Wat was en IS (deel 3)

Vandaag deel 3 in de serie Wat was en IS. Wilt u eerst de andere delen lezen? klik hier voor deel 1 en hier voor deel 2

Wat er ook gebeurde

In 1979, hetzelfde jaar als de Iraanse revolutie maar dan aan het einde van dat jaar, viel de Sovjet Unie Afghanistan binnen. Of in de Sovjet beleving: ze werden gevraagd door een bevriende regering in moeilijkheden om een handje te komen helpen. In de nieuwe op Khomeini gebaseerde retoriek: de islamitische bevolking van een land kwam terecht in opstand tegen de ‘ongelovige’ regering; die regering heeft nu de steun van de ‘ongelovige’ Sovjets. Het is de plicht van de waarlijk gelovige om de broeders te helpen. Deze lokroep werd beantwoord door duizenden Arabieren (waaronder Osama Bin Laden) die zich in Afghanistan aansloten bij de Mujahedien. De Verenigde Staten ondersteunden de Mujahedien met training, wapens en inlichtingen, dit om hun aartsvijand de Sovjet Unie dwars te zitten. Dit onder het aloude adagium: de vijand van mijn vijand is mijn vriend.

De Sovjettroepen trekken zich terug. Bron Wikipedia

De Mujahedien waren succesvol, in 1989 trok de Sovjet Unie zich moegestreden terug. Dit succes werd mede veroorzaakt door de ineenstorting van de Sovjet economie en vervolgens de Sovjet invloedssfeer. Met de val van de Berlijnse muur eindigde de facto de invloedssfeer van de Sovjet Unie. Het succes voor de Mujahedien en hun Arabische medestrijders was er niet minder om. Maar wat te doen na het succes? Een zeer relevante vraag, zeker voor die Arabische medestrijders. Daarvoor bood Bin Laden een oplossing: de wereld als strijdtoneel en dan vooral gericht op het verdrijven van de buitenlandse invloed uit het islamitisch gebied. De vijand van de voormalig vijand keert zich tegen de vriend, trainer en tot dan belangrijkste financier. De opleiding is echter al genoten, de leerling is leraar geworden en nieuwe financiers zijn snel gevonden in de Arabische wereld. Al snel worden er aanslagen gepleegd. De eerste poging op het WTC in New York in 1993. De aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Nairobi en Dar es Salaam in 1998. Het Amerikaans marineschip USS Cole in de haven van Aden (Jemen) in 2000. Deze aanslagen werden veelal beantwoord met het sturen van kruisraketten naar plekken waar Al Qaida-leden en vooral leiders zich bevonden. Kruisraketten met alle ‘collaterale damage’ van dien. En met kruisraketten en enkele bombardementen worden grote misdaden al beantwoord met oorlogsgeweld.

De lijnen komen samen

Een alternatief voor de regering Saddam stond niet klaar dus werd er een overgangsregering onder Amerikaanse leiding gevormd. Doel van deze regering was het land zo snel mogelijk klaarstomen voor vrije verkiezingen. Dan zou de macht aan een door het volk gekozen regering kunnen worden overgedragen en kon de Amerikaanse terugtocht zijn aanvang nemen. Iets wat de filosoof John Gray in zijn boek Zwarte Mis met recht en rede een utopisch experiment noemde. Zeker als dit gebeurt met als doel om terrorisme uit te roeien. Want democratisering en terreur en terrorisme gaan volgens hem hand in hand. Gray (p. 205): “De Verenigde Staten en andere landen lezen streng islamitische landen de les over de noodzaak tot ‘modernisering’ – dat wil zeggen: de herhaling van het ontwikkelingspatroon in westerse landen. Ze hebben buiten beschouwing gelaten dat overal waar een poging is ondernomen een westers ontwikkelingsmodel aan niet-westerse landen op te leggen, deze gepaard is gegaan met grootschalige terreur, terwijl het twintigste-eeuwse Europa zelf moorden van staatswege op ongekende schaal heeft meegemaakt. Terreur is een vast onderdeel van het moderne westen geweest. En waar moderne staten in het Midden-Oosten hebben bestaan – zoals in Irak onder Saddam, dat vóór de ontwrichting door economische sancties van dertien jaar lang en de daaropvolgende Amerikaanse invasie een van de hoogst ontwikkelde Arabische landen was – hebben deze ook steeds terreur uitgeoefend. Een groot aantal landen – Groot-Brittannië, Spanje, Italië, Duitsland, Japan, de Verenigde Staten bijvoorbeeld – is met ernstige dreiging geconfronteerd. In Rusland is het terrorisme verhevigd na de democratisering, terwijl het in China in bedwang wordt gehouden. Politieke processen kunnen helpen terrorisme aan te pakken, maar democratie is geen wondermiddel.”

Januari 2005 was het zover, de vrije verkiezingen werden gehouden voor een Assemblee. Die zorgden voor een verschuiving van de macht. Een baaierd aan partijen en kandidaten deden mee. De kandidaten mochten geen banden hebben met het oude leger en mochten ook geen hoge posities hebben bekleed binnen de oude Baath partij. Hierdoor werd het velen, meest Soennieten want die hadden de macht in het ‘oude’ Irak, onmogelijk om zich kandidaat te stellen. In een land waar families en clans een belangrijke rol spelen, betekende dit dat Soennieten ondervertegenwoordigd waren, zeker omdat de grootste populaire Soennitische partij vanwege bedreigingen uit de verkiezingen stapte en soennitische geestelijken opriepen de verkiezingen te boycotten. Een Assemblee die twee opdrachten had. Als eerste het met een 2/3e meerderheid benoemen van de presidentiële raad die uit een president en twee vice presidenten bestond. Die raad moest vervolgens de premier benoemen. De tweede taak bestond uit het opstellen van een definitieve grondwet. Die moest voor half augustus 2005 gereed zijn, zodat in december 2005 opnieuw kon worden gekozen en nu voor het nationaal parlement. De kiezers kozen vooral langs etnische en religieuze lijnen: Koerden op Koerden, Sjiieten op Sjiieten en Soennieten, als ze al stemden, op Soennieten. Het resultaat: “Het ziet ernaar uit dat de Assemblee vooral de sjiitische en Koerdische bevolking zal vertegenwoordigen. Het ontbreken van een soennitische stem bij het kiezen van de presidentiële Raad en het opstellen van de grondwet, kan echter grote gevolgen hebben voor de legitimiteit en de stabiliteit van de toekomstige Iraakse regering.” Zoals te verwachten, leverden de verkiezingen, en ook alle die nog zouden volgen, geen stabiele en alom gerespecteerde en gelegitimeerde regering op.

Verliezers en achtergestelden protesteerden en grepen naar de wapens. Ze pleegden aanslagen, startten gevechten met milities van andere groepen en met het door de Amerikanen opnieuw opgerichte en getrainde Iraakse leger. Een leger dat in ieder geval geen afspiegeling van de bevolking vormde. In het noorden stichtten de Koerden, met ‘goedkeuring’ van de VS, de facto een eigen staat. Een staat die nog wel bij Irak hoorde, maar de regering had er niets te zeggen. De grootste verliezers waren de Soennieten. Zij kwamen er in de nieuwe structuur bekaaid af en wat belangrijker was, hun belangrijkste leiders werden door de Amerikanen en de nieuwe regering gepasseerd, als ze al niet gevangen zaten in onder andere Abu Ghraib. Ze waren immers belangrijke leden van de Baath partij geweest en die werden overal geweerd. 

Chaos in Syrië op kaart. Bron: Wikimedia Commons

Resultaat: chaos en geweld. Als iets een goede voedingsbodem is voor terreur dan is het wel chaos en geweld, zoals Beatrice de Graaf in haar college aangeeft. De Franse en Russische revoluties zijn daar goede voorbeelden van. Daarbij moeten we ons bedenken dat de terrorisme, zoals Beatrice de Graaf het in haar DWDD-college noemde, iets is voor de ‘klunzen’ en de ‘losers van de geschiedenis die liever een short cut nemen dan gebruik te maken van de trage molens van de democratische besluitvormingsprocessen’. De Arabische ‘Afghanistan-veteranen’ en hun aanhangers trokken naar de de Iraakse puinhopen. Die boden hen een mogelijkheid om tegen de ‘grote Satan’ te vechten. Zij begonnen met waarvoor ze waren opgeleid: het zaaien van dood en verderf in Irak. 

Bovendien bevond de aartsvijand zich hier op ‘heilige’ islamitische grond. Irak werd zo een nieuw ‘oorlogsgebied’ voor deze strijders. Een strijd waarbij ze ook wel eens gevangen werden genomen en dan werden opgesloten in onder andere Abu Ghraib. Daar kwamen zij commandanten van Saddams oude leger tegen. Dat gebeurde ook met de latere leider van IS, Abu Bakr al-Baghdadi. En hoewel die commandanten ‘van nature’ geen fanatieke moslims waren, zagen zij een kans om samen met die fanatieke moslims te werken aan herstel van hun oude machtspositie. Eenmaal uit het gevang gingen zij gezamenlijk aan de slag om een machtsbasis te creëren. Een machtsbasis georganiseerd en gestructureerd door de oud commandanten en onder religieuze leiding van al-Baghdadi. Al-Baghdadi voegde een nieuw element toe aan het radicaal gewelddadig jihadisme. Hij riep het kalifaat uit, benoemde zichzelf tot kalief en plaatste zichzelf zo als rechtmatig opvolger van de profeet Mohammed en boven de sultans en koningen in de islamitische landen.

Toen eind 2010 de ‘Arabische Lente’ uitbrak, ontstond er een heel nieuw speelveld voor de ‘klunzen’ en ‘losers’. Vooral in Libië en Syrië bleken er kansen te liggen voor de fanaten. In Libië werd Khadafi verdreven met steun in de vorm van bombardementen van onder andere de NAVO. Net als in Irak ontbrak het aan een alternatief voor een regering waardoor het land in de stammenstrijd belandde waarin het zich nog steeds bevindt. In Syrië weigert leider Assad het veld te ruimen en breekt een burgeroorlog uit. Twee keer chaos en geweld en dus de plek voor terreur en terrorisme. Tot zover de grote lijnen van de geschiedenis van het geschiedenis van het Midden Oosten en Centraal Azië.

Morgen het vierde en laatste deel in de serie Wat was en IS.

Wat was en IS (deel 2)

Vandaag deel 2 in de serie Wat was en IS. Deel 1 nog niet gelezen? Klik dan hier.

Het gesol gaat door 

Zelf gedaan, maar daarmee was Iran nog niet verlost van het gesol. In de jaren tachtig van de vorige eeuw vocht Irak een bloedige oorlog uit met de nieuwe islamitische republiek Iran. Het Irak van Saddam Hoessein wilde van de chaos na de Iraanse revolutie gebruik maken en viel op 22 september 1980 Iran aan met als doel de Iraanse olievelden te veroveren. In deze oorlog kon Irak op steun van het Westen en de Arabische golfstaten rekenen. Ze waren die nieuwe islamitische republiek liever kwijt dan rijk omdat het een bedreiging vormde voor de koninkrijken, emiraten en de oliestroom naar het westen. De seculiere Saddam leek minder gevaarlijk en kon op flinke financieel steun in de vorm van leningen rekenen. Irak kocht hiervoor moderne westerse wapens zoals Franse Mirage vliegtuigen. Dit met medeweten en ondersteuning van de westerse landen. De oorlog werd geen succes voor Irak en eindigde op 20 juli 1988 met een wapenstilstand. Irak had zich flink in de schulden gestoken en moest die afbetalen. Daarvoor had het medewerking van de andere olieproducerende landen binnen de OPEC nodig. En juist buurman en belangrijke ‘oorlogsfinancier’ Koeweit, produceerde veel meer olie dan het volgens de afspraken mocht. Meer aanbod zorgt voor lagere prijzen en door die lagere prijzen kwam Irak in betalingsproblemen. Daar kwam bij dat Koeweit, volgens Irak, oliebronnen aan de Iraakse zijde van hun gezamenlijke grens had aangeboord. Onderhandelingen hierover liepen uiteindelijk op niets uit. En met Irak komen we bij een derde belangrijk moment.

Operatie Desert Storm. Bron Wikimedia Commons

Op 2 augustus 1990 viel Irak Koeweit binnen en na een paar uur was de weerstand van het Koeweitse leger gebroken. Saddam Hoesein verklaarde daarop dat Koeweit een Iraakse provincie was. De Verenigde Naties (VN) veroordeelden de inval en bezetting, legde Irak sancties op en stelde een ultimatum in. Vóór 15 januari 1991 moest Irak zich onvoorwaardelijk terugtrekken uit Koeweit. Het gesol in het Midden-Oosten ging hiermee een nieuwe fase in.

Saoedie-Arabië schrok van de Iraakse inval in Koeweit en was bevreesd het volgende slachtoffer te worden van de Iraakse agressie. Het land vroeg daarop bescherming van de Verenigde Staten onder leiding van president George Bush sr. Die kwam in de vorm van schepen, vliegtuigen en ruim 500.000 soldaten met hun materieel. In hoeverre de angst van de Saoediërs gerechtvaardigd was, is twijfelachtig. Irak beschikte wel over een groot leger, maar was na de lange oorlog met Iran behoorlijk uitgeput. Bovendien beschikte Saoedie-Arabië over een moderne bij de Verenigde Staten ingekochte, luchtmacht. Een luchtmacht waartegen de Irakezen het zwaar zouden hebben. Argumenten voor het zenden van Amerikaanse troepen waren onder andere de massa-vernietigingswapens die Irak had, mosterdgas en Antrax. Tijdens de oorlog met Iran had Irak de middelen en techniek om deze wapens te maken, via het westen (onder andere Nederland) gekregen. Een ander argument betrof een verhaal dat de Irakezen pas geboren kindjes uit couveuses haalden, ze op de grond wierpen en ze lieten sterven. Dit verhaal leidde tot grote verontwaardiging onder de Amerikanen. Het bleek later uit een ‘koninklijke’ Koeweitse duim te zijn gezogen. Irak wilde niet aan het ultimatum voldoen en twee dagen na het verlopen ervan werd begonnen met het bombarderen van de Iraakse troepen, de commando- en infrastructuur. Op 24 februari 1991 volgde een grondoffensief en op 27 februari waren de Irakezen verdreven uit Koeweit. De VN namen een resolutie aan waaraan Irak moest voldoen. Die omvatte wapeninspecties om die massa-vernietigingswapens op te sporen, economische sancties en in het noorden en zuiden werd een no-flyzone ingesteld voor de Iraakse luchtmacht. Dit moest voorkomen dat Saddam Hoessein wraak zou nemen op de Koerden in het noorden en de sjiieten in het Zuiden. Die waren, aangemoedigd door de VS, in opstand gekomen maar veel te zwak om Saddams leger te verslaan. Saddam bleef verzwakt in het zadel en dat tot ongenoegen van ook veel gezaghebbende Amerikanen. Die hadden liever gezien dat Saddam zou zijn verdreven. Het VN mandaat stond dit echter niet toe.

War on terror

Die onvrede etterde nog vele jaren door. Etter in diverse vormen zoals aanvullende sancties voor Irak, een verbod om olie te verkopen behalve dan als het geld aan voedsel werd besteed. De zoektocht naar die massa-vernietigingswapens leverde niets op. In 1998 beëindigde Irak die inspecties eenzijdig en wees de inspecteurs het land uit. De VS gesteund door Groot-Brittannië (VK) bombardeerden daarop plekken waarvan zij dachten dat er mogelijk massa-vernietigingswapens waren opgeslagen.

Daarmee komen we bij de aanslagen van 11 september 2001 en ‘war on Terror’. In Buitenhof van 27 maart 2016 sprak Paul Witteman met David van Reybrouck en Willem Schinkel over de aanslagen in Brussel. Onvermijdelijk ging het in dit gesprek ook over de ‘oorlog tegen het terrorisme’. Het frame gemunt door voormalig president George Bush van de Verenigde Staten. De aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon werden al meteen een ‘act of war’, een oorlogsdaad, genoemd. De NAVO activeerde artikel 5: een gewapende aanval tegen een lid, is een aanval tegen allen. Aangezien de NAVO een militair bondgenootschap is, zit je meteen in het militaire. Zo ontstond een dynamiek gebaseerd op oorlog en dan kom je al snel bij een ‘oorlog tegen terrorisme’. Dat is daarvan een rationeel gevolg. 

Aanslag op de Twin Towers 9 september 2001. bron: Flickr

Eenmaal in de oorlogsratio wordt er gebombardeerd, worden er troepen gestuurd naar landen en ben je ‘voor of tegen ons’. Ben je voor ‘ons’ dan krijg je wapens en steun, ook al zou ’je’ onder normale omstandigheden geen vriend van ons zijn. Maar een vijand van ‘onze’ vijand, is een vriend. Ben je tegen ‘ons’ dan krijg je, afhankelijk van je sterkte, te maken met sancties en internationale uitsluiting, zoals Iran en Noord-Korea, met bombardementen en drone-aanvallen. De echt ongelukkigen worden getroffen door een volledige oorlog, zoals Afghanistan en Irak. In dat laatste geval geheel ten onrechte omdat er geen sprake was van banden tussen Al Qaida en het Irak van Saddam Hoessein. Maar stond daar niet nog een rekening open? Het verwijt dat de eerste president Bush kreeg dat het karwei niet was afgemaakt.

Eenmaal in oorlog elimineer je, mogelijke, vijanden. Dan is een drone die een ‘hellfire’ door de brievenbus’ schiet om iemand uit te schakelen een passende actie. Ook al ‘sneuvelt’ de hele familie en de buren van die ‘vijand’. Dat wordt ‘collateral damage’ genoemd en is acceptabel. Ze ‘sneuvelen’ en dat klinkt minder ernstig dan dat ze worden vermoord. En dan worden aanslagen zoals die in Brussel en Parijs ‘aanvallen of attacks‘ genoemd.

Eenmaal in oorlog kun je alleen maar terug als je hebt gewonnen of verloren. Een oorlog is traditioneel een gewapende strijd tussen volken of staten. Daar is bij de ‘oorlog tegen terrorisme’ geen sprake van. Een oorlog kent een duidelijk eindpunt, de overwinning van een partij of een bestand waarmee het conflict wordt bevroren. Zou het mogelijk zijn om terrorisme te overwinnen? IS kan worden verslagen, maar is daarmee het terrorisme verslagen? Of iets beperkter, het jihadistisch terrorisme? De Britse filosoof John Gray noemt, in zijn boek Zwarte mis. Apocalyptische religie en de moderne utopieën een oorlog om het terrorisme uit te roeien een waandenkbeeld. Een frame dat tegenwoordig door zo ongeveer iedereen wordt gebruikt. Wanneer eindigt deze oorlog? Omdat dit niet duidelijk is:“Geef je jezelf kennelijk een mandaat tot permanent ogenschijnlijk eindeloos geweld”, zoals Willem Schinkel het in Buitenhof noemde. En niet alleen eindeloos geweld, ook een reden om eindeloos nieuwe ‘preventieve’ bevoegdheden te vragen. Steeds meer ‘bevoegdheden’ die onze vrijheden beperken.

Die aanslagen van 11 september 2001 creëerden voor de VS, nu onder leiding van president George W. Bush jr. (de zoon van), een gelegenheid om weer tegen Irak in actie te komen. Het bewerkte andere landen en kreeg de VN veiligheidsraad zover om een resolutie aan te nemen die Irak een laatste kans bood om inspecties toe te staan. Zou het dat niet doen dan zouden er ‘serious consequences’ volgen. Wat die waren was niet duidelijk. Schoorvoetend ging Irak hiermee akkoord, maar het ging de VS en het VK te langzaam. Op 20 maart 2003 vielen zij aan. De aanval werd onderbouwd met als argument dat:

  • Irak massa-vernietigingswapens bezat. Na de oorlog bleken die er, zoals de inspecteurs ook al hadden geconstateerd, niet te zijn. Dit ondanks een ronkende presentatie van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, voor de Verenigde Naties. 
  • Irak het internationaal terrorisme zou steunen, met name Al Qaida. Nu zal Irak best enkele verzetsorganisatie, die door de betreffende landen als terroristisch werden beschouwd, hebben gesteund. Internationaal terrorisme is echter een groot woord dat het doet lijken alsof er sprake is van een groot internationaal netwerk. Dat Saddam Al Qaida zou steunen, lijkt heel ver gezocht. Hiervoor werden ook geen harde bewijzen geleverd. Sterker nog, Colin Powell gaf later toe dat er geen bewijzen waren.
  • hij zijn bevolking zou onderdrukken en vermoorden. Een goede reden maar waarom dan alleen Saddam? Assad van Syrië, Mubarak van Egypte, de koning van Saoedie-Arabië en zo zijn er meer die hun bevolking onderdrukten en indien nodig vermoorden.
  • Saddam Hoessein het zelfmoordterrorisme tegen Israeliërs steunde door de nabestaanden van de zelfmoordenaar financieel te ondersteunen. Niet leuk natuurlijk, maar daarin was Irak niet de enige en om dat als een casus bello te zien, is wel erg zwaar.
  • Irak negeerde keer op keer resoluties van de VN veiligheidsraad. Iets waar meer landen, waaronder Israel, een handje van hadden. 

Militair werd die oorlog een groot succes, Irak werd verslagen en het regime van Saddam Hoessein werd grondig verwijderd. Alle regeringsfunctionarissen van de Baath partij met inbegrip van politie-agenten, onderwijzend personeel aan universiteiten en scholen, verpleegkundigen en artsen werden ontslagen en het leger werd ontbonden.

Morgen deel 3 in deze reeks.


Wat was en IS (deel 1)

De dochter van vrienden van ons, moet een studie kiezen. Omdat zij het vak geschiedenis leuk vindt, denkt zij erover om geschiedenis te gaan studeren. Maar wat kun je er later mee worden? Daarom ging zij in gesprek met de historicus achter de Ballonnendoorprikker. Nu kun je allerlei beroepen gaan noemen zoals geschiedenisleraar, ambtenaar of zoiets. Belangrijker is de vraag wat je leert tijdens de studie en bij de studie geschiedenis is dat informatie verzamelen, wegen en ordenen en dit verwerken in een betoog met kop en staart. ‘Oh, dus jij kunt vertellen hoe IS is ontstaan?’ vroeg de meid. Een vraag die een vriend mij een paar jaar geleden al eens stelde in een andere vorm. Een interessante vraag die ik niet kan beantwoorden want ik was niet bij de oprichting van IS. Wat ik in de komende vier Prikkers wel probeer is een schets te geven van de wereld waarin IS en terrorisme dat zich beroept op de islam kon ontstaan en hoe er vervolgens op werd en wordt gereageerd.

Het jihadistisch terrorisme, kent een lange voorgeschiedenis met een duidelijk markatiepunt. Een punt waarna ‘war on terror’ het dominante politieke frame werd: de aanslagen op de Twin Towers en het Pentagon van 11 september 2011. Beatrice de Graaf noemt in haar  DWDD college met goede redenen het jaar 1979 als beginpunt. In dat jaar kwam in Iran Ayatollah Khomeini aan de macht. Iran werd een islamitische republiek. Khomeini bood de wereld en dan vooral de islamitische wereld een alternatief in de tot dan toe redelijk bipolaire wereldorde met aan de ene kant de Verenigde Staten als kapitalistische supermacht en aan de andere kant de Sovjet Unie als communistische supermacht. Hij zei eigenlijk: beste islamitische broeders, we kunnen het ook zelf.

‘Beginpunten’ zijn lastig voor een historicus. Lastig omdat er ook een tijd voor dat punt is en zonder die tijd voor dat punt, was het er nooit gekomen. Om dat beginpunt te verklaren zal een historicus daarom ook altijd de aanloop ernaar beschrijven. Die aanloop moet immers verklaren hoe het tot dat beginpunt kwam. In deze Prikker volg ik Beatrice de Graaf. De oprichting van de islamitische republiek onder Khomeini was een bijzonder moment. Niet omdat Iran een islamitische republiek werd. Landen met een sterk islamitische inslag waren er immers al. Neem alleen al het Saoedische koninkrijk. Wat nieuw was aan Iran was dat het land het Westen, de Amerikanen, buiten de deur zette, zonder dat het een beroep deed op of werd ondersteund door de andere wereldmacht, de Sovjet-Unie. Maar zoals een goed historicus betaamt eerst wat aan dat keerpunt vooraf ging.

Codex Hammurabi. Bron: Wikimedia Commons

De aanloop

De afgelopen tijd staat de term ‘zijderoute’ steeds vaker in de krant. Steevast volgt er dan een verhandeling over China dat spoorlijnen aanlegt en havens opkoopt op de route tussen de Chinese zee en de de Noordzee. Wellicht moet je bij zijderoute denken aan Marco Polo, de Venetiaanse ontdekkingsreiziger die door onbekende gebieden reisde, gebieden zoals China, Perzië en India en die verhalen op schrift stelde. Hij volgde de ‘zijderoute’. Met zijn boek opende hij de Europese ogen voor dat andere deel van de wereld. Twaalfhonderd jaar eerder zou zijn boek weinig indruk hebben gemaakt op de inwoners van het Romeinse rijk. Die waren op de hoogte van het bestaan van China, Perzië en India en van de producten die vanuit die gebieden kwamen. Het Romeinse rijk aan de ene kant en het Chinese rijk onder de Han-dynastie aan de andere kant waren de twee motoren waartussen driftig werd gehandeld. Centraal tussen die twee motoren lag Centraal-Azië. Kennis die langzaam verloren ging na de instorting van het Romeinse rijk.

Als de gemiddelde Westerling nu aan het Midden-Oosten en Centraal-Azië denkt dan is dat vaak in negatieve termen. Het risico is redelijk groot dat, in navolging van een Tweede-Kamerlid, het woord achterlijk valt of barbaars. Toch was dit gebied eeuwen, nee millennia lang het centrum van de wereld. Het gebied waar de eerste steden ontstonden en waar twee wereldgodsdiensten hun oorsprong vinden. Het gebied waar het schrift is ontstaan en waar de eerste verhalen zijn opgetekend. Het gebied waar de eerste wetten, de codex Hammurabi bijvoorbeeld, en de eerste verhalen op schrift zijn gesteld. Maar vooral, lag het gebied centraal tussen de dichtstbevolkte gebieden van de wereld. China, India en het Middellandse Zeegebied en dus op een ideale plek om te profiteren van de handel tussen deze gebieden. Die gunstige ligging maakte het natuurlijk ook aantrekkelijk voor anderen om het te veroveren en er de baas te spelen. Alle grote Euraziatische rijken hebben dat dan ook geprobeerd en als het gebied zelf geen sterk rijk kende, dan lukte dat. Had het een sterk rijk, dan probeerde dat rijk het omliggende gebied te beheersen. In zijn boek De Zijderoutes geeft de historicus Peter Frankonpan een beschrijving van drie millennia geschiedenis van dit gebied. Het gebied vervult ook een grote rol in Jonathan Holslags boek Vrede en Oorlog. Een wereldgeschiedenis.

Eeuwenlang dus het centrum van de wereld. Vanaf het einde van de Middeleeuwen begon dat langzaam te veranderen. Spaanse en Portugese zeelieden voeren om Afrika heen en gingen rechtstreeks naar India, Zuidoost Azië, China en Japan en gingen de specerijen en de zijde zelf halen. Later volgden de Hollanders en Engelsen. Met hun grote en sterk bewapende schepen wisten zij in De Oost handelsposten te stichten en zo Centraal-Azië letterlijk te omzeilen. De eerste paar eeuwen viel de schade nog mee. De handel met Europa was niet van zo’n groot belang voor de Centraal Aziatische rijken. Het grote verlies was immers al geleden na de instorting van het Romeinse rijk. 

Dat werd anders toen de Europeanen handel gingen monopoliseren door gebied te koloniseren en het tot hun exclusieve handelsdomein te benoemen: alle import naar en export van het gebied moest via het koloniserende land. Lijkt dat niet een beetje op de handelwijze van de Chinezen nu? Naast de Engelsen, Fransen en Nederlanders moet hierbij ook tsaristisch Rusland worden genoemd. Dat land koloniseerde steeds meer Centraal Aziatisch gebied en zocht zo een weg naar de producten uit China en India en een afzetmarkt voor hun eigen producten. Het Midden-Oosten en Centraal Azië raakten hun centrale positie kwijt en kwamen steeds meer aan de periferie van de wereld te liggen. Het werd een gebied waar de machtige Europese rijken, vooral Engeland, Frankrijk en Rusland hun invloed deden gelden en waar laatkomer Duitsland een voet tussen de deur probeerde te krijgen. Het gebied verarmde verder en was speelbal van de grote Europese mogendheden. Dat werd nog versterkt na de vondst van grote olievelden in het gebied, als eerste in Perzië, het huidige Iran. 

Zo ging het voort ook tijdens de Eerste Wereldoorlog. Een van de bondgenoten aan de kant van de keizerrijken Duitsland en Oostenrijk, was het Ottomaanse rijk. Een rijk dat geen schim meer was van zijn vroegere zelf toen het grote delen van Zuid- en Oost Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten omvatte. Geen schim meer, omdat de Europese machten al een paar eeuwen hapjes en happen uit het rijk namen. De strijdende partijen probeerden het elkaar lastig te maken en zetten de bevolking van het Midden-Oosten en Centraal- Azië tegen de ander op. Dit door bijvoorbeeld beloften te doen over toekomstige zelfstandigheid. Het Ottomaanse rijk overleefde de oorlog niet en dat gaf de winnaars Frankrijk en Engeland de kans om delen van het rijk onder zich te verdelen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog herhaalde zich het spel van toezeggingen en beloften door Engelsen en Duitsers. Het einde van die oorlog betekende het einde van de Duitse bemoeienis in het gebied en een flinke verzwakking van de Engelse en Franse. Zij werden echter vervangen door de twee nieuwe supermachten, de Verenigde Staten aan de ene kant en de Sovjet Unie aan de andere kant. De Amerikaanse bemoeienis concentreerde zich in eerste instantie vooral op Perzië (Iran) mede om te voorkomen dat de Sovjet Unie via dat land de belangrijke Perzische Golf bereikte. Het ‘gesol’ ging dus verder want, zoals ik in De Schaduw van Baudet al schreef, is ‘sollen’ de corebusiness van machtigen. Daarmee zijn we aangekomen bij het door Beatrice de Graaf geformuleerde beginpunt van terrorisme dat zich op de islam beroept. De, in de ogen van de voormalige Sjah en zijn Amerikaanse beschermheren ‘terroristische’, aanhangers van Khomeini grepen in 1979 de macht zonder steun van de Sovjet Unie. Ze deden het zelf. Ze verjoegen de Sjah en de Amerikanen. 

Morgen gaan we hier verder.

De waarheid en niets dan de waarheid

Frits Bosch verwijt bij DDS Leo Lucassen en Paul Scheffer dat ze feiten over de integratie van allochtonen verdoezelen en zo de waarheid geweld aandoen. Zo gaat het“volgens Lucassen uitstekend met de integratie. Helaas is het baarlijke nonsens,” concludeert Bosch. “De toenemende Jodenhaat, homohaat, Mocromaffia, vrouwenhaat, de aanslagen … Ze willen het niet weten, ze willen het niet zien, ze zijn er niet ontvankelijk voor, ze wenden hun hoofd af of ze steken het diep in de grond,” aldus Bosch en hij sluit af met een sneer naar de beide hoogleraren:, die: “worden ingehuurd om de maatschappij wetenschappelijk onderbouwd te informeren, niet om goedgelovige mensen op het verkeerde been te zetten.” Een stevig verwijt.

Foto: Wikimedia Commons

Volgens Bosch komt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: “tot de conclusie dat het helemaal niet goed gaat met de integratie door import van armoede, import van criminaliteit, import van verdeeldheid. De sterk toegenomen diversiteit is slecht voor allen, inclusief allochtonen.” En dat is de schuld van de allochtoon. Nou ja, een deel van hen. Wat opvalt is dat het artikel eigenlijk over moslims gaat en dat iedereen moslim daarmee meteen een allochtoon is. Trouwens niet alleen een allochtoon, maar ook een probleem want volgens Bosch is de islam een probleem want: “Jongeren gaan de Koran écht bestuderen en ontdekken dus dat IS de échte islam vertegenwoordigt.” Even terzijde. Moeten we daaruit opmaken dat de islam eeuwenlang geen ‘ vertegenwoordiging’ had? Immers IS bestaat nog geen tien jaar.

Lucassen en Scheffer willen het niet zien: “de aanslagen gaan door, en door, en door, en door, en door en door. … Navrant is dat nog geen week na Scheffers hosanna-artikel een aanslag is gepleegd in Straatsburg, drie doden, twaalf gewonden, waarvan drie ernstig.”  Inderdaad gaan de aanslagen maar door en door en inderdaad werd er deze week nog eentje in Straatsburg gepleegd. Wat hierbij opvalt is dat het overgrote deel van de aanslagen wordt gepleegd in islamitische landen. Dat overgrote deel van de slachtoffers moslims zijn die de islam net wat anders zien. Zou het kunnen dat er verschillende interpretaties van de islam mogelijk zijn? Zouden er in de islam meerdere ‘waarheden’ zijn?

Nu ik het toch over ‘waarheden’ heb. Sluit succesvolle integratie aanslagen uit? Met andere woorden, zijn ‘aanslagen’ een maatstaf voor integratie? Zijn er op het gebied van integratie niet ook meerdere ‘waarheden’ naast elkaar mogelijk?

Jihadisten en/in de samenleving

‘Logisch,’ zal de Syrische president Assad zeggen, iedereen die zich met geweld tegen de rechtmatige regering verzet is een terrorist. Dat zal hij zeggen over het nieuws van afgelopen week dat Nederlandse hulp bij jihadisten en terroristen terecht kwam. En daar heeft Assad een punt. Probleem in Syrië is alleen dat er geen andere mogelijkheid is de regering van Assad af te zetten. Daar gaat het mij nu niet om. Velen, ook Ton F. van Dijk bij HP DE TIJD , voorzien problemen bij de vervolging van teruggekeerde jihadisten. Van Dijk: “Het niet vervolgen van teruggekeerde jihadisten, die zich mogelijk schuldig maakten aan oorlogsmisdaden, leidt ertoe dat de teruggekeerde strijders weer deel uitmaken van onze samenleving. Geradicaliseerd of niet. Dat laatste is onverteerbaar en betekent bovendien een aanzienlijk veiligheidsrisico voor de burgers in Nederland, die juist door hun eigen overheid beschermd moeten worden.” Een bijzonder uitspraak.

Rote_Karte-RB_Salzburg-18-09-2005

Foto: Wikipedia

Van Dijk heeft gelijk dat het onverteerbaar is als mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan (oorlogs)misdaden niet worden vervolgd. Wat hij suggereert, is dat er mensen zijn die geen deel uit kunnen maken van de samenleving. Maakt een jihadist die terugkeert en wordt vervolgd geen deel uit van de samenleving? Bijzonder. Logisch gevolg hiervan is dat iedereen die wordt vervolgd en het gevang in gaat geen deel uit maakt van de samenleving.

Maken teruggekeerde jihadisten, al dan niet vervolgd, niet altijd deel uit van de samenleving? Inderdaad moet de veiligheid van een ieder in dit land zo goed mogelijk worden gegarandeerd. Dat kan door mensen, waarvan is aangetoond dat zij een mogelijk gevaar voor anderen zijn, goed in de gaten houden. 

Is de gevangenis niet gewoon een onderdeel van de samenleving? Een bijzonder onderdeel waar mensen naartoe gaan die zich niet aan de spelregels hebben gehouden?  Zoals een voetballer die een rode kaart krijgt, wel onderdeel is van het voetbal, maar even geen wedstrijd mag spelen totdat hij zijn straf heeft uitgezeten? 

Goed voorbeeld

De strijd in Syrië duurt maar voort en een einde lijkt nog niet inzicht. Bij De Correspondent beschrijft Dimitri Tokmetzis de ‘geschiedenis’ van de strijd en maakt daarbij duidelijk hoe deze strijd al verschillende keren van gedaante is veranderd. Tokmetzis“ Het begon in het voorjaar van 2011 als een burgerlijk protest tegen het autoritaire regime van president Assad. …Al snel vond er een radicalisering en fragmentatie plaats langs ideologische en sektarische lijnen. En, zoals dat gaat, begonnen buitenlandse partijen zich in de strijd te mengen – zichtbaar en onzichtbaar. … In 2014 kwam nog een speler het veld opstormen, nu vanuit Irak: ISIS Dat leidde weer tot een radicale herinterpretatie van het conflict door de Verenigde Staten, enkele Europese landen en, later, Rusland.” …  Begin 2017 transformeerde het conflict voor de derde keer door extreme fragmentatie.”

syria-1699119_960_720

Illustratie: pixabay.com

 Dit alles heeft er, volgens Tokmetzis, toe geleid dat het al lang niet meer over Syrië gaat en “ Met zo’n verstrengeling van economische belangen, lokale machtsmotieven en de gewapende strijd is het erg moeilijk een politieke oplossing te vinden voor het conflict.” Want: “Een oplossing is niet mogelijk zonder oog te hebben voor deze grensoverschrijdende belangen, netwerken en geldstromen.” Dit houdt in, zo citeert Tokmetzis Clingendael-onderzoeker Erwin van Veen: “De zuurstof voor het conflict komt sinds enige tijd vooral van buiten. Daarom zal op dit moment een mogelijke oplossing eerst internationaal moeten worden gevonden. Wat de Syriërs zelf willen, is tragisch genoeg, van ondergeschikt belang geworden.” 

Na deze beschrijving en analyse van de situatie vraagt hij, bijna verzuchtend zo lijkt het, aan zijn lezers: “Moeten Nederland en de Europese Unie hun opstelling ten opzichte van het conflict veranderen?”  Een interessante vraag. Is er, zijn analyse volgend niet maar één optie als je als land een bijdrage wilt leveren aan het beëindigen van deze strijd? Zou meer buitenlandse bemoeienis in de strijd hierbij helpen? Als de ‘zuurstof’ vooral van buitenlandse bemoeienis komt, zou meer buitenlandse bemoeienis, meer zuurstof, dan de oplossing zijn?

Zou de oplossing niet gezocht moeten worden in het beëindigen van die buitenlandse bemoeienis? Beëindigen door je afzijdig van de strijd en de strijdende partijen te houden? Afzijdig, maar niet afzijdig als het de opvang van Syrische oorlogsvluchtelingen betreft? Afzijdig ook door hen, zonder aanziens des persoons (dus ook als het de Verenigde Staten, Saoedi-Arabië of Israel betreft) te straffen met economische en andere sancties? Door ervoor te zorgen dat hun belangen om te stoppen groter zijn dan de strijd voort te zetten? Door de ‘pijn’ te verleggen van de Syrische bevolking naar de bevolking van deelnemende landen?

Zou Nederland dit voorbeeld durven te geven?

Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland

“Wellicht kunnen we de sinterklaastijd gebruiken om het tij te keren. Hoe? Door Sinterklaas te vragen om onze bestuurders, volksvertegenwoordigers en onszelf een dosis gezond, democratisch verstand en vooral een stevige portie moed te geven.” Hiermee eindigde mijn prikker van eergisteren. Dit omdat demonstraties (vrije meningsuitingen) steeds vaker worden verboden met een beroep op de openbare orde. Terwijl in een vrije democratische samenleving de vrije meningsuiting (en dus demonstraties) juist een belangrijk kenmerk is van de de niet verstoorde, dus normale orde.

Vrijheidsbeeld

Foto: Pixabay

Ik moest hieraan denken toen ik het volgende las bij Joop:

“Enkele relatief nieuwe extreemlinkse antiracistische actiegroepen bestaan voornamelijk uit actievoerders met een migrantenachtergrond. Zij strijden tegen (in hun ogen) racistische en koloniale symbolen in de Nederlandse maatschappij, zoals Zwarte Piet, de VOC, straatnamen en standbeelden. De bekendste actiegroepen hiervan zijn Kick Out Zwarte Piet en De Grauwe Eeuw.”

Dit is afkomstig uit het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 46 van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.  Voor wie het wil controleren klik hier, vervolgens op de Download en kijk dan op pagina 8.

Nu heb ik zelf zo mijn bezwaren tegen de manier waarop deze actiegroepen het verleden selectief gebruiken en soms zelfs misbruiken voor hun strijd in het heden. Ook heb ik moeite met de hun manier van redeneren. Aan de andere kant voel ik mee met mensen die minder prettige gevoelens krijgen bij bijvoorbeeld zwarte piet, of die meer aandacht willen voor bijvoorbeeld de slavernij.

Kenmerk van een goed functionerende democratie is dat er een publiek debat is over gevoelige onderwerpen. Een debat waarbij iedereen zijn zegje mag doen. Waar de toon soms geagiteerd is en het volume soms hoog. Dat alles past en hoort erbij. Geweld hoort er niet bij en als we de in het Dreigingsbeeld genoemde clubs Kick Out Zwarte Piet en De Grauwe Eeuw iets moeten nageven dan is dat ze de strijd met woorden voeren. Dat ze zich keurig aan de spelregels van de democratie houden. Dat ze voor iedere demonstratie keurig een vergunning aanvragen. Complimenten daarvoor.

Wat mij wel zorgen baart is dat ze meestal worden bedreigd en dan niet op de overheid kunnen rekenen. Dat zij zo worden beperkt in hun recht om hun mening te uiten. Wat mij nog het meeste zorgen baart, is dat zij worden genoemd in een rapport over terrorismedreiging in Nederland uitgegeven door de overheid, door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. Want is vrije meningsuiting een daad van terrorisme? Wat is er trouwens extreem links aan hun standpunten?

Ik neem in ieder geval de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding op in mijn ‘Dreigingsbeeld Anti-Democratie Nederland’.

PS. Zou deze Prikker ertoe leiden dat ik in het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 47 verschijn?

Uitspreken en uitspraken

“Als een slachtoffer niet voor de juridische weg kiest, maar wel het verhaal vertelt, respecteer dat. Eis geen aangifte en al helemaal geen bewijs. Ga niet op de stoel zitten van de rechter in een niet bestaande rechtszaak. Luister, geef steun waar nodig en gewenst. En word zelf geen dader. Dat is wat je kan doen en dat is waar het om gaat.”

De laatste zin uit een artikel van Walter Hoogerbeets bij Joop. Hoogerbeets reageert op de commotie die is ontstaan naar aanleiding van de #MeToo verklaring van Jelle Brand Corstius.

Me tooIllustratie: Pixabay

Volgens Hoorgerbeets willen veel slachtoffers die met hun verhaal naar buiten komen niet de juridische kant op omdat ze weten dat dit een lastig en vaak heilloos traject is. Wat ze willen is een signaal afgeven om het probleem aan te kaarten en duidelijk maken dat het moet stoppen en: “Ze spreken zich uit omdat ze het verhaal kwijt willen over wat hen is aangedaan. Omdat ze een beetje hulp en steun willen.” Een lovenswaardig streven, de wereld verbeteren voor hen die na hen komen dat hoopt de Ballonnendoorprikker op zijn manier ook te doen. Ook de roep om aandacht is te begrijpen.

Toch gaat Hoogerbeets ergens aan voorbij. Door zich uit te spreken, kan het gebeuren dat er iemand wordt beschuldigd. Door een naam te noemen of door zodanige aanwijzingen dat de naam te achterhalen is, wordt er iemand beschuldigd. Vergeet hij niet een zijde van de medaille, namelijk de zijde van de vermeende dader?

Die beschuldigde kan een heel ander beeld hebben van het gebeurde. Dat is wat in de casus Brand Corstius ook aan de hand lijkt te zijn. Bekent hij schuld dan hangt hij. Ontkent hij dan ontstaat er een welles-nietes situatie. Als hij niet reageert, dan blijft het eerste beeld hangen en dat beeld maakt hem schuldig. Wie weet wat er werkelijk is gebeurd, zeker als het gebeurde al jaren geleden plaatsvond? Dat is zelfs voor een rechter zeer lastig als er geen andere verklaringen zijn dan die van de twee betrokken personen.

Als de uitspreker werkelijk de waarheid spreekt, dan is daar overheen te komen, maar wie kan dat beoordelen? Maakt deze manier van handelen het niet mogelijk om bewust iemand ten onrechte in een kwaad daglicht te stellen? Is het in zo’n geval niet begrijpelijk dat er een reactie volgt zoals nu in de casus Brand Corstius? Daarbij aangetekend dat ik niet beweer dat de casus Brand Corstius een voorbeeld is van ten onrechte beschuldigen, daar kan ik geen uitspraak over doen.

Total destruction

“Terrorist and extremist have gathered strength and spread to every region of the planet. Rogue regimes represented in this body not only support terrorists but threaten other nations and their own people with the most destructive weapons know to humanity.”

Deze woorden sprak de Amerikaans president uit bij zijn toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

Hiroshima

foto: Wikimedia Commons

Hij bedoelt hier vooral Noord-Korea. Nu is het maar helemaal de vraag of het Noord-Korea van Kim Jong-un terroristen ondersteunt. Bewijzen hiervoor zijn, bij mijn weten, nog nooit bijgeleverd. Dit maakt deze uitspraak vergelijkbaar met de uitspraak van de voorganger van de voorganger van Trump, George W. Bush, die het Irak van Saddam Hoessein van hetzelfde beschuldigde zonder ook maar een flinter bewijs bij te leveren. Of zou hij toch zijn ‘vrienden’ de koning en diens hofhouding van Saoedi-Arabië bedoelen? Een interessante vraag waar ik hier mijn tanden niet in ga zetten.

Het gaat mij om de tweede zin de ‘schurkenstaten’ onder de lidstaten van de VN die andere landen en hun eigen bevolking bedreigen met de meest vernietigende wapens. Ook hier zal hij doelen op Noord-Korea. Dat land schiet immers raketten af en houdt kernproeven en dat wordt door andere landen, waaronder de VS, als een bedreiging voor de wereldvrede gezien. Iets waarin andere landen al zijn voorgegaan.

In dezelfde toespraak spreekt hij een waarschuwing uit aan die ‘rogue nations’. Hen wacht de totale vernietiging als de Verenigde Staten zich moeten verdedigen. Spiegelt hij niet exact wat hij de andere kant verwijt? Is het dreigen met totale vernietiging en dus met het inzetten van ‘the most destructive weapons kown to humanity’ niet precies dat wat de tegenstander, Noord-Korea, wordt verweten? Je zou kunnen tegenwerpen dat de VS geen schurkenstaat is, al zullen er verschillende andere landen zijn die daar anders over denken. Zelfs als die tegenwerping correct is en de VS geen schurkenstaat zijn, waarin verschilt dan het gedrag van een schurkenstaat van het gedrag van de VS onder Trump?

Altuntas’ alternatieve feiten

Op de site Joop houdt Celal Altuntas een pleidooi voor deelname aan VN-vredesmissies.“Dat is in het belang van de getroffen landen, maar ook in het belang van Nederland,” schrijft Altuntas. Niet deelnemen aan dergelijke missies:

“Betekent nog meer vluchtelingen die naar Europa komen. Betekent nog meer armoede en onmenselijke omstandigheden in Afghanistan. Dat is nog niet alles, want je geeft terroristen ook ruimte om zich daar te verplaatsen. Dat geldt ook voor Mali.”

Afghanistan

Foto: Flickr

Altuntas bouwt zijn betoog op bijzondere ‘feiten’. Altuntas: “Zonder steun van de VN-vredesmissie had de Afghaanse regering moeilijk van de Taliban gewonnen. Weliswaar is de Taliban niet vernietigd, maar is ook lang niet meer zo sterk als in de jaren 90.” Een VN-vredesmissie in Afghanistan? Nu kan het zijn dat ik iets heb gemist, maar bij mijn weten is er  geen VN missie actief in Afghanistan. En ter geruststelling van mijn geheugen, volgens de VN zelf ook niet. De NAVO is er actief als vervolg op de Amerikaanse inval in dat land. De Amerikanen vielen binnen omdat Afghanistan onderdak bood aan het Al Qaida van Osama bin Laden dat kort de aanslagen van 11 september 2001 had gepleegd. De Taliban waren op dat moment de Afghaanse regering en die werd door de Amerikanen verjaagd. Aan wie verleenden de Amerikanen op dat moment dan steun?

Iets verderop in zijn betoog bespreekt Altuntas de situatie in het Midden-Oosten: “Zonder de inzet van de vredesmissie was ISIS nog steeds machtig in het Midden-Oosten en had het zeker nog duizenden slachtoffers meer gemaakt. Als de VN eerder via een vredesmissie had ingegrepen, had ISIS wellicht niet zo veel ellende kunnen aanrichten.” Ook hier was ik in de veronderstelling, en gelukkig geeft dezelfde VN me gelijk, dat er geen sprake is van een vredesmissie tegen ISIS. De strijd tegen ISIS wordt door vele partijen gevoerd. Partijen die ook nog eens onderling met elkaar in de clinch liggen. Partijen die ieder door andere ‘machten’ worden gesteund.

Herschrijft Altuntas de geschiedenis zodat deze zijn betoog ondersteunt?. Of moet je tegenwoordig zeggen dat hij zich op ‘alternatieve feiten’ baseert?