarvoor hakt ze mensen in stukken en die stukken bij elkaar opgeteld vormen iemand ‘identiteit’. Maar die stukken staan ook op een as. Zo staat blank’ op een as met ‘zwart’ en ‘blank’ heeft meer macht dan ‘zwart.‘ Man’ staat op een as tegenover ‘vrouw’ en ‘man’ heeft meer macht. ‘ En zo kun je nog meer assen maken zoals ‘homo’ versus ‘heteroseksueel’, ‘’hoog’ versus ‘laagopgeleid’. En hoe meer je hakt, hoe onduidelijker het wordt en hoe onduidelijker de ‘macht’ wordt. Want hoe vergelijk je mijn ‘identiteit’, man, middelbare leeftijd, hoog opgeleid, werkzaam voor de overheid en schrijver van Prikkers, met de macht van bijvoorbeeld Sylvana Simons. Op de voor de theorie belangrijke ‘assen’ kleur en geslacht heeft zij, volgens deze theorie minder ‘macht’ dan dat ik heb. In de praktijk heeft zij echter veel meer macht. Ze is Kamerlid, als zij iets schrijft komt het in diverse kranten terwijl mijn Prikkers mijn eigen site halen. De theorie hangt macht aan die ‘stukken identiteit’ en niet aan de persoon .

Als je deze theorie als filosofie van je partij beschouwt, dan is de kans zeer groot dat er een strijd om de toppositie op de ‘ellende-ladder’, zoals ik het eerder noemde, uitbreekt. Degene met de minste ‘macht’ moet in deze theorie centraal staan. Die moet de ‘macht’ krijgen. Die strijd lijkt nu los gebarsten zo lees ik bij deKanttekening. En het hoeft niet te verbazen wie als schuldigen worden aangewezen. Daarvoor hoef je alleen maar naar de assen te kijken en vooral naar de, volgens de theorie belangrijkste kleuren-as. Of die personen werkelijk de meeste macht hebben, doet er niet toe. Geen beste beurt voor een partij die streeft naar radicale rechtvaardigheid en waarbij de strijd tegen racisme topprioriteit is en etnisch profileren aangepakt en voorkomen moet worden. Zouden de partij en haar aanhangers zich wel eens afvragen hoe het ‘aanpakken en voorkomen van ethisch profileren’ zich verhoudt tot hun filosofie van ‘intersectioneel profileren’?

Corona en etnisch profileren

Data-gedreven werken. ‘We moeten niet zomaar iets doen, we moeten ons baseren op data,’ Dat is het credo dat ik bij veel gemeenten hoor. Inderdaad moet je niet ‘zomaar’ iets doen. Dat ‘data-gedreven werken’ is een nieuwe wijn in oude zakken. Het is een nieuwe versie van wat eind jaren tachtig en begin jaren negentig ‘New Public Management’ werd genoemd. Een stroming die het bedrijfsmodel van de private sector toepast op de overheid. Burgers en patiënten werden klanten en cliënten. De ambtenarij moet denken en werken in ‘producten’ en op zoek naar zo efficiënt en goedkoop mogelijk het doel bereiken en daarbij is ‘meten weten’. Dus moet alles worden bijgehouden en gemeten. En tegenwoordig is ‘meten’ vooral grasduinen door ‘big data’ en zoeken naar correlatie. Waarbij vaak wordt vergeten dat correlatie niet betekent dat er sprake is van causaliteit zoals ik recentelijk schreef. Met dat efficiënt en goedkoop is niets mis, behalve als je vergeet dat de overheid draait op vertrouwen en draagvlak. En laat vertrouwen en draagvlak nu te paard gaan en te voet komen en op gespannen voet staan met efficiënt en goedkoop. Laten we wel wezen, een democratie is geen bedrijf.

Waarom ik hierover begin? Om twee redenen. Op de site dekantekening.nl las ik een artikel van Kaja Bouwman over ‘institutioneel racisme’. In dat artikel komt de casus ‘Belastingdienst’ aan de orde. Die profileert etnisch. Etnisch profileren is terecht verkeerd en verboden. Zou dat ‘profileren’ niet een gevolg zijn van het gebruik van die ‘big data’? Hoe meer gegevens je hebt, hoe meer correlaties je aantreft en bij gebrek aan kennis, hoe meer verbanden er worden gelegd. Zo typ ik deze Prikkers sinds kort op een nieuw apparaat. En het bedrijf van Bill Gates levert er gratis wat spelletjes bij. Zo af en toe speel ik dan patience en dan komt er af en toe reclame voorbij. Het valt me op dat ik in het kleine reclamevakje vaak berichten krijg als: ‘Vind vrouwen van boven de 50 jaar in de buurt van Arcen’, of: ‘In dit huis woont Paul McCartney’ of een of andere oude beroemdheid. Verwijzingen naar bijvoorbeeld het huis van Ariana Grande ontbreken. Of verwijzingen naar calcium gebrek en problemen met traplopen. ‘Bill’ weet op een of andere manier mijn leeftijd en woonplaats en waarschijnlijk nog veel meer en daarom krijg ik zaken waarvan hij denkt dat een man van boven de vijftig op zit te wachten. Hij ‘profileert mij’ en omdat de plaatjes van die vrouwen in de buurt van Arcen allemaal blank zijn, zal die profilering ook wel een etnische component bevatten.

Nu ik dit schrijf, vraag ik me af  waarom ‘Bill’ Arcen noemt . Zouden daar veel alleenstaande vrouwen van boven de vijftig wonen? Of ben ik nu een verband aan het zoeken dat er niet is? Maar ik dwaal af.

Als je ‘data gedreven’ wilt werken, dan profileer je. Dan maak je ‘klantenprofielen’ en liefst zo nauwkeurig mogelijk door zoveel mogelijk data te zoeken die correleren. Dan doe je net als ‘Bill’ en probeer je je acties af te stemmen op die profielen. Dat is precies wat de Belastingdienst doet. Ze maken ‘profielen’ op basis van correlatie tussen gegevensbestanden. Daarin is er geen verschil tussen de Belastingdienst en Google, Facebook en al die andere ‘Big Data bedrijven’. Big data nodigen uit tot het zoeken naar correlaties en dus tot ‘profileren’ en computers zijn daar heel goed in. Zonder profileren heb je niets aan ‘big data’. Dan zijn het slechts verzamelingen gegevens.

Echt bijzonder maakt socioloog Dirk Geldof het in een artikel in de Volkskrant. De tweede aanleiding voor deze Prikker. Geldof pleit juist voor etnisch profileren in de gezondheidszorg: “Nu het aantal besmettingen en doden in België en Nederland gelukkig dalen, is het hoog tijd om te onderzoeken of corona ook bij ons landgenoten met een migratieachtergrond zwaarder treft, zoals in Engeland, Zweden en de VS.” Dit is volgens Geldof van belang omdat: “Algemene maatregelen dreigen vaak kleurenblind te zijn, maar het virus is dat niet.” In de Verenigde Staten doen ze dit al, zo schrijft Geldof: “Begin juni beslisten de Centers for Disease Control and Prevention in de VS om bij testen ook systematisch de herkomst te registreren om deze ongelijkheid op te sporen.” Ik vrees dat ook in Nederland de uitkomst zal zijn dat migranten en mensen met een ‘migratie-achtergrond’ grotere kans hebben om slachtoffer van Covid-19 te worden. Gaan we dan het virus voor de rechter dagen vanwege racisme en discriminatie? Welke specifieke maatregelen kunnen we dan nemen die niet kleurenblind zijn? Of zitten we dan op het verkeerde spoor en verwart ook Geldof correlatie met causaliteit?

Dat er een correlatie is tussen ‘migrant’ en ‘migratie-achtergrond’ en slachtofferschap van het virus, geloof ik meteen. Daar is geen registratie voor nodig. Die registratie zal, net als de ‘daderprofielen’ bij de politie en de Belastingdienst, leiden tot discriminerende maatregelen. Precies datgene waar Black Lives Matter en alle ander bestrijders van institutioneel racisme zich zorgen om maken. Covid-19 correleert er dan wel mee, voor het beter voorkomen van uitbraken, moeten we toch echt zoeken naar causaliteit. Naar eigenschappen van het virus. Eigenschappen zoals de manier waarop het zich verspreidt. Dat de arbeiders, arbeidsmigranten, van de slachterij in Groenlo erdoor werden getroffen, werd niet veroorzaakt door hun ‘arbeidsmigrantschap’. Dat werd veeleer veroorzaakt door hun werk en leefomstandigheden. Migranten en mensen met een migratie-achtergrond zijn oververtegenwoordigd in vooral de sectoren die cruciaal zijn maar slecht betaald worden. Eigenlijk de enige cruciale sector waar ze ondervertegenwoordigd zijn, is de ‘effectenhandel’ en daarvan kun je je, zoals ik in een eerdere Prikker deed, afvragen waarom die cruciaal is. Zaken die een ‘(bedrijfs)economische’ oorzaak hebben. Of kijken naar de kenmerken en problematieken van de mensen die sterven of op de IC belanden door het virus. Naar de onderliggende problematiek en vooral naar de oorzaak van die onderliggende problematiek.

Dit is ook waar het bij een of andere gemeente die ‘data gedreven’ werkt een keertje fout gaat. Dan is er beleid gemaakt op basis van correlatie tussen gegevens en blijken die niets met elkaar vandoen te hebben. Want wat een computer niet kan, is interpreteren, causaliteit bepalen. Dat is nog steeds mensenwerk. En dat werk moet gebeuren voordat je gaat zoeken naar correlaties. Naar verbanden. Waar het fout gaat bij het gebruik van big data is dat er niet wordt gedacht voordat de computer aan het werk wordt gezet. Dan krijg je zaken zoals nu bij de belastingdienst en ‘Bill’ die mij een ‘vrouw in de buurt van Arcen’ probeert aan te smeren. Dit terwijl ik al tevreden en gelukkig ben met mijn vrouw en ‘in de buurt van Arcen woon’. Dan krijg je zaken waar mensen boos om worden.

Algoritmisch profileren

Etnisch profileren, het staat flink in de belangstelling. Mensen als rapper Typhoon en Feyenoord doelman Vermeer die vaak staande worden gehouden vanwege hun huidskleur. De oude en nieuwe media hebben er dit jaar al flink wat pagina’s of bytes aan besteed en terecht. Etnisch profileren is een vorm van risicoberekening op basis van statististische gegevens. Als een te onderscheiden groep mensen vaker voorkomt in misdaadstatistieken in deze voorbeelden, dan worden ze extra in de gaten gehouden en gecontroleerd.

AlgoritmeIllustratie: arabicollege.com

Deze techniek is de basis van de bedrijfsmodellen van bedrijven als Facebook, Google, Apple, maar ook steeds meer traditionele bedrijven als Albert Heijn en andere grootwinkelbedrijven. Er wordt gewerkt met profielen en alle klanten en gebruikers worden in zo’n profiel gestopt. Die profielen worden steeds verder aangevuld met nieuwe informatie. Informatie die wij hen gratis aanleveren door gebruik te maken van hun producten, door bijvoorbeeld te zoeken via Google, te liken via facebook of waspoeder te kopen bij Appie of een boek bij bol.com. Al die informatie wordt gebruikt om de profielen te verbeteren en aan jou producten op maat aan te bieden (kopers van dit boek kochten ook …). Verschil met de etnisch profilerende politie is dat dit profileren gebeurt door een algoritme genoemd naar de wiskundige Mohammed ibn Moesa Al-Chwarizmi.

In Dordrecht kan het zo gebeuren dat je zoonje van vijftien een rood vlaggetje achter zijn naam heeft. “Het betekent: foute boel. Niet nu, maar in de toekomst. Het betekent ook dat er bij één keer spijbelen direct een leerplicht­ambtenaar op de stoep staat. ‘Dan rijden wij met toeters en bellen de straat in en gaan we in gesprek met de betreffende leerling en de ouders’, zegt Erwin Keuskamp,” in een artikel bij de Groene Amsterdammer. Dit terwijl je zoon nog nooit heeft gespijbeld en een voorbeeldig leerling is. Alleen op basis van het algoritme komt hij er als een risicogeval uit. Volgens het artikel willen overheden veel algoritmisch ‘voorspellend’ gaan werken. Burgers via profielen, die zijn gebaseerd op gedragingen van anderen in het verleden, indelen in risicocategorieën. Alleen bieden, zoals de financiele dienstverleners steevast moeten melden, rendementen uit het verleden geen garantie voor de toekomst.

Daar waar je de reclame van Appie of de ‘aanbevelingen’ van bol.com gewoon naast je neer kunt leggen of er zelfs voor kunt kiezen om je boeken bij boekhandel Koops te kopen, ligt dat bij die leerplichtambtenaar van Keuskamp of die andere overheidsdienaren anders, die zijn niet te negeren. Eén stap verder en Keuskamp staat al aan de deur voordat je zoontje spijbelt.

Om met de Borg te spreken, ‘resistance is futile’. Waarom het vlaggetje er staat is soms niet te achterhalen, laat staan dat het ‘algoritmisch geprofileerd’ vlaggetje verwijderd kan worden. Of moeten we zeggen ‘resist before it is futile’?

Big Brother

Het uitschakelen van de tussenpersoon is een gekende manier van bedrijven om meer winst te maken. Hoe minder schakels tussen de producent en consument, hoe meer winst er voor de producent overblijft. Dat is in ieder geval de theorie, de praktijk is soms wat weerbarstiger.

OrwellIllustratie: blog.booklikes.com

Ook in de politiek is iets dergelijks gaande. Met een website, Facebookpagina, Twitteraccount en andere mogelijkheden, kan een partij zich makkelijk rechtstreeks tot haar aanhang richten. Er hoeft niet meer gestreden te worden om de schaarse ruimte in een krant, op radio of televisie. Wat voor partijen geldt, geldt ook voor individuele politici die hierdoor ‘onafhankelijker’ van hun partij kunnen opereren. Volkskrant-columnist Ariejan Korteweg noemt DENK als voorbeeld. Een partij van twee voormalig PvdA-kamerleden: “Denk bespeelt de sociale media. Een strategie die door hun achterban wordt herkend en de klassieke media minder belangrijk maakt.”

In dezelfde Volkskrant een artikel van Hans de Zwart van Bits of Freedom. De Zwart wijst op de segregerende en ‘etnisch profilerende’ mogelijkheden van Facebook: “Facebook is met zijn 1,6 miljard ‘inwoners’ het grootste land ter wereld. Het bedrijf heeft een gigantische database, waarmee het zijn populatie op elke mogelijke manier in stukjes kan verdelen.” En dat doet het bedrijf ook. Op verzoek van ‘klanten’ worden boodschappen per doelgroep gemaakt. De Zwart noemt een voorbeeld waarbij Universal Pictures voor haar film Straight Outta Compton geholpen werd door en via Facebook: “het potentiële publiek in drieën gedeeld: Afro-Amerikanen, latino’s en het ‘algemene publiek’ (daar hoorden de Afro-Amerikanen en latino’s dus niet bij). Voor elk van de drie groepen maakten ze een andere trailer.” Op basis van de informatie van Facebook krijg je dus een ‘voor jou passende’ trailer.

Marketingmensen zullen staan te juichen. Hun ‘natte droom’ komt steeds dichterbij: precies bij de persoon passende reclame. Is dit wel een ontwikkeling om toe te juichen? Hoe ontwikkel je je als persoon als alle informatie die je krijgt je alleen maar bevestigt in je opvattingen en standpunten? Wordt ontwikkeling, vernieuwing en innovatie niet juist gestimuleerd door contact met het vreemde? Met de andere opvattingen?

De Turkse en Russische presidenten kunnen op veel kritiek rekenen omdat ze de media onder controle brengen en alleen maar hun welgevallige boodschappen laat verkondigen. Dat ze als een soort ‘Big Brother’ erover waken dat iedereen hetzelfde denkt en doet. Iets dat tot een gesloten samenleving leidt met mensen die allemaal overtuigt zijn van het eigen (Poetins of Erdogans) gelijk.

Leidt de ‘natte droom niet tot eenzelfde resultaat? Tot mensen die overtuigt zijn van het gelijk van hun eigen big brother? Tot vele gesloten samenlevingen die in een samenleving naast elkaar leven?

Een bus met gekleurde agenten

De politie staat de afgelopen dagen weer volop in het nieuws. Rapper Typhoon werd staande gehouden vanwege ‘etnisch profileren’: een jonge, donkere man in een SUV.  Sander van Walsum schrijft in het commentaar in de  Volkskrant: “Voor gekleurde Nederlanders – bekend of minder bekend – is het vernederend om zonder deugdelijke reden staande te worden gehouden door de politie. Zeker als zoiets vaak gebeurt en zeker als de betrokken agent blank is.” Daarom moet de politie qua samenstelling veel meer een afspiegeling zijn van de samenleving.

politie

Foto: powervrouwen.blog.nl

Natuurlijk is het vervelend als je door de politie staande wordt gehouden, zeker als andere mensen hiervan getuige zijn. Er is dan iets waardoor de ‘politiebellen’ gingen rinkelen, iets waardoor je ‘verdacht’ werd. Zou staande worden gehouden voor een ‘gekleurde’ Nederlander anders zijn dan voor een ‘ongekleurde’ Nederlander? Beiden worden immers even ‘verdacht’? Je voldoet aan een profiel.

Wanneer is een reden voor het staande houden deugdelijk? Is dat alleen als blijkt dat de persoon die staande is gehouden daadwerkelijk in overtreding is? Als Typhoon daadwerkelijk een kilo heroïne bij zich had of de auto had gestolen? Dat zou het politiewerk erg lastig maken want wanneer ben je honderd procent zeker. Hoe zou de politie zonder profielen moeten werken? Profielen zijn ‘voor-oordelen’ op basis van ervaringen uit het verleden, zonder welke het leven en zeker politiewerk, onmogelijk is. Na staande houding wordt het voor-oordeel getoetst en komt de politie tot een oordeel.

Zou het hierbij wat uitmaken welke ‘kleur’ de betrokken agent heeft? Is het minder erg als een agent met eenzelfde ‘kleur’ als Typhoon hem had staande gehouden op basis van hetzelfde profiel dat nu de ‘blanke’ agent gebruikte? Als dat het criterium is, dan wordt politiewerk nog lastiger. Dat wordt patrouilleren in een bus met agenten van alle mogelijke ‘kleuren’ en de juiste kleur de aanhouding laten verrichten. Natuurlijk zou het goed zijn als de politie een goede ‘afspiegeling’ is van de bevolking. Maar ook dan zal er met profielen moeten worden gewerkt en zal een agent van de ene kleur iemand van een andere kleur aanhouden en zal dat vaak onterecht zijn. Ook dat voorkomt niet dat in de ene buurt meer mensen worden staande gehouden dan in de andere.

Handelde de agent die Typhoon aanhield niet correct? Staande houden op basis van een profiel. En in deze fase al op een vriendelijke manier het waarom vertellen, dus het profiel uitleggen. Onderzoeken en komen tot een oordeel. Is er niets aan de hand, dan excuses en fijne dag verder. Zou die agent niet ten voorbeeld moeten worden gehouden aan zijn collega’s?