Uitgelicht

‘We’ve got a bigger problem now’

In 1982 kwam het album Plastic Surgery Disasters van de punkband Dead Kennedys uit. Bij veel gebeurtenissen de laatste tijd schiet me een nummer op dat album te binnen: het nummer We’ve Got a Bugger Problem Now.1 Het nummer verhaalt over: “Emperor Ronald Reagan, Born again with fascist cravings.” We zijn ruim veertig jaar verder en zitten met een Amerikaanse president opgescheept die het programma dat in de song aan Reagan wordt toegedicht, uitvoert. We zien Europese politici die braaf in het gelid springen en een soortgelijk programma nastreven. Neem de Nederlandse partijen PVV, VVD, BBB, SGP en JA21 die een motie van het Forum voor Democratie ondersteunden om Antifa te benoemen tot een terroristische organisatie. Een gevaarlijke ontwikkeling.

De hoes van de EP In God We Trust waarop het nummer We’ve Got a Bigger Problem Nowop de B-kant is te vinden

Dead Kennedys was een punkband uit Californië. Grote man was zanger Jello Biafra, het alter ego van Eric Reed Boucher. Hij schreef over de maatschappij kritische teksten. We’ve got a Bigger Problem Now is daarvan een goed voorbeeld. Het nummer is een herschreven versie van hun eerste single California Über Alles2, een song waar Jerry Brown, de Democratische gouverneur van Californie op de hak werd genomen. Brown was in de race voor het presidentschap dat uiteindelijk naar Ronald Reagan ging. Het activisme van de band bleek uit uit de ‘bijlage’ bij het album Frankenchrist . Die bijlage zorgde ervoor dat de strafrechterlijk werd vervolgd. Bij dat album zat een kopie van het werk ‘Penis Landscape’ van de Zwitserse kunstenaar Giger. Op de hoes waarschuwde de band voor die bijlage die als schokkend, walgelijke of beledigend ervaren kon worden.

Terug naar We’ve Got a Bigger problem now en waarom dat nummer mij steeds vaker te binnen schiet. Het nummer begin met het volgende gesproken intro: “Last call for alcohol. Last call for your freedom of speech. Drink up, Happy Hour is now enforced by law. Don’t forget our house special. It’s called a Tricky Dicky Screwdriver. It’s got one part Jack Daniels. Two parts purple Kool-Aid. And a jigger of formaldehyde From the jar with Hitler’s brain in it. We’ve got in the back storeroom. Happy trails to you, happy trails to you!” Het feest is over. De vrijheid van meningsuiting staat op de tocht. Geniet vooral van onze fascistische leugens propaganda. De naam van het speciale huisdrankje Tricky Dicky Screwdriver verwijst naar president Nixon die in 1974 moest aftreden vanwege het Watergate schandaal, het leugenachtige. De formaldehyde uit het vat met daarin Hitlers hersens is een duidelijke verwijzing naar het fascisme. Met betrekking tot Reagans presidentschap wellicht een tikkeltje voorbarig. Nu onder Trump een redelijk accurate beschrijving van de werkelijkheid. De vrijheid van meningsuiting wordt in rap tempo geweld aangedaan met Jimmy Kimmel als laatste prominente slachtoffer.

Dan het eerste couplet: “I am Emperor Ronald Reagan. Born again with fascist cravings Still, you made me president. Human rights will soon go ‘way. I am now your Shah today. Now I command all of you. Now you’re going to pray in school. I’ll make sure they’re Christian, too.” De ‘fascist cravings’, fascistische verlangens, van Donald Trump waren al bekend vanuit zijn eerste ambtstermijn. ‘Cravings’ blijkend uit het ondermijnen van het democratische verkiezingsproces op alle mogelijke manieren met als meest pregnante voorbeeld zijn woorden en daden op de 6e januari 2021. De dag dat een meute opgehitste aanhangers van hem het Capitool bestormden. Bestormers die hij, als een van zijn eerste daden in zijn tweede termijn, gratie verleende en vernoemde tot ‘helden en patriotten’. Ondanks die ‘fascist craving’ werd hij verkozen tot president. Met die herverkiezing zijn de mensenrechten in rap tempo aan het verdwijnen. Mensen worden zonder aanleiding opgepakt, opgesloten en een deel zelfs geëxporteerd naar een land waar ze geen enkele relatie mee hebben. Hij is de ‘sjah’, de ‘geestelijk leider’ die iedereen beveelt. En bijna iedereen schikt zich naar die bevelen. Ook daarvan is Jimmy Kimmel het meest recente voorbeeld. Een geestelijk leider die bepaalt ‘dat je op school christelijk bidt’. Het verzet tegen dat ‘christelijk bidden’ is mede door het werk van Charlie Kirk behoorlijk risicovol geworden. Kirk verzamelde op zijn Professor Watchlist docenten met ‘radical behaviour’. En gedrag was in zijn ogen al snel ‘radical’. Een watchlist die ervoor zorgde dat docenten op die lijst worden lastiggevallen door volgelingen Kirk en Trump. Na de moord op Kirk en de reactie van Trump en zijn regering, zal het leven van de docenten op deze lijst er niet vrolijker op zijn geworden.

Na het eerste couplet het refrein: “California über alles. California über alles. Über alles California Über alles California.” Dit is niet veranderd ten opzicht van de eerste single van de band met de gelijknamige titel als de eerste zin van het refrein. Door naar het tweede couplet.

“Ku Klux Klan will control you. Still, you think it’s natural. Nigga knockin’ for the master race. Still, you wear the happy face. You closed your eyes, can’t happen here Alexander Haig is near. Vietnam won’t come back, you say. Join the Army or you will pay. Join the Army or you will pay.” De nieuwe Klan die je controleert wordt gevormd door tech bro’s die hun middelen ten dienst stellen aan Trump die hen als wederdienst niets in de weglegt bij het najagen van zoveel mogelijk winst ten koste van Jo Sixpak. En Jo vindt het ook nog normaal dat die bedrijven hem uitbuiten want ze komen op voor ‘zijn vrijheid’. De tech bro’s en zeloten zoals Kirk die als een moderne Pavlik Mozorov mensen ‘verraden’ voor het ‘goede doel’. Voor degenen die het niet weten. Pavlik Mozorov was een held van de Sovjet Unie wiens ‘heldendaad’ eruit bestond dat hij zijn vader verried. En dat allemaal ter meerdere eer en glorie van het ‘master race’. En nee dat zijn niet de blanken. Dat zijn mannen die miljarden hebben gemaakt met het uitbuiten van het klootjesvolk. Klootjesvolk dat graag bij dat ‘master race’ willen horen. Zo graag dat ze zich met een blij gezicht laten afpersen, uitbuiten en misbruiken. Misbruiken door zich gewillig als knokploeg te laten inzetten voor destructieve acties zoals de bestorming van het Capitool. De terreur die deelnemers aan de ‘anti asieldemonstratie’ van 20 september 2025 in Den Haag uitoefenden is een Nederlands voorbeeld hiervan. Enigst verschil met de jaren tachtig is dat een huidige Alexander Haig ontbreekt. Haig was een meermalig gedecoreerde generaal die stond voor fatsoen en in de eerste anderhalf jaar van de regering Reagan minister van buitenlandse zaken was.

Na weer een keer het refrein, volgt een gesproken intermezzo: “Yeah, that’s it, just relax. Have another drink, few more pretzels. Little more MSG. Turn on those Dallas Cowboys on your TV. Lock your doors, close your mind. It’s time for the two-minute warning.” Ach ja, het zal zo’n vaart niet lopen. Dus drink nog maar wat, neem nog wat pretzels, wat MSG (mononatriumglutamaat, een umami smaakversterker) zodat het je je nog wat beter voelt. Laat je verdoven door een voetbalwedstrijd op TV, maar in de huidige tijd mag het ook B&B vol liefde zijn of iets soortgelijks. Ogen dicht niet nadenken. Dan is het nu tijd voor de waarschuwing, de blik op de toekomst.

Die blik wordt gelegd in het Orwell jaar 1984, twee jaar na het uitkomen van het nummer. Die waarschuwing luidt: “Welcome to 1984! Are you ready for the Third World War? You, too, will meet the secret police. They’ll draft you and they’ll jail your niece. You’ll go quietly to boot camp! They’ll shoot you dead, make you a man Don’t you worry; it’s for a cause. Feeding global corporations’ claws. Die on our brand-new poison gas. El Salvador or Afghanistan. Making money for President Reagan. Making money for President Reagan! And all the friends of President Reagan!” Helaas hoeven we nu niet zover vooruit te kijken. De vraag of we klaar zijn voor een oorlog, een wereldoorlog of niet, is er eentje die vaak wordt gesteld. De immigratiedienst ICE vervult met verve de rol van de ‘secret police’. Je hebt de keuze tussen het gevang en meelopen en -werken. Meewerken aan het vullen van de zakken van president Trump en zijn vrienden de tech bro’s en wat Marlène Benquet en Théo Bourgeron, in hun boek Alt Finance How the City of London bought democracy, ‘alt finance’ noemen: de hedgefondsen, private-equityfondsen, kwantitatieve handelsfondsen en vastgoed fondsen.3

Benquet en Bourgeron betogen op een overtuigende manier (onder andere door het volgen van het geldspoor), dat deze bedrijfstak de neoliberale wereldorde wil afbreken. Wat deze partijen nastreven is, in de woorden van de beide auteurs, een libertair autoritair regime. Een regime dat: “vijandig staat tegenover elke herverdeling van rijkdom, gebruikt het onderdrukking van sociale bewegingen, beperking van burgerlijke vrijheden en beperkingen op demonstraties en toespraken als belangrijkste middelen om de sociale orde te handhaven.”4 Libertarisme berust, zo betogen Benquet en Bourgeron: “op de radicale verdediging van privé-eigendom, dat wordt geponeerd als de belangrijkste (en vaak enige) regel van sociale organisatie, zonder rekening te houden met de collectieve gevolgen daarvan.”5

Nu willen ook partijen van links deze wereldorde afbreken. De reden waarom is echter een heel andere. Partijen van links willen die orde afbreken omdat die orde tot grote ongelijkheid leidt en wat zij slecht vinden voor het algemeen belang. Ze willen zaken herverdelen. De libertariërs van ‘Alt Finance’, en in hun verlengde de tech bro’s willen die wereldorde afbreken omdat die hen hindert bij het binnenharken van zoveel mogelijk geld. Dit binnenharken wille ze doen door alles te financialiseren. Alt finance en de tech bro’s willen van de neoliberale naar een libertaire wereldorde. Liberalen en neoliberalen maken zich nog druk maken over het maatschappelijk belang zo heeft kapitaal accumulatie via de markt voor neoliberalen tot doel het bevorderen van dat algemeen belang. Voor libertariers is het algemeen belang niet van belang. Voor hen is accumulatie van kapitaal de gewenste uitkomst van het spel.

Overheden en vooral de Europese Unie hinderen hen daarbij. De EU omdat deze, geheel volgens de neoliberale wereldorde ernaar streeft om via de markt het algemeen belang te bevorderen en dat algemeen belang (kwaliteitsregels voor producten, regels ter bescherming van de burger en de consument) hindert deze ondernemers. Daarom roepen ze het hardst dat de regels ‘verstikkend’ zijn en ‘innovatie belemmeren’. Die roep is echter niet bedoeld om regels af te schaffen, maar om te voorkomen dat er nieuwe komen die hen belemmeren bij het uitzuigen en uitbuiten van alles en iedereen. Ze doen dat met toenemend succes. En de ironie, de grootste slachtoffers van het niet reguleren van de activiteiten van deze roofridders, zijn precies de mensen die op 6 januari 2021 het Capitool bestormden, die op 20 september 2025 in Den Haag aan het demonstreren waren. Maar niet nadat ze eerst anderen hebben geslachtofferd. Anderen zoals de immigrant, de asielzoeker, de LHBTQI-er, de islamiet, de jood enzovoorts.

Het nummer is nu actueler dan toen Dead Kennedys het in 1982 uitbrachten. Ook Nederland is al een eind op weg. De motie rond Antifa is een volgende stap ter vervulling van de ‘facist cravings’ van het libertair autoritarisme. ‘Cravings’ zoals het beperken van het demonstratierecht maar ook andere grondrechten want op dezelfde dag dat de Antifa-motie werd aangenomen, namen dezelfde een motie aan om de boerka te verbieden. Weer een stap op een hellend vlak. En het vlak helt al behoorlijk, zoals ik in een eerdere Prikker betoogde. De partijen die deze moties aannamen, de PVV, JA21, FvD, SGP, BBB en de VVD tillen het vlak steeds verder op.

1 Hier is het nummer te beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=VmJYpAycF0c&list=RDVmJYpAycF0c&start_radio=1

2 Hier is het nummer te beluisteren: https://www.youtube.com/watch?v=R-rDQs5NOP4&list=RDR-rDQs5NOP4&start_radio=1

3 Marlène Benquet en Théo Bourgeron, Alt Finance How the City of London bought democracy, pagina 39

4 Idem, pagina 9. Eigen vertaling.

5 Idem, pagina 9. Eigen vertaling

Uitgelicht

Het rokje van Dilan Yeşilgöz

“ Op dit soort momenten heb je politici nodig die verbinden. We moeten het geweld afkeuren en achter de daders aan, maar om het gelijk politiek te maken is heftig en onnodig. Je gaat dingen politiek maken die niets met politiek te maken hebben.” Woorden van minister Eelco Heinen van de VVD naar aanleiding van het extreem rechts terreur in Den Haag van zaterdag 20 september 2025. Een bijzondere redenering van minister Heinen. Heinen reageerde op de uitspraak van D66-leider Rob Jetten dat: “andere politici en partijen deze extremisten in het centrum van de macht hebben gebracht”.

Heinen was niet de enige. Zijn partijgenoot Christianne van der Wal viel hem in de uitzending van EVA van maandag 21 september bij. Net zoals VVD-leider Dilan Yeşilgöz bij Pauw & De Wit. Daar betoogde zij dat: “we als politiek één front moeten vormen,” dat, “vanuit de Kamer moet zeggen: dit accepteren we niet.” Ze kregen zelfs bijval van politiek verslaggever Elodie Verweij die Yeşilgöz complimenteerde met haar eerste inhoudelijke reactie en die vond dat de rest weer: “Den Haag being Den Haag,” was namelijk weer heel erg met zichzelf bezig. Yeşilgöz had getweet dat het ‘tuig was dat je gewoon moet oppakken. Zeer bijzonder.

bron: Flickr

Maar nu toch even voor de dames en heren politici en politiek journalisten het onderscheid tussen de politiek en het politieke. De politiek dat zijn de formele structuren en processen die bij het besturen horen, dat wat de volksvertegenwoordigers in Den Haag met elkaar uitspoken. Het politieke is de manier waarop macht in een samenleving wordt uitgeoefend en verdeeld. Hier behoort ‘ de politiek’ als in de besluitvormingsstructuren toe maar het omvat veel meer. Het omvat zo ongeveer elk aspect van het sociale leven.

Een demonstratie is een:“betoging: een demonstratie tegen het beleid van de regering.” Een betoging een: “optocht om bepaalde gevoelens kenbaar te maken,” is per definitie politiek. De terreur die een deel van de demonstranten verspreidde, is net zo politiek. Ook dat is een aspect van net sociale leven. Het geweld gericht tegen de politie, een kantoor van een politieke partij, het parlementsgebouw maar ook tegen de horeca-ondernemers en hun personeel is politiek. En ja, het is ook bedoeld om ‘de politiek’, het besluitvormingsproces van de samenleving te beïnvloeden. Er hoeft niets politiek gemaakt te worden want het is een en al politiek.

Het is nog om een andere reden bijzonder. De roep van de VVD om dit te ‘depolitiseren’ en ‘schouder aan schouder’ te staan klinkt op het eerste gezicht sympathiek. Wat Yeşilgöz en de rest van de VVD van D66 vraagt is om ‘schouder aan schouder te staan met politieke partijen zoals de PVV, die nu hard roepen dat dit ‘tuig’ hard gestraft moet worden, maar die al jaren de woorden en het gedachtegoed leveren waarmee deze extreemrechtse terreurzaaiers hun daden verdedigen zoals Lubach in zijn uitzending liet zien. Meest recent nog tijdens de algemene politieke beschouwingen na Prinsjesdag. Partijen die de haat zaaiden met hun woorden en nu afstand doen van de oogst van hun zaaiwerk. Daar moet je nu ‘ schouder aan schouder’ mee gaan staan. Dat is hetzelfde als van een verkrachte vrouw vragen om samen op te trekken met iemand die haar verweet dat ‘dat rokje’ wel erg uitdagend is en dat je er dan wel een beetje om vraagt.

Bijzonder is ook dat deze oproep komt van een partij en partijleider die de zaaier, de ondemocratisch georganiseerde en ondemocratisch en anti-rechtsstatelijk handelde PVV, in het centrum van de macht heeft gebracht. Van een partijleider die zich de afgelopen week stil hield, toen Wilders tijdens die algemene politieke beschouwingen verdeeldheid en haat stond te zaaien. Een partijleider van een partij die een motie van een andere extreem rechtse partij, het Forum voor Democratie om antifa als een terroristische organisatie te bestempelen, ondersteunde. Nu is antifa een vlag en geen organisatie en constateert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid dat er vanuit die hoek geen gevaar dreigt voor de democratie en de rechtsstaat. Dezelfde partij die instemde met een boerkaverbod. Een partij die instemde met het discrimineren van statushouders. Een partij die er geen been in ziet om het grondrecht om je mening te uiten in een demonstratie aan banden wil leggen.

Met de roep om te ‘depolitiseren’ proberen Yeşilgöz en de VVD hun rol en verantwoordelijkheid weg te schuiven en te ontlopen. En de VVD en verantwoordelijkheid staan, zoals ik bij de bespreking van het verkiezingsprogramma van de partij al liet zien, op gespannen voet met elkaar. De roep om de depolitiseren is daarmee politiseren in optima forma.

Uitgelicht

Election files 7: de storm van de VVD

Als eerste partij presenteerde de VVD haar verkiezingsprogramma voor de komende verkiezing van de Tweede Kamer. In de serie Election files besteed ik aandacht aan de verkiezingsprogramma’s. De VVD heeft hierbij de primeur. Ik moet zeggen een bijzonder programma geschreven in ronkende taal. Dat begint al met de titel: Sterker uit de storm1. Maar wat wil de partij? En vooral hoe verhoudt hetgeen de partij schrijft zich tot haar daden? Hoe verhouden de plannen zich tot haar optreden de afgelopen jaren? De inleidende alinea van het programma sluit af met de woorden: “Vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid en sociale rechtvaardigheid vormen de rotsvaste bouwstenen van onze maatschappij. Deze liberale waarden zijn niet alleen in het verleden van belang geweest om ons prachtige land op te bouwen en vorm te geven. De liberale waarden vormen absolute voorwaarden om de vrijheid van het individu te beschermen, en onze unieke kwaliteiten te behouden en verder te ontwikkelen.”2Laat ik het programma en het acteren van de partij eens langs die ‘rotsvaste bouwstenen’ leggen en kijken hoe het zich ertoe verhoudt. Ik moest denken aan het nummer Honesty van Billy Joel:But if you look for truthfullness, You might just as well be blind it always seems to be so hard to give. ‘Honnesty’ is such a lonely word, everyone is so untrue.”

Een behoorlijk lange analyse Daarom begin ik met de conclusie. Als we het VVD-programma naast de ‘rotsvaste bouwstenen’ zoals de VVD ze noemt Vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, gelijkwaardigheid en sociale rechtvaardigheid van onze maatschappij leggen? Dan zien we dat verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid met de mond worden beleden maar dat de daden uit het verleden en de plannen voor de toekomst iets anders laten zien. Dan zie je dat voor de VVD, om Orwell te parafraseren ‘sommige dieren gelijker zijn dan anderen’. Dan zie je ook dat de partij die zegt op te komen voor de ‘hardwerkende Nederlander’, maar heel weinig mensen echt hard vindt werken. Dan zien we dat de partij vrijheid vooral wil invullen met het verbieden van onwelgevallige stemmen en weinig vertrouwen lijkt te hebben in de kracht van onze democratie. Dan zien we dat de partij onze rechtsstaat wil veranderen van rule of law naar rule by law. De partij stelt verschillende zaken voor die de positie van de burger en dan vooral de burger met een kleine portemonnee ten opzichte van de overheid verzwakken. Dan zien we dat de VVD verantwoordelijkheid vooral ontwijkt. Slechts één keer in het hele document schemert er iets door met betrekking tot de eigen rol. Dit terwijl de partij sinds 2010 de dominante machtsfactor is en van de laatste 40 jaar er 33 deel uitmaakte van de regering. Dit knelt vooral als de partij spreekt over de huizenmarkt. Maar bijvoorbeeld ook als het gaat over deregulering en veiligheid. Dan zie je vooral een programma met een groot gebrek aan inzicht en analyse. Inzicht en analyse waarbij de blik ook automatisch op het eigen handelen zou moeten worden gericht. Dit roept, om Einstein in vragende zin aan te halen, de vraag op: kun je een probleem oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt? Dat laat ik aan de kiezer.

Ik begin bij de titel: Sterker uit de storm. We zitten kennelijk in eens storm, maar wat die storm is, wordt niet duidelijk gemaakt. Het wooord storm komt in totaal drie keer voor in het 81 pagina’s tellende document, op de titelpagina, in de inhoudsopgave en één keer in de tekst. Op pagina drie als afsluiting van de inleiding waar de titel min of meer wordt herhaald met de woorden: “Wij zijn er klaar voor om sterker uit de storm te komen.” 3 Het wordt aan ons, de lezer, gelaten om te achterhalen waaruit die storm bestaat. De de vijf ‘missies’ die de partij formuleert geven een richting van waaruit de ‘storm’ waait. Daarvoor naar de titels van de missies, inhoudelijk kom ik er later in deze Prikker op terug. De eerste missie draagt als titel Radicale economische groei . De tweede: Werken moet lonen en een huis voor iedereen die werkt. De derde is getiteld: De grootste investering ooit in onze veiligheid. De vierde draagt de titel: Orde op zaken voor een vrij en veilig Nederland. De vijfde en laatste missie is: Een sterker Nederland door een kleine overheid. De overheid is dus te groot, we hebben onze veiligheid laten verslonzen, werk loont niet en de economie groet niet. Daar is de afgelopen jaren dus de klad in gekomen. Laat de VVD nu de partij zijn die van de afgelopen 40 jaar er 33 in de regering zat. Geen enkele partij komt daar ook maar in de buurt. Van de laatste vijftien jaar, leverde de partij er veertien de premier. Als het stormt op die gebieden, dan is de VVD een van de hoofdverantwoordelijke voor de storm. Hierover wordt in het programma met geen woord gerept. De partij legt in dit boekwerk geen enkele verantwoording af over haar grote bijdrage aan het bestuur van Nederland in de afgelopen jaren. Geen enkele reflectie op het eigen handelen. De partij sprak en spreekt vaak over ‘verantwoordelijkheid nemen’ en verwijt andere partijen dat die dat niet doen. Bij verantwoordelijkheid nemen hoort onlosmakelijk verantwoording afleggen over wat je met die verantwoordelijkheid hebt gedaan.

Van de titel naar de eerste zin van het programma: “De VVD staat al sinds haar oprichting pal voor het belang van een sterke en stabiele liberale democratie en een sterke en stabiele rechtsstaat.”4 Hoe verhoudt het stappen in een regering met een ‘rechtsstatelijke verklaring’ als basis. Een verklaring die vervolgens door alle ondertekenaars, ook de VVD, met voeten werd getreden. Hoe verhoudt zich dit tot het noodrecht dat de partij wilde gebruiken om haar eigen bestuurlijke onmacht aan te pakken. Hoe verhoudt zich dit tot het streven van de partij om het demonstratierecht te beperken. Ze wil, zoals ze schrijf: “een scherper onderscheid (maken) tussen (vreedzame) demonstraties en ordeverstorende acties. … Daartoe moderniseren we de wet op de openbare manifestaties en zetten we camera’s met gezichtsherkenning in. Er komt een verbod op gezichtsbedekkende kleding en we stellen het blokkeren van vitale infrastructuur strafbaar.” 5Maar wanneer verstoort iets de orde? En wat is ‘vitale infrastructuur’ die niet geblokkeerd mag worden? Hoe verhoudt zich dit tot de discriminerende motie die VVD-Kamerlid Bente Becker indiende en de regering opriep: “om gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden, bijvoorbeeld door het SCP te vragen dit (periodiek) te onderzoeken.” Hoe verhoudt zich dit tot het onderscheid dat de partij maakt tussen mensen Hoe verhoudt zich dit tot haar plan om: “ Statushouders die op azc’s verblijven (…) pas in aanmerking (te laten komen) voor andere vormen van huisvesting op het moment dat zij zowel in woord als in daad achter de Nederlandse waarden staan.6 Wat zijn die waarden waarop wordt getoetst? Waarom wordt alleen deze groep hierop getoetst? Dat is onderscheid maken op oneigenlijke grond. Dat is discriminatie en daarmee in strijd met onze Grondwet. Ook het afnemen van Nederlanderschap bij mensen met een dubbele nationaliteit bij misdrijven waarop meer dan vijf jaar gevangenisstraf staat, is discrimineren. Als laatste: “Daarom schaffen wij de wettelijke taakstelling van gemeenten om statushouders te moeten huisvesten af, en stellen wij een verbod op voorrang voor statushouders in.” 7 Nu is de partij hiermee al een eind op weg want ze stemden in met een amendement dat het statushouders onmogelijk maakt om urgentie te verkrijgen bij het vinden van een huurwoning, ook al voldoet die persoon aan de criteria. Het staat daarmee in een wetsvoorstel waarmee de Tweede Kamer op de laatste dag voor het reces instemde en dat nu ter vaststelling bij de Eerste kamer ligt. Voortrekken suggereert dat iedereen een gelijke uitgangssituatie heeft. Dat is met statushouders niet het geval. Die hebben een achterstand en die achterstand wordt nog groter omdat ze bij het aannemen van het wetsvoorstel op geen enkele manier urgentie meer kunnen krijgen. Om Orwells Animal Farm te parafraseren: het lijkt erop dat sommige dieren bij de VVD gelijker zijn dan anderen.

“Radicale economische groei”, de titel van de eerste missie. Daar is het tijd voor, zo is te lezen. (O)mdat groei simpelweg goed is. Groei is verbonden met vrijwel alles wat het leven mooi maakt: kansen om er wat van te maken en vrijheid om het leven vorm te geven zoals jij dat wilt.” 8 Een wel heel beperkte kijk op het leven want dat bestaat niet alleen maar uit groei. Zoals iedereen die ooit heeft geleefd al heeft ervaren en iedereen die leeft gaat ervaren, is het leven eindig. Het groeit niet alleen maar door. Het sterft. En wat is dan ‘radicale groei’? Het enige in het leven wat radicaal groeit, zijn kankercellen. Die groeien zo radicaal dat ze het leven waarin ze groeien vernietigen. Het leven bestaat niet alleen uit groei en groei is ook niet ‘simpelweg goed’. Als dat voor het leven geldt, zou dat dan niet ook voor de economie gelden? Het programma van de VVD ademt economie. Economie is alles en daar moeten we alles voor doen. Het moet groeien en wel radicaal want: “Het alternatief is een keuze voor verval. Voor afbraak. Voor een lege portemonnee.”9 En dat moeten we natuurlijk niet willen. Dat er een hele wereld ligt tussen de ‘radicale groei’ van de VVD en die ‘lege portemonnee’ en ‘verval’ lijkt de partij te ontgaan. Maar met welk doel moeten we een ‘volle portemonnee hebben? Wat is het doel van die groei? Die wordt in het hele document niet beantwoord: groeien om te groeien. “Op de gevel van een pand aan onze eeuwenoude hoofdstedelijke binnenstad prijkt de leus: ‘De cost gaet voor de baet uyt’. In modern Nederlands: er moet eerst geïnvesteerd worden, voordat er geld verdiend kan worden. Dat bewustzijn moeten we weer van stal halen.” zo is te lezen. Maar waar die ‘baet’ uit bestaat, behalve dan dat: “ook toekomstige generaties in een rijk land opgroeien”10, wordt niet duidelijk. Een land is rijk als het een ‘volle portemonnee heeft.

Wel duidelijk is dat de VVD vol inzet op ondernemers. Want: “Wij kiezen voor groei door pal te staan voor de ondernemer. Het stimuleren van groei bestaat uit grote keuzes en kleine maatregelen.” 11 Een grote keuze waaraan hierbij geen aandacht wordt besteed, is de beschikbaarheid van voldoende personeel. Dat wordt wel gezien als een probleem waar het bedrijfsleven mee kampt, maar wordt niet geboden. Ja, de: “Kennismigrantenregeling wordt toptalentregeling,” want: “Om groei en innovatie te realiseren hebben we soms naast alle knappe koppen in Nederland ook toptalent uit het buitenland nodig.” Om dat te bereiken blijft “de 27%-regeling in stand en scherpen (we) de toelatingseisen aan, bijvoorbeeld via een aanvullende opleidingseis.” 12 De logistieke schuren, de tuinderskassen en slachterijen staan niet te wachten op ‘knappe koppen’, maar op ‘handige handjes’. Daarover geen woord. Trouwens ook niet over het leren van de Nederlandse taal. Dit terwijl: “ De Nederlandse taal spreken (…)cruciaal (is) om vol mee te doen in onze samenleving.” 13 Dat lijkt alleen te gelden voor een waar een andere groep migranten, de asielmigranten.

De ondernemer moet vooral worden geholpen door flink te snijden in ‘overbodige regelgeving want: “Een kapper die papieren moet invullen, kan minder mensen knippen op een dag. Een horecabaas die kosten maakt om aan regelgeving te voldoen, moet de prijs van zijn eten verhogen.” Welke ‘overbodige regels’ er geschrapt moeten worden is minder duidelijk. Daarom wil de partij: “een meetbare doelstelling om het aantal onnodige regels te verminderen,” 14 hanteren. Ook hier wordt weer vooral naar anderen gekeken. In dit geval de gemeenten: “Ondernemers krijgen vaak te maken met een stortvloed aan regels vanuit de gemeente. Wij grijpen daarom in als gemeenten doorschieten in hun regeldrift.” 15

Wat er ontbreekt is waar die regels vandaan komen. Regels komen niet uit het niets. Onze samenleving is gericht op het voorkomen van risico’s. Daarvoor worden al die regels opgesteld. Om te voorkomen dat het zonlicht je tuin niet meer kan bereiken, zijn er regels om je buurmans bouwzucht te beperken. Iets waar de VVD een einde aan wil maken want, zo is te lezen: “Voor de meeste kleine verbouwingen is straks geen vergunning meer nodig. Zo krijgen mensen meer ruimte en vrijheid om hun huis aan te passen aan hun leven, zonder onnodige regels.” 16 Waarbij je meteen de vraag kunt stellen wat ‘ klein’ is. Wat ook op dit punt ontbreekt is zelfreflectie. “De VVD kiest voor een kleine en krachtige overheid met lage belastingen en zonder overbodige regels. Tegelijkertijd moet die overheid de juiste randvoorwaarden creëren zodat de economie kan groeien. … De VVD is voor afschaffing van regels die ondernemers hinderen. … Naast merkbaar minder en betere regels is de VVD voor een slimmere uitvoering van die regels.”17 En: “Ook willen we de regeldruk verminderen, bijvoorbeeld door bij nieuwe regels al vroeg te toetsen of mkb’ers er niet te veel last van hebben. … Verdere vermindering en vereenvoudiging van regelgeving. Voor veel ondernemers zijn er nog altijd te veel regels en regeldruk. We komen met een meetbaar doel om regelgeving te verminderen.” 18Nee, dit staat niet in Sterker uit de storm. Dit schreef de partij respectievelijk in haar verkiezingsprogramma’s van 2012 en 2021. Het staat nu dus weer bijna letterlijk in het verkiezingsprogramma. De VVD heeft sinds 2010 onafgebroken geregeerd. Wat heeft de partij op dit gebied bereikt? Als we dan nu in een storm zitten, hoe moeten we dan de stuurmanskunsten van de VVD beoordelen? Een streven naar minder regels moet beginnen met een een gesprek over risico’s. Dat ontbreekt in dit VVD programma en het ontbreekt al jaren. De VVD presenteert al jaren dezelfde oplossing en kan, ondanks haar ongeveer structurele regeringsdeelname, geen resultaten overleggen. Dat geeft ze zelf toe want volgens de partij zitten we in een storm. Bij een pleidooi om regels te schrappen hoort een kanttekening dat dit risico’s met zich mee brengt. Dus de: “regelvrije zones, waar tijdelijk en gecontroleerd wet- en regelgeving kan worden opgeschort om innovatie te bevorderen,” die de partij wil, brengen risico’s met zich mee. Om die risico’s te beperken biedt de partij: “de juiste juridische grondslag.” 19 Dus regels om de risico’s van minder regels te beperken. Helaas ontbreekt het eerlijke gesprek over de toenemende risico’s van minder regels.

En dan toch even over de belemmering van regels en bureaucratie voor het bedrijfsleven. Het betoog van de VVD is dat minder regels bedrijven de vrijheid geven om te ondernemen. In zijn boek 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme besteedt de Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang hier ook aandacht aan. Chang: “Het hart van het kapitalistische stelsel is het bedrijfsleven. Daar worden dingen geproduceerd, banen geschapen en nieuwe technologieën uitgevonden. Zonder een bloeiend bedrijfsleven is er geen economische dynamiek. Wat goed is voor bedrijven is daarom goed voor de nationale economie. Vooral gezien de toenemende internationale concurrentie in een globaliserende wereld zullen landen die het opzetten en besturen van bedrijven moeilijk maken of die bedrijven ongewenste dingen laten doen, investeringen en banen verliezen en uiteindelijk achteropraken. De overheid moet het bedrijfsleven de maximale mate van vrijheid geven.”20 Nu wil het geval dat er landen zijn die flink groeien en toch worden gekenmerkt door veel regels en bureaucratie. India en China worden op dit moment niet gekenmerkt door hun geringe bureaucratie en ook in China is de regelgeving zeer fors, in het land is nog geen vrije kapitaalmarkt. Of neem het land van Chang, Zuid-Korea, ook een sterk gereguleerd land. Chang haalt zelf een voorbeeld aan waarbij een bedrijf 299 vergunningen moet hebben van 199 instanties om een fabriek neer te zetten en toch komt dezefabriek er. Chang geeft ook een plausibele verklaring hiervan: “Dus in een land dat snel groeit en waar zich voortdurend nieuwe zakelijke kansen aandienen, weerhoudt zelfs de rompslomp van 299 vergunningen zakenmensen er niet van een nieuw project op te starten. Wanneer er daarentegen weinig valt te verdienen als de zaak eenmaal rond is, zullen zelfs 29 vergunningen onoverkomelijk lijken.” 21 Daar komt bij dat regelgeving in het belang van het bedrijf zelf kan zijn. Bureaucratie zorgt voor een gelijk speelveld en draagt bij aan een fatsoenlijke behandeling van personeel. Dat hier zelfs in het, volgens de VVD, overbureaucratische Nederland niet alles goed gaat, laat de bijvoorbeeld de behandeling van de schoonmakers door de fitnessstudio Saints & Stars zien. Die behandeling verdiende geen sterren en was verre van heilig. Dit is maar een zeer recent voorbeeld in een lange lijst van aspergetelers tot slachterijen. Die slechte behandeling van mensen is schandelijk en moet worden gestraft. Het is ook schadelijk voor bedrijven die zich wel aan de regels houden.

Over naar de tweede missie: Werken moet lonen en een huis voor iedereen die werkt. Die laatste twee woorden roepen bij mij meteen de vraag op of iemand die niet werkt, niet in aanmerking komt voor een huis? Is het bevorderen: “van voldoende woongelegenheid,” voor mensen die niet werken, geen: “voorwerp van zorg der overheid,” zoals onze Grondwet in het tweede lid van artikel 22 stelt? Volgens de VVD is Nederland: “gebouwd op de belofte dat hard werken een mooie toekomst oplevert: een eigen huis, een auto voor de deur, een mooi pensioen en wat achterlaten voor de kinderen.” 22Hier lijkt de VVD haar eigen belofte op te dringen aan Nederland. Ons land is gebouwd op de afspraken die in de Grondwet zijn gemaakt en die bevat geen enkel artikel dat een dergelijke belofte doet. Die kent alleen de belofte van artikel 19 eerste lid dat de: “Bevordering van voldoende werkgelegenheid (…)voorwerp van zorg der overheid,” is. Geen eigen koophuis laat staan een auto en wat achterlaten voor de kinderen. Voor wat betreft de oudedagsvoorziening ligt dat wat anders. Die is een zorg van de overheid op grond van artikel 20 van de Grondwet. Ook doet de partij het voorkomen alsof ze een buitenstaander is: “Wij Nederlanders weten dat werken bij het leven hoort. ‘Voor niks gaat de zon op’. ‘Handen uit de mouwen’. ‘De schouders eronder’. Het is een mentaliteit die minstens zo Nederlands is als klompen en kaas, en door heel ons land herkend wordt. Behalve op het Binnenhof, lijkt het soms wel.” En iets verderop: “Vroeger kon je met een diploma op zak en een vaste baan een huis kopen. Vandaag is dat voor steeds meer mensen onhaalbaar. Je doet alles goed: je volgt een opleiding, je werkt, je spaart en toch is een betaalbaar huis buiten bereik. Een gemiddeld koophuis kost inmiddels meer dan 470.000 euro. Tegelijkertijd verdwijnt het aanbod aan huurwoningen, omdat de overheid de woningmarkt heeft dichtgeregeld. En terwijl de politiek blijft praten, worden er te weinig huizen gebouwd en neemt het aanbod aan huurwoningen af. Terwijl een eigen huis de weg is naar een vrij bestaan.”23 En wat verderop is te lezen: “ Het is bijna onmogelijk een goede en betaalbare huurwoning te vinden. De overheid heeft de afgelopen jaren de ene na de andere huurwet ingevoerd, maar het resultaat is problematisch: er worden te weinig nieuwe huurwoningen gebouwd.” 24 Dit zegt de partij die 33 van de afgelopen 40 jaar deel uitmaakt van de regering. De partij die, afgezien van het afgelopen jaar, sinds 2010 de machtigste partij was. Die om het zo te zeggen de ‘huismeester’ van het Binnenhof is. Dit zegt de partij die in 2010 het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu afschafte. Een ministerie dat in het begin van de twintigste eeuw werd opgericht om aan de schrijnende huisvesting van het gros van de bevolking een einde te maken. Dat kon wel naar de provincies. Zegt de partij waarvan lid Stef Blok als minister er prat op ging dat hij ‘de eerste VVD’er was die een heel ministerie deed verdwijnen’.25 Die na zijn aftreden in 2017 beweerde dat de woningmarkt als een zonnetje draaide en het woningbeleid af was.’26 Zegt de partij waarbij gedurende haar regeringsverantwoordelijkheid sinds 2010 de woningprijzen zijn gestegen van gemiddeld € 240.00 naar € 470.000. Geen enkele zelfreflectie laat staan schuldbekentenis. Want als je in 2017 beweert dat het woningbeleid af is en in 2025 constateert dat het in een storm zit die is veroorzaakt door de ene na de andere huurwet en je hebt sinds die tijd aan de knoppen gezeten, dan heb je toch wat uit te leggen. Helaas geen mea culpa zelfs geen enkele zelfreflectie.

Wel grote beloftes zoals: “Wij zien het niet alleen als onze taak, maar als onze plicht om ervoor te zorgen dat iedereen een thuis kan bemachtigen. Niet alleen de lucky ones, maar ook starters, singles, studenten, gezinnen en middeninkomens.” 27 Dat kan alleen als de prijzen van woningen flink kelderen of de lonen fors stijgen. Grote woorden zoals: “We gaan weer koopwoningen bouwen, zodat die eigen plek onder de zon voor iedereen te bereiken is. Regels, procedures en bezwaren zullen linksom of rechtsom moeten wijken.”28 Je kunt wel willen: “schrappen, schrappen, schrappen. In regels, in procedures en in bureaucratie,” en willen kiezen voor: “woningzoekenden in plaats van vleermuizen en beroepsbezwaarmakers,”29 dat klinkt stoer en over het schrappen van regels heb ik hierboven al geschreven. De meeste bezwaren tegen bouwplannen komen niet van ‘beroepsbezwaarmakers’, maar van omwonenden die zich ergens zorgen over maken, wordt voor het gemak vergeten. Dat die bezwaarmakers vervolgens minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening worden, laten we even passeren. Dat wie de klacht indient voor de inhoudelijke beoordeling door de rechter niet uitmaakt, wordt voor het gemak vergeten. Maar vooral dat het probleem vooral wordt veroorzaakt door het bestuurlijke onvermogen van de successievelijke regeringen waarvan de VVD de belangrijkste schakel was, dat wordt niet genoemd. Nee, met de VVD komt de daadkracht die ervoor zorgt dat alles weer kan. En dan vooral het onvermogen om de stikstofproblematiek aan te pakken. Een vraagstuk dat al sinds het begin van de eeuw speelt en waar daadkracht bij het aanpakken ervan ten ene malen ontbreekt. Nee, de VVD is hiervoor niet de enige verantwoordelijke partij. Verantwoordelijk is ze echter wel. Op dit onderwerp was ‘de storm’ al van mijlen ver te zien. De VVD-kapitein van het schip van staat ondernam onvoldoende tot geen actie om van koers te veranderen. Ook hier weer geen enkele vorm van zelfreflectie.

“Met deze verkiezingen staat Nederland op een tweesprong. Gaat Nederland linksaf, dan zullen werkende Nederlanders onvoldoende ruimte krijgen om zelf hun leven te leiden. … Gaat Nederland rechtsaf, dan gaat werken weer lonen en krijgen mensen die bijdragen meer ruimte, waardering en vooruitgang.” 30 Al weer ver doorgevoerde vereenvoudiging van de werkelijkheid: er zijn maar twee mogelijkheden aan de ene kant een karikatuur van het standpunt van .. . ja van wie eigenlijk? Of beter een stropop. En aan de andere kant een karikatuur van het eigen VVD-gelijk. De VVD zet werkenden op één,” zo is te lezen, “Omdat zij Nederland draaiende houden.” Daarom moet: “ Wie werkt (…) beloond worden door er meer op vooruit te gaan dan mensen die niet willen werken.” Daarom, zo is te lezen, wordt: “in een Koopkrachtwet vast(gelegd) dat werkenden er ieder jaar in koopkracht méér op vooruit moeten gaan dan niet-werkenden. Het wordt verplicht dat het kabinet regelt dat werkenden op één staan en dat werken in dit land beloond wordt.” 31 Op heel slinkse wijze wordt op deze manier iedereen die om een of andere reden niet werkt, weggezet als iemand die niet WIL werken. Het is inderdaad niet meer dan terecht dat iemand die werkt meer wordt beloond dan iemand die niet wil werken. Veel, zo niet het gros, van de uitkeringsgerechtigden wil echter wel werken. Hun wil wordt niet beloond. Sterker nog. Het gros van de werkenden moet vrezen want: “Om werken meer te laten lonen willen we af van de doorgeslagen nivellering via toeslagen, aftrekposten en heffingskortingen. De kosten van kinderopvang en de afbouwende kinderopvangtoeslag kan er zelfs toe leiden dat een extra dag werken niks of bijna niks oplevert.”32 Bijzonder want in de verkiezingscampagne van 2023 waarschuwde VVD-leider Yeşilgöz er nog voor dat afschaffen van de toeslagen niet zo simpel was: “Als je kijkt op dit moment, hoeveel Nederlanders afhankelijk zijn van die toeslagen, ik meen ongeveer twee derde van alle Nederlanders, dan weet je dat we dat niet morgen hebben geregeld.” En het klopt dat ongeveer twee derde van de huishoudens een toeslag ontvangt. En ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar ik denk dat die andere een derde gebruik maakt van aftrekposten en dan vooral de hypotheekrenteaftrek. ‘Gelukkig’ voor deze groep: “ blijft de huidige dertig-jaarstermijn van de hypotheekrenteaftrek behouden.” 33 Gelukkig hoeven we niet te kiezen tussen de stropop en de karikatuur die de VVD ons schetst.

Dan de derde missie: De grootste investering in veiligheid. Dat hoofdstuk begint met: “‘Een volk dat zijn verdediging verwaarloost, zet zijn vrijheid op het spel’.” een spreuk op een school op de plek waar generaal Winkelman op 15 mei 1940 de capitulatie tekende. De partij constateert: “Het is echter een zin met een diepere betekenis, die decennia later nog steeds bij iedereen zou moeten doorklinken. ‘Zou’, want de politiek lijkt niet te hebben geleerd van het verleden.” De tekst vervolgt met: “Te vaak regeert in de Nederlandse politiek nog de naïviteit of de drang tot activisme.” 34 De VVD vervulde de afgelopen veertig jaar de partij die eerst een belangrijke en sinds 2010 de centrale rol vervulde in ‘de politiek’. Hierover geen enkel woord. Geen enkele reflectie op de eigen rol en handelen in dat ‘verwaarlozen’. Geen enkele reflectie op het niet laten doorklinken van die diepere betekenis in dat handelen. Geen enkele reflectie op de eigen naïviteit en drang tot activisme. Of waren dat, zoals het programma wil laten doorschemeren ‘anderen’, mensen die ‘linksaf’ kiezen. Even voor de VVD’ ‘links’ heeft in Nederland nooit een meerderheid van de stemmen behaald. Zelfs het meest linkse kabinet ooit, het kabinet Den Uyl, was voor steun afhankelijk van partijen die later zijn opgegaan in het CDA. Een tijd waarin Nederland meer dan 2% van het BBP uitgaf aan defensie en gedurende de regeerperiode van dit kabinet nam dat percentage toe35. “Om ons land en onze krijgsmacht de zekerheid voor de lange termijn te geven die zij verdient, leggen we de geldende NAVO-norm van 3,5% als streefcijfer ook vast in de wet. Stelt de NAVO een hogere norm, dan willen we dat de wettelijke verplichting ook weer verhoogd wordt.”36 Met die 3,5% werd bijna Kamerbreed ingestemd. Dat nu claimen als een eigen verdienste is bijzonder. Zeker gezien de rol die voormalig VVD-leider Rutte in zijn rol als premier jarenlang speelde. Ook hier weer geen reflectie.

Bijzonder bij deze missie is dat de partij in een spagaat ligt: “Europese landen moeten samen sterker worden op het wereldtoneel. We kunnen niet langer verwachten dat de VS altijd ingrijpen of dat China een betrouwbare handelspartner blijft. Dat vraagt om een EU die levert op handel en economische veiligheid, en om hechtere samenwerking tussen Europese NAVO-landen. Europa moet zich ontwikkelen tot een derde geopolitieke macht naast de VS en China.”37 En: “Om Rusland beter af te schrikken moeten Europese landen samen in staat zijn om grootschalige operaties uit te voeren. Voor Nederland vraagt dit om forse investeringen in het Duits-Nederlandse Legerkorps.”38 En als je dan toch bezig bent, neem de Polen dan ook meteen mee want voordat de Russen in Duitsland zijn, moeten ze eerst door Polen. Dus vol inzetten op Europa! Nee, toch niet: “We willen geen Europees Leger: de Tweede Kamer besluit altijd of onze krijgsmacht ergens wordt ingezet. Het gaat hier immers over onze eigen mensen.” 39 En daarmee blijft de huidige houtje-touwtje samenwerking waarbij iedere regering haar eigen afweging maakt, bestaan en is van echt samenwerken en samen optrekken geen sprake. Dit leidt niet tot: “Nederland sterker maken met een sterk Europa,” 40 wat de VVD zegt na te streven. Maar geldt op het gebied van defensie niet het zelfde als op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Daar plaats de VVD: “vraagtekens bij de effectiviteit van 27 verschillende ontwikkelingsprogramma’s in de EU.” Hier stelt de VVD voor om: “ontwikkelingssamenwerking in de toekomst zoveel mogelijk via de EU,” te laten gaan: “We zetten vol in op een gezamenlijke Europese aanpak, waarbij de EU Global Gateway wordt uitgebouwd tot een krachtig, realistisch alternatief voor Chinese projecten zoals het ‘Belt and Road Initiative’.” 41

Over naar: Orde op zaken voor een vrij en veilig Nederland. De vierde missie. “Op Koningsdag en Bevrijdingsdag vieren we ons Nederlanderschap en onze vrijheid. We struinen over rommelmarkten, eten tompoucen of drinken een biertje op bevrijdingsfestivals. Maar het Nederlanderschap is veel meer dan deze, soms wat cliché, tradities.” Gelukkig maar want ik heb niets met Koningsdags, rommelmarkten en tompoucen. Toch ben ik een Nederlander. Dat meerdere is, zo betoogt de VVD: “een set van waarden die diep verankerd liggen in wie we zijn. Vrijheid, verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid. Dat zijn geen vage concepten die je nog van maatschappijleer kent, maar de bouwstenen van onze samenleving.” Maar: “Toch lijken geluiden in onze samenleving die waarden steeds vaker te relativeren. Alsof het ongemakkelijk is om trots te zijn op ons land. Alsof het fout of verkeerd is om te spreken over vrije waarden en beschaving.” 42 Dan toch even. Je uitspreken over vrijheid, verdraagzaamheid en verantwoordelijkheid kan heel goed zonder ‘trots te zijn op Nederland’. Want waarom zou ik ‘trots’ moeten zijn op Nederland? Waarom moet ik trots zijn op , om voormalig premier Balkenende aan te halen, ‘ die VOC-mentaliteit’? Waarom moet ik trots zijn op de schilderijen van Rembrandt, de microscopen van Van Leeuwenhoek, de Nobelprijs van Crutzen of de machines van ASML? Zaken waaraan ik part nog deel heb.

Daarmee kom ik bij de kop boven de inleiding van de missie: “Onze democratische rechtsorde en vrije waarden zijn het beschermen waard.” Daar ben ik het helemaal mee eens. Alleen blijken die rechtsorde en waarden bij de VVD niet in goede handen. De ‘rechtsstatelijke verklaring’, de motie Becker, de onmogelijkheid voor statushouders om urgentie te krijgen voor een woning, het willen beperken van het demonstratierecht. Allemaal voorbeelden van knibbelen aan onze ‘vrije waarde’ zoals verwoord in onze Grondwet. ‘Regels, procedures en bezwaren’ die ‘linksom of rechtsom moeten wijken,’ zijn een aanslag op onze rechtsstaat. Als je vindt dat regels hinderen, moet je ze op de koninklijke weg intrekken. “We verhogen de griffierechten fors voor bezwaarprocedures tegen woningbouw, om onnodige vertragingstactieken en beroepsprocedures te ontmoedigen,”43 betekent een hogere drempel voor mensen die vinden dat ze onrechtvaardig door de overheid worden behandeld. Het recht wordt daarmee alleen voor de bezittende klasse. Of toch niet, de partij wil de “Toegang tot het recht verbeteren.” Alleen ziet de partij daar slechts een zeer beperkte rol voor de overheid bij weggelegd: “Daarom steunen we initiatieven om de sociale advocatuur via de beroepsopleiding aantrekkelijker te maken voor jonge advocaten, stimuleren we samenwerking tussen advocaten en vinden we dat de commerciële advocatuur een bijdrage moet leveren aan de sociale advocatuur.” 44Anderen moeten het probleem van de te lage vergoeding die een sociaal advocaat voor een zaak krijgt, oplossen. Een hoger tarief of een belasting op commerciële advocatuur, niets van dat alles. En bijna aan het einde van het programma is te lezen dat er te vaak wordt geprocedeerd: tegen bouwplannen alleen met als doel om deze plannen te vertragen. Daarom beperken we wanneer mensen belanghebbende zijn en kunnen procederen, willen we dat bezwaren vaker gelijk naar de Raad van State gaan, zodat procedures niet gestapeld worden en schrappen we de overvloed aan bouwregels waar nu tegen geprocedeerd kan worden.”45 Maatregelen waarmee de mogelijkheden van de burger om te ageren tegen overheidsbesluiten, wordt beperkt.

Daar blijft het niet bij. “De opkomst van radicale politieke en religieuze stromingen vormt een bedreiging voor onze vrije samenleving. Stromingen als het politiek salafisme propageren een intolerant gedachtegoed dat haaks staat op onze democratische rechtsstaat.” De VVD wil deze radicalisering tegen gaan. Op zich een nobel streven. Alleen de manier waarop getuigt niet van vertrouwen in juist de kernwaarden van onze democratie en rechtsstaat: “De VVD wil dat de overheid alle juridische ruimte benut, en waar nodig verruimt, om organisaties die een radicale, antidemocratische ideologie verspreiden te kunnen verbieden.” 46 Kenmerk van een democratie is een open discussie tussen verschillende ideeën en opvattingen. Daarin past het verbieden van ideeën niet en dat is wat je doet als je organisaties verbiedt om hun ideeën. Ideeën en opvattingen bestrijdt je met betere ideeën en opvattingen maar vooral met daden die laten zien dat een democratische rechtsstaat tot betere resultaten voor mensen leidt dan niet-democratische. En ja, als iemand moord voor zijn ideeën dan treedt de rechtsstaat op. Daarvoor hoeft niets extra’s te worden geregeld want dat is al geregeld in ons Wetboek van strafrecht. Ik vraag me trouwens af hoe al die maatregelen zich verhouden tot: “De vrijheid om jezelf te zijn, je uit te spreken en je leven te leiden zoals je dit zelf wil.” 47 Bij jezelf zijn kan ook horen je radicaal uit te spreken. Je verzetten tegen slavernij of tegen kinderarbeid was ooit radicaal. Het als zwarte vrouw in de bus niet opstaan voor een blanke, zoals Rosa Parks deed, was in de Verenigde Staten ooit radicaal. Je nu inzetten voor een basisinkomen is radicaal, het is immers een verregaande of ingrijpende hervorming van het bestaande en dat is zoals de Van Dale radicaal definieert. Het inzetten van de staatsmacht tegen ideeën getuigt niet van vertrouwen in de democratie en de rechtsstaat.

De VVD wil ook dat het luiden van de kerkklokken verboden kan worden. En toevallig of niet, op het moment dat ik dit schrijf luidt de klok van de Venlose Sint-Martinus basiliek en gezien het tijdstip zal dat voor een begrafenis zijn. Nee, ze noemen de kerkklokken niet en die bedoelen ze ook niet, maar als ze dat zo zouden schrijven, dan stond het hele land op haar achterste benen. “We willen regelen dat (versterkte) gebedsoproepen kunnen worden verboden als deze de openbare orde verstoren, integratie tegenwerken of niet kunnen rekenen op draagvlak in de omgeving. Als dit niet voldoende effect sorteert verbieden we de versterkte gebedsoproep.” De partij heeft hier duidelijk de islamitische gebedsoproep op het oog maar een kerkklok is ook een versterkte gebedsoproep. Realiseert de partij zich dat een besluit één vorm van versterkte gebedsoproep als verstoring van de openbare orde te noemen, dat dit dan ook geldt voor alle versterkte gebedsoproepen. Dat zal de partij niet bedoelen. Deze maatregel is specifiek gericht of moslims en dat maakt het discriminerend.

De VVD lijkt van een rule of law samenleving naar een rule by law samenleving te verschuiven. Van een samenleving waarbij het recht voor iedereen geldt, ook voor de overheid, een samenleving waar burgers hun recht kunnen bepleiten voor een onafhankelijke rechter als de overheid een beslissing neemt die voor hen nadelig uitpakt, naar een samenleving waar de wet voor de burger geldt en besluiten aan hem worden opgelegd zonder dat een rechter daar nog iets van kan vinden. Zover gaan de voorstellen die de VVD doet niet of nog niet, maar met de hier genoemde voorstellen slaat de VVD wel die richting in.

De laatste missie: Een sterker Nederland door een kleinere overheid. Die missie begint, zoals alle vier de andere, met een ronkend stukje tekst: “Terwijl Nederland vooruit moet, loopt het land vast in regels en procedures. Door een overdaad aan beleidsstukken, regels, procedures, richtlijnen en juridische hoepels en een gebrek aan aandacht voor mensen, hebben we nu een overheid die overal over gaat, maar op weinig levert. De lijst voorbeelden is lang en lijkt eindeloos. Een vergunning voor bijvoorbeeld de uitbreiding van het stroomnet kost nu gemiddeld acht jaar. De bouw van huizen wordt steevast vertraagd door procedures. Zo’n 20% van de zorgmedewerkers geeft aan meer dan de helft van de tijd met administratie bezig te zijn. En zo zijn er nog talloze voorbeelden te noemen van een overheid die zichzelf en de samenleving aan een ketting van wetten, regels en procedures heeft gelegd.” Daarom moeten we: “het heft in handen nemen en onze overheid en dringend onze wet- en regelgeving moderniseren. Onze overheid moet kleiner, effectiever en moderner. Met de hoogste standaarden. Met wetten en regels die werken voor Nederland. Alleen daarmee kunnen we als land weer boven onszelf uitstijgen. … Terwijl we in de zorg nu al vijftigduizend mensen tekortkomen, is het aantal ambtenaren in vijf jaar toegenomen met bijna 70.000, waarvan 30.000 bij de Rijksoverheid.” Je kunt er bijna niet tegen zijn en zou ervoor op de partij stemmen. Maar … dit schrijft de partij die, zoals gezegd 33 van de afgelopen 40 jaar in de regering zat en die van de laatste 15 jaar er 14 de premier leverde en dus als kapitein op het schip stond. In al die jaren is dit niet gelukt en zoals ik hierboven al schreef, stond het ook in eerdere verkiezingsprogramma’s. Bijzonder is dat er hier wel sprake is van enige zelfreflectie: “We zien dat de Tweede Kamer, dus ook de VVD, in de afgelopen vijftien jaar de overheid te vaak te ingewikkeld heeft gemaakt. Door meer regels te eisen, door te kiezen voor rapportageplichten in plaats van goed toezicht, door steeds weer extra moties en onderzoeken aan te vragen. … We kunnen alleen een moderne en effectieve overheid terugkrijgen als de politiek haar regelzucht temt, de overheid kleiner gemaakt wordt en er strak op gestuurd wordt.” 48 Enige zelfreflectie maar nog steeds geen analyse.

Voor de oplossing wordt de blik al weer snel gericht op een ander. De partij wil de opdracht geven aan: “alle departementen om per kabinetsperiode aantoonbaar wet- en regelgeving te schrappen of te versimpelen. Elke kabinetsperiode levert elk departement dus een lijst van regels aan die geschrapt kan worden.” Dit doet mij denken aan de opdracht die we ooit kregen bij een kleine gemeente en die ik sindsdien bij veel gemeenten voorbij zag komen. Die opdracht luidde: maak een lijst met mogelijke bezuinigingen. Daarop leverden we als management de complete begroting in. Je kunt namelijk overal op bezuinigen alleen dat heeft gevolgen. Die maakten we daarbij ook duidelijk. Zo kun je ook alle wetten schrappen. We hebben als mensheid immers duizenden jaren overleefd zonder de huidige stapel wet- en regelgeving. Alleen een wet schrappen heeft gevolgen. Iedere wet is aangenomen met een bepaald doel of effect voor ogen. Dat doel of effect kan zijn iets positiefs bereiken of iets negatiefs voorkomen. Veel van de Nederlandse wetgeving van de afgelopen dertig tot veertig jaar is gericht op iets voorkomen. Voormalig raadsheer bij de Hoge Raad Ybo Buruma beschrijft die verandering in een korte zin: “In de risicosamenleving maken de zorgen over overmatig overheidsoptreden van de overheid plaats voor zorgen om het tekortschieten van de overheid.” En volgens Buruma leven we sinds ruim dertig jaar in een risicosamenleving. Hij volgt hierin de socioloog Ulrich Beck die het begrip risicosamenleving muntte. Ik schreef er hierboven ook al over. Kenmerk van een risicosamenleving is dat: Er wordt gedaan of ongelukken en gevaren uitzonderingen zijn, maar deze maken deel uit van normale bedrijfsvoering.” En: “Die benadering resoneert bij de persoonlijke ervaringen van diverse slachtoffers. Slachtofferschap lijkt steeds meer te worden beschouwd als een inbreuk op menselijke waardigheid: geen pech maar onrecht omdat risico’s onvoldoende zijn onderkend.”49 Als de VVD werkelijk minder regels wil, dan moet het gesprek daar over gaan. Dat gesprek voert de VVD niet.

En daarmee kom ik bij het volgende punt. Hoe wil de partij dat bereiken? Minder ambtenaren door focus op kerntaken: we stellen een strenge norm dat maximaal één op de vier medewerkers bij de Rijksoverheid mag werken in overheadfuncties. Nu is dat nog de helft. Met de operatie effectieve overheid zorgen we ervoor dat er flink minder ambtenaren nodig zijn.” 50 Defensie is duidelijk een kerntaak en de plannen van de partij daar zorgen ervoor dat de overheid in ieder geval niet kleiner wordt want er komen: “100.000 militairen en reservisten,” 51 bij. Helaas wordt niet duidelijk gemaakt wat die kerntaken zijn en al helemaal niet wat er dan gaat gebeuren met zaken die niet tot de kerntaken behoren. Dat zou ik, en jullie wellicht ook, toch graag voor de verkiezingen willen weten.

De VVD wil: “een overheid naar het model van Singapore. We kiezen voor toptalent, werken datagedreven en vergelijken effectiviteit met andere landen. AI kan zorgen voor een revolutie bij de overheid, maar dan moet de overheid wel om leren gaan met techniek.” Data gedreven werken dat klinkt mooi. Maar data zijn niets meer en niets minder dan een berg gegevens. Wat data gedreven werken volgens de VVD is, wordt niet uitgelegd. Daarom zocht ik wat verder. Data gedreven werken is, zo is in het het rapport Data gedreven werken van het ministerie van Justitie en Veiligheid te lezen: werken op basis van feiten uit de samenleving, die verzameld worden in de vorm van data, geanalyseerd worden naar informatie, samen met domeinkennis op de juist manier geïnterpreteerd worden naar bruikbare inzichten, en om op basis van deze inzichten een zo geïnformeerd mogelijk besluit te nemen wat een hogere waarde geeft voor de samenleving.” 52 Data gedreven werken begint bij verzamelde gegevens terwijl het beginpunt een maatschappelijke opgave zou moeten zijn. Om die aan te pakken wordt een hypothese opgesteld, een onderbouwde verklarende redenering. Dan wordt er beredeneerd welke informatie iets kan zeggen over de hypothese. Pas dan worden data gezocht die iets kunnen zeggen over de informatie. Als dat er ligt en de hypothese lijkt te kloppen, pas dan kun je bekijken welke maatregelen je kunt nemen om de maatschappelijke opgave in de gewenste richting te sturen. Dit even terzijde.

Waar het mij om gaat is dat die ‘feiten uit de samenleving’ verzameld moeten worden. Die ontstaan niet spontaan. Als je wilt weten hoe lang een vraag op een antwoord wacht, moet je de datum van binnenkomst en de datum van beantwoording registreren. Wil je het gemiddelde van een groep vragen weten, dan moet je dat voor alle vragen doen. Als je wilt weten waarom het zo lang duurt, moet je nog weer meer informatie verzamelen. Zo ontstaat de bureaucratie waartegen zo wordt geschopt. Als je jezelf wilt vergelijken, zoals de VVD dat Nederland doet met andere landen, dan moet je daarvoor gegevens verzamelen. Alleen zegt het niets als je een Nederlandse en Singaporese aanvraag voor een bouwvergunning met elkaar vergelijkt omdat er met die vergunningen waarschijnlijk heel andere zaken worden geregeld. Data verzamelen zich niet vanzelf. Ze interpreteren zich ook niet vanzelf en AI kan daarbij helpen maar de ervaringen leren dat het resultaat sterk afhangt van de data waarmee AI is getraind. Daarnaast wil de VVD: “Ministeries (…) regelmatig verspillingsaudits (laten) doen,” al dan niet: “op verzoek van de Tweede Kamer. Deze audits kijken of hetzelfde werk door minder mensen gedaan kan worden, of uitgaven wel echt nodig zijn en of projecten niet afgebouwd kunnen worden,” 53 zo is te lezen. Audits vragen weer om gegevens die moeten worden bijgehouden en om mensen om ze uit te voeren. Mensen die behoren tot die overhead.

Als laatste een wel heel bijzondere. “Geen feitenvrij beleid.” Met onder dat kopje de volgende tekst: “We bedrijven geen politiek vanuit de onderbuik. Integratiebeleid moet gebaseerd zijn op feiten. Daarom is sociaal cultureel onderzoek onder de gehele bevolking een belangrijke basis voor het beleid om bepaalde maatschappelijke problemen aan te pakken. Of het nu gaat om radicalisering, hooliganisme, extreemrechts of integratieproblematiek: we moeten weten wat er speelt en wat aanknopingspunten zijn voor oplossingen.” 54 Ik viel van mijn stoel van verbazing maar het staat echt in het verkiezingsprogramma van de VVD. De partij die ‘nareis op nareis’ opblies tot mythische proporties. Het waren er duizenden aldus VVD-leider Dilan Yeşilgöz terwijl het om nog geen 200 aanvragen per jaar gaat waarvan er gemiddeld 70 worden toegekend. Over feitenvrij beleid gesproken. De partij die samen met drie anderen een regeerakkoord schreef met daarinhet plan om de mede door de eigen partij gecreëerde chaos bij het behandelen van asielaanvragen en de huisvesting van asielzoekers en statushouders aan te pakken met noodwetgeving omdat, zoals de premier van het kabinet het verwoordde, ‘mensen een asielcrisis ervaren.’ Over onderbuik gesproken. Je moet maar durven.

1Sterker uit de storm is te vinden op: https://www.vvd.nl/sterker-uit-de-storm/

2Sterker uit de storm, pagina 2

3Idem, pagina 3

4Idem, pagina 2

5Idem, pagina 52

6Idem, pagina 58

7Idem, pagina 63

8Idem, pagina 8

9Idem, pagina 9

10Idem, pagina 10

11Idem, pagina 8

12Idem, pagina 11

13Idem, pagina 58

14Idem, pagina 12

15Idem, pagina 12-13

16Idem, pagina 12-13

17Niet doorschuiven maar aanpakken, pagina 10-12

18Samen aan de slag, Pagina 12

19Sterker uit de storm, pagina 33

20Ha-Joon Chang, 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme, pagina 214

21Idem, pagina 221

22Sterker uit de storm, pagina 27

23Idem, pagina 27

24Idem, pagina 34

25https://fd.nl/economie-politiek/1221025/stef-blok-ik-ben-de-eerste-vvd-er-die-een-heel-ministerie-heeft-doen-verdwijnen-wej1cag5s0uI

26https://woningmarktcijfers.staanhier.nl/blog/2019/11/30/middenhuur-verdiept-de-kloof-op-de-woningmarkt/

27Sterker door de storm, pagina 28

28Idem, pagina 26

29Idem, pagina 32

30Idem, pagina 28

31Idem, pagina 29

32Idem, pagina 29

33Idem, pagina 34

34Idem, pagina 37

35https://marineschepen.nl/dossiers/defensie-uitgaven-BBP.html

36Idem, pagina 39

37Idem, pagina 38

38Idem, pagina 41

39Idem, pagina 40

40Idem, pagina 43

41Idem. Pagina 43

42Idem, pagina 50

43Idem, pagina 33

44Idem, pagina 57

45Idem, pagina 72

46Idem, pagina 59

47Idem, pagina 50

48Idem, pagina 68

49 Ybo Buruma,de onvoltooide rechtsstaat. Tijdgeest en recht 1813-2025, pagina 341

50Sterker uit de storm, pagina 70

51Idem, pagina 39

52Ministerie van Justitie en Veiligheid, Data gedreven werken. Wat er voor nodig is, pagina 9

53Sterker uit de storm, pagina 70-71

54Idem, pagina 60

Uitgelicht

Election Files 6: het vlak helt over

“Een zichzelf respecterende democratische politieke partij gaat niet in gesprek over een “gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat”. … Een zichzelf respecterende democratische politieke partij zegt NEE tegen partijen die aan de grondrechten willen tornen.” Dit schreef ik op 13 december 2023 in een Prikker. Een Prikker met het door toenmalig verkenner Plasterk uitgebrachte advies als aanleiding. Plasterk adviseerde een informateur te benoemen met als opdracht: “te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.” Zo’n gesprek is een hellend vlak, zo betoogde ik. VVD, NSC en BBB dachten er anders over. Onder leiding van toen informateur Plasterk gingen zij in gesprek met Wilders. Samen kwamen ze een verklaring over zo’n basislijn overeen. Uiteindelijk leidde dit tot het kabinet Schoof dat inmiddels is gevallen. Tijd om bestand op te maken en te onderzoeken of het vlak helt.

Bestand opmaken begint met het teruggrijpen op de gemaakte afspraken met betrekking tot die gezamenlijke basislijn. De vier partijen spraken af dat: “ze zich in hun plannen en activiteiten zullen bewegen binnen de grenzen van de democratische rechtsstaat. Dat betekent dat men zich houdt aan de Grondwet (inclusief algemene bepaling), wetten, verdragen, Europees en internationaal recht en rechtsbeginselen. Tijdens de bespreking is toegevoegd dat de partijen onderstrepen dat voor hen vaststaat dat de democratische grondrechten, die in de Grondwet zijn vastgelegd in hoofdstuk 1 artikelen 1-23), een essentiële waarborg vormen voor de democratische rechtsstaat, waarbinnen grondrechten kunnen botsen.” Ook kwamen ze overeen dat: “Rechterlijke uitspraken worden uitgevoerd en nageleefd.” Een uitspraak kan aanleiding zijn om wetgeving aan te passen. Daarbij dient: “een materiële toetsing op grondrechten en rechtsbeginselen plaats te vinden.” Ook constateerden de partijen dat: “Voor het goed functioneren van de democratische rechtsstaat (…) onafhankelijke instituties, zoals rechtspraak, wetenschap en media, van groot belang” zijn en dat ze: “met concrete voorstellen komen.” De partijen vonden: “het van belang een open, feitelijk en fel debat te kunnen voeren, maar houden elkaar en anderen daarbij heel. Voor democratie zijn hoge integriteitsnormen en transparantie bij politici belangrijk om vertrouwen te winnen en te behouden. Bewindspersonen en Kamerleden vervullen een voorbeeldfunctie door integriteitsnormen ten volle na te leven.” Ze sloten deze passage af met de woorden: “Partijen zien het belang van democratische waarden en spreken af dat het door de partijen en hun vertegenwoordigers gewetensvol zal worden ingevuld. Men zal bijdragen aan een bestuurscultuur die een constructieve bijdrage levert aan het landsbestuur en aan een positief bestuurlijk klimaat. De instituties die de rechtsstaat dragen zullen gerespecteerd en beschermd worden.”

Dat zichzelf respecterende democratische politieke partijen dergelijke afspraken niet moeten en hoeven te maken, daar gaat het mij nu niet om. Dat heb ik in de hierboven genoemde Prikker al gedaan. In deze Prikker onderzoek ik de woorden en daden van het kabinet Schoof en de vier partijen die het vormden en leg dit naast de afspraken die ze samen hebben gemaakt en die ik hierboven heb beschreven. Ik ga dus van de theorie naar de praktijk. Omdat dit een lange Prikker is, begin met met de conclusie. De verklaring die de vier partijen onder leiding van informateur Plasterk opstelden, is niet meer dan een schaamlap en is zelfs dat nog niet. De erin gemaakte afspraken werden en worden schaamteloos overtreden en genegeerd.

Die praktijk begon al met het selecteren van bewindslieden. Verschillende PVV-bewindslieden bleken de van oorsprong nazistische omvolkingstheorie aan te hangen. De theorie dat er een plan is om ‘het echte Nederlandse volk’ te vervangen door migranten. Een theorie waarvoor geen enkel wetenschappelijk bewijs is. Ernaar gevraagd, kwamen de beoogde bewindslieden niet terug op hun uitspraken. Sterker nog Reinette Klever, was het geen theorie maar een: “feitelijke beschrijving van een demografische ontwikkeling.” Haar collega Faber constateerde dat er: “zorgelijke demografische ontwikkelingen,” zijn. Ze realiseerde zich tijdens haar hoorzitting dat: “het gebruik van de term onjuist en ongewenst is, vanwege de verschrikkelijke connotatie met het verleden die het met zich meebrengt.” Ze zou het woord niet meer gebruiken. Dit alles bleek geen beletsel om beiden tot minister te benoemen. Je kunt je afvragen hoe zich dit verhoudt tot de ‘hoge integriteitsnormen’.

Op de dag van de regeringsverklaring leek de complete rechtsstatelijke verklaring vergeten. Het ‘positief bestuurlijk klimaat’, de ‘voorbeeldfunctie’ en de ‘hoge integriteitsnormen werden op een wel heel bijzondere manier ingevuld. Wilders nam ‘zijn’ premier Schoof onder vuur. Schoofs reactie op het verwijt dat er ‘racisten en aanhangers van de omvolkingstheorie in zijn kabinet zaten, vond hij ‘slappe hap’. PVV-minister Agema viel premier Schoof tijdens het debat in de rug aan met een twitterberichtje. Bijzonder was de bijdrage van VVD-leider Yeşilgöz. Zij verweet haar collega’s dat ze zich van de: “slechtste kant laten zien. Aan de ene kant een deel van de oppositie dat zichzelf overschreeuwt. En aan de andere kant Wilders die zijn rol als leider van de grootste partij net onverantwoord heeft ingevuld. … Ik mag hopen dat het vanmiddag wél over de inhoud gaat.” Inhoudelijk misschien een redelijk accurate constatering. Yeşilgöz deed deze uitspraak echter niet in de Kamer maar via een twitterberichtje. Goed voorbeeld doet goed volgen, aldus een bekend gezegde. Zou dat ook voor een slecht voorbeeld gelden?

Echter, niet alleen de PVV schoof bewindspersonen naar voren. De BBB schoof Mona Keijzer naar voren. In een uitzending van Jeroen en Sophie betoogde deze latere minister dat: “veel asielmigranten komen uit landen met een islamitisch geloof. We weten dat daar jodenhaat onderdeel is bijna van de cultuur.” Zij herhaalde hierbij bijna letterlijk de woorden die Van der Plas, de voorvrouw van de BBB, een paar weken eerder deed. Van der Plas: “ Ik denk dat een heel goed idee is om dat in Nederland te doen omdat we zien dat de groepen mensen die hier het meest asiel aanvragen dat zijn landen als Syrië, Eritrea, Jemen dat zijn wel echt landen die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten. Ik zeg niet alle mensen.” Twee leden van een partij die de rechtsstatelijke verklaring hebben ondertekend die hier al discriminerend en generaliserend hele landen wegzetten als antisemitisch. Een ‘ activiteit’ die niet helemaal, of beter gezegd helemaal niet, passen binnen de grenzen van onze democratische rechtsstaat.

Op het voor de PVV belangrijkste onderwerp, lijkt het al na een paar maanden spaak te lopen. Minister Faber moest aan een ‘dragende motivering’ werken om staatsnoodrecht te gebruiken op het gebied van asiel. Noodrecht biedt de overheid de mogelijkheid om in noodsituaties zoals een ramp, epidemie of bij het uitbreken van een oorlog, snel te kunnen optreden. Optreden waarbij de gebruikelijke procedures en regelgeving opzij worden gezet. Ook kunnen, zoals tijdens de coronapandemie, vrijheden van burgers tijdelijk worden beperkt. Een redelijk geïnformeerd iemand, weet na deze korte beschrijving van het noodrecht al, dat asiel geen noodsituatie of crisis is. Dat dus een beroep op noodrecht om maatregelen te nemen te vergelijken is met een kanonschot om een mug te doden. De problemen in de asielketen zijn een gevolg van bestuurlijke onwil. Hiervoor noodrecht inzetten, vloekt met ‘hoge integriteitsnormen’ en is een voorbeeld van wat ‘democratische waarden’ juist niet inhouden. Een schending van de rechtsstatelijke verklaring die de vier partijen al in hun Hoofdlijnenakkoord overeen waren gekomen1.

Medio oktober 2024 betoogt Minister Faber dat deze gereed is en bij de fractievoorzitters ligt. Die geven aan ‘niets te hebben ontvangen’ en de eerste kabinetscrisis is geboren. Een crisis hoeft niet automatisch te betekenen dat de rechtsstatelijke verklaring wordt geschonden. De uitkomst van deze crisis zou je kunnen zien als een voorbeeld dat de verklaring werkt. De partijen herstellen hun eerdere overtreding van hun verklaring door af te zien van staatsnoodrecht.

Maar nu ik het toch over asiel en minister Faber heb. Het optreden van minister Faber was het tegendeel: “een bestuurscultuur die een constructieve bijdrage levert aan het landsbestuur en aan een positief bestuurlijk klimaat.” Alle bij het asielvraagstuk betrokken partijen beklaagden zich voor en achter de schermen over de onbereikbaarheid, de eigengereidheid en de eigenwijsheid van deze minister. Haar omgang met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en adviesorganen konden op weinig ‘respect en bescherming’ rekenen. De woorden waarmee ze het advies van het hoogste adviescollege, de Raad van State parkeerde, waren daarvan een stuitend voorbeeld. Dat advies zou:“hooguit punten en komma’s,” wijzigen want: “Het advies is niet bindend, ik kan ermee doen wat ik wil.” De overige ministers maar ook de Kamerleden van de vier partijen traden niet op tegen deze overtredingen van de rechtsstatelijk verklaring.

Terug naar november vorig jaar. Op donderdag 7 november speelt Ajax een Europese wedstrijd tegen Maccabi Tel Aviv. Qua supportersgroepen geen risicowedstrijd maar vanwege het Israëlische optreden in Gaza en de protesten tegen dat optreden is het een ander verhaal. De dag voor de wedstrijd zijn er verschillende incidenten met Maccabi supporters. Zo trekken ze een Palestijnse vlag van een gevel en vallen ze taxi-chauffeurs aan. Op de dag van de wedstrijd kwam het tot gevechten. De eerste bestuurder die op de rellen reageert is de Israëlische premier Netanyahu en daarna vallen politici en bestuurders over elkaar heen in hun verontwaardiging. Vooral bestuurders en politici van de regeringspartijen. Premier Schoof spreekt van: “volstrekt onacceptabele antisemitische aanvallen op Israëliërs’.” VVD-staatsecretaris Nobel spreekt van een: “groot integratieprobleem.” Volgens Nobel onderschrijft een groot deel van de islamitische jongeren de Nederlandse normen en waarden niet. Volgens VVD-leider Yeşilgöz vond er een jodenjacht plaatst en kwam dit niet uit de lucht vallen: “Onder deze uiting van haat, ligt een patroon. Een patroon van toenemende onverdraagzaamheid ten opzichte van de normen en waarden, de vrije manier van leven, die onze samenleving kenmerkt.” Wat verderop in haar verklaring spreekt ze over: “antisemitisch geweld uit extreemlinkse en extreemrechtse hoek komt. En ook uit delen van de Islamitische gemeenschap.” BBB-leider Van der Plas weet ook waar ze de schuldigen moet zoeken: “Marokkaanse en Noord-Afrikaanse jongeren met een islamitische achtergrond.” Weer koppelt Van der Plas ‘antisemitisme’ aan ‘ een islamitische achtergrond’. Let wel, al deze uitspraken werden gedaan voordat de toedracht van de gebeurtenissen goed was onderzocht en wetende dat de Maccabi-suporters zich in de dagen en uren voorafgaand aan de wedstrijd, behoorlijk hadden misdragen.

Het kabinet zinde op harde maatregelen. Maatregelen zoals het intrekken van de Nederlandse nationaliteit bij antisemitisch geweld. Een straf die alleen mensen met twee paspoorten kan treffen en daarmee in strijd is met de Grondwet. Het verbieden van sites en organisaties die ergens anders over denken, een aantasting van de vrijheid van meningsuiting. Hogere straffen voor antisemitisme waarmee de ene vorm van discriminatie zwaarder kan worden bestraft dan de andere. Het aanscherpen van het demonstratierecht. Een eufemistische uitspraak waarmee men bedoelde het recht op demonstratie wil beperken. Allemaal zaken die zeer moeilijk te rijmen zijn met de rechtsstatelijke verklaring. PVV-leider Wilders ging nog een stapje verder. Hij twitterde: “ Het land uit met dat tuig en Halsema mag mee’,” en daarmee oproepend tot het ontslag van de burgemeester. Iets waar hij als Kamerlid niet over gaat. Wilders betoont zich weinig respectvol naar de burgemeester en de gemeenteraad van Amsterdam, de bestuursorganen die er wel over gaan.

In de nasleep van de hierboven beschreven gebeurtenissen diende VVD-Kamerlid Bente Becker een motie in waarin de regering wordt verzocht: “ gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden, bijvoorbeeld door het SCP te vragen dit (periodiek) te onderzoeken.” Alle vier de regeringspartijen stemden voor deze motie. Net als de gehele rechtse kant van het politieke spectrum inclusief de ChristenUnie en de SGP. Deze motie pleit voor etnisch profileren. Volgens Becker en de partijen die de motie ondersteunen ligt het probleem bij ‘(gesloten) religieuze gemeenschappen. Om dit te kunnen ‘bestuderen’ en dan vooral de ‘acties’ die uit de ‘normen en waarden voortvloeien’, moeten gegevens van alle Nederlanders met een migratieachtergrond worden bijgehouden. Daarmee wordt gesuggereerd dat alleen migranten religieuze opvattingen kunnen hebben die tot ‘verkeerde acties’ kunnen leiden. Alsof mensen zonder migratieverleden geen lid kunnen zijn van een ‘(gesloten) religieuze gemeenschap’ en ‘verkeerde acties’ in de zin kunnen hebben. Alsof alleen ‘(gesloten) religieuze gemeenschappen’ tot verkeerde acties in staat zijn. Varkenskoppen en vuurwerk om te voorkomen dat asielzoekers worden opgevangen, de gewelddadige acties tegen anti-zwarte-piet-demonstranten en het storten en verbranden van afval door boeren als vorm van protest, zijn voorbeelden dat in niet (gesloten) religieuze gemeenschappen iets schort aan normen en waarden. Sterker nog, het indienen en aannemen van deze motie laat zien dat er zelfs bij de meerderheid van de Tweede Kamerleden iets schort aan de ‘normen en waarden’. Wat het in ieder geval laat zien is dat de rechtsstatelijke verklaring niet veel meer waard is dan het papier waarop ze is geschreven.

Dan naar een ander onderwerp. Stikstof. Alweer meer dan zes jaar geleden zette de Raad van State een streep door het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het PAS betekende dat je op basis van de te verwachten toekomstige positieve gevolgen voor beschermde natuurgebieden, nu mocht gaan vervuilen. Of zoals het op de Site van de Raad van State wordt uitgelegd: “Het PAS loopt daarbij dus vooruit op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden en geeft daarbij ‘vooraf’ toestemming aan nieuwe activiteiten.” Een soort beleggen met geleend geld. Enige verschil met beleggen is dat niet de uitvoerder van die activiteit het risico draagt maar het natuurgebied. De hoogste rechter zette hier dus een streep door. Die streep zorgde voor een tweede verliezer naast het natuurgebied. Door die uitspraak moeten alle bedrijven die zich onder deze regeling hebben gemeld en toestemming hebben gekregen, een vergunning aanvragen. Krijgen ze die vergunning niet of niet volledig, dan moeten ze hun activiteiten sluiten beëindigen of inkrimpen en dat brengt flinke kosten mee.

Een uitspraak waar de Nederlandse politiek sindsdien mee in haar maag zit. Een oplossing is nog steeds niet gevonden. Dat is niet vreemd want bij het zoeken naar die oplossing wordt geprobeerd de kool en de geit te sparen. Ongeveer een kwart van alle stikstof wordt door de landbouw uitgestoten in de vorm van ammoniak. De landbouw dat zijn dan de kippen, varkens en vooral de koeien en het is vooral deze ‘geit’ de veeteeltbedrijven die de achtereenvolgende regeringen willen sparen. Veel van deze bedrijven moeten nu een vergunning aanvragen. Dat aanvragen is niet het probleem. Het probleem is dat de aanvraag in het gros van de gevallen tot het afwijzen van de aanvraag leidt en dus tot het weigeren van de vergunning. Tot nu toe wordt deze situatie, vooruitlopend op nieuwe beleid, gedoogd. Dat nieuwe beleid moet toekomstperspectief bieden voor de lange termijn. Met dat perspectief als vergezicht, kunnen de boeren dan bepalen welke kant ze opgaan met hun bedrijf en kunnen kredietverstrekkers daarvoor het benodigde geld verstrekken. Na veel getraineer en geruzie vond het kabinet Rutte 4 eindelijk een oplossingsrichting. Die richting werd door minister Wiersma echter weer bij het grofvuil gezet en wil nog enkele jaren langer gedogen. Zij en haar partij BBB, richtten zich vooral op het aanpassen van de normen en voerden een strijd tegen modellen en hun wetenschappelijk onderbouwing en voorspellend vermogen. Die strijd bestond er vooral in deze in twijfel te trekken. Niet bepaald het uitvoeren en naleven van rechterlijke uitspraken noch van onafhankelijke instituties zoals de rechtspraak en de wetenschap.

Een verwant probleem betreft het mestprobleem. Nederland nam binnen de Europese Unie (EU) al jaren een uitzonderingspositie in, dit wordt derogatie genoemd. De Nederlandse boeren mochten al jaren lang meer mest over hun land uitrijden dan hun Europese collega’s. En mest is een van de oorzaken van slechte waterkwaliteit. In 2022 verleende de EU voor het laatst derogatie. Gevolg hiervan is dat de Nederlandse boeren vanaf 2026 aan dezelfde regels moeten voldoen als hun Europese collega’s. In 2023 was, zo is bij Follow the Money te lezen, was de Europese Commissie: “al ‘zeer behulpzaam’ (…) geweest bij het verlenen van de laatste ontheffing, ‘ondanks zorgen over de waterkwaliteit’. De Commissie was ‘extreem teleurgesteld’ dat de in 2022 gelanceerde stikstofaanpak ‘gestagneerd’ was.” En: “ Als Nederland niet met ‘doortastende’ maatregelen zou komen (…) dan zou het de voorwaarden van de laatste derogatie schenden. En als de waterkwaliteit niet snel zou verbeteren, kon er ‘geen sprake zijn van een nieuwe derogatie of het herzien van de bestaande derogatie’.” Die ontheffing uit 2022 was: “ in feite een ‘stapsgewijze afschaffing’ van de uitzondering geweest, op basis van Nederlandse beloften.” Maar zo constateerde de Europese vertegenwoordigers later, beloften: “die uiteindelijk ‘niet uitgevoerd of geschrapt’ waren.” Geschrapt door minister Wiersma. Wiersma zet vooral in op aanpassing van de Europese regels. Regels waar het overgrote deel van Europa zich aan moeten houden en zich aan houdt. De hele gang van zaken getuigt van weinig ‘integriteit’ en ‘ respect voor instituties die de rechtsstaat dragen’. Want ja, ook de Europese Unie is een van die instituties die onze rechtsstaat dragen. Bovendien draagt dit handelen niet bij aan een ‘ positieve bestuurlijke cultuur’ in Europa.

Met de Maccabi-rellen raakten we al aan de al meer dan honderd jaar durende oorlog in het voormalige mandaatgebied Palestina. De laatste slag in deze oorlog begon mop 7 oktober 2023. Hamas pleegde een grote aanslag in Israël. Onze regering, het toen demissionaire kabinet Rutte 4, schaarde zich meteen achter Israël. Dat land had het recht om zich te verdedigen. En het klopt dat landen het recht hebben zich te verdedigen tegen een aanval door een vreemde mogendheid. Israël werd echter niet aangevallen door een vreemde mogendheid. Gaza was en is geen mogendheid, het is geen land. Het was op 6 oktober en is nu nog steeds, door Israël bezet gebied. Dat er geen Israëlische troepen in Gaza aanwezig waren, doet daar niets aan af. De Israëlische reactie was en is buiten elke proportie en is gericht op het verdrijven van Palestijnen uit de door Israël bezette gebieden. Niet alleen uit Gaza, ook uit de Westelijke Jordaanoever. Verdrijven door het leven er voor Palestijnen onmogelijk te maken.

Als we kijken naar de manier waarop Israël in Gaza handelt dan doodt het extreem veel Palestijnen en brengt anderen veel lichamelijk en geestelijk leed toe. Twee handelingen die het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide schaart onder de definitie genocide. Van een derde handeling: “het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging,” lijkt ook sprake. Israël drijft de inwoners van Gaza steeds verder samen in een klein gebied. Een gebied waaruit de enige uitweg is om Gaza te verlaten. Het zet daarbij voedsel en water in als een middel om dat te bereiken. Daarnaast vernietigt Israël de complete Gazaanse gezondheidszorgstructuur door ziekenhuizen en klinieken te bombarderen en door medisch personeel te doden en gevangen te nemen. Het doden en vervolgens met ambulances begraven van de gedode hulpverleners is daarvan een voorbeeld. Verder worden buitenlandse journalisten niet toegelaten en Gazaanse journalisten maken een onevenredig groot deel uit van de dodelijke slachtoffers van het Israëlische geweld.

Iets minder zichtbaar, maar niet minder erg en opzettelijk, is de manier waarop Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever van huis en haard worden verdreven. Zo zijn de 40.000 inwoners van de vluchtelingenkampen Jenin, Tulkarem en Nur Shams van huis en haard verdreven. Hun voormalige woonplaats vertoont gelijkenissen met het huidige Gaza: kapotgeschoten huizen en vernielde infrastructuur. Mensen waarvan de voorouders in 1948 vluchtten uit Israël. Hun kinderen worden nu op de vlucht gejaagd. Ook neemt het aantal illegale nederzettingen toe: “Vóór de oorlog waren er 181 buitenposten en 150 officiële nederzettingen. Sindsdien zijn er 89 buitenposten bijgekomen op de Westoever, blijkt uit cijfers van Peace Now, een Israëlische organisatie die landroof op de Westoever documenteert.” Zo is te lezen op de site van de NOS. Vanuit al die oude en nieuwe illegale nederzettingen worden de Palestijnse bewoners geterroriseerd en van hun land verdreven.

Dit alles is voor de vier partijen die de rechtsstatelijke verklaring hebben opgesteld, nog steeds geen reden om het Israëlische handelen te veroordelen terwijl dit handelen de internationale rechtsorde schaadt. Een rechtsorde die de regering, zoals is opgenomen in artikel 90 van de Grondwet, moet bevorderen. Sterker nog, er worden nog steeds wapens en onderdelen van wapens aan Israël geleverd. Daarmee is Nederland op grond van artikel III onder e van het Genocideverdrag, medeplichtig aan genocide. En kunnen de individuele bewindspersonen van de regering worden gestraft, aldus artikel IV. Het handelen van de Nederlandse regering en de vier partijen is daarmee een grove schending van de rechtsstatelijke verklaring.

En toen moest het kabinet nog vallen. Want wie dacht dat na het opstappen van Wilders en zijn PVV uit het kabinet het beter zou worden, komt bedrogen uit. Daar waar na de val van een kabinet controversiële en gevoelige zaken in de ijskast worden geplaatst in afwachting van de uitspraak van de kiezer, wisten ze niet hoe snel ze op de oude voet door moesten gaan. De VVD wil nog snel profiteren van de ‘rechtse meerderheid’ om de asielwetten die Faber vlak voor de kabinetsval had opgeleverd er door te drukken. En omdat BBB en NSC vrezen na de komende verkiezingen slechts een marginale rol te kunnen spelen, gaan beide partijen daar graag in mee. Zo hopen ze nog een puntje te scoren en nog iets te bereiken. Dat dit op gespannen voet staat met de Nederlandse democratische mores, is nu even geen beletsel.

Dan de behandeling van die ‘niet controversiële’ asielwetten. Dat werd, zoals de titel van een Prikker die ik erover schreef, een soep zooitje. Een dubieus amendement door de PVV ingediend, werd aangenomen terwijl een meerderheid van de Kamer tegen was. In plaats van de behandeling vervolgens op te schorten en nog eens goed naar de implicaties ervan te kijken, werd de behandeling doorgezet. Er werd een ‘ geitenpaadje’ gezocht van staatsrechtelijk dubieuze kwaliteit.

Dat was echter niet het enige bijzondere wat er gebeurde. Op dezelfde dag dat er over het asielamendement werd gestemd, werd er ook gestemd over een motie van PPV-Kamerlid Mooiman. Die motie verzoekt: “ de regering zo snel als mogelijk gemeenten en woningbouwcorporaties de opdracht te geven om illegale onderverhuur van sociale huurwoningen door statushouders actief op te sporen, en ervoor te zorgen dat bij ieder vastgesteld geval van fraude verblijfsvergunningen van statushouders worden ingetrokken en een procedure tot uitzetting wordt gestart.” De PVV, BBB en VVD stemden, net zoals de rechtse kant van het politieke spectrum, voor deze motie. Een motie in strijd met onze Grondwet omdat er wordt opgeroepen om alleen onderverhuur door één specifieke categorie huurders moet worden opgespoord en niet onderverhuur in het algemeen. Bovendien wordt opgeroepen tot een straf die niet voor iedere Nederlander is weggelegd. Discriminatie dus.

Als klap op de vuurpijl nam de Kamer een amendement van hetzelfde PVV-Kamerlid Mooiman aan waarin wordt bepaald dat Statushouders op geen enkele manier in aanmerking komen voor urgentie. Of zoals de indiener het schrijft: “Voorliggend amendement moet voorkomen dat gemeenten “statushouders” als aanvullende urgentiecategorie kunnen opnemen in hun huisvestingsverordening, alsmede dat gemeenten “statushouders” in urgentiecategorieën kunnen plaatsen via de ruimte die ze hebben om de urgentiecategorieën en de criteria die bepalen wanneer woningzoekenden daaronder vallen, breder op te stellen dan de wet voorschrijft.” Een amendement waarbij discriminatie in een wet wordt vastgelegd. Tot zover de rechtsstatelijke verklaring. Met dit amendement kan een statushouder nooit tot een urgentiecategorie behoren. Het amendement werd aangenomen met steun van dezelfde groep als het asielamendement en de Mooimans’ ‘opsporingsmotie’.

Van de vier partijen die de rechtsstatelijke verklaring ondertekenden stemde alleen de NSC-fractie tegen deze motie en de twee amendementen. Die stem tegen veranderde twee dagen later in een stem voor de wet waarvan de aangenomen moties nu een integraal onderdeel uitmaken. Daarmee gaf de partij, die zich voor de verkiezingen van 2023 profileerde met alsnog haar zegen aan deze wetten en verloochende de staatsrechtelijke verklaring.

Op basis van de voorgaande voorbeelden kunnen we constateren dat het vlak behoorlijk over helt naar de niet rechtsstatelijke en niet grondwettelijke kant. De verklaring die de vier partijen onder leiding van informateur Plasterk opstelden, is daarmee niet meer dan een schaamlap en is zelfs dat nog niet. De erin gemaakte afspraken werden schaamteloos overtreden en genegeerd. Een partij als NSC die zich voor de verkiezingen profileerde met rechtstatelijkheid en goed bestuur, liet zich er weinig tot niets aan gelegen liggen. Het beëindigen van de samenwerking met Wilders veranderde niets aan de houding en het gedrag van de andere drie partijen.

1 Zie hiervoor het Hoofdlijnenakkoord, pagina 3

Uitgelicht

Soep zooitje

“Ook VVD-secretaris Van Aartsen (Openbaar Vervoer en Milieu) vindt dat “er geen soeppolitie moet komen”’ Zo is te lezen op de site van de NOS. Hij deed deze uitspraak in het kader van de behandeling van Asielnoodmaatregelenwet waarmee de Tweede Kamer op de laatste dag en bijna de laatste minuut voor het zomerreces instemde. Soep is wel een mooi gerecht om alles rondom deze wet te schetsen1.

In dat debat speelde een ‘ kommetje soep’ een hoofdrol. De Asielnoodmaatregelenwet bevat een artikel, artikel 108A dat illegaliteit strafbaar stelt. Dat artikel is opgenomen nadat de Tweede Kamer instemde met een door PVV-Kamerlid Marina Vondeling ingediend amendement. “De meerderjarige vreemdeling die in Nederland verblijft terwijl hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat dat verblijf niet rechtmatig is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de tweede categorie.”2 Zo luidt dit artikel. Over dit aangenomen amendement is veel te doen omdat het illegaliteit strafbaar stelt. En als iets strafbaar is, zijn burgers die weet hebben van de illegaliteit van iemand anders en daar niets tegen ondernemen, strafbaar.

Een amendement van BBB-Kamerlid Claudia van Zanten dat expliciet over het helpen van illegalen ging werd niet aangenomen. Maar daarmee is het helpen van een illegaal persoon nog steeds strafbaar. Daarvoor moeten we naar het Wetboek van strafrecht artikel 48. Dat regelt dat iemand die opzettelijk behulpzaam is bij het plegen van een misdrijf of opzettelijk gelegenheid, middelen of informatie verschaft tot het plegen van een misdrijf, strafbaar is. Als je weet dat iemand illegaal is en je helpt die persoon, dan ben je strafbaar. En daar kwam het ‘kommetje soep’ om de hoek kijken: het kon toch niet zo zijn dat iemand een ‘ kommetje soep’ aanbieden tot straf zou leiden. Voordat ik me nader op dat ‘kommetje soep’ richt. Terug naar het begin.

Naar de val van het kabinet Rutte IV. Dat kabinet viel over het asielbeleid en specifiek over de ‘nareis op nareis’. De bewering van de huidige VVD-leider Dilan Yeşilgöz die op dat moment minister van Justitie was, dat Nederland te maken had met duizenden mensen die nareisden als nareiziger van een nareiziger. Yeşilgöz’ soep bleek echter de kool niet waard. In werkelijkheid ging het om nog geen 200 aanvragen per jaar waarvan er gemiddeld 70 werden ingewilligd. Maar ja, het kwaad was geschied, het kabinet gevallen en de campagne begon.

Asiel werd het thema van de campagne. Yeşilgöz, die tussen de soep en de aardappelen tot VVD-lijsttrekker werd benoemd, dacht met dit thema stemmen te trekken. Het is echter linke soep om campagne te voeren op een thema dat het pièce de résistance is van een andere partij. Want laten we nu wel wezen voor Wilders is asiel als soep eten met een vork. Toen Yeşilgöz de deur open zette voor samenwerking met de VVD was het hek helemaal van de dam. Wilders schepte zijn soep goed uit en trok de hele campagne naar zich toe. Zijn partij werd de grootste. Het plan Yeşilgöz en de VVD was in de soep gelopen.

Wilders was aan zet om een nieuw kabinet te vormen. Yeşilgöz deed in eerste instantie alsof ze er geen soep mee had gegeten en paste voor deelname aan een kabinet. Dat duurde niet erg lang want door haar eigen handelen zaten we met z’n allen in de soep. Een beetje een kabinet vormen was bijna niet mogelijk. De partijen verzonnen echter een list: een extra parlementair kabinet. Daarvoor zochten ze een minister-president in wiens soep ze het konden doen. Die vonden ze in Dick Schoof.

Die ging aan de slag met het door de vier partijen opgestelde regeerakkoord. Dat beloofde ‘het strengste asiel beleid ooit’. Dat ‘strengste asielbeleid ooit’ moest voorkomen dat alles in de soep zou lopen. Immers aan alle ellende in Nederland zou een einde komen met dit ‘strengste asielbeleid ooit’. Dat moest gebeuren via een noodwet, zo hadden de partijen afgesproken. Helaas liep dat plannetje in de soep. Want ook voor deze klus zochten ze iemand. Wilders schoof Marjolein Faber naar voren maar zij bleek al snel geen goeie in de soep. Ze communiceerde slecht tot niet, stemde met niemand af en als ze haar mond open deed had ze meteen ruzie met anderen.

Het kabinet ging aan de slag. Echter, voordat ze goed en wel begonnen waren, was vet het al van de ‘samenwerkingssoep’. De partijen vlogen elkaar om niets in de haren en strompelden van crisis tot crisis. Zo ook op het asieldossier. De Asielnoodwet liep in de soep omdat de ‘nood’ ontbrak. Dan maar een gewone wet met ‘nood’ in titel: de Asielnoodmaatregelenwet. Maar nog voordat die wet in de Tweede Kamer werd behandeld liet Wilders het hele kabinet in de soep lopen. De kabinetssoep was zuur geworden. De eigenbijdrage in de zorg is leuk als je er stemmen mee kunt trekken. Er iets aan doen, boeide hem niet. Daar heeft hij geen soep mee gegeten. Nee, het ging om asiel en hij vond het strengste beleid niet streng genoeg. De andere drie regeringspartijen vonden de asielnood zo hoog, dat de Asielnoodmaatregelenwet nog voor de verkiezingen behandeld moest worden. Er lag nu immers iets en na de verkiezingen zou het er wel eens heel anders uit kunnen zien. Nu was er nog die ‘rechtse meerderheid’ en die wilden ze toch nog gebruiken om hun asielsoep goed uit te scheppen.

En daarmee komen we bij de gebeurtenissen van de laatste dag voor het zomerreces 2025. Of beter gezegd, een week eerder, op 25 juni 2025. Denk-fractievoorzitter Van Baarle dient op die dag een verzoek in om de stemmingen van een week later, de 1e juli, uit te stellen. Als verschuiven naar een andere dag niet zou gaan, dan in ieder geval de stemmingenronde in tijd naar achteren verschuiven zodat Kamerleden Keti Koti konden bijwonen en nog op tijd voor de stemming terug konden zijn. De stemmingen zouden namelijk beginnen op het moment dat de viering op z’n einde liep. Helaas wilde een Kamermeerderheid aangevoerd door Caroline van der Plas daar niet aan: “ Stemmingen zijn namelijk onze core business (waarvoor wij gekozen zijn en als fractie kan je gewoon bekijken wie er wel en wie niet naartoe gaat’” aldus Van der Plas. Dat klopt natuurlijk maar dat wil niet zeggen dat stemmingen niet verschoven kunnen worden naar een ander dag of tijdstip. Een blik op de agenda van de Plenaire Vergaderingen van die dag, maakt dat duidelijk dat er best wat geschoven had kunnen worden. Van der Plas en met haar de andere partijen van de voormalige coalitie wilden daar niet aan. Saillant detail is dat ook de NSC-fractie niet van uitstel wilde weten. Hadden ze toen maar geweten dat hun soep hierdoor een week later aardig dun zou worden.

Op die eerste juli werd gestemd over verschillende amendementen bij het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet. En dat waren er nogal wat. Bij één ervan, het hierbovenbeschreven amendement, gebeurde iets bijzonders. Die werd tegen de verwachtingen in aangenomen. De partijen PVV, VVD, BBB, SGP, Forum voor Democratie en JA21 stemden voor terwijl deze partijen samen geen Kamermeerderheid hebben. Maar omdat enkele Kamerleden Keti Koti bezochten en het spel met het wegstrepen van afwezigheid bij alle andere amendementen bij dit voorstel goed werkte, deed het dat bij die amendement niet. De afwezige leden van GroenLinks/PvdA hadden ‘ weggestreept’ met NSC-leden maar beide partijen waren tegen dit amendement. Daarom liep hun afspraak bij dit amendement in de soep.

Twee dagen later, op donderdag de derde juli, werd dan uiteindelijk de volledige wet behandeld. Bij die behandeling speelde een spreekwoordelijk ‘kommetje soep’ een hoofdrol. Vooral de NSC zat in de soep. De partij was voor de Asielnoodmaatregelenwet maar tegen het aangenomen amendement alleen maakte dat amendement nu onderdeel uit van de wet en er kon alleen maar vóór of tegen de wet worden gestemd. Vóór stemmen betekent dat illegaliteit strafbaar wordt en dat het serveren van een kommetje soep aan iemand die illegaal in ons land verblijft, ook strafbaar is.

Dat kan toch niet de bedoeling zijn, volgens NSC en de SGP. Voor die laatste partij is dat bijzonder omdat deze partij voor het betreffende amendement stemde en dus voor het strafbaar stellen van het ‘ kommetje soep’. De beide partijen probeerden het vervolgens in iemand anders zijn soep te doen. Die iemand was minister Van Weel van Justitie. Die wrong zich in allerlei bochten en beloofde de minister van justitie dat het serveren van het ‘kommetje soep’ als het aan hem ligt, niet zou worden bestraft. Bovendien, zo betoogde minister Van Weel van Justitie moeten:“ketenpartners prioriteiten (…) stellen bij de handhaving”, en die liggen bij: “mensen die crimineel gedrag vertonen”. De soep wordt, zo betoogde hij, niet zo heet gegeten als de wet haar opdiende. Een andere minister kan daar anders over denken en wel die hete soep opdienen. Iets wat hij niet kon ontkennen want de wet is de wet.

Maar omdat het hete hangijzer, het via het amendement toegevoegde artikel, tussen de soep en de aardappelen door werd opgediend, zegde de minister toe om het gedeelte dat strafbaarstelling van illegaliteit regelt, niet direct in werking te laten gaan, deed hij het bij de Raad van State in de soep en vroeg de Raad hierover een nader advies uit te brengen en dit met de Tweede Kamer te bespreken. Linke soep omdat de ervaringen uit het verleden op dit dossier leren dat adviezen niet al te serieus worden genomen. De Raad van State adviseerde in eerste instantie om: “het wetsvoorstel Asielnoodmaatregelenwet in de huidige vorm niet in te dienen bij de Tweede Kamer.” Minister Faber had daar echter geen soep mee gegeten. Ze gaf aan: “hooguit punten en komma’s,” te wijzigen want: “ Het advies is niet bindend, ik kan ermee doen wat ik wil.”

Al met al is het nu een soep zooitje dat nu aan de Eerste Kamer wordt opgediend.

Hieronder de gebruikte soepuitdrukkingen

1. De soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend: zo moeilijk als het wordt verteld of voorgesteld, is het meestal niet.

2. Hij zit in de soep: hij zit in verlegenheid / in de problemen.

3. Het in iemand zijn soep doen: iemand overtuigen om jouw wil uit te voeren.

4. Daar wordt de soep aardig dun van: door deze gebeurtenis wordt de situatie minder aangenaam.

5. Iets doen tussen soep en aardappels (de patatten): iets vlug doen, zonder veel zorg.

6. Hij schept zijn soep goed uit: hij profiteert van de situatie.

7. Dat is linke soep!: dat is gevaarlijk!

8. In de soep lopen: volledig mislukken (van een plan).

9. Het is een soep zootje: het is een rommeltje.

10. Soep eten met een vork: ergens geen genoeg van krijgen.

11. Het vet is van de soep: het beste is er van af.

12. Hij is een goeie in de soep: hij is onkundig.

13. Het is niet veel soeps: het is niet veel bijzonders.

1 In deze Prikker verschillende uitdrukkingen met soep, Voor de betekenissen zie: https://www.voedingonline.nl/page/Nieuws/Bericht/56/Spreekwoorden-met-soep

2 https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/plenaire_vergaderingen/details/activiteit?id=2025A05166 zie amendement 36704-74

Uitgelicht

Tel Aviv en/of Teheran

“ Een duidelijke uitspraak van GroenLinks-PvdA’ (…) wij gaan niks doen om de burgers van Israël te beschermen. Ik vind het verontrustend dat zo’n draai wordt gemaakt,” Aldus NSC Kamerlid Kahraman. “Wees dan ook eerlijk en erken dat heel Tel Aviv van de kaart geveegd kan worden,” de reactie van VVD-Kamerlid Van der Burg. “Mevrouw Piri is blijkbaar van mening dat Israël niet meer over een functionerende luchtafweer mag beschikken en zich niet meer mag verdedigen tegen inkomende raketten die worden afgeschoten door het regime van de ayatollahs in Iran. Ik vind dit een opmerkelijke draai, die mij, ook in het licht van de geschiedenis en de partij waar mevrouw Piri vandaan komt, persoonlijk zwaar valt.” Aldus Minister Veldkamp. Reacties op het standpunt van Groenlinks-PvdA dat Nederland geen wapens en ook geen onderdelen voor het anti-raketschild Iron Dome maar mag leveren. Ik ben mevrouw Piri niet en ook niet GroenLinks-PvdA, maar laat ik de vragen toch eens beantwoorden.

Teheran. Bron commons.wikimedia

Eerst ter inleiding. Volgens Piri en GroenLinks-PvdA wordt: “ Iron Dome (…) ingezet als een onderdeel van de aanvalsstrategie. (…) Het is nu helaas door Netanyahu (de premier van Israël, red.) ingezet als onderdeel van een aanval en kan dus niet langer worden gezien als defensief wapen.” Een redenering die je met argumenten kunt onderbouwen. In deze oorlog, want dit is geen conflict, is Israël de agressor, zoals Piri terecht constateert. Israël is deze oorlog begonnen. Iets wat ik in mijn vorige prikker ook betoogde.

Beste meneer Kahraman, het is aan Israël om haar eigen burgers te beschermen in deze door het land zelf gestarte oorlog. En zoals we ook na de Russische aanval op Oekraïne hebben gedaan, veroordelen we deze brute Israëlische aanval op een ander land. En net zoals we Rusland straften, straffen we ook Israël met sancties. Als eerste vallen alle militaire goederen en goederen die voor militaire doeleinden gebruikt kunnen worden onder sancties. Deze goederen kunnen en mogen we niet meer aan agressor Israël leveren. Als Israël hierdoor haar burgers niet meer kan beschermen, dan komt dat geheel en al op het conto van de Israëlische regering. Die liet ons door het beginnen van deze oorlog, geen andere keus. Ieder Israëlische dode die hierdoor valt, is een gevolg van het besluit en dus een verantwoordelijkheid van de Israëlische regering. Net zoals iedere Iraanse dode als gevolg van de Israëlische acties een verantwoordelijkheid is van de Israëlische regering.

Beste minister Veldkamp. Van mij mag Israël best over een functionerende luchtafweer beschikken. Maar niet eentje waar wij aan bijdragen. Dat is niet omdat wij er niet aan willen bijdragen. Dat is omdat de Israëlische regering ons, zoals gezegd, geen andere keus laat. En net als u, heb ik niets op, en moet ik niets hebben van ayatollahs in Iran. Dat laat onverlet, dat Iran het recht heeft zich te verdedigen tegen de onwettelijke en onnodige Israëlische aanval waartoe de Israëlische regering heeft besloten.

Daarmee kom ik bij meneer Van de Burg en het mogelijk ‘van de kaart vegen van Tel Aviv’. Ja, als het Iron Dome niet meer functioneert, dan lopen de inwoners van Tel Aviv veel meer risico. Dat is niet iets wat u mij in de schoenen moet schuiven omdat ik voor deze sancties pleit. Daarvoor moet u toch echt bij de leider van Israël zijn. De leider die u in deze blind en kritiekloos volgt. En dat blinde en kritiekloze stuit mij zeer tegen de borst.

Belangrijker beste meneer Van de Burg. Waar is uw bekommernis met de weerloze Iraanse burgers? Met bijvoorbeeld de 10 miljoen burgers van Teheran die van president Trump van de Verenigde Staten te horen kregen dat ze snel (ik geloof binnen twee dagen) hun heil elders moesten zoeken. Dit om hun leven zeker te zijn. Zij hebben geen Iron Dome en zelfs geen functionerende normale luchtverdediging meer. Die schakelde Israël in haar eerste illegale klap uit. U bekommert u om de inwoners van Tel Aviv en ook ik maak mij zorgen om de inwoners van deze stad, Ik maak me echter net zoveel zorgen om de inwoners van Teheran. En mijn zorgen om de burgers van Teheran zijn na wat Israël in Gaza heeft gedaan en nog doet, zeer groot.

Uitgelicht

Election files 2: partijen uitsluiten

Na een kleine week gaf VVD-leider Dilan Yesilgöz antwoord op de vraag of haar partij nog in zee wil gaan met de PVV van Geert Wilders. “ Hij heeft opnieuw zijn kans verspeeld en heeft opnieuw zijn kiezers in de steek gelaten. In 2012 liep hij weg, terwijl ons land, op de rand van een economische crisis, juist behoefte had aan stabiliteit en leiderschap. Dertien jaar later, bleek er weinig veranderd. De laffe route van weglopen, is nog steeds de stijl van Wilders. Met zijn roekeloze gedrag, met zijn gebrek aan serieus uitgewerkte ideeën: keer op keer blijkt zijn eenmanspartij incapabel te zijn en niet te kunnen, maar vooral niet te wíllen leveren.” Met deze woorden lichtte zij haar besluit toe. Woorden waarmee Yesilgöz wil aangeven dat zij niet de partij en haar standpunten uitsluit, maar de persoon Wilders. Bijzonder omdat de partij alleen uit de persoon Wilders bestaat. Dat maakt het scheiden van de partij en de persoon lastig. In deze tweede Prikker onder de vlag Election files staat het uitsluiten van partijen centraal. Het uitsluiten van partijen is, zo betogen velen, niet democratisch want je sluit daarmee ook de kiezers van die partij uit. In deze Prikker onderzoek ik die uitspraak.

Onze Nederlandse democratie kenmerkt zich door de vele partijen. Partijen die allemaal een kans hebben op een zetel in de Tweede Kamer. Als een partij de kiesdeler haalt, dan krijgt deze partij een zetel in de Kamer. De kiesdeler wordt berekend door het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen te delen door 150, het aantal Kamerzetels. Sinds de invoering van het Algemeen kiesrecht is het nog nooit voorgekomen dat één partij meer dan de helft van de zetels veroverde bij een verkiezing. Gevolg hiervan is dat er altijd twee of meer partijen moeten samenwerken om tot een regering te komen die op steun kan rekenen van meer dan de helft van de Kamerzetels. Om een regering te vormen moeten er daarom altijd compromissen worden gesloten. Moeten partijen water bij hun wijn doen waardoor die wijn nooit zo smaakt als vooraf wordt gehoopt. Compromissen sluiten is makkelijker met partijen die dichtbij je staan qua denkbeelden. In een dergelijke constellatie is het niet handig als partijen elkaar al bij voorbaat uitsluiten. Immers, als partijen elkaar uitsluiten worden de mogelijkheden om een regering te vormen die op een meerderheid van de Kamerzetels kan steunen, beperkt. Er zijn immers minder ‘zetels’ die met elkaar willen samenwerken. Niet handig wil echter niet zeggen dat het niet democratisch is en dat daarmee kiezer buitenspel worden gezet.

Voor wat betreft ‘de kiezer buiten spel zetten, het volgende. De keuze van een partij om een andere in de ban te doen, betekent niet dat die partij de betreffende kiezers buitenspel zet. Zo’n besluit belet niemand om te stemmen op de partij van voorkeur. Bij verkiezingen wordt geen enkele kiezer buitenspel gezet. Zo’n uitspraak schept duidelijkheid. De kiezer weet voordat het vakje wordt gekleurd wat de gevolgen zijn van zijn stem op een van de beide partijen. Een stem op een van beide partijen betekent dat er niet met de andere wordt samengewerkt. Hierdoor wordt geen enkele kiezer buitenspel gezet. Alle partijen kunnen gewoon hun parlementaire werk doen waarvoor ze gekozen zijn. De metafoor van ‘buitenspel zetten’ is een verkeerde. Want als er in het geval van uitsluiting vooraf sprake is van ‘buitenspel zetten’, dan worden er na de formatie nog veel meer kiezers ‘buitenspel gezet’. Dan staat de gehele oppositie ‘buitenspel’. Kern van het spel is nu juist een strijd tussen coalitie en oppositie. Een spel dat voor de kiezer duidelijk maakt dat er andere keuzemogelijkheden zijn. Dat de meerderheid niet de wijsheid in pacht heeft. Het uitsluiten van een partij zet niemand ‘ buitenspel’ en is ook niet ondemocratisch.

Sterker nog, het uitsluiten van een partij kan juist zeer democratisch zijn. Een democratie staat open voor iedereen. Ook voor partijen die aan haar en vooral de rechtsstaat willen ondermijnen en afschaffen. Partijen die de basisnormen, waarover ik in de eerste Prikker in deze reeks schreef, aan de laars lappen. Elke zichzelf respecterende democratische partij doet zo’n partij in de ban. Ermee samenwerken is een hellend vlak. De PVV is zo’n partij. Een partij die uitblinkt door het gebrek aan democratie. Ze bestaat uit en draait om een persoon, Wilders, en kent geen interne tegenspraak. Een van de belangrijkste kenmerken van een democratie is juist tegenspraak. Het is een partij die de mensen verdeelt en ongelijk behandelt. Een partij die de rechterlijke macht ondermijnt door te spreken over ‘D66-rechters’, door rechters ‘knettergek’ en ‘PVV-haters’ te noemen en die het parlement ‘nep’ noemt. Dat laatste is bijzonder omdat hij geen conclusies uit trekt. Hij blijft lid van dat neppe parlement en is inmiddels het langst dienend Kamerlid. De PVV is echter niet de enige partij die op democratische en rechtsstatelijke gronden in de ban gedaan moet worden. Ook de Staatkundig Gereformeerde Partij zou om die redenen in de ban gedaan moeten worden. De partij behandelt vrouwen op een andere manier dan mannen en dat is in strijd met onze Grondwet.

In zijn boek Protecting Democracy in Europe. Pluralism, Autocracy and the future of the EU beschrijft Tom Theuns manieren waarop: “ autocratische invloeden in het beleid en de wetgeving van de Europese Unie op coherente wijze kunnen worden ingeperkt.”1 Hij onderscheidt hiervoor op hoofdlijnen twee mogelijkheden om autocraten binnen de EU in te perken. Als eerste wettelijke inperking van autocratische landen. Dit kan op een zachte manier, door: “sociale druk, dialoog en controle.2 Dit is de manier waarop de EU tot nu toe acteert tegen autocratische en naar autocratie neigende landen. Het kan ook op de harde manier, door: “maximaal coherente uitsluiting.3Dit moet ertoe leiden dat een autocratisch land, zo betoogt Theuns: “binnen de passende grenzen die worden gesteld door normatieve coherentie en de legitieme reikwijdte van de bevoegdheden van de EU, hoe minder democratisch een EU-lidstaat wordt, hoe minder invloed het over het algemeen zou moeten hebben op de wetgeving en beleidsvorming van de EU.” De tweede manier is: “politieke indamming. … Dit kan in de vorm van verschillende vormen van politieke niet-coöperatie en geen gebaren van goede wil, zoals gedeelde fotomomenten, uitwisseling van geschenken, gezamenlijke persconferenties en openbare felicitatieboodschappen uit te wisselen. … (A)utoritaire actoren in de EU-politiek moeten zoveel mogelijk politieke legitimiteit en prestige worden ontnomen door pro-democratische EU-actoren.4Een soortgelijke lijn kan ook worden gevolgd bij het omgaan met anti-rechtsstatelijke partijen.

Maximaal coherente uitsluiting is het van tevoren aangeven niet met een dergelijke partij samen te willen werken. Politieke indamming door niet met deze partijen te praten en door ze geen podium te bieden. Dus ook geen Kamer voorzitterschap van de Kamer. Want samenwerken met dergelijke partijen ondermijnt onze democratie en onze rechtsstaat. Daarom ageerde ik eind 2023 ook sterk tegen het advies van verkenner Plasterk om: “Te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.” Zoals ik toen aangaf zou: “Een zichzelf respecterende democraat zegt dat de in de Grondwet opgenomen grondrechten niet ter discussie staan. Een zichzelf respecterende democraat adviseert niet samen te werken met een partij die de in de Grondwet opgenomen rechten wil beperken. Een zichzelf respecterende democraat waarschuwt voor dit hellend vlak in plaats van het te adviseren.” Helaas hebben de VVD, NSC en VVD dat gesprek wel gevoerd. Daarmee hebben ze onze rechtsstatelijke democratie een slechte dienst bewezen. Een slechte dienst omdat het leidde tot de meest incompetente regering in onze parlementaire geschiedenis. Maar vooral een slechte dienst omdat de partijen aangaven dat die rechtsstatelijke democratie onderdeel van onderhandeling is en dus bij hen niet in goede handen is.

Dat de democratische rechtsstaat bij deze partijen niet in goede handen is, bleek ook bij de val van de regering. Aanleiding voor die val was het ‘tienpuntenplan’ van Wilders. De drie andere partijen gaven allemaal aan dat ze de tien punten wilden laten onderzoeken. Op zich is dat niet verkeerd. Dat is het achter wel als er punten bij zitten die in strijd zijn met onze democratische rechtsstaat en enkele van de punten zijn dat. Het afnemen van het Nederlanderschap van iemand met een dubbele nationaliteit na een gewelds- of zedenmisdrijf is in strijd met de democratische rechtsstaat. Het maakt namelijk dat Nederlanders verschillend behandeld kunnen worden. Door dit idee van Wilders niet expliciet af te wijzen, laten deze partijen zien dat zij het niet zo nauw nemen met de grondrechten. Dit laat zien dat het vlak dat met het advies van Plasterk is gaan hellen, verder is gaan hellen.

Het vlak is gaan hellen maar het is nog niet te laat. Daarvoor is het wel nodig dat echte democratische partijen erkennen dat de PVV en de SGP geen democratische partijen zijn en dat er met hen geen zaken worden gedaan. Minstens zo belangrijk is dat de reguliere media dit her- en erkennen. Dat zij deze partijen beschrijven voor wat ze zijn: niet democratisch en niet rechtsstatelijk. Aan de ene kant om de sociale druk op te bouwen en aan de andere kant door geen aandacht te besteden aan deze partijen. Door hun plannen, ideeën en in het geval van Wilders ook zijn x-berichten te negeren. En in verkiezingstijd door ze niet te interviewen en niet uit te nodigen voor lijsttrekkersdebatten. Dit steevast met de vermelding dat ze niet worden gevraagd omdat ze niet democratisch zijn.

1 Tom Theuns, Protecting Democracy in Europe. Pluralism, Autocracy and the future of the EU, pagina 127

2 Idem, pagina 133

3 Idem, pagina 137-138

4 Idem, pagina 143

Eerlijk volgens Yesilgöz

Verelendung, een door Karl Marx gemunt begrip waarmee hij de voortdurende verslechtering van de positie van de proletarische klasse bedoelde. Het is het derde in een reeks van vijf stadia van de ondergang van het kapitalisme. Ik moest hieraan denken toen ik VVD-leider Yesilgöz haar plan met de titel De Agenda voor Werkend Nederland[1] hoordepresenteren. Een plan met als ondertitel Omdat het eerlijker moet. Een bijzonder plan, waarbij ik dus aan Verelendung moest denken.

Bron: Flickr

Eerst even Marx en zijn vijf stadia. In het eerste stadium, de concentratie wet, vindt een concentratie van bedrijven. Bedrijven nemen andere over waardoor er steeds minder maar wel steeds grotere bedrijven ontstaan. In het tweede stadium, de accumulatie wet, proberen de overgebleven bedrijven hun bedrijf te laten groeien door te concurreren met de andere overgebleven grote bedrijven. Door die hevige concurrentie verslechtert de positie van de arbeider, het derde stadium, de Verelendung. Het steeds slechter behandelen van de arbeiders lost de problemen van de bedrijven niet op. Uiteindelijk worden arbeiders ontslagen en wordt de sociale ellende nog verder vergroot en zitten we in het vierde stadium, de crisistheorie. En als die crisissen elkaar in steeds hoger tempo opvolgen, zitten we in het laatste stadium, de ineenstorting van de kapitalistische maatschappij. Nu is Marx een groot wetenschapper een kundige beschrijver en duider van wat hij in zijn tijd zag gebeuren. Met zijn sociale en economische analyse van de negentiende-eeuwse samenleving was niet veel mis. Dat geldt niet voor zijn vermogen om de toekomst te voorspellen. Maar terug naar de VVD.

Ik moest aan Verelendung, verpaupering in goed Nederlands, denken bij het lezen van De Agenda voor Werkend Nederland.  Het plan is, zo is op de site te lezen: “het startschot van de VVD om de middenklasse weer op één, twee én drie te zetten. Een fundamenteel andere waardering van werkende mensen en ondernemers. Een fundamentele keuze om aan de kant te staan van iedereen die iets wil opbouwen en vooruit wil komen.” De middenklasse staat dus centraal. (W)erken moet lonen,” aldus de partij. Wat gaat de partij doen om werken te laten lonen? Twee concrete voorstellen die wat de VVD betreft al in 2026 in moeten gaan. Als eerste de energiebelasting met € 750 miljoen verlagen. Dat is mooi maar niet alleen voor de middeninkomens. Als tweede gaat de toeslag voor kinderopvang fors omhoog. De eerste is een generieke maatregel waar iedereen van profiteert ongeacht de hoogte van het inkomen. Van de tweede maatregel profiteren alleen mensen met kinderen die deze kinderen naar de opvang doen. Heb je geen kinderen dan kost die maatregel je alleen maar geld. Die toeslag moet immers ergens van worden betaald en zoals de VVD terecht constateert, dragen de middeninkomens het grootste deel van de belastinginkomsten. Iemand met een middeninkomen zonder kinderen zal er door deze maatregel op achteruit gaan. Als het doel is om de middeninkomens erop vooruit te laten gaan zijn dit niet de meest effectieve maatregelen. Er is meer.

Bij een goede bestudering van het boekwerk valt op dat de ‘hardwerkende Nederlander’ vooral een ondernemer is. Zo wil de partij een ‘ondernemersakkoord’ waarvoor ze: “Met de machete door het regelwoud” wil gaan. Mogen belastingen voor bedrijven niet omhoog. Wil de partij de salarisdoorbetaling van bij ziekte van die hardwerkende Nederlander met een middeninkomen, verlagen van twee naar één jaar.[2]

“We willen in een koopkrachtwet vastleggen dat werkenden er altijd meer op vooruit gaan dan niet-werkenden,” zo is te lezen op de website. Een bijzondere maatregel. De VVD wil de (midden)inkomens vooruit helpen door, als de lonen stijgen, de mensen met een uitkering er minder op vooruit te laten gaan dan de stijging van de lonen. Voor de werkende met een al dan niet middeninkomen betekent deze wet helemaal niets. Die krijgt geen extra geld in de beurs en aan het lonend zijn van zijn werk, verandert niets. Wat de VVD in haar plan doet, is de positie van de middeninkomens afzetten tegen mensen die het slechter hebben: mensen met een uitkering. De VVD zoekt de ‘verbetering’ van de middeninkomens in een verslechtering van de positie van mensen met een uitkering. De partij wil mensen met een middeninkomen tevreden houden door deze mensen erop te wijzen dat anderen het nog slechter hebben.

Op een slinkse wijze probeert de partij zo een groep buiten beeld te houden en dat is de groep van mensen met hoge inkomens en grote vermogens. Die profiteren net als iedere andere Nederlander maar wellicht nog wat meer dan iedere andere Nederlander, mee van goedkopere energie en meer kinderopvangtoeslag. Voor deze groep gaat werken nog meer lonen. ‘Omdat het eerlijker moet’ legt de VVD de rekening bij mensen met een uitkering.


[1] Het gehele plan is te vinden via de volgende webpagina https://www.vvd.nl/nieuws/agenda-voor-werkend-nederland/

[2] De Agenda voor Werkend Nederland, pagina 32 – 37

Erg in hebben

“Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt.” De laatste woorden van het verhaal Piramide van de Venlose schrijver Fons Wijers. Het verhaal staat in zijn pas uitgekomen verhalenbundel Ricardo’s lot.  De woorden kwamen bij me op toen ik, zoals veel gebeurt in deze periode van het jaar, aan het terugdenken was wat er het aflopende jaar allemaal is gebeurd. Die woorden staan voor mij model voor het afgelopen jaar. Of beter nog, voor de afgelopen twintig jaar.

Eerst even naar het verhaal Piramide. De hoofdpersoon vertelt aan zijn dokter dat hij op reis gaat naar Egypte. Die dokter vindt dat, gezien de conditie van de man, geen goed idee en sluit zijn betoog af met de woorden: “Dus als u me vraagt of een dergelijke reis verantwoord is, moet ik u teleurstellen.” De man gaat toch en sterft vervolgens bijna van benauwdheid tijdens een bezoek aan een piramide. Hij overleeft het en kijkt aan het einde van de dag uit het raam van zijn hotelkamer en realiseert zich: “dat ademhalen natuurlijk gewoon vanzelf behoort te gaan, zonder nadenken.” Want en daarmee eindigt het verhaal: “Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt.”  Een mooi kort verhaal waarvan de bundel van Wijers er veel meer bevat.

Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt, als het vanzelfsprekend is. Als je er ‘erg in hebt’ dan gaat het niet goed. Voor de man in het verhaal betreft dit de ademhaling. Die ging in de piramide niet vanzelf, het kostte moeite. In onze democratische rechtsstaat is het precies hetzelfde. Pas als iets niet goed gaat, zoals bij de Toeslagenaffaire, dan heb je er ‘erg in’. Dan merk je dat iets wat je als gewoon veronderstelde, niet vanzelf gaat. Als je het nieuws een beetje volgt dan krijg je de indruk dat er in onze democratische rechtsstaat tegenwoordig veel is waar we ‘erg in’ hebben en dat niet goed gaat. Als je het taalgebruik mag geloven dan leven we in een crisistijd. Milieucrisis, stikstofcrisis, energiecrisis, wooncrisis, asielcrisis, veiligheidscrisis want we moeten ons voorbereiden op een oorlog en zo’n crisis leidt al snel tot een kabinetscrisis. Ieder probleem wordt meteen een crisis en het is aan de overheid om die op te lossen. Op te lossen door volgens het ene uiterste, stevige maatregelen te nemen en volgens het andere uiterste zich er niet mee te bemoeien want dat lost de markt zelf wel op.

Volgens premier Schoof, zo vertelt hij in een interview in de Volkskrant, is: “Het belangrijk dat Nederland een relatief stabiel bestuur heeft,” want: “het is super onrustig in de wereld.” Nu maakt zijn kabinetsploeg alles behalve een stabiele en zelfs geen ‘relatief stabiele’ indruk. Het getuigt van weinig stabiliteit om pas aangenomen wetten, zoals de Spreidingswet weer in te trekken en om bijna afgeronde trajecten om een uitdaging aan te pakken, zoals bij de aanpak van het stikstofprobleem, bij het grof vuil te zetten. Het getuigt van weinig ‘stabiliteit’ door bij de aanpak van veel problemen alle ballen op innovatie te zetten en vervolgens te bezuinigingen op wetenschap en innovatie. Dit even terzijde.

Een nadeel van ‘er geen erg in hebben omdat het goed gaat’, is dat de waardering voor dat goed gaan verdwijnt. Dat er goed drinkwater uit de kraan komt is vanzelfsprekend. Dat die vanzelfsprekendheid onder druk staat door de grote hoeveelheid stikstof en nog meer door het gebruik van pesticiden verdwijnt dan naar de achtergrond. Van een andere orde, dat we in een democratische rechtsstaat wonen is vanzelfsprekend. Zo vanzelfsprekend dat Plasterk, die mogelijke kabinetten moest onderzoeken adviseerde om: “te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.”  Zo vanzelfsprekend dat die partijen dat vervolgens ook nog gingen doen. Onze democratische rechtsstaat is onderhandelbaar. Onze Grondwet moet gewaarborgd worden. Ik dacht altijd dat de Grondwet de waarborging was van en voor onze democratische rechtsstaat.

Verdwijnende waardering van grondrechten omdat het goed gaat, bleek ook uit de discussie over het demonstratierecht die naar aanleiding van demonstraties van Exctinction Rebellion begin 2024 losbarstte. Die club maakte, zo betoogde Lilian Helder van de BBB, ‘misbruik van het demonstratierecht en moest daarom maar tot ‘criminele organisatie’ worden bestempeld. Politieke partijen die het demonstratierecht willen beperken omdat de boodschap die de groep verkondigd hen niet aanstaat. Ze realiseren zich niet dat het laten horen van een boodschap nu juist precies de kern van het demonstratierecht is

Waar het goed mee gaat, is het stigmatiserend, discriminatoir en soms zelfs racistische discours dat sinds het begin van deze eeuw over Nederland wordt uitgestort en waar Wilders al zo’n twintig jaar de belangrijkste vertolker van is. In maart van dit jaar gaf BBB-voorvrouw Van der Plas een voorbeeld dat het goed gaat met dit discours toen ze bij OP1 beweerde dat: “de groepen mensen die hier het meest asiel aanvragen dat zijn landen als Syrië, Eritrea Jemen dat zijn wel echt landen die een joden haat hebben die tot diep in hun ziel zitten.” Nogal stigmatiserend en discriminerend en wat mij daarbij het meeste trof was dat de presentatoren het gewoon lieten passeren. Geen verontwaardiging, geen vraag naar bewijs. Ze zwegen als het graf. In mei deed Mona Keijzer, partijgenoot van Van der Plas en nu minister in het kabinet Schoof, bij Jeroen en Sophie een soortgelijke uitspraak: “Wat je ziet is dat veel asielmigranten komen uit landen met een islamitisch geloof. We weten dat daar jodenhaat onderdeel is bijna van de cultuur.” Daarom was er in het coalitieakkoord opgenomen dat de Holocaust onderdeel moet worden van de inburgering. Gelukkig was er toen wel iemand die tegengas gaf, de schrijver Arnon Grunberg vond het: “kwalijk. Dat is precies wat je niet moet doen… En dit vind ik eigenlijk ook nog schandelijk omdat over de ruggen van zes miljoen vermoorde joden hier symboolpolitiek wordt bedreven” Naar aanleiding van Keijzers uitspraak verzuchtte ik dat: “Als er dan toch ergens ‘nadrukkelijk kennis van de Holocaust’ bijgebracht moet worden, dan zijn de onderhandelaars van het coalitieakkoord een goede plek om te beginnen.”   

Na de gebeurtenissen in Amsterdam van 7 november bleek dat het stigmatiseren en discrimineren niet alleen iets van de PVV en BBB is. Onder de het-moet-benoemd-worden-vlag stigmatiseerden naast deze partijen ook de VVD en het kabinet Schoof er vrolijk op los. Er was sprake van een ‘integratieprobleem’ van mensen die hier geboren en getogen zijn. Om dat aan te pakken moet de ene vorm van discriminatie, antisemitisme, zwaarder worden bestraft dan andere vormen. Die gebeurtenissen werden ook aangegrepen om het demonstratierecht te beperken. Demonstreren werd voor het gemak ongeveer gelijkgesteld aan relschoppen. Trouwens niet alleen tegen het demonstratierecht er werd gepleit voor het verbieden van de instagrampagina Cestmocro omdat die “onze jeugd vergiftigt met haat en antisemitisme,” aldus BBB-Kamerlid Henk Vermeer en het wordt niet gemodereerd. Een aantasting van de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van drukpers. “Als dit onze samenleving vertegenwoordigt, dan sta ik met de rug naar de samenleving,” schreef ik naar aanleiding hiervan.

Eind november bleek hoe ‘goed’ het in Nederland gaat met het stigmatiserende, discriminerende en naar racisme riekende discours. Het bleek zo tot in de ‘genen’ van het gros van politiek Nederland doorgedrongen dat naast de vier regeringspartijen ook de SP, het CDA, de ChristenUnie en de SGP er geen been in zagen een discriminerende en stigmatiserende  motie aan te nemen. Een motie die de overheid oproept tot etnisch profileren. Pas nadat er ophef over ontstond leken enkele partijen zich te realiseren waar ze voor hadden gestemd. Zelfs de indiener van de motie liet van zich horen. Niet met een verontschuldiging, nee door de partijen die tegen de motie stemden de mantel uit te vegen. Die partijen maken zich schuldig aan het: “cancellen van een onwelgevallige mening.” Die partijen en: “een aantal feitenvrije columns en kwalijke bijdragen,” zijn de schuld. Daarin werden: “een aantal woorden uit de motie uit context,” getrokken. Zo is op de VVD site te lezen.

Het gaat zo goed met het stigmatiserende en discriminerende discours dat grote groepen mensen er geen erg in  hebben hoe giftig en schadelijk dit discours is. Die schade wordt nog vergroot omdat het discours wordt gebruikt om de bijl te zetten in de wortels van onze democratische rechtsstaat en grote groepen hebben niet eens in de gaten dat er aan die wortels wordt gehakt. Ze hebben het niet in de gaten omdat de verworvenheden ervan zo vanzelfsprekend zijn dat men zich een wereld zonder niet kan voorstellen.  Zo bleek uit een reportage van de NOS in juni 2024 dat een grote groep jongeren democratie niet belangrijk vindt en autoritaire bestuursmodellen aantrekkelijk vindt omdat die, in tegenstelling tot een democratie, snel resultaten bereiken. Op de vraag of leiders gekozen moeten worden antwoordde een jeugdige: “het liefst wel gekozen. Maar stel het gaat helemaal mis dan is dat wel een optie.”  Ik dacht en schreef vervolgens: vergeef hen, ze weten niet wat ze wensen.” Een autocratie ‘aanschaffen’ is zo gebeurd, afschaffen is wat lastiger. Voor een democratie geldt precies het omgekeerd: afschaffen is zo gebeurd, ze weer aanschaffen is een heel ander verhaal.

“Het gaat pas goed als je er geen erg in hebt.” Met betogen die de bijl zetten aan de wortels van onze democratische rechtsstaat gaat het zo goed dat ze steeds minder opvallen. Een zeer zorgelijke ontwikkeling. Ik hoop dat deze prikker eraan bijdraagt dat het giftige en schadelijke van dergelijke betogen wel weer gaan opvallen. Ik hoop dat ze ertoe leiden dat steeds meer mensen als de hoofdpersoon in Wijers’ verhaal Piramide ‘staan te hijgen’ omdat ze wat nu het nieuwe normaal lijkt te worden, niet normaal vinden en zich ertegen uitspreken.

Brainrot

Nee, nee en nog eens nee!!! We gaan NIET over tot de orde van de dag. Want als dit tegenwoordig de orde van de dag is, dan vraagt dat om verstoring van die orde. Dat is wat ik dacht toen ik hoorde dat de Tweede Kamer een motie van VVD Kamerlid Bente Becker heeft aangenomen. Een motie die duidelijk maakt hoe rot politiek Den Haag is. Een discriminerende en stigmatiserende motie die vraagt om aangifte bij de politie en dan verder onderzoek door justitie. Helaas is dat niet mogelijk want in de Kamer mogen politici zeggen wat ze willen. Alleen de voorzitter kan hen corrigeren en eventueel schorsen.

In die aangenomen motie wordt de regering verzocht: “om gegevens over culturele en religieuze normen en waarden van Nederlanders met een migratieachtergrond bij te houden, bijvoorbeeld door het SCP te vragen dit (periodiek) te onderzoeken.” Dit omdat, aldus de indiener: “data over de normen en waarden en mogelijke acties die hieruit voortvloeien in (gesloten) religieuze gemeenschappen van overheidswege weinig bestudeerd worden,” en dat: “data over normen en waarden inzicht kan bieden in de culturele integratie van Nederlanders met een migratieachtergrond en behulpzaam is om gericht problemen aan te pakken en lessen te trekken uit positieve ontwikkelingen.” Dat klinkt mooi ‘positieve ontwikkeling’. Dat is het echter niet. Deze motie pleit voor etnisch profileren. Dit is niet het enige voorbeeld van discriminerende voorstellen vanuit de partijen die nu de regering vormen. Ik schreef er al eerder over.

Er is echter nog meer dat problematisch is met deze motie. Volgens Becker en de partijen die de motie ondersteunen ligt het probleem bij ‘(gesloten) religieuze gemeenschappen. Om dit te kunnen ‘bestuderen’ en dan vooral de ‘acties’ die uit de ‘normen en waarden voortvloeien’, moeten gegevens van alle Nederlanders met een migratieachtergrond worden bijgehouden. Daarmee wordt gesuggereerd dat alleen migranten  religieuze opvattingen kunnen hebben die tot ‘verkeerde acties’ kunnen leiden. Alsof mensen zonder migratieverleden geen lid kunnen zijn van een ‘(gesloten) religieuze gemeenschap’ en ‘verkeerde acties’ in de zin kunnen hebben.

Een stap verder. Alsof alleen ‘(gesloten) religieuze gemeenschappen’ tot verkeerde acties in staat zijn. Varkenskoppen en vuurwerk om te voorkomen dat asielzoekers worden opgevangen, de gewelddadige acties tegen anti-zwarte-piet-demonstranten en het storten en verbranden van afval door boeren als vorm van protest, zijn voorbeelden dat in niet (gesloten) religieuze gemeenschappen iets schort aan normen en waarden. Sterker nog, het indienen en aannemen van deze motie laat zien dat er zelfs bij de meerderheid van de Tweede Kamerleden iets schort aan de ‘normen en waarden’.

Als Becker en haar collega’s die instemden met deze motie dan toch iets willen onderzoeken, dan stel ik een grondig zelfonderzoek voor. Een onderzoek waarbij ze hun denken en handelen eens langs hun eigen zo hoog geachte ‘normen en waarden’ leggen. Hoe ‘liberaal’ is deze motie en is hun handelen? Hoe verhoudt zich dit tot het vodje met de ‘basislijn over rechtsstatelijkheid’? En als ik ze een idee aan de hand mag doen, wellicht kunnen ze eens onderzoeken of ze lijden aan brainrot? Dat Engelse woord van het jaar. Dus naar de mogelijke ‘negatieve psychologische en cognitieve effecten’ veroorzaakt door ‘internetinhoud van lage kwaliteit’.