“In een tijd van preventie, controle en het minimaliseren van risico’s kiezen bestuurders steevast voor ‘de openbare orde’.” Woorden uit een artikel van Cinan Çankaya in de Volkskrant. Aanleiding voor zijn artikel is de hele heisa rond de anti-zwarte-piet demonstranten die door pro-zwarte-piet demonstranten werden belemmerd om te demonstreren, een demonstratie waarvoor de burgemeester een vergunning had afgegeven. Çankaya concludeert:
“Zorgvuldig omgaan met grondrechten blijkt ook voor het Nederlandse bestuur, de politieorganisatie en een belangrijk deel van haar inwoners een probleem te zijn.”
foto: Wikimedia Commons
Het gaat mij niet om zwarte piet, daar heb ik al eerder mijn zegje over gedaan en daar laat ik het bij. Het gaat mij om het begrip ‘openbare orde’. Dat begrip wordt, samen met het woord veiligheid, vaak gebruikt als er weer eens een demonstratie of manifestatie wordt verboden door een burgemeester. Een burgemeester die bang is voor verstoring van die openbare orde. Om te bepalen of die openbare orde wordt verstoord, moet eerst duidelijk zijn hoe die niet verstoorde orde eruitziet, wat behoort tot de normale orde?
In onze democratie is het in het openbaar kunnen uiten van je mening een belangrijk grondrecht. Met mijn prikkers maak ik gebruik van dit recht. Demonstreren is ook een manier om je mening te uiten. Demonstreren kun je in je eentje en ook in een groep. Betekent dit niet dat het uiten van je mening, ook in de vorm van een demonstratie gewoon tot de normale orde behoort en dus die orde niet kan verstoren?
Begin dit jaar schreef ik hier al, naar aanleiding van Turkse ministers die op bezoek kwamen en wilden komen, over. Ik stelde toen de vraag: “ Zou niet slechts bij hoge uitzondering, of liever nog nooit, een bijeenkomst of demonstratie verboden mogen worden?” Die prikker eindigde met de vraag: “Zijn onze bestuurders niet veel te angstig en bewijzen ze de democratie en onze vrijheden niet een slechte dienst door vanuit deze angst te handelen?” Vragen die we ook nu weer, of eigenlijk nog steeds, kunnen stellen.
Wellicht kunnen we de sinterklaastijd gebruiken om het tij te keren. Hoe? Door Sinterklaas te vragen om onze bestuurders, volksvertegenwoordigers en onszelf een dosis gezond, democratisch verstand en vooral een stevig portie moed te geven. Dat zou het door Çankaya gesignaleerde probleem oplossen.
Pingback: Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland – Ballonnendoorprikker
Pingback: Risicovermijding – Ballonnendoorprikker
Pingback: Rechten, meningen in de openbare ruimte – Ballonnendoorprikker