Uitgelicht

De les van Mitterrand

‘In the long run we are alle dead.’ Een uitspraak van de econoom John Maynard Keynes. Met deze uitspraak verzette Keynes zich tegen het klassiek economische denken. Klassieke economen betoogden dat overheidsingrijpen in tijden van economische crisis (hoge werkloosheid) schadelijk was en dat de markt gewoon haar werk moest doen via de daling van lonen. Keynes betoogde dat de economie zo best in evenwicht zou kunnen komen, maar dat dit zonder ingrijpen van de overheid wel eens heel lang zou kunnen duren. Zolang dat ‘we dan al dood’ kunnen zijn en er dus niet meer de vruchten van kunnen plukken. Ik moest hieraan denken bij het lezen van het boek Not One Inch. America, Russia and the making of Post-Cold War Stalemate van historica M.E. Sarotte. Een zeer verhelderend boek.

Eigen foto

Verhelderend omdat Sarotte de officiële documenten, de ambtelijke notities en ook de persoonlijke aantekeningen van de verschillende hoofdrolspelers in de periode 1989 – 1999 heeft ingezien en gebruikt voor het schrijven van haar boek. Aan de hand van deze documenten beschrijft ze wat er waarom is gebeurd. Dat maakt duidelijk hoe de koude oorlog tussen de Verenigde Staten en Rusland is ontstaan. Maar ook wat er niet is gebeurd en waarom niet en dat is net zo verhelderend.

Om met een van haar belangrijke conclusies te beginnen, in tegenstelling tot de populaire beeldvorming was er geen sprake van een nieuwe wereldorde na de val van de muur. De dooi in de Koude Oorlog die intrad met het aantreden van de laatste Sovjetleider Gorbatsjov was vrij snel voorbij. De eerst ‘nachtvorst’ van die ‘beginnende winter’ was in 1990 al te bespeuren en vanaf 1993 nam het ‘aantal vorstdagen’ snel toe en lag de nieuwe koude oorlog in het verschiet. Want wat was er gebeurd: “Amerikaanse en Russische keuzes hadden in een reeks cumulatieve interacties ook een minder wenselijk resultaat opgeleverd: een post-Koude Oorlog-orde die veel leek op zijn voorganger uit de Koude Oorlog, maar met een meer oostelijke Europese scheidslijn.[1] De kans op die ‘nieuwe wereldorde’ werd gemist. Of om een citaat van de  Belarussische schrijfster en Nobelprijs winnaar Svetlana Alexievich, die Sarotte citeert, aan te halen: “We moeten opnieuw wachten op de nieuwe tijden, want we hebben onze kans gemist in de jaren negentig. [2]

Sarotte beschrijft die eerste ‘nachtvorst’ en de erop volgende ‘vorstdagen’ en laat zien hoe de huidige wereld is ontstaan. De eerste, maar meteen flinke, ‘nacht’ dat het vroor, was al in 1990: “Gevraagd na de val van de Berlijnse Muur of hij, om de Duitse eenwording te bereiken, een compromis zou sluiten met Moskou over de toekomst van NAVO, antwoordde president George H.W. Bush: ‘To hell with that.’ De reden achter die houding was zijn vaste overtuiging in de noodzaak om ervoor te zorgen dat een uitgebreid Atlantisch Bondgenootschap dat diende als de dominante veiligheidsorganisatie na de Koude Oorlog.[3] Die keuze bepaalde voor een belangrijk deel de inrichting van de veiligheidsstructuur op het Noordelijk halfrond.

De ineenstorting van de Sovjet Unie bood vervolgens nieuwe onzekerheden waarvan in eerste instantie het nu over vier landen verspreidde nucleaire arsenaal van de voormalige Sovjet Unie de belangrijkste was. Nu was dat niet de enige onzekerheid in die tijd: “De opkomende Russische staat stond het meest open voor samenwerking met de Verenigde Staten op een moment – 1991 tot 1992 – toen de Verenigde Staten niet alleen gefixeerd waren op de Eerste Golfoorlog en de presidentsverkiezingen, maar ook op een verandering van Witte Huis bewoners.” Gevolg hiervan: “Terwijl de leiders in Washington met al die dramatische gebeurtenissen aan het jongleren waren, werd de kans om een meer coöperatieve post-Koude Oorlog-orde met Rusland te vestigen geleidelijk kleiner.[4]

Die kans werd kleiner omdat de tijd en de ontwikkelingen aan de andere, de Russische, kant niet stilstonden: “midden 1993, toen Clinton het grootste deel van zijn team had aangesteld, verzwakten hyperinflatie en corruptie de democratische vooruitzichten in Rusland en Jeltsin en de extremisten in het parlement liepen vooruit op een gewelddadig conflict.”  Dat conflict staat bekend als de Russische constitutionele crisis. Een crisis om de macht tussen president en parlement die uiteindelijk uitliep op beschieting en bestorming van het Witte Huis, het Russische parlementsgebouw. Jeltsin schreef daarna nieuwe parlementsverkiezingen uit en er werd per referendum een nieuwe Grondwet aangenomen die het grootste deel van de macht bij de president legt. Dit werd in het westen en de Verenigde Staten met argusogen gevolgd en bepaalde mede het handelen. Handelen dat bestond uit omgaan met de roep om NAVO lidmaatschap van steeds meer voormalige Oostblok landen en landen die als republiek tot de voormalige Sovjet Unie behoorden en het komen tot goede verhoudingen met kernmacht Rusland en in het bijzonder het verminderen van kernwapens want die betekenden een directe bedreiging voor de Verenigde Staten.

De regering Clinton zette hiervoor een veelbelovende strategie in, het Partnerschap voor Vrede. Veelbelovend omdat ieder land partner kon worden van de NAVO en het was gericht op samenwerking waarbij lidmaatschap en vooral de artikel 5 status, iets werd van eventueel en ver in de toekomst. Maar als de samenwerking heel goed zou gaan, zou lidmaatschap niet nodig zijn: “PfP maakte gelijktijdig beheer mogelijk van vele post-Koude Oorlog mogelijkheden op het onvoorspelbare Europese schaakbord.” Helaas ondervond het tegenwerking binnen Clintons eigen regering. Daarnaast deed de Russische aanpak van het conflict in Tsjetsjenië, de Eerste Tsjetsjeense oorlog in 1994, meer kwaad dan goed. Het versterkte de angst voor ‘Russisch ingrijpen’ onder voormalige Oostbloklanden en de voormalige Sovjetrepublieken. Het verlies van  Clintons Democratische Partij bij de mid term verkiezingen van 1994 betekende de nekslag voor het Partnerschap. Om de komende presidentsverkiezingen te winnen, moest Clinton vooral deelstaten met grote groepen mensen met een connectie met voormalige Oostbloklanden als Polen en Hongarije voor zich winnen. Het NAVO lidmaatschap op korte termijn voor deze landen, was een goed middel om dit te bereiken.: “Vanaf dat moment zette de regering Clinton alle kaarten op het nastreven van een one-size-fits-all, volledig gegarandeerde uitbreiding van de NAVO.”  Hieruit trokken de Russen de conclusie dat: “Dat PfP een list was, ook al was dat niet geweest[5]”.

Dit besluit van Clinton verkleinde de opties nog verder. Polen, Hongarije en Tsjechië profiteerden hier echter als eerste van, maar zij zouden zeker niet de laatsten zijn, aldus de politiek van de regering Clinton. De drie landen werden met de viering van het vijftigjarig bestaan van de NAVO in 1999 verwelkomd. Clinton was daarmee op weg naar waar hij niet wilde zijn, hij: “had, aan het begin van het presidentschap, een doel gesteld om replicatie van de Koude Oorlog-orde te vermijden – dat wil zeggen, het vermijden van een nieuwe lijn door Europa. Hij wilde in plaats daarvan een andere oplossing vinden om de toekomstige trans-Atlantische veiligheid te waarborgen.[6] Toen bij die viering van de vijftigjarig jubileum ook de deur werd opengezet voor een lidmaatschap op korte termijn van de Baltische landen, had hij precies dat bereikt wat hij niet wilde. Die boodschap werd aan de andere kant duidelijk ontvangen. Zeker toen iets later dat jaar de NAVO unilateraal besloot Servië te bombarderen.

Tot zover wat er is gebeurd. Nu wat er niet is gebeurd. Waren er alternatieven? Belangrijk omdat: “Gezien het feit dat Rusland, zodra het hersteld was van de politieke en economische ineenstorting, vrijwel zeker een belangrijke speler zou blijven vanwege zijn omvang en het nucleair arsenaal, zou het dan niet beter zijn geweest om van tevoren op dit probleem te anticiperen door Moskou meer zeggenschap te geven over en een veilige “plek in een gemeenschappelijke veiligheidsstructuur?[7]Een vraag die ook nu actueel is. Die alternatieven waren er. Het Partnerschap voor Vrede werd al genoemd. Gorbatsjov, de Franse president Mitterrand en Hans-Dietrich Genscher, de toenmalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken, hadden ook iets gezamenlijks voor ogen, een veiligheidsstructuur van Vancouver tot Vladivostok. Dat is het echter niet geworden.

De Europese Unie dan? “Als de NAVO te snel was met uitbreiden, dan was de Europese Unie te langzaam. De NAVO uitbreiding stelde de EU in de gelegenheid haar eigen uitbreiding uit te stellen en de nieuwe democratieën aan te sporen om naar de NAVO te kijken. Dit uitstel betekende dat de Europese leiders in een te lichte gewichtsklasse boksten in de kritische dagen van democratisering in het Oosten. De EU koos ervoor om het Russische lidmaatschap uit te sluiten en prioriteit te geven aan de uitbreiding met Oostenrijk, Finland en Zweden.”

Al die opties lagen wel op tafel maar werden niet gekozen. Niet gekozen door ontwikkelingen en acties aan beide zijden.  “Vijftig jaar na de woeste oorlog die hun landen had verdeeld, hadden Frankrijk en Duitsland een duurzame manier gevonden om conflicten tussen voormalige vijanden uit te bannen en partners te worden. Mitterrand zag één doorslaggevende les in die decennia: ‘Als we niet kunnen begrijpen’ dat er ‘geen andere weg’ vooruit is dan samenwerking, dan zijn de Europeanen ‘de genade en geschenken van de afgelopen vijftig jaar, niet waard.[8] Sarotte haalt hier een van de laatste gesprekken tussen de Duitse Bondskanselier Kohl en de stervende Franse president Mitterrand aan. Zou Mitterrand, als hij nu nog leefde, vinden dat de Europeanen dat geschenk op waarde hebben geschat?

Na lezing van Not One Inch moest ik denken aan het boek van een andere historica, De Mars der Dwaasheid met als ondertitel Bestuurlijk onvermogen van Troje tot Vietnam. van Barbara Tuchman. De eerste alinea van het boek maakt meteen duidelijk waar het boek over gaat, als dit na het lezen van de titel al niet duidelijk is: “Een verschijnsel dat we overal en altijd in de geschiedenis tegenkomen is dat regeringen een beleid volgen dat tegen hun eigenbelang indruist. Het lijkt alsof de mens van besturen een magerder vertoning maakt dan van elke andere bedrijvigheid. Wijsheid, die men zou kunnen omschrijven als het uitoefenen van een oordeel op basis van ervaring, gezond verstand en beschikbare informatie, is hier verder te zoeken en wordt vaker in de wind geslagen dan eigenlijk zou mogen. Hoe komt het dat hoogwaardigheidsbekleders zo vaak handelen in strijd met wat de rede of het welbegrepen eigenbelang hun influistert? Waarom lijkt het gezond verstand het zo menigmaal af te laten weten?[9]” In het boek gaat Tuchman op zoek naar antwoorden. Hiervoor maakt zij een reis door de geschiedenis en behandelt zij vier gevallen van wat zij dwaasheid noemt. Die vier zijn: de val van Troje, de handel en wandel van de Renaissance pausen tussen grofweg 1450 en 1550, de Amerikaanse onafhankelijkheid van Engeland en als laatste de strijd in Vietnam tussen 1945 en 1975.

Eigen Foto

Dwaasheid is, zo betoogt Tuchman, een van de vier vormen van wanbestuur. De andere drie zijn als eerste tirannie of onderdrukking de tweede is buitensporige ambitie en de derde onbekwaamheid of verval. Om voor Tuchman als dwaasheid bestempeld te kunnen worden, moet de gevoerde politiek aan drie criteria voldoen. Als eerste moet de gevoerde politiek destijds ook als averechts zijn onderkend en niet pas achteraf. Het tweede criterium is dat er geschikte alternatieve gedragslijnen beschikbaar moesten zijn. Het derde en laatste criterium is dat het de politiek van een groep moet zijn geweest en niet van een individuele heerser. Een politiek die langer heeft geduurd dan een politieke levensduur. Daarnaast is dwaasheid te herkennen aan de volgende vijf kenmerken. 1. Het ontbreken van een plan voor de lange termijn.2. Hardnekkigheid of koppigheid waarmee gedrag wordt voortgezet. 3. Culturele onwetendheid, niet kunnen of willen inleven en invoelen in de ander. 4. Een gevoel en uitstraling van superioriteit. 5. Incompetentie.

Als je met Tuchmans kader kijkt naar het handelen van de successievelijke Amerikaanse regeringen, dan kun je betogen dat er sprake was van dwaasheid. Er werd al vanaf het begin gewaarschuwd dat de NAVO- uitbreiding averechts kon uitpakken. Er waren alternatieven zoals Sarotte beschrijft. Het was de politiek van een groep (zowel Republikeins als Democratisch) die langer dan een politiek leven duurde en nog steeds voortduurt. Als ik het langs de vijf kenmerken leg, dan was de lange termijn gelijk aan de korte: meer NAVO. Dan werd de gekozen lijn hardnekkig en koppig voortgezet en nog steeds voortgezet. Dan lijkt er ook sprake van onvermogen om zich in te leven in de Rus en de Russische leiders, hun beleving van instorting van de Sovjet Unie en wat het drastische economische privatiseringsexperiment voor hen heeft betekend en met hen heeft gedaan.  Als je Sarottes boek leest, dan is de conclusie dat de Amerikaanse kant zich superieur voelde en dat ook uitstraalde onvermijdelijk. Dat begon al met ‘to hell with that’ van George H.W. Bush in 1990. Dat het kenmerk ‘incompetentie’ van toepassing is, is een lastiger verhaal. Toch zijn er signalen die ook in die richting wijzen. Sarotte noemt een aantal Amerikaanse keuzes die naar incompetentie neigen: “Ruslands claim dat het met de Duitse eenwording  heeft ingestemd in  ruil voor een garantie dat de NAVO niet zou uitbreiden, had nuchter besproken kunnen worden en niet bij voorbaat van de hand gewezen. Zoals Duitse diplomaten probeerden duidelijk te maken, was de Russische claim feitelijk niet juist maar lag dat psychologisch anders. Een tweede concessie – het veranderen van de naam van de alliantie, zoals Moskou verzocht, zonder andere aspecten te veranderen – had voordelen op kunnen leveren tegen geringe kosten. … Als derde had de alliantie in maart 1999 de uitbreiding kunnen pauzeren in plaats van onmiddellijk gesprekken te beginnen met negen landen terwijl het bondgenootschap was verwikkeld in een gewapend conflict in Kosovo. … Als vierde, meer speculatief, had er meer aandacht besteed kunnen worden de bezorgde geluiden van de Finnen en Zweden. Eerdere gesprekken over een Noordse veiligheidsorganisatie, nu inclusief de Baltische staten hadden vervolgd kunnen worden; of er hadden bilaterale verdragen gesloten kunnen met de Baltische staten. …. Als laatste, de NAVO had ervaring met het toestaan van verschillende soorten praktisch lidmaatschap onder de artikel 5 paraplu – zoals bijvoorbeeld de Deens/Noorweegse, Franse, Spaanse en Oost Duitse varianten, hadden kunnen dienen als minder confronterende precedenten voor het toelaten van nieuwe leden.[10]

Dwaasheid van de opeenvolgende Amerikaanse regeringen die de ‘wet van Keynes’ waarmee ik begon, verkeerd begrepen. Verkeerd begrepen op twee manieren. Als eerste omdat ‘Keynes wet’ in het geval van Rusland niet werd toegepast op de Russische economie. Onder Jeltsin en met Westerse adviezen, werd de Russische economie ongeveer van de ene op de andere dag omgeschakeld van centraal geleid naar vrije markt. Een vrije markt met een probleem en dat probleem benoemde de Duitse kanselier Gerhard Schröder scherp in zijn eerste gesprek met de Amerikaanse president Bill Clinton na zijn uitverkiezing: “’ze hebben geen staat’ dat was “het werkelijke probleem waarom alle economische vooruitgang had gefaald.” Verkeerd begrepen op een tweede manier omdat zij de wet wel toepasten op de veiligheidsrelaties tussen landen. Daarbij lieten ze zich leiden door korte termijn successen die de relatie op de lange termijn bemoeilijkten. De lange termijn was gebaat bij inbedding van Rusland in het westerse economische en veiligheidssysteem. Inbedding die voor economische voorspoed voor de Russen had kunnen zorgen. Inbedding  had ervoor gezorgd dat de twee grootste kernmachten verder zouden zijn gegaan met de ontmanteling van die kernmacht en had ervoor gezorgd dat die twee samen op zouden trekken tegen andere nucleaire machten. Bovendien had dit Ruslands pogingen om democratisch te worden, een zet in de rug gegeven. Helaas is dit niet gebeurd en is Rusland het pad opgegaan van een andere vorm van wanbestuur, de weg van tirannie en onderdrukking. Een vorm die tenminste de laatste tien, vijftien jaar ook nog wordt aangevuld met buitensporige ambitie.

Van 2000, het einde van Sarottes studie, naar 2023 en de oorlog in Oekraïne is nog een hele weg en die weg is geen rechte en onvermijdelijke lijn. Het had niet zo hoeven lopen. Net zoals de situatie in het jaar 2000 geen onvermijdelijkheid was maar het gevolg van door de jaren heen gemaakte keuzes. Keuzes die betekenden dat andere alternatieve opties, niet werden gekozen. Nu staan er twee vormen van wanbestuur tegenover elkaar, de westers Amerikaanse dwaasheid met een scheut buitensporige ambitie en aan de ene kant en de Russische tirannie met buitensporige ambitie aan de andere kant.

Tijd om te luisteren naar het advies dat de stervende Mitterrand gaf op basis van zijn levenservaring: er is geen andere weg voor vooruitgang dan door samen te werken. Tijd om op die manier, om Alexievich woorden te gebruiken, de ‘nieuwe tijden’ te creëren om de in de jaren negentig gemiste kans nu wel te benutten.


[1] M.E. Sarotte, Not One Inch. America, Russia and the Making of Post-Cold War Stalemate, pagina 339 (eigen vertaling uit het Engels)

[2] Idem, pagina 338

[3] Idem, pagina 399

[4] Idem, pagina 340

[5] Idem, pagina 341

[6] Idem pagina 343

[7] Idem pagina 344

[8] Idem, pagina 353

[9] Barbara Tuchman, De Mars der Dwaasheid. Betsuurlijk onvermogen van Troje tot Vietnam, pagina 12

[10] M.E. Sarotte, Not One Inch. America, Russia, and the making of Post-Cold War Stalemate, pagina 346 -347

Uitgelicht

How to end the war?

Binnenkort is het een jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Een jaar van gevechten. Voor de spanningsboog van de zappende moderne burger is dat lang. Als we het in historisch perspectief bezien dan valt dat reuze mee. Maar hoe moet het eindigen?

De Tweede Wereldoorlog duurde afhankelijk van waar je woonde tussen de drieënhalf (de VS) tot acht jaar (China). De eerste van august 1914 tot en met november 1918. En dat zijn dan nog korte vergeleken met de Dertigjarige oorlog, die voor een deel weer samenviel met de Tachtigjarige oorlog.  De kroon werd wel gespannen door de 118 jaar durende Honderdjarige oorlog om de Franse troon die met relatief rustige tussenposen woedde van 1337 tot 1453 tussen aan de ene kant het Franse huis Anjou en aan de andere kant het huis Plantagenet dat het koningschap van Engeland combineerde met bezittingen in Frankrijk. Of je moet de drie Punische oorlogen tussen het Romeinse rijk en Carthago als een oorlog zien met twee relatief lange rustige tussenposen. Dan duurde die oorlog namelijk ook 118 jaar, van 264 tot 146 voor de start van onze jaartelling.

Slag bij Nieuwpoort van Jacob de Vos. Bron: WikimediaCommons.

Als we naar de ‘vroegere voorbeelden’ kijken, dan zijn er twee mogelijkheden: na jaren strijden komen de partijen tot een vergelijk waarin ze zich kunnen vinden en dat aantrekkelijker is dan de strijd voortzetten. Dat is de manier waarop de Dertig- en Tachtigjarige oorlog en de Eerste Wereldoorlog werden beëindigd. Iedereen wint en verliest wat. In het geval van de Eerste Wereldoorlog verloor de ene partij, Duitsland, meer dan ze wilde maar haar onderhandelingspositie was door de revolutionaire sfeer in het land dermate verzwakt dat wapenstilstand verwerd tot een nederlaag. De tweede mogelijkheid is een nederlaag van een van de partijen. Zo eindigden de Tweede Wereldoorlog, de Honderdjarige oorlog en de drie Punische oorlogen. Tenminste als je ze als één oorlog ziet want de laatste van de drie eindigde met de totale vernietiging van de stad Carthago en de overlevenden, zo’n 50.000 mensen, werden als slaaf verkocht.

De huidige oorlog via het tweede scenario beëindiging, door de totale nederlaag van een van de twee partijen, dat kan er wel eens iets worden van heel lange adem. Oekraïne is niet bij machte om Rusland op de knieën te dwingen en te bezetten. Zelfs met Amerikaanse en Europese steun is dat een onmogelijkheid. Daarvoor is Rusland te groot. Net zoals Rusland Oekraïne niet op de knieën kan dwingen en succesvol bezetten. Iets waaraan ik vorig jaar al, voor aanvang van de oorlog, twijfelde. Zeker niet als je de oorlog ziet als een oorlog tussen Rusland en de NAVO en de VS, zoals Van Russische kant met goede argumenten wordt betoogd. Als je met dat frame naar de oorlog kijkt, dan kun je ook beweren dat we in het 77ste jaar zitten van de oorlog tussen het Westen en Rusland. Geen bemoedigende gedachte maar ik kan niet uitsluiten dat historici uit komende eeuwen het in perspectief zien. Of, en dat kan ook, dat Poetins inval in Oekraïne wordt vergeleken met het schot van Gavrilo Princip dat de aanleiding vormde tot de Eerste Wereldoorlog en die inval zien als de aanleiding voor de Amerikaans-Chinese oorlog. Ook geen bemoedigend scenario.

Voor bemoedigender scenario’s moeten we naar het eerste einde van oorlogen, het vergelijk tussen partijen. Echter voordat we te enthousiast worden ook oorlogen die eindigden met een totale nederlaag kenden momenten van rust en aan die rust lag vaak een overeenkomst ten grondslag. Maar geen overeenkomst die permanent soelaas bood. Op die manier kun je ook de vrede van Versailles waarmee de Eerste Wereldoorlog eindigde bezien. Als je de Tweede tenminste als een voorzetting van de Eerste ziet en daar zijn argumenten voor te vinden.

Met die Eerste – en Tweede Wereldoorlog ben ik wel waar ik wezen wil. Die twee oorlogen maakten namelijk een einde aan de langdurige machtsstrijd in Europa tussen Frankrijk en Duitsland. Na de Eerste lukte dat niet omdat wraak en revanche voor de vernedering bij zowel de Duitsers als de Fransen overheerste. De Fransen wilden wraak en revanche voor de vernietigingen van die oorlog maar vooral voor de nederlaag een oorlog eerder, de verloren oorlog tegen de Duitsers van 1871. Bij een groot deel van de Duitsers lag het dictaat van Versailles zwaar en flinke delen van de bevolking riepen om wraak.

Na de Tweede lukte het wel. Niet omdat er toen geen roep om wraak, vernedering, vergelding en herstelbetalingen waren. Die waren er zeker, ook in Nederland waren er ideeën en plannen om de Duitsers uit te kleden. Het meest megalomane idee was het Bakker Schut-plan. Dat behelsde het uitbreiden van Nederland vanaf de huidige grens tot aan de Rijn en een strook van ongeveer gelijke breedte boven de Rijn. Liefst wel zonder de bewoners. De machtsstrijd werd beëindigd door Europese samenwerking. Door in structuren gegoten ‘Handel durch Wandel’ die de twee grote rivalen inkapselde en met elkaar verbond. En vervolgens door mensen naast Duitser, Fransman of Nederlander ook onderdeel te laten zijn van een groter verband. Door, om dat moderne woord te gebruiken, de mensen een Europese identiteit naast de nationale aan te meten. De Europese voor de wereldpolitiek en de nationale, om het wat cru te formuleren, voor de sport en cultuur. Of oorlog tussen de landen in de  Europese samenwerking daarmee definitief tot het verleden behoort, moet de toekomst uitwijzen. Helaas zijn er tegenwoordig partijen, zoals de FvD van Baudet, die aan dat verband, aan die Europese samenwerking op liberale en democratische grondslag, een einde aan willen maken. Liberaal zoals Fukuyama het definieert: ‘de  doctrine … waarin werd gepleit voor de beperking van de regeringsmacht door middel van wetten en uiteindelijk ook grondwetten en waarbij instituties in het leven werden geroepen waarmee de rechten van  burgers werden beschermd .[1]Maar nog bedreigender, landen zoals Polen en Hongarije, die de grondslagen onder die samenwerking, de liberale democratie, met voeten treden en zo het geheel ondermijnen.

Aangezien complete vernietiging en verkoop van de overlevenden als slaven geen realistisch scenario meer is, moet er een manier worden gevonden waarop alle betrokken partijen met elkaar samen kunnen en willen leven. Daarbij helpt het niet om de ander te ontmenselijken en te verketteren zoals nu vooral gebeurt. Daarbij helpt het wel om een beeld van de samenleving en de samenwerking na de oorlog te schetsen. Hoe zou die samenleving eruit moeten zien? Daarvoor biedt de Europese samenwerking een interessant voorbeeld. Zo’n soort samenwerking tussen de huidige EU samen met Rusland en Oekraïne met een liberale en democratische basis. Een  uitbreiding van de Duitse Handel durch Wandel politiek die nu wordt verketterd als ‘een tweede München’ met overheidsstructuren. Dat zou een win-win zijn voor alle betrokken partijen, een Euro-Russisch blok.Nu zal dat veel weerstand oproepen bij de Europese lidstaten die onder de Sovjet heerschappij vielen.

Op die manier wordt de Russen die van Poetin en zijn kliek af willen, een alternatief geboden dat er nu niet is. Want wat, behalve ‘wij willen niets met jullie te maken hebben’ heeft de EU de Russen nu te bieden? Zo’n samenwerking zou het tweede langjarige Europese conflict beëindigen. Het conflict met Rusland en haar voorgangers. Bovendien kan dit wel eens de manier zijn om te voorkomen dat de Russische inval in Oekraïne het ‘Pricip-moment’ wordt van een Amerikaans-Chinees conflict. Het alternatief zou wel eens een antiliberaal, autocratisch Chinees-Russisch blok aan onze grenzen kunnen zijn.


[1] Francis Fukuyama, Het liberalisme en zijn schaduwzijden. Verdediging van een klassiek ideaal, pagina7

Uitgelicht

Europese vrijheden en waarden

De Oekraïners vechten voor onze vrijheid, voor de Europese waarden. Menig Europees en ook Nederlands politicus sprak die of soortgelijke woorden uit sinds de Russische inval in dat land. Dergelijke woorden gevolgd door iets als ‘want Poetin stopt niet bij Oekraïne’. Vormt Rusland werkelijk een bedreiging voor onze vrijheden en Europese waarden of zijn er andere, grotere bedreigingen voor die waarden?

Chileense vluchtelingen komen aan in Nederland in 1973. Bron: WikimediaCommons

Ik denk niet dat de Oekraïners voor onze vrijheid vechten. Ze vechten voor hun eigen vrijheid, dat is hun goed recht. Ook denk ik dat de Russische militaire dreiging schromelijk wordt overdreven. En nee, die gedachte is niet iets van de laatste weken waarin het Oekraïense leger successen boekt. Nee enkele dagen voor de Russische inval sprak ik al mijn twijfels uit over de Russische kansen Oekraïne te veroveren en vervolgens te bezetten. Twijfels gebaseerd op het aantal soldaten aan beide zijden. Nu zegt het aantal beschikbare troepen niet alles. Zo lukte het de troepen van de Korintische Bond onder leiding van Alexander de Grote om het Perzische leger onder leiding van Darius III te verslaan terwijl ze flink in de minderheid waren.

Sinds Poetin de mobilisatie heeft afgekondigd, vluchten Russen die het risico lopen opgeroepen te worden het land uit. Hierbij moeten we aantekenen dat het vooral de beter gesitueerden zijn die vluchten. Zij hebben middelen om een vlucht mogelijk te maken die het gros van de Russen niet heeft. Die vluchtende Russen vluchten ergens naar toe en dat leidt tot de vraag of we deze vluchtelingen op moeten vangen en asiel moeten verlenen. De regeringen van enkele lidstaten (Polen en de Baltische staten) van de Europese Unie geven NEE als antwoord. De Litouwse minister van buitenlandse zaken Gabrielius Landsbergis formuleerde het als volgt: “Russen moeten blijven en vechten tegen Poetin.”  Zijn Letse collega Rinkevics voegde eraan toe: “Er zijn genoeg landen buiten de EU om naar toe te gaan. Veel van de Russen die Rusland nu ontvluchten vanwege de mobilisatie, vonden het prima om Oekraïners te doden, ze protesteerden toen niet. Het is niet juist om ze te beschouwen als gewetensbezwaarde.”

Nu weet ik niet of veel Russen het prima vonden Oekraïners te doden. Hiervoor ontbreken betrouwbare opiniepeilingen. Zelfs als die er wel zijn, kun je je afvragen of ze betrouwbaar zijn in een land waar propaganda en indoctrinatie hoogtij vieren. Dit even terzijde.

Als Russen in Rusland moeten blijven om tegen Poetin te vechten en ze daarom niet als vluchteling mogen worden toegelaten, gaat dat dan niet ook op voor Oekraïners? Zouden die dan niet ook in Oekraïne moeten blijven om voor de vrijheid van hun land te vechten? Sterker nog, met dit argument hoeft er niemand als vluchteling te worden toegelaten. De politieke vluchteling uit Noord-Korea moet dan in Pyongyang blijven om te strijden tegen Kim Jong Un. De homo uit Iran moet daar blijven om te strijden tegen de ayatollahs en voor zijn recht om zichzelf te zijn.

Maar belangrijker, de andere kant, de vrijheden en waarden waar die leiders zich met woorden zo druk om maken. Wat zijn die waard als ze selectief worden toegepast? Als we ze gebruiken om anderen, zoals Rusland, China, Noord-Korea, mee om de oren te slaan maar ze, als puntje bij paaltje komt en we ernaar moeten handelen, negeren? Dat: “Er (..) aanzienlijke veiligheidsrisico’s als ze worden toegelaten,” zijn, zoals Rinkevics vreest, doet daar niets aan af. Vormt die selectieve toepassing niet een veel grotere bedreiging voor onze waarden en vrijheden?

Uitgelicht

Onssoortmensenrechten

“Vrij,” zo heet het boek van de van oorsprong Albanese hoogleraar politieke theorie en hoofddocent filosofie Lea Ypi. Een boek met als ondertitel “ Opgroeien aan het einde van de geschiedenis.” In het boek beschrijft ze haar jeugd in Albanië. Een jeugd waarin de val van de Berlijnse muur en het een jaar later instorten van de Albanese eenpartijstaat centraal staat. Een verwarrende jeugd zo blijkt uit het boek omdat veel niet bleek te zijn zoals het leek te zijn. De jonge Ypi dacht in het meest vrije land van de wereld te wonen en dat land bleek van de ene op de andere dag een openluchtgevangenis te zijn geweest. Ik moest hieraan denken bij het lezen van het Commentaar van Bert Lanting in de Volkskrant.

Eigen foto

Volgens Bert Lanting is een visumverbod voor Russen onverstandig, zo schrijft hij in “Het is de vraag of dat het gewenste effect zal hebben. Waarschijnlijk zal het alleen maar voedsel geven aan Poetins mythe dat het Westen erop uit is Rusland en de Russen te vernederen.” Belangrijker is echter dat het dan: “voor tegenstanders van Poetin moeilijker zal worden aan zijn greep te ontsnappen.”  Wel: “moeten de EU-landen strenger worden bij het selecteren van de Russen die wél, zoals Kallas het uitdrukte, het ‘voorrecht’ om Europa te bezoeken verdienen.” Nu gaat het mij in deze column niet om dat visum, maar om het voorrecht. Dat voorrecht is een uitspraak van de Estse premier Kaja Kallas die de ‘nuchtere vaststelling’ deed: “Europa bezoeken is een voorrecht, geen mensenrecht.”

Nederland en ook de andere Europese landen protesteren terecht tegen landen, zoals Noord-Korea, die reizen naar andere landen onmogelijk maken. Zo’n land is in de basis één grote openluchtgevangenis waarbij grensbewaking vooral gevangenenbewaking is en minder het voorkomen van ongeoorloofd binnentreden. Dergelijke protesten waren ook voor het vallen van de Berlijnse muur te horen ten opzichte van de Sovjet Unie en de andere landen van het voormalige Oostblok. Deze landen maakten het hun burgers onmogelijk om naar het Westen te reizen en op mensen die ‘over de muur’ wilden vluchten werd zelfs geschoten. Dit zijn duidelijke schendingen van artikel 13 tweede lid van de Universele Verklaring voor de rechten van de Mens. Dit artikel stelt dat iedereen: “het recht (heeft) welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land terug te keren.” Dus ook iedere Rus heeft het recht zijn land te verlaten. Nu is een land verlaten iets anders dan een land bezoek. Of toch niet?

Ik schreef al vaker over negatieve vrijheid, de vrijheid van onderdrukking en dwang en positieve vrijheid, de vrijheid om iets te kunnen doen. Een land dat haar inwoners belemmert om naar een ander land te reizen, beperkt de (negatieve) vrijheid van haar inwoners. Het belemmert hen in hun handelen en in dit geval zelfs in handelen dat tot de mensenrechten behoort, namelijk het recht om je land te verlaten.

De Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens bevat geen artikel dat bepaalt dat iedereen het recht heeft om naar de Europese Unie te komen. De spiegel van ‘het verlaten van welk land ook, met inbegrip van het zijne’ is echter het bezoeken van een ander land. Om bezoek te reguleren, te weten wie er op bezoek komt, is onder andere het visumsysteem in het leven geroepen. Het ‘verlaten’ van een land wordt onmogelijk als andere landen je niet toelaten. Dan heb je niets aan je negatieve mensenrecht om je land te kunnen verlaten omdat de andere landen je positieve vrijheid, je mogelijkheid om je land te verlaten, beperken. Dus ja, het negatieve mensenrecht van de Russen wordt met een visumverbod niet aangetast, hun positieve mensenrecht, de mogelijkheid om hun land te verlaten, echter wel.

En daarmee kom ik bij de reden waarom ik aan Ypi moest denken. In hoofdstuk 13 met als titel Iedereen wil weg schrijft ze over Albanezen die hun land willen verlaten om elders een beter bestaan op te bouwen. De eersten lukt dat, maar al snel doen zich hierbij onverwachte problemen voor. Symbool voor de eersten staat het schip de Partizani dat met een groep vluchtelingen aan boord wordt verwelkomt in Italië. Een ander schip, de Vlora, dat iets later en volgepakt met mensen de overtocht maakt, staat centraal voor de moeilijkheden. De vluchtelingen worden in Italië in een stadion ondergebracht  en van daaruit moeten ze weer terug. Ze zijn niet meer welkom. Wat was er veranderd in die korte tijd? Ypi: “In het stadion verspreidde zich het gerucht dat, omdat ons land technisch gezien geen communistische staat meer was, verzoeken om politiek asiel waarschijnlijk zouden worden afgewezen. In plaats daarvan zouden de nieuw aangekomenen beschouwd worden als economische migranten. Dit was een nieuwe, onbekende categorie.[1]Een nieuwe, nu zeer bekende categorie die nu door menigeen gelukszoekers worden genoemd. En dan concludeert ze: “Misschien was bewegingsvrijheid wel nooit echt belangrijk geweest. Het was gemakkelijk om die te verdedigen als iemand andere het vuile werk van gevangenschap opknapte. Maar welke waarde heeft het recht om te vertrekken als het recht om elders binnen te komen ontbreekt? Waren grenzen en muren alleen maar verwerpelijk als ze dienden om mensen binnen, in plaats van buiten te houden?[2]  

Terechte vragen. De antwoorden die Europa en het Westen er met hun daden op geven zijn niet erg fraai en doen hun ‘morele woorden’ over diezelfde rechten geen goed. Hoe mooi Kallas het ook formuleert, mensen weigeren omdat ze Rus zijn, is een schending van de mensenrechten.


[1] Lea Ypi, Vrij. Opgroeien aan het einde van de geschiedenis, pagina 198

[2] Idem, pagina 203

Oorlogsmisdaad

Als middel in de strijd blokkeert Rusland de Oekraïense havens. Die blokkade belemmert de uitvoer van Oekraïens graan en daardoor dreigen er voedseltekorten en hongersnood vooral in delen van Afrika. Die dreigende hongersnood is natuurlijk zeer ernstig en we moeten er bijna alles aan doen om die te voorkomen. Bijna alles omdat ik niet denk dat de hongerenden gebaat zijn bij een nucleair conflict tussen Rusland en de Verenigde Staten. In het commentaar van Michael Persson in de Volkskrant las ik dat de Europese commissaris voor het buitenland Joseph Borell de blokkade van de Oekraïense havens door de Russische marine: “Een echte oorlogsmisdaad,” noemde. Een blokkade van havens een oorlogsmisdaad?

Tribunaal van Nürnberg. Bron https://www.nationaalarchief.nl/

Wat is een oorlogsmisdaad? Daarvoor maar eens even de site van het Openbaar Ministerie bezocht. Op die site een pagina over Internationale misdrijven. De volgende internationale misdrijven worden genoemd. Als eerste genocide. Ook daarvan beschuldigen Oekraïne en Rusland elkaar. De beschuldiging aan het adres van Rusland wordt door westerse landen overgenomen. Van genocide is, zo is te lezen: “alleen sprake (…) als iemand bepaalde misdrijven heeft begaan met het oogmerk om een bepaalde groep uit te roeien.” Of er in deze oorlog sprake is van genocide is zeer twijfelachtig. Maar dit terzijde. De andere internationale misdrijven zijn oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid, foltering en gedwongen verdwijningen.

Borell beschuldigt Rusland van oorlogsmisdrijven. Dus laten we daar eens wat verder naar kijken. “Oorlogsmisdrijven zijn schendingen van de ‘wetten en gebruiken van oorlog’. In deze ‘wetten en gebruiken’ is vastgelegd op welke manier geweld mag worden gebruikt in een oorlog (‘gewapend conflict’). Deze regels zijn bedoeld om personen die niet meedoen aan een oorlog te beschermen.” Het inzetten van wapens die onnodig lijden veroorzaken, het vernietigen van steden en dorpen zonder militaire noodzaak, het aanvallen of bombarderen van onverdedigde objecten, het bezetten, of beschadigen van gebouwen met religieuze, wetenschappelijke of culturele functie en plundering worden omschreven als oorlogsmisdrijven. Oorlogsmisdrijven kunnen daarmee alleen maar worden gepleegd ten opzichte van personen en objecten die zich in het gebied waar de oorlog woedt, bevinden. Het lijkt mij dat het blokkeren van een haven daar niet onder valt.

Wat het verder bijzonder maakt is dat Borell de Russische blokkade van Oekraïense uitvoer een oorlogsmisdaad noemt terwijl de Europese Unie Rusland ‘blokkeert’ met allerlei sanctie. Het kan niet zo zijn dat het ene een oorlogsmisdaad is en het andere een legitiem middel. Vlak voor de Russische inval in Oekraïne schreef ik een Prikker met als titel Een westerse droom over de begrippen ‘territoriale integriteit’ en ‘zelfbeschikking’. Over deze begrippen concludeerde ik dat het: “gelegenheidsargumenten die al naar gelang het eigen inzicht en vooral het eigen belang worden gebruikt om dat inzicht en belang goed te praten.” Maakt Borell zich hier niet ook schuldig aan?

Toegeëigende verhalen

Bij De Correspondent een aangrijpend artikel over Svitlana Matviyenko. “Matviyenko is als universitair docent Critical Media Analysis verbonden aan de Simon Fraser-universiteit in Canada. Daar woont ze, maar ze is nu in Kamjanets-Podilsky, haar geboorteplaats in het zuidwesten van Oekraïne. Ze huurt er een appartement vlak bij haar bejaarde ouders.”  Ze vraagt aandacht voor: “de manier waarop Rusland de Oekraïense cultuur altijd heeft ingelijfd en toegeëigend, ook in de westerse verbeelding. Je hoeft maar een westers kunstmuseum te bezoeken om dit te zien. Van de Oekraïense schilder Kazimir Malevich, die altijd als Russisch wordt aangemerkt, tot de ‘Russische dansers’ van Edgar Degas, die eigenlijk Oekraïense klederdracht dragen.” Nu ligt je iets toe-eigenen tegenwoordig erg gevoelig. Maar heeft ze een punt?

Schilderij ‘Het zwarte vierkant‘ door Malevitsj.

Ze noemt Malevitsj dus laten we haar bewering eens langs de casus Malevitsj leggen. Kazimir Severinovitsj Malevitsj werd, zo is te lezen op Wikipedia, op 23 februari 1879 geboren in Kiev. Zijn ouders waren Pools en zijn jeugd bracht hij door in Kiev en omgeving. In 1895-1896 studeerde hij in Kiev en na de dood van zijn vader in 1904 vertrok hij naar Moskou voor een studie aan de Hogeschool voor Schilderkunst, Plastiek en Architectuur. Hij gaf les in Vitebsk een plaats in het huidige Belarus en later in Petrograd, dat vervolgens Leningrad werd alwaar hij op 15 mei 1935 aan kanker overleed. Hij wilde, zo is te lezen op de genoemde Wikipedia-pagina: “dat zijn as onder een eik in de kunstenaarskolonie Nemchinovka zou worden bijgezet. Hij kwam graag in dit dorp op de rand van Moskou.”

Geboren in Kiev, dus Oekraïne? Eén probleem, op het moment van zijn geboorte noch in al die tijd ervoor, bestond er geen land dat Oekraïne heette. De stad behoorde tot het Russische tsarenrijk en dat als sinds 1686 toen het gebied werd veroverd op de Pools-Litouwse gemenebest die in 1569 ontstond. Voor die tijd was de stad vanaf 1362 een deel van het hertogdom Litouwen. Dat hertogdom nam de stad over na het wegtrekken van de Mongoolse horden. Die horden maakten een einde aan het Kiev Rus rijk of het Kievse rijk. Als we de geschiedenis van Kiev vanaf zijn geboorte naar het heden bekijken, dan is 1917 een belangrijk jaartal. In dat jaar werd eerst (met de Februarirevolutie van maart) een einde gemaakt aan tsaristisch Rusland en eind dat jaar (met de Oktoberrevolutie van november) viel het land uiteen en brak er een burgeroorlog uit en wisselde de stad geregeld van heersers. Respectievelijk de Roden, de Witten, de Duitsers, de Polen en uiteindelijk, de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek die weer opging in de Unie van Socialistische Sovjet Republieken. Dat land viel in 1991 uiteen in 14 delen waarvan het huidige Oekraïne er een is. Is Malevitsj dan een Oekraïense, een Russische of een Sovjet-kunstenaar? Of toch Pools omdat zijn ouders Pools waren? In welke ‘cultuur’ is hij gevormd en van welke cultuur is hij een typische vertegenwoordiger? 

Bij zo’n ‘toe-eigening’ van personen, culturen of rijken uit het verleden en dus het ‘schrijven van die verhalen’, kunnen rare dingen gebeuren. Zo noemde ik hierboven het Kiev Rus rijk. Dit rijk kwam in de negende eeuw op, kende haar hoogtepunt in de zo tussen 970 en 1070 en verdween van de kaart toen Batu Khan, kleinzoon van Dzjengis, het gebied zo rond 1240 veroverde. Tegenwoordig eigenen drie van die ‘onze verhalen’ zich het Kiev Rus rijk toe, Oekraïne, Rusland en Belarus. Welk van die ‘verhalen’ is dan echt en welk is ‘toegeëigend’? Of zijn het allemaal pogingen om zich ‘iets toe te eigenen’ in pogingen om een ‘trots op ons’ verhaal te creëren. Van die gevaarlijke verhalen die leiden tot groepsvorming en je afzetten tegen anderen?

Perspectieven

“Ik zou ze willen aanraden: kijk ook naar het ­Oekraïense perspectief. Dan heeft Merkel in relatie tot Poetin waarschijnlijk meer kwaad dan goed gedaan.” Met deze woorden eindigt Arie Elshout zijn column in de Volkskrant. Elshout bespreekt de rol die Merkel heeft gespeeld in het ontstaan van de huidige oorlog in Oekraïne. Volgens een deel van de ‘meningenmensen’ in de wereld was de Duitse politiek ten aanzien van Rusland onder Merkel niet krachtig genoeg: “Merkel liet de strijdkrachten versloffen, deed niets tegen de afhankelijkheid van Russisch gas, bleef ook na de Russische inlijving van de Krim in 2014 balanceren tussen sancties tegen en samenwerking met Poetin en koos voor de totale dialoog.” Met de kennis van nu, is daar wat voor te zeggen.

Legendarische foto van het plaatsen van de Amerikaanse vlag op het hoogste punt van het eiland Iwo Jima. Bron: Flickr

“De wereldkaart volgens China.” Zo luidt de titel van een aflevering van het VPRO-programma Tegenlicht. “De komende twintig jaar zal het zwaartepunt van de wereldeconomie verschuiven naar de Indo-Pacific regio, de landen rond de Indische en Stille Oceaan. Hoe ziet de wereld eruit als China straks de economische wereldleider is?” Zo wordt de uitzending ingeleid. De uitzending opent met een beeld geschetst door de Nederlandse journalist Maarten Schinkel: “Stel je voor je bent het Chinese staatshoofd. Je staat op het strand van China. Je kijkt de oceaan op. Wat zie je dan? Dan zie je een heel benauwend beeld. Recht tegenover je zie je Taiwan. Je ziet de Filipijnen daar. Je ziet Japan daar. Je ziet eigenlijk gewoon een soort cordon om je heen. Een omstrengeling eigenlijk. Het is voornamelijk psychologie. Wij zijn een wereldmacht maar moet je kijken aan alle kanten zijn we gewoon ingesnoerd. Dat is eigenlijk vergelijkbaar met hoe het Russische staatshoofd naar het Westen kijkt. Die ziet ook een soort omsingeling.” Zeker als je naar militaire presentie van je grote tegenstrever kijkt.

In de Volkskrant een interview met Robert Kaplan. “Kaplan (New York, 1952) reisde in zijn meer dan 45 jaar omspannende carrière de hele wereld rond, waarbij hij meer dan twintig boeken schreef, meestal geopolitieke analyses over gebieden die op barsten stonden. Beroemd is bijvoorbeeld het boek Balkanschimmen uit 1993, waarin hij voorspelde dat het voormalige Joegoslavië een tijd van burgeroorlogen tegemoet zou gaan.” Zo introduceert de krant Kaplan. Een interessant interview omdat Kaplan niet denkt in karikaturen. Zo is het nu bijna algemeen aanvaard dat Poetin al vanaf de start van zijn presidentschap een plan heeft om Rusland weer groot te maken en dat uitwerkt. Kaplan ziet dat anders: “In het vroege begin was hij nog een soort hervormer, inmiddels is hij vooral een voorvechter van een soort mystiek Russisch nationalisme. Daarom kun je niet zeggen dat politici die dit niet zagen aankomen, tekort zijn geschoten.” Toch slaat hij op één punt de plank mis. Kaplan: “Zijn uiteindelijke doel was altijd om verdeeldheid binnen het Westen te zaaien. Dat ging lange tijd erg goed, maar op het moment dat hij Oekraïne binnenviel, werd hij in een klap een militair gevaar, met als gevolg dat alle Navolanden zich weer herinneren waarom het instituut in 1949 werd opgericht: de wereld verdedigen tegen Rusland.” Op dat laatste punt gaat hij de fout in. Daarmee kom ik bij het perspectief van Schinkel.

Voor het waarom van de NAVO moeten we terug naar het einde van de Tweede Wereldoorlog. Nazi-Duitsland, de gezamenlijke vijand, was bijna verslagen. Dat kon nog niet worden gezegd van de strijd tegen Japan. Ja, dat land zat in het defensief maar het verdedigde zich fel. Op 29 februari 1945 landden de Amerikanen voor het eerst op Japanse bodem, op het eiland Iwo Jima, een klein eiland van 7 bij maximaal 3 kilometer midden in de Pacific op zo’n 1250 kilometer van Tokyo. De Amerikanen vielen met 70.000 man het eiland binnen alwaar zich 22.000 Japanse soldaten bevonden. Op 26 maart toen alle Japanners op 200 na dood waren, werd het eiland veilig verklaard. Hierbij sneuvelden 7.000 Amerikanen en raakten er 19.000 gewond. Op dezelfde 26ste maart landden de Amerikanen op Okinawa, een veel groter eiland maar nog steeds ver in de Grote Oceaan  zo’n 600 kilometer verwijderd van de Japanse hoofdeilanden. Hier duurden de gevechten tot de 23ste juni. Het eiland werd verdedigd door zo’n 130.000 Japanners waarvan er 110.000 sneuvelden. Van de bijna 550.000 Amerikanen die deelnamen aan de slag om het eiland sneuvelden er 12.500 en raakten er 71.000 gewond. De Japanners vochten zich letterlijk dood.

Na de conferentie van Jalta in februari 1945 kwamen de grote drie, Stalin, Truman, de nieuwe Amerikaanse president die de inmiddels overleden Roosevelt was opgevolgd en Churchill die nog tijdens de conferentie werd vervangen door Labourleider Attlee omdat Churchill de verkiezingen had verloren, in Potsdam bijeen. De drie landen zaten met verschillende belangen aan tafel. Stalin wilde de winst verzilveren en de na de Eerste Wereldoorlog verloren gebieden toevoegen aan de Sovjet Unie en daarvoor een buffer van hem vriendelijk gezinde staten. De grootste tegenstand kwam hierbij van Churchill maar die verdween zoals we zagen. Truman had een ander belang en dat was een Russische aanval op de Japanse troepen in het Oosten van Azië. De ‘sterren’ stonden hierdoor gunstig voor Stalin. Die kreeg de verloren gebieden terug en hem werd geen strobreed in de weggelegd bij het vormen van hem vriendelijke communistische regeringen in de door hem bevrijde of veroverde landen. Bevrijd of veroverd afhankelijk van het gezichtspunt van waaruit je kijkt. In Potsdam werden de scheuren in het bondgenootschap die zich al in Jalta openbaarden, groter. De oude bondgenoten kwamen hierdoor vijandig tegenover elkaar te staan. In 1946 beschreef Churchill de situatie in een toespraak die hij in het  Westminster College in Fulton gaf:“ From Stettin in the Baltic, to Trieste in the Adriatic, an iron curtain has descended across the continent.” Churchill formuleerde hierop het volgende antwoord: “The safety of the world, ladies and gentlemen, requires a new unity in Europe from which no nation should be permanently outcast.”

De NAVO is een antwoord op die gewenste ‘unity in Europe’ om de Sovjet Unie, die ideologische vijand, buiten de deur te houden. Doel van die Europese samenwerking was om de Britten ‘in’ de Sovjets ‘out’ en de Duitsers ‘down’ te houden. De Britten de Fransen en de Benelux-landen startten in 1947 gesprekken over meer economische en militaire samenwerking, dit resulteerde in het Pact van Brussel. De vijf zochten hierbij ook toenadering tot de Verenigde Staten. Nu waren de VS tot die tijd niet erg happig op het sluiten van verdragen met andere landen. Het land had een lange isolationistische traditie. Er was echter wat veranderd. President Truman had in 1947 zijn befaamde containment-doctrine geformuleerd waarin het communisme als vijand was bestempeld die ingedamd moest worden. Om dit te bereiken zou het land in het vervolg economische en militaire steun verlenen aan niet-communistische landen als die bedreigd werden door de Sovjet Unie. Zo werd in 1949 de NAVO geboren.

De Britten waren een van de ondertekenaars, dus die waren ‘in’. Om de Sovjets ‘out’ te houden werd artikel 5 in het verdrag opgenomen: “De Partijen komen overeen, dat een gewapende aanval tegen een of meer van haar in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen haar allen zal worden beschouwd; zij komen bijgevolg overeen, dat, indien zulk een gewapende aanval plaats vindt, ieder van haar de aldus aangevallen Partij of Partijen zal bijstaan, in de uitoefening van het recht tot individuele of collectieve zelfverdediging erkend in Artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties, door terstond, individueel en in samenwerking met de andere Partijen, op te treden op de wijze, die zij nodig oordeelt — met inbegrip van het gebruik van gewapende macht — om de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied te herstellen en te handhaven.”  Om de Duitsers ‘down’ te houden werd artikel 2 opgenomen: “De Partijen zullen bijdragen tot een verdere ontwikkeling van vreedzame en vriendschappelijke internationale betrekkingen door haar vrije instellingen te versterken, door een beter begrip te wekken voor de grondslagen waarop deze instellingen berusten en door stabiliteit en welvaart te bevorderen. Zij zullen trachten tegenstellingen in haar internationale economische politiek uit de weg te ruimen en zij zullen economische samenwerking aanmoedigen tussen enige of alle Partijen.” Het werkgebied van de organisatie werd in de aanhef bepaald: “Zij zullen zich beijveren de stabiliteit en de welvaart in het Noord-Atlantisch gebied te bevorderen.” Dus niet de ‘wereld te verdedigen’ maar de deelnemende landen tegen de Sovjetdreiging.

Het ijzeren gordijn: de Duits -Duitse grens. Bron: WikimediaCommons

Die ideologische vijand, de Sovjet Unie, viel in 1991 met donderend geraas uiteen en er ontstonden 15 nieuwe landen, precies zoveel republieken als die Unie had. Dit nadat de bedreigende communistische ideologie al eerder min of meer was afgezworen en Churchills ‘iron curtain’ al was geopend. Met het ‘openen’ van het ijzeren gordijn, het instorten van het communisme en het wegvallen van de Sovjet Unie viel de reden waarom de NAVO was opgericht weg. Er was geen ideologische tegenstander meer dus de organisatie zou zich kunnen opheffen. Dat gebeurde niet omdat ook hier de ‘wet van de verdubbeling van doelen’ geldt. Die wet luidt als volgt. ‘We willen een doel bereiken. Om dat doel te bereiken, richten we een organisatie op. Dan is er naast het doel waarvoor de organisatie is opgericht ineens ook het doel van de organisatie en de mensen die ervoor werken.’ Met het wegvallen van de Sovjet Unie resteerde alleen het organisatiedoel van de NAVO: het voorbestaan van de organisatie. Om dat doel veilig te stellen, moest de organisatie op zoek naar een ‘nieuwe vijand’. Dat werd Rusland, de grootste republiek die uit de voormalige Sovjet Unie voortkwam. Om die vijand als een geloofwaardige vijand voor te stellen, moeten er tegenstellingen worden gecreëerd en moest de vijandschap worden opgepookt. Het steeds naar het Oosten uitbreiden van de NAVO zou je kunnen zien als het ‘oppoken’ van vijandschap. Hoe zou dat oppoken eruit hebben kunnen zien?

In 2008 vergaderde de NAVO in Boekarest. Op de agenda stond onder andere het toekennen van een Membership Action Plan(MAP) aan Oekraïne en Georgië. Besloten werd om: “Oekraïne en Georgië vooralsnog geen MAP (te verlenen), waarbij tegelijkertijd het open deur-beleid is ingekleurd in de zin dat beide landen te gelegener tijd lid van het Bondgenootschap zullen worden,” aldus de brief waarmee de Nederlandse regering het parlement informeerde. Op dat moment was al bekend dat Rusland de uitbreiding van de NAVO niet zomaar zou slikken. Dat hadden de Russen drie keer eerder wel gedaan omdat het aan mogelijkheden ontbrak om er iets tegen te doen. Een eerste keer toen het accepteerde dat het verenigde Duitsland lid werd, een tweede keer in 1999 toen het slikte dat voormalig Warschaupact landen Tsjechië, Hongarije en Polen toetraden en in 2005 bij de toetreding van Bulgarije, Roemenië, Slovenië, Slowakije en de drie Baltische landen die tot de voormalige Sovjet Unie behoorden. De Russen gaven al bij de eenwording van Duitsland aan dat uitbreiding van de NAVO door hen als een bedreiging werd gezien. “Opnieuw een slag voor Bush en een doorn in het oog van Rusland.” zo omschreef de Belgische site MO in het NAVO besluit in een artikel uit 2008. Een artikel waarin het flinke problemen voorzag: “De NAVO maakt hiermee een hoop delicate interne problemen tot zijn eigen problemen. Oekraïne is een verdeeld land en een meerderheid van de bevolking is tegen NAVO-lidmaatschap. Georgië is eigenlijk een tweede Joegoslavië, al zijn de conflicten niet tot even bloedige hoogtepunten geëscaleerd. Na het uiteenvallen van de Sovjetunie leidde Georgisch nationalisme tot conflicten met interne minderheden voor wie Georgië tot dan toe louter een administratieve eenheid binnen de Sovjet Unie was geweest. Een snel NAVO-lidmaatschap voordat deze interne problemen opgelost zijn, leidt tot verdere polarisatie.” Het bloedige hoogtepunt in Georgië liet niet lang op zich wachten in augustus 2008. Het conflict tussen de Georgische regering en de opstandige regio’s Abchazië en Zuid-Ossetië escaleerde en Rusland schoot de beide regio’s te hulp. In Oekraïne duurde het wat langer totdat het conflict uitbarstte, dat gebeurde in 2014.

Maar, zo zal menigeen tegenwerpen, het is toch aan een land zelf of het lid wil worden? Dat ligt net iets anders. Artikel 10 van het NAVO-verdrag stelt het volgende: “De Partijen kunnen eenstemmig elke andere Europese Staat, welke de verwezenlijking van de beginselen van dit Verdrag kan bevorderen en kan bijdragen tot de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied, uitnodigen tot dit Verdrag toe te treden.” Het initiatief om lid te mogen worden van de NAVO ligt daarmee bij de NAVO en/of haar leden, niet bij landen die er graag bij willen horen. Nu dachten de NAVO-landen in 2008 verschillend over het potentiële lidmaatschap van Oekraïne en Georgië. Er waren landen, waaronder het Duitsland van Merkel, die dezelfde problemen voorzagen als onder andere de Belgische site MO. Er waren ook landen, in Oost Europa maar vooral de Verenigde Staten, die sterk aandrongen op het lidmaatschap van beide landen. Met name onder de Amerikaanse druk nam de NAVO het genoemde besluit. Als Kaplan gelijk heeft dat de Poetin van van twintig jaar geleden een andere was dan de huidige, zou het dan niet kunnen dat de manier waarop Rusland door de NAVO is benaderd, eraan heeft bijgedragen dat Poetin zo is geworden zoals hij nu is? Als je vanuit Oekraïens perspectief hiernaar kijkt, heeft dan NAVO uitbreidingspolitiek onder leiding en druk van de Verenigde Staten, Oekraïne dan niet meer kwaad dan goed gedaan?

De Russische mentaliteit

“Het is uitermate naïef te denken dat de Russische samenleving zelf het moeras waar ze in zitten zal droogleggen – daarvoor hebben ze noch de wil, noch de kunde, noch de traditie.” Aldus de Litouwse schrijfster Kristina Sabaliauskaite in een artikel in de Volkskrant. Sabaliauskaite wil ons waarschuwen voor de Russische agressie en dat is haar goed recht. De inval in Oekraïne laat zien dat er reden is voor bezorgdheid. Daarom moet er hard worden opgetreden tegen Rusland: “Als buren kennen wij de Russische mentaliteit en daarom hebben wij een eenvoudig advies: wees onbevreesd. Denk erom dat iedere Westerse verzoeningspoging richting Rusland, elk zwijgen, elk wegkijken door de Russen wordt gezien als een teken van zwakte, en Russen hebben nooit enige respect gehad voor zwakkelingen.” Twee bijzondere uitspraken waar de Russen het mee kunnen doen maar waarmee ze ook meteen worden ‘verontschuldigd’, ze zijn immers zo en dat zal nooit veranderen. Bijzonder.

Demonstranten op bloedige zondag. Bron: Wikipedia

Op het ontbreken van de ‘traditie van verzet’ die Sabaliauskaite constateert bij de Russen, valt het nodige af te dingen. De tsaren werden geregeld geconfronteerd met boerenopstanden. Die opstanden waren voor tsaar Alexander II mede aanleiding om in 1861 het lijfeigenschap af te schaffen. Dat dit opstanden niet kon voorkomen, liet de mislukte revolutie van 1905 zien. Boeren en arbeiders kwamen in opstand tegen de erbarmelijke omstandigheden en liepen op 9 januari 1905 (bloedige zondag en nee, niet die waar U2 over zingt) 150.000 man sterk naar het Winterpaleis van de tsaar om hem een petitie te overhandigen. Ze werden ontvangen met een kogelregen. Dit leidde tot vele protestmarsen en opstanden overal in het Rijk met tienduizenden doden tot gevolg en uiteindelijk tot de oprichting van het eerste Russische parlement. Erg democratisch was dit echter niet want de tsaar benoemde de helft van de leden en de andere helft werd door de grootgrondbezitters gekozen. Niet veel later, in 1917 tijdens de Eerste Wereldoorlog brak een opstand uit die het einde van de tsaar betekende, de Februarirevolutie die ruim een half jaar later werd gevolgd door de Oktoberrevolutie. Die laatste werd gevolgd door een burgeroorlog tussen de ‘witten’ en de ‘roden’. En ook als we de recente geschiedenis bezien dan valt er het nodige af te dingen op ‘het ontbreken van de wil, traditie en de kunde’ van de Russen’ om zaken te veranderen. Zo verhinderden ze in 1991 de coup van militairen. De coup die bijdroeg aan het snelle uiteenvallen van de Sovjet Unie. En sinds die tijd zijn er vele protesten geweest van delen van de bevolking tegen de regering van Poetin.

Bijzonder ook omdat de eerste uitspraak het Russische volk, cru gezegd, wegzet als een stelletje slaven en dombo’s die niet in staat zijn tot leren. In de Russische cultuur: “wordt de mens altijd beschouwd als een stuk gereedschap, alleen geschikt om te lijden”, zo schrijft Sabaliauskaite. “We hebben te maken met een staat die in de geschiedenis nooit een politiek pluriforme samenleving of enige vorm van zelfbestuur heeft gekend, zelfs niet op kleine schaal (gemeentelijk of universitair) – het is altijd alleen maar een piramide van macht geweest, macht die met extreem geweld werd uitgeoefend over de onderdanen, die tot blinde gehoorzaamheid werden onderworpen.” Inderdaad ging de autocratische heerschappij van de tsaar bijna naadloos over in de communistische dictatuur van het proletariaat en die ging bijna naadloos over in de heerschappij van ‘tsaar Poetin’. “De grootste vergissing die de Westerse landen hebben begaan, is te denken dat Rusland deel uitmaakt van de Europese beschaving,” aldus Sabaliauskaite. De Rus heeft door de eeuwen heen veel ‘geleden’ en het overzicht hier is nog niet eens compleet. Zo ontbreken de tochten van Dzjengis Kahn en zijn opvolgers en de rooftochten van de Noormannen die via de Russische rivieren op jacht gingen naar slaven voor de verkoop aan de Rijken langs de Zijderoute. De geschiedenis van de gewone Rus van de laatste vierhonderd jaar verschilt echter niet zoveel van die van de gewone Litouwer. Beiden waren tot 1861 vooral lijfeigenen die door de grondeigenaren bruut werden behandeld en onderdrukt. En nee, dat was geen ‘uitvinding’ van de Russische tsaar die sinds 1795 ook heerser werd over een flink deel van het Pools-Litouwse rijk, dat op haar hoogtepunt grote delen van Polen en Oekraïne omvatte en alle Baltische staten, Wit Rusland, Kaliningrad en nog een stuk van het huidige Rusland. Dat rijk werd toen verdeeld tussen tsaristisch Rusland, het Pruisisch koninkrijk en het keizerrijk Oostenrijk. Nee, dat extreem onderdrukkend lijfeigenschap van de boeren werd gewoon overgenomen met de verdeelde boedel en verschilde in niets van het Russische. De Litouwse boer zal aan de manier waarop hij werd behandeld, niet hebben gemerkt dat de tsaar toen de baas werd.

Ook de korte periode tussen de onafhankelijkheid in 1918 en de Russische bezetting in 1939 was nu niet het toonbeeld van een rechtschapen democratie. Alleen tussen 1920 en 1927 was er iets wat op een parlementaire democratie leek maar die verviel in 1926 in anarchie en in december van dat jaar ontbond president Antanas Smetona het parlement en werd alleenheerser. Een alleenheerser die in 1940 door de Sovjets werd verjaagd als uitvloeisel van het Molotov-Ribbentroppact waarmee Hitler-Duitsland en de Sovjet-Unie Polen en de Baltische staten tussen zich verdeelden. De relatie tussen het nieuwe Litouwen en het nieuwe Polen, twee volkeren die eeuwenlang onderdeel uitmaakten van dat ene Pools-Litouwse Rijk waren niet al te best en op het vijandige af. Nog geen jaar later vielen de Duitsers binnen en die werden in 1944 weer door de Sovjets verjaagd. Litouwen werd toen een onderdeel van de Sovjet Unie en dat bleef het tot 1991 toen het weer zelfstandig werd. De geschiedenis van de gemiddelde Rus verschilde dus niet zoveel van die van de gemiddelde Litouwer of Pool. Die Litouwer hoorde en hoort, als we Sabaliauskaite mogen geloven, wel tot de Europese beschaving en de Rus niet. Dat lijkt me dan iets van de laatste dertig jaar. De periode daarvoor leek de Litouwse beschaving veel meer op de Russische dan op de West-Europese. Veel meer op: “een piramide van macht (…), macht die met extreem geweld werd uitgeoefend over de onderdanen, die tot blinde gehoorzaamheid werden onderworpen,” dan op: “een politiek pluriforme samenleving.” Dat roept de vraag op waarom de Rus niet eenzelfde verandering zou kunnen doormaken als de Litouwer?

Echt bijzonder wordt het als je de uitspraken combineert. Aan de ene kant zijn Russen slaafse dombo’s zonder vaardigheid om te leren en aan de andere kant zijn Russen een stelletje machtswellustelingen die alles pakken wat ze kunnen en alleen de taal van macht en geweld begrijpen.

Dat er is veel mis in het huidige Rusland, dat staat buiten kijf. De grootste vergissing die wij kunnen maken in de omgang met Rusland lijkt mij het afschrijven en ontmenselijken van de Rus als waardeloos en niet lerend zoals Sabaliauskaite in haar artikel doet. Dat Litouwen nu deel uitmaakt van de Europese beschaving daar zal het feit dat Litouwen lid werd van de EU voor een zeer groot deel aan hebben bijgedragen. Voor een duurzaam vredig Europa zou de oplossing wel eens kunnen liggen in een Russisch lidmaatschap van de EU. Daarvoor zal er in dat land zeer veel moeten veranderen. Wellicht dat het bieden van dit perspectief aan de Russen die veranderingen kan versnellen.

Inter arma enim silent leges

“The way we selected these targets was determined by the VC. They chose the battleground and we really had no choice where we put the target.” Deze woorden sprak majoor James K. Gibson een Amerikaanse piloot die deelnam aan de slag om Ben Tré, een Vietnamees stadje ingeklemd tussen twee takken van de Mekong. Het stadje dat: “became necessary to destroy the town to save it.”  Volgens de woorden die de toen nog jonge journalist Peter Arnett in 1968 optekende uit de mond van een Amerikaanse officier. Die officier stond uit te leggen waarom de Amerikaanse troepen stadje hadden gebombardeerd ondanks de aanwezigheid van vele burgers in de stad. Ik moest hieraan denken bij het lezen van een artikel van Rosan Smits bij De Correspondent met als titel: “In Poetins oorlog wordt alles een wapen. Zelfs een humanitaire corridor.”

Ben Tré na de bombardementen. Bron: Flickr

Smits lijkt zich te verwonderen over de Russische manier van oorlog voeren. “De kern: Rusland zet álles in om te winnen. Van een nieuw wapenarsenaal tot clustermunitie, van cyberaanvallen tot economische druk. Zelfs humanitaire corridors en vredesbesprekingen zijn voor Poetin militaire tactieken. Of anders gezegd: Rusland maakt geen onderscheid tussen diplomaten en soldaten.”  Ik verbaas me over Smits verwondering hierover. Ik verbaas me over de, in mijn ogen, naïviteit die hieruit blijkt. Naïviteit dat er zoiets zou zijn als een ‘schone oorlog’ zonder burgerslachtoffers.

Als je een oorlog begint, doe je er immers altijd alles aan om te winnen. Dan gebruik je alle middelen die tot je beschikking staan. En ja, daar horen sinds twee decennia ook cyberaanvallen bij. En ja, dan zet je ook clusterbommen in. Nu zul je denken: ‘maar die zijn toch verboden?’ En ja inderdaad is er een verdrag waarin wordt gesteld dat het inzetten van clusterbommen verboden is. Dat verdrag is ook getekend door een honderdtal landen, ook door Nederland. Zij hebben zich met dat verdrag gebonden. De andere landen niet, en bij die landen hoort Rusland. Ook onder andere de Verenigde Staten, China, India, Pakistan, Turkije en Israël hebben het verdrag niet getekend. De Russen hebben zich niet gebonden en kunnen die spullen gebruiken. Ook economische druk op de vijand en landen die de vijand steunen is niet verbazingwekkend.

Daar hoort ook bij dat je de strijd probeert de voeren op plekken waar je de grootste kans hebt om de tegenstander te verslaan. Iets dat Saddam Hoessein niet goed leek te begrijpen. Die probeerde in 1992 de tegenstander te verslaan door de confrontatie in open terrein aan te gaan door de vijand met zijn tanks tegemoet te treden. Dodelijk als de tegenstander over beter en meer materieel beschikt. Dat doen de Oekraïners slimmer, ze hebben de les van Gibson geleerd. Die vermijden de directe aanval en voeren strijd op plekken waar het materiele overwicht van de tegenstander het minste gewicht in de schaal legt. Dat zijn precies ook de plekken waar de kans op burgerslachtoffers het grootste is, namelijk de bebouwde omgeving. En hoe grotere en onoverzichtelijker die omgeving, hoe gelijker het speelveld. Sterker nog, hoe groter de puinhoop, hoe gelijker het speelveld. De eerste granaten op een flatgebouw tasten de structurele integriteit van het gebouw aan. Als het gebouw is vervallen tot een hoop beton en steen met hier en daar een ruimte waarin zich iemand kan verschuilen, richten granaten niet zoveel schade meer aan. Ter vergelijking. Een kogel doorboort gemakkelijk een pagina van een krant. Je erachter verschuilen heeft niet zoveel zin. Dat wordt anders als het een ouderwets telefoonboek betreft.

Strijden in steden heeft in deze moderne tijd nog een ander voordeel. Een van de manieren om steun voor je kant te verwerven, is via de publieke opinie in landen die niet aan de strijd deelnemen. Daarvoor zijn beelden die de gruwelijke daden van je tegenstander laat zien een goed middel. In de moderne tijd met een camera op elke straathoek en in iedere broekzak, zijn er beelden te over die de gruwelijkheid van de tegenstander laten zien. Beelden zoals de auto op een kruispunt die wordt getroffen door granaten uit een Russische pantserwagen. Of een door granaten getroffen ziekenhuis. Als ik ‘baas’ van Oekraïne was, dan zou ik het ook zo doen als ik werd aangevallen door een veel sterkere tegenstander zoals de Russen. Al die zaken zou ik breed uitmeten. Dat zouden mijn ‘kogels’ in de strijd om de ‘harts and minds’ van de rest van de wereld zijn.

Als ik daarentegen ‘baas van Rusland’ was. Dat ben ik niet want als ik het was geweest dan was er nu geen oorlog, maar even fort he sake of the argument. Als ik ‘baas van Rusland’ was, dan zou ik er in de strijd om diezelfde ‘harts and minds’ alles aan doen om de ander zo schadelijk mogelijk te laten overkomen. Dan zou ik ook reppen over biologische en chemische wapens en vooral een link leggen met de VS. Dat land heeft immers een verleden met het liegen over dergelijke wapens[1]. Dan zou ik de bom op dat ziekenhuis betreuren maar erop wijzen dat de tegenstander de stad en dus ook het ziekenhuis en die moskee gebruikt als een menselijk schild. Je geeft, geheel in lijn met majoor Gibson, de tegenstander de schuld. Die koos er uit ‘lafheid’ immers voor om Ben Tré en nu Marioepol tot de plek te maken om het gevecht aan te gaan en niet te kiezen voor een ‘eerlijke strijd’ op de open vlakte. En ja, dan kunnen er burgers sneuvelen en dan kan het wel eens noodzakelijk zijn om een stadje te vernietigen om het te redden uit handen van die laffe vijand.

Bij het winnen van die oorlog, hoort ook het ‘spelen’ met vredesbespreking. Als het voorspoedig gaat, dan heb je er geen behoefte aan en traineer je ze. Zit je in het nauw dan is het aantrekkelijk om ze tot een succes te maken. Probleem is dan dat de ander aan de ‘voorspoedige kant’ zit en er geen behoefte aan heeft. Vredesbesprekingen hebben de meeste kans op succes als er evenwicht is. Als voor beide partijen verdere inspanning meer kost dan het oplevert.

Humanitaire hulp en corridors zijn iets van recente datum. De Romeinen en Dzjengis Kahn kenden ze niet. Een land was in oorlog en dat betekende dat alle inwoners in oorlog waren. Rusland gebruikt humanitaire corridors, zo schrijft Smit: “Niet zozeer om burgers in veiligheid te brengen, maar om de inname van de stad te vergemakkelijken.” Dat zou betekenen dat ook dit nieuwe al een middel wordt om het doel, het winnen van een oorlog, te bereiken. Dat kun je next level, cynisch of misdadig noemen, verbazen hoeft het niet. Alles wordt in een oorlog gebruikt om hem te winnen.

Dat kun je vervelend vinden en daarbij vind je mij aan je zijde. Het verandert er echter niets aan. ‘Inter arma enim silent leges’, of in Nederlands: ‘In tijden van oorlog zijn de wetten stil.’ Hoe graag we het ook anders zouden willen.


[1] Voor de VN betoogde de VS in 2003 dat Irak ‘weapons of mass destruction’ had, waaronder chemische en biologische. Dit terwijl jarenlange inspectie onder auspiciën van de VN er geen had gevonden. De VS gebruikte de aanwezigheid van die wapens om het land binnen te vallen. Na die inval zijn dergelijke wapens niet aangetroffen.  

Si vis pacem, para bellum?

Si vis pacem, para bellum’Ofwel: als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog. Die spreuk heb ik de afgelopen weken al verschillende keren voorbij zien komen. Ik moest hierbij denken aan het vak polemologie dat ik tijdens mijn studie geschiedenis volgde. Polemologie is de studie naar de oorzaken van oorlog en vrede. Ik moest vooral denken aan de docent die het vak gaf, Leon Wecke. Die trok tijdens een van de colleges een pistool, richtte het op de zaal en zei iets als: ‘als je dreigt moet je ook geloofwaardig overkomen, dan moet je je dreigement ook waar durven maken.’ Waarna hij de trekker overhaalde en een losse flodder afvuurde. Hij deed dat ieder jaar weer en gelukkig is het nooit fout gegaan. Dat zoiets fout kan gaan, laat het incident rond Alec Baldwin zien.

‘Si vis pacem, para bellum’ dus, als je vrede wilt, bereid je dan voor op oorlog. En nog weer wat anders geformuleerd: er is geen vrede zonder effectieve afschrikking. Zo is hij tegenwoordig bekend. Flavius Vegetius Renatus schreef de spreuk in het jaar 390 net iets anders: ‘Qui desiderat pacem, bellum praeparet.’Een Latijnse spreuk die terug gaat op De Wetten van de Athener Plato. ‘Si vis pacem, para bellum’ en dan steeds gevolgd door zoiets als ‘Europa (of Nederland) is naïef geweest door haar defensie te verwaarlozen. Daarom zijn we nu een speelbal van de grote machten die zich wel op oorlog voorbereiden’. Het was ook het motto van de in 1896 opgerichtte Deutsche Waffen und Munitionsfabriken zo is te lezen op Wikipedia.

Een oude Latijnse spreuk met Antiek Atheense wortels heeft al snel iets waars. En inderdaad komt het geregeld voor dat landen (vroeger rijken) zich door een oorlog lieten verrassen. Dus voorbeelden genoeg van ‘naïeve landen’. Neem Nederland in de jaren dertig. Voorbereiden op een oorlog was niet nodig want we waren een neutraal land. Die gebrekkige voorbereiding maakte dat de Duitsers maar vijf dagen nodig hadden om de zaak onder de voet te lopen. En nu heeft bijna heel West-Europa zich laten verrassen door het Rusland van Poetin. Er is teveel ‘vredesdividend’ genoten. Dus als je vrede wilt, moet je je op oorlog voorbereiden zodat je eventuele aanvallers afschrikt. Als je de stappen rondt een oorlog beziet, voorbereiden, beginnen, winnen en de naoorlogse vrede, dan richt de Romeinse spreuk zich in de basis op die voorbereiding, die moet voorkomen dat je wordt getroffen door stap twee. Mocht je dan toch worden getroffen dan betreed je goed voorbereid het slagveld.

Als de Romeinen ergens goed in waren, dan was het om zich voor te bereiden op oorlog. Alleen leidde die voorbereidingen pas tot vrede na een oorlog. Dan werd het veroverde gebied onder de Pax Romana, de Romeinse orde gebracht. Afgezien wellicht van de Mongoolse horden onder de grote Khan Dzjengis en zijn opvolgers, heeft de wereld geen oorlogszuchtiger volk gekend dan de Romeinen. Je werd geen groot rijk omdat anderen bij je wilden horen maar door anderen te veroveren en de veroverden in slavernij af te voeren. Ik ken maar één rijk waar anderen graag bij willen horen en dat noemt zichzelf geen rijk. Een rijk waar je zelfs uit kunt treden en waar inwoners van de onderdelen daar ook hartstochtelijk voor pleiten. Dat rijk is de Europese Unie. De geschiedenis laat zien dat landen en rijken die zich voorbereiden op oorlog krijgen waarop ze zich voorbereiden en dat is oorlog. Neem de hegemoniale macht van de afgelopen dertig jaar, de VS. Dat land was en is zo machtig dat geen enkel ander land het in het hoofd zal halen er een oorlog tegen te beginnen. De VS bereiden zich nog steeds voor op oorlog en voeren die ook met grote regelmaat. Vooral tegen landen die een bedreiging vormen voor de Pax Americana. Dat maakt het twijfelachtig of de strategie om vrede na te streven door je voor te bereiden op oorlog een goede is. Je gaat immers al snel op iemands tenen staan.

Op dezelfde Wikipedia-pagina is ook te lezen dat als Napoleon een kenner van het Latijn was geweest, hij er ‘si vis bellum, para pacem’ van zou hebben gemaakt zo schreef zijn biograaf De Bourienne. Of te wel ‘als je oorlog wilt, bereid je voor op vrede.’ Nu kun je hier op twee manieren naar kijken. Als eerste als een ironische versie van het origineel: zoiets als een naïeveling die vrede wil en zich ontwapent of niet bewapent, krijgt oorlog.

Interessanter is de tweede manier: bereid je voor op de wereld na de oorlog. Die voorbereiding kent twee kanten en daarvoor weer even terug naar de stappen in een oorlog en dan vooral de derde stap. De tweede stap is niet interessant in deze. Een oorlog beginnen is makkelijk. Je valt een ander aan en je hebt oorlog. De derde stap, de oorlog winnen is wat moeilijker. Beste voorbeeld hiervan is de Eerste Wereldoorlog. Alle strijdende partijen dachten dat ze een makkelijke en snelle overwinning zouden halen. In alle betrokken landen werd afscheid genomen van de soldaten die naar het front moesten in de veronderstelling dat ze voor de Kerst weer thuis zouden zijn met de overwinning op zak. En bij die Kerst werd niet gedacht aan de Kerst 1918, maar die van 1914. Bovendien kwam niet iedereen als winnaar uit het strijdperk. Je voorbereiden op de vrede na de oorlog betekent dat je voorbereid moet zijn op winst maar ook op verlies.

Dat laatste zal zelden (ik denk zelfs nooit) gebeuren, dat staat immers gelijk aan defaitisme en daarvan wil je niet worden beschuldigd. Bovendien stond in het grootste deel van de geschiedenis vast wat er met je gebeurde als je verloor, dan werd je gebied geplunderd en werden de overlevenden in slavernij afgevoerd en als het vrouwen waren vaak ook nog verkracht. Het veroverde gebied werd eigendom van de winnaar en die gaf zijn getrouwen er delen van voor hun bewezen en in de toekomst nog te leveren diensten. Zo betaalden de overwonnenen de kosten van de oorlog. Tegenwoordig ligt dat wat gecompliceerder. Slavernij is afgeschaft en bevolkingen zijn zo talrijk dat het afvoeren naar andere delen van je gebied een lastige optie is. Waar vind je ruimte om ze te hervestigen? Dat betekent dat je je moet voorbereiden op bezetting van het gebied dat je verovert.

De recente geschiedenis laat zien dat bezetting geen stabiele situatie oplevert. Sterker nog, de verloren oorlog en het opgelegde bezettende regime leiden onder de bevolking van het overwonnen gebied al snel tot haat tegen de bezetter en/of diens vertegenwoordigers. Haat die zich uit in tegenwerking en al dan niet gewapend verzet. De Israëliërs kunnen erover meepraten en ook de ervaringen van de Amerikanen in Vietnam, Irak en Afghanistan en de Sovjets in hetzelfde Afghanistan spreken voor zich. Trouwens ook de Nederlandse koloniale ervaring laat, net als die van andere voormalige koloniale mogendheden, zien dat bezetten geen garantie is voor stabiliteit en rust.

Wie er ook wint, het winnen van de vrede na het einde van oorlog in Oekraïne zal een gigantische opgave zijn. Ik hoop dat de leiders in Rusland, maar ook in het Westen zich realiseren dat het winnen van vrede na de oorlog lastiger is dan het winnen van een oorlog. Ik hoop dat ze zich hierbij niet laten leiden door een Latijnse spreuk die teruggaat op het denken van een oude Athener en zelfs niet van de Napoleontische variatie erop. Ik hoop dat ze duurzame vrede willen en zich daar ook op voorbereiden. Oftewel: si vis pacem, para pacem.