De ‘Nedermusk’ in Arnout Jaspers

Bij Wynia’s Week speculeert Arnout Jaspers, die zichzelf wetenschapsjournalist noemt, er in een artikel verlekkerd op los wat een Musk-olifant in de Nederlandse overheidsporseleinkast zou kunnen bereiken. “Een Nedermusk zou in een enkele werkweek met een rood potlood door die lijst kunnen gaan en een half miljard bezuinigen,” Concludeert Jaspers. Voor een wetenschapsjournalist zaagt hij planken van dik hout.

Bron: goncalmayossolsona.blogspot.com. Vertaling: In de kantine krijgt het kind dat geen ham heeft een dubbele portie chips krijgt.
OK, maar wat zijn de oplossingen voor de grote onderwijsuitdagingen?
En als er chips overblijft, is het dubbele rantsoen voor iedereen.

Jaspers: “Ambtenaren in een moderne verzorgingsstaat behoren tot de meest geprivilegieerde bevolkingsgroepen ooit. Hun rechtspositie combineert een comfortabele salariëring en zorgvuldig gedoseerde werklast met gewapend betonnen ontslagbescherming en kleinzerigheid als secundaire arbeidsvoorwaarde.”  En iets verderop vervolgt hij: “De VS hoeft zeker niet in alle opzichten een voorbeeld voor Nederland te zijn, maar een scheut Amerikaanse ontslagkracht in onze arbeidsverhoudingen is broodnodig. Zou hij weten dat de rechtspositie van het overgrote deel van de ambtenaren na de in werking treden van de Wet normalisering rechtspositie van ambtenaren  per 2020 in niets verschilt van dat van een werknemer in het bedrijfsleven? Zou hij weten dat de salariëring van ambtenaren zeker niet slechts is maar dat er met een vergelijkbare opleiding en ervaring vooral voor mensen met een HBO of WO werk- en denkniveau, in het bedrijfsleven meer te verdienen is.

Jaspers: “Een leidinggevende die zijn of haar stem verheft schept een ‘onveilige omgeving’ en kan er op rekenen dat, geheel volgens wettelijke procedures, de poten onder diens stoel worden weggezaagd door rancuneuze ondergeschikten. Want ‘zo ga je niet met Ons Soort Mensen om’. Khadija Arib en Dennis Wiersma kunnen er over meepraten.” Zou hij weten dat Arib en Wiersma geen ambtenaren waren, niet tot de ambtelijke organisatie behoren en dus geen leidinggevenden waren? En voor wat betreft de ambtenaren. Bij conflicten is het, net als in het bedrijfsleven, meestal de persoon in de lagere organieke positie die het veld moet ruimen.

Jaspers gaat verder: “Het kwalijkste is de immuniteit van ambtenaren die knoeiwerk afleveren. Nooit wordt er iemand ontslagen, laat staan vervolgd, zelfs niet na de meest vreselijke incompetentie. Nederland was in shock dat een kind tijdenlang mishandeld kon worden door de pleegouders tot het bijna overleed, terwijl heel het jeugdhulpverleningscircus langs elkaar heen werkend wegkeek.” Op dat ‘jeugdhulpverleningscircus ’kom ik dadelijk terug. Kan wetenschapper Jaspers met bewijzen staven dat er ‘nooit iemand wordt ontslagen na knoeiwerk’? Ik ken voldoende voorbeelden aanstellingen die na de proeftijd niet werden verlengd.

Jaspers: ‘Volstrekt voorspelbaar zal dit schandalige falen voor niemand binnen die organisatie persoonlijke consequenties hebben, ‘want zo gaan wij niet met onze mensen om.’ Integendeel, het zal gebruikt worden als argument dat de desbetreffende instanties nog meer geld moeten krijgen, om nog meer ambtenaren aan te stellen, want ze kunnen nu immers hun taak niet aan?” Weer de vraag naar bewijzen. Die levert Jaspers niet. Hij beweert door populistische praat te herhalen.

Dan het ‘jeugdhulpverleningscircus’. Daar geeft Jaspers ‘de Musk in spé’ alvast een tip: “Bij de jeugdzorg gaat de helft van het personeel eruit, te beginnen met de hoogste salarisschalen. Dat zijn namelijk bijna allemaal mensen die alleen maar zitten te vergaderen en anderen van hun werk te houden. ‘Intervisie’ wordt verboden. Niet iedereen zal bekend zijn met dit begrip uit de geestelijke gezondheidszorg: dit houdt in, dat werknemers in die sector structureel met elkaar vergaderen over hoe het de afgelopen tijd ging op hun werk, en hoe ze dat ervaren hebben. Een normaal mens doet dat eventueel thuis, maar in die sector wordt daar een flink deel van de werktijd voor ingeruimd, naast uiteraard alle team-, sector- stuurgroep- en verbeterplan-vergaderingen.”  Zou Jaspers weten dat bijna de volledige jeugdhulpverlening tot de private sector behoort? Zou hij weten dat zijn voorstel ertoe leidt dat er na zijn maatregel niet alleen geen ‘managers meer zitten te vergaderen maar ook geen gedragswetenschappers, behandelcoördinatoren en vertrouwensartsen meer actief zijn. En dat je, om tot de helft te komen, ook een flink deel van de Jeugdzorgwerkers, de dan ‘duurst betaalden’ moet ontslaan? Ik wens de ‘Nedermusk’ veel succes met deze maatregel.

Ja, in de jeugdhulpverlening gaat wel eens wat fout en als je de media volgt dan lijkt het alsof er heel veel fout gaat. Het vele dat er goed gaat haalt de kranten namelijk niet. En je zou maar de afweging moeten maken om een kind uit huis te laten plaatsen. Doe je het niet en gaat het fout, dan had je eerder moeten ingrijpen en niet ‘langs elkaar heen werkend weg moeten kijken’. Doe je het wel dan is er ook geen garantie dat het daarna goed gaat met het kind. Je zou maar moeten kiezen uit mogelijkheden die allemaal goed of fout kunnen gaan want een garantie op ‘goed’ is er niet.

Zou Jaspers weten dat intervisie belangrijk is?  Nee,  dat weet hij niet want het is: “Vergaderen over hoe het de afgelopen tijd ging op hun werk, en hoe ze dat ervaren hebben.” Met intervisie toets je jouw handelen met collega’s die in eenzelfde positie zitten. Dat doe je om van elkaar te leren want wellicht had je anders kunnen handelen en dat kun je dan weer meenemen bij een volgend geval. Maar wellicht ook niet. Het lijkt mij lastig om dit thuis op de bank te doen. Behalve dan als er thuis op de bank iemand naast je zit die hetzelfde werk doet.

Dat er veel beter kan, staat buiten kijf. Dat betere ga je echter niet bereiken op de manier die Jaspers voorstelt. Wellicht is dat wel te bereiken door een grotere overheid. Een rijksoverheid die de markt uit de (jeugd)zorg haalt en de verantwoordelijkheid ervoor naar zich toetrekt.

Jaspers heeft nog meer ‘goede’ ideeën. “Bij het ministerie van Onderwijs kan driekwart van de ambtenaren ontslagen worden. Onderwijs wordt namelijk gegeven op scholen. De bijdrage van het ministerie daaraan is nihil, of negatief door alle voorschriften en administratieve en woke onzin die ze produceren. Die ontslagen ambtenaren kunnen dan les gaan geven en zo het lerarentekort ongedaan maken. Eigenlijk hoeft dat ministerie alleen maar te bestaan uit een Onderwijsinspectie en een financiële afdeling die het geld naar de scholen overmaakt. Of je dat nog een ministerie noemt, is een kwestie van smaak. De Voedsel- en Warenautoriteit is ook geen ministerie.” Ik vraag me af of de leerlingen gebaat zijn bij die voormalige ambtenaren als leraar. Het gros van de mijnwerkers was ook niet geschikt voor een baantje bij het CBS dat als compensatie voor de mijnsluiting naar Limburg kwam. Het lijkt mij sterk dat al die ambtenaren die Jaspers overbodig wil maken, geschikt zijn voor het vak van leerkracht.

Onderwijs wordt inderdaad, zoals Jaspers terecht schrijft, op school gegeven. Maar als er geen ministerie is, waarop controleert de Inspectie dan? De wet is daarvoor veel te grofmazig. Zonder ministerie moet de minister zelf de ministeriele regelingen en wetswijzigingen schrijven en de casus Faber laat zien dat ‘beleid zijn’ niet automatisch tot deugdelijke wetsvoorstellen leidt. Wie handhaaft dan de wet? Nu inspecteert de inspectie en het ministerie bepaalt welke actie daarop wordt ondernomen. De Inspectie is hierbij te vergelijken met de officier van justitie, het ministerie vervult de rol van rechter. Het lijkt me niet aan te bevelen om beide rollen bij dezelfde organisatie onder te brengen. Of moet die minister dat ook doen? Als, zoals de bedoeling is, iedere school minstens één keer per vier jaar moet worden geïnspecteerd, dan zijn dat meer dan 3.000 inspectierapporten en besluiten per jaar. Ik wens de minister veel succes met het lezen en beoordelen van een kleine 60 rapporten per week, of net geen negen per dag (inclusief) weekend.

Het is voor Jaspers voldoende dat het geld naar de scholen wordt overgemaakt. Dat getuigt van veel vertrouwen in de mensheid in het algemeen en schoolbestuurders in het bijzonder. Nu ben ik voor het geven van vertrouwen aan mensen en dus ook aan schoolbesturen. Echter, om te kunnen beoordelen of het geld rechtmatig en doelmatig wordt ingezet, is enige verantwoording nodig. Hoe verhoudt zich dit tot bijvoorbeeld een bijstandsgerechtigde die  moet zich binnenstebuiten keren om zijn net € 16.000 bedragende uitkering te verantwoorden? Als Jaspers dan toch zoveel vertrouwen in de mensheid heeft, dan is er veel meer te verdienen door bijstands- en andere uitkeringsgerechtigden te vertrouwen.

Nog  een ‘goed’ ideeën van Jaspers:  “Alle adviesraden die ‘gevraagd en ongevraagd’ advies leveren aan de regering worden opgeheven. Zoals daar zijn: de Wetenschappelijke Klimaatraad, de Wetenschappelijke Adviesraad, de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie, de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, de Onderwijsraad, de Adviesraad Migratie, de Hoge Raad voor de Adel, en nog tientallen meer. Allemaal hebben die een stuk of tien leden, een secretariaat en een kantoor, en met z’n allen produceren ze een stroom van rapporten en foto-ops voor bewindslieden.” En zo gaat hij verder: “Ik ken geen voorbeeld van een rapport van zo’n Raad dat niet onderin ambtelijke bureaulades verdwenen is. Rapporten die politieke impact hebben zijn altijd afkomstig van ad-hoc commissies, zoals die van de commissie-Remkes over de stikstofellende.” Ook hier maakt Jaspers een populistische karikatuur van de werkelijkheid. Al deze raden produceren rapporten en die rapporten worden door bestuurders, politici en ambtenaren gebruikt om keuzes te maken. Ze hebben politieke impact alleen duurt het vaak lang voordat die impact merkbaar is. Ze vormen vaak de basis onder de argumentatie in een memorie van toelichting bij een wetsvoorstel. En ja, Remkes stikstofrapport had politieke impact. Zoveel impact dat er het rapport van de commissie Remkes uit 2022, een gevolg van de uitspraak in 2019 van de rechter over de programmatische aanpak stikstof (PAS) nog steeds niet tot maatregelen heeft geleid. En als je dat rapport doorleest, en dan vooral de voor wetenschappers en wetenschapsjournalisten interessante voetnoten, dan kom je daar verschillende verwijzingen tegen naar rapporten van een van die door Jaspers zo verfoeide ‘raden’.

Eén idee dat populist Jaspers een ‘Nedermusk’ aan de handen doet is zou in aangepaste vorm wellicht wel iets kunnen verbeteren: “De publieke omroep, NPO, reduceren we tot 1 tv- en 1 radiozender. Alleen nieuws, actualiteiten en docu’s, en overdag educatieve programma’s. Geen reclame. Al het andere kan door de commerciële zenders gedaan worden. De totaal achterhaalde omroepen worden allemaal opgeheven.” Alleen zal Jaspers vervolgens klagen over juist de docu’s en educatieve programma’s want die zullen al snel ‘te woke’ zijn.

Populisme is rationele irrationaliteit

Raad een getal in een reeks van 0 tot en met 100 zodanig dat je keuze zo veel mogelijk overeenkomt met twee derde van de gemiddelde gok van alle deelnemers aan deze wedstrijd.” Aan de hand van dit raadsel op pagina 229 legt Richard Thaler in zijn boek Misbehaving het functioneren van de financiële markten uit. Om te ‘verdienen’ op die markt moet je immers een inschatting maken van wat anderen op die markt gaan doen. Anderen die eenzelfde inschatting proberen te maken.

Bron: Pixabay

Thalers boek beschrijft de ‘opkomst en ontwikkeling’ van de gedragseconomie. Een economische discipline die eind vorige eeuw opkwam. Gedragseconomen kijken, net als psychologen naar het gedrag van mensen. Dat gedrag blijkt veel minder rationeel dan waarvan de toen gangbare economische theorie uitging. Die toen gangbare economische theorie is de nu nog steeds dominante neo-liberale. Een theorie die de mens ziet als een volkomen rationeel handelend mens. In  navolging van Thaler, voordat je verder leest, geef eerst eens antwoord op de vraag en om je op weg te helpen: “stel dat er drie spelers zijn die respectievelijk 20, 30 en 40 kiezen. De gemiddelde gok is dan 30 en twee derde daarvan is 20. Degene die 20 kiest, wint dus.”

Ik stel die vraag omdat ik me afvraag of populistische politici niet ook een dergelijke vraag gebruiken om zich te profileren. Die vraag zou dan luiden: ‘neem het standpunt van de gemiddelde Nederlander, overdrijf dat standpunt naar de jou gewenste kant en vent het uit’. Door die overdrijving wijk je af van het gangbare en dat genereert bijna automatisch aandacht. Nou ja afvragen, eigenlijk constateer ik dat het zo werkt.

Als dit naar alle kanten gebeurt, verandert er niets aan het gemiddelde standpunt. Als er naar maar één kant wordt overdreven, dan verschuift het gemiddelde standpunt naar die kant.  Nu zien we tegenwoordig populisme naar alle kanten. Kunnen we daaruit concluderen dat  de ‘schade’ dan meevalt omdat het gemiddelde standpunt niet verandert of is die conclusie voorbarig?

Daarvoor moeten we een stapje verder doorredeneren. Stel Jan ‘overdrijft’ naar ‘rechts’ en krijgt een groep mensen mee. Dan zitten er binnen die groep vast enkele mensen die ook een stuk van de cake willen en die overdrijven nog verder naar ‘rechts’. Dan moet Jan ook weer een stap zetten en eindigt de groep steeds verder ‘rechts’. Aan de andere kant ‘overdrijft ‘Piet’ naar links en daar gebeurt hetzelfde. Het resultaat mag dan zijn dat het standpunt van de gemiddelde Nederlander niet is gewijzigd, Er zijn echter wel steeds minder Nederlanders die zich in dat gemiddelde standpunt herkennen en die het kunnen en willen verdedigen. Dat lijkt mij problematisch.

Als ik naar de ontwikkelingen in onze samenleving kijk, dan zie ik dit patroon. Dan zie ik steeds meer extremen die steeds verder van elkaar afstaan en steeds minder ‘gemiddelden’. Extremen die elkaar steeds meer verketteren en ‘ontmenselijken’. Een zorgelijke ontwikkeling.

Een uitkomst die is te vergelijken met de uitkomst van het raadsel waarmee ik begon. Thaler gebruikt het raadsel om aan te tonen dat ‘beter inschatten’ dan anderen niet kan als iedereen rationeel handelt. Want als iedereen rationeel en logisch doorredeneert dan geeft iedereen het antwoord 0, het meest ‘extreme’ antwoord. Waarom? Als iedereen een willekeurig getal kiest, dan zal het gemiddelde 50 zijn. twee derde daarvan is 33. Dat is logisch en volledig rationele mensen zullen zo redeneren. Logisch doorredenerend zal iedereen dit concluderen en dan is het gemiddelde antwoord 33, twee derde van 33 is 22. Als iedereen volledig rationeel denkt, dan zal iedereen tot die conclusie komen en vervolgens weer rationeel en logisch concluderen dat het antwoord twee derde van 22 en dus 15 zou moeten zijn. Als je zo maar lang genoeg logisch doorredeneert dan kom je bij 0 uit. 

Een ontwikkeling waarop het begrip rationele irrationaliteit van John Cassidy van toepassing is. In zijn boek Wat als de markt faalt omschrijft hij op pagina 159 rationele irrationaliteit als: “Een situatie waarin handelen uit rationeel eigenbelang op de markt tot resultaten die maatschappelijk gezien irrationeel en inferieur zijn,” leidt. Als we dit vertalen naar het handelen van ‘Jan’ en ‘Piet’ dan willen zij gekozen worden en zoveel mogelijk invloed. Met dat in het achterhoofd is het rationeel om te kiezen voor ‘overdrijven’, voor populisme. Het resultaat ervan is een samenleving zonder ‘samen’. Zoals al gezegd een zorgelijke ontwikkeling. Bij deze ontwikkeling moet ik denken aan een parabel van de Chorekee-indiaan en zijn kleinzoon. De oude indiaan vertelde: ‘Er speelt zich een gevecht in mij af. Het is een gruwelijk gevecht tussen twee wolven. De een is slecht, boos, hebzuchtig, jaloers, arrogant en laf. De ander is goed – hij is gelukkig, rustig, liefdevol, aardig, hoopvol, bescheiden, gul, eerlijk en betrouwbaar. Deze wolven vechten ook in jou en in ieder ander persoon.’ Toen de kleinzoon daarop vroeg welke wolf er zou winnen, antwoordde de oude indiaan: ‘diegene die je voedt’. Worden er niet veel slechte wolven gevoed?


Wat gij niet wilt dat u geschiedt, …

Gaaaaap! Dat dacht ik toen ik in de Volkskrant een interview las met Rob Roos, de leider van Forum voor Democratie in Zuid Holland. Waarom? Om een wel erg grijsgedraaide plaat. Een plaat die bestaat uit uitspraken die een beeld oproepen dat dan wel populair is maar nergens op slaat. 

“Onze kiezers zijn mensen die ’s morgens in de file staan, hardwerkende Nederlanders die bij de NPO worden uitgemaakt voor idioten. Voor hen komen we op. Al twintig jaar is het debat in Nederland door politieke correctheid platgeslagen. Dat moet stoppen. De PVV wordt al jarenlang uitgesloten, en ook wij hebben een stempel op ons voorhoofd gekregen.” 

Bron: Wikimedia Commons

Beste meneer Roos, zijn het alleen uw kiezers die hard werken en in de file staan? Stemmen er werklozen of arbeidsongeschikten op uw partij? Dat is het beeld dat u hier schetst. Ik heb niet en zal nooit op uw partij stemmen, wil dat zeggen dat ik niet hard werk? Kunt u mij drie, twee, één voorbeeld noemen van een NPO programma dat hard werkende Nederlanders uitmaakt voor idioten?

De PVV wordt uitgesloten? Ik meen me het kabinet Rutte 1 te herinneren, dat sloot die partij in. Dat was niet zo’n succes. Als het over uitsluiten gaat, dan heeft de SP meer reden tot klagen. Deze partij is in haar langere bestaansgeschiedenis dan de PVV zelfs nog nooit gevraagd om te gedogen. Uw partij komt net kijken en nu al beklaagt u zich dat u wordt ‘buitengesloten’. Vreemd voor een partij die in verschillende provincies de grootste is en het initiatief heeft. Het is makkelijk om de schuld van dat buitensluiten bij de ander te leggen. Het kan echter ook dat je jezelf buiten sluit door je eigen opstelling? Is u klacht over buitensluiten misschien een eerste opzetje om u zelf buiten te sluiten.

Ik lees dat het u emotioneert om te worden uitgemaakt voor: “populisten, extreem-rechts of zelf voor fascisten. Dat vind ik verschrikkelijk, echt waar. Het doet me pijn. Je mag andere meningen hebben, maar praat met elkaar en heb respect voor elkaars mening.” Van hoeveel respect getuigt het om te pleiten voor het ontslag van weermannen en leraren die iets zeggen wat niet in het straatje van uw partij past? Van hoeveel respect getuigt een meldpunt voor leraren die ‘links indoctrineren’? Zou het de mensen die u voor “extreemlinkse activisten,” uitmaakt niet ook pijn kunnen doen?

Als laatste die politieke correctheid die het debat, volgens u, al twintig jaar platslaat. Waarover heeft u het? Als de afgelopen twintig jaar ergens door worden gekenmerkt dan is het dat iedereen alles maar gewoon zegt en roept. Iets beweert zonder dat het enige relatie heeft met de werkelijkheid. Eigenlijk zoiets als u hier doet. Het politieke en publieke klimaat zou wel varen bij minder schreeuwen en meer correctheid. 

Beste meneer Roos, gooi die grijze plaat weg. En voordat u uzelf beklaagt, denk dan aan de gulden leefregel: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’  

Realisme

Volgens Geerten Waling worden we doodgegooid met ‘ismen’. Tenminste als we de titel boven zijn bijdrage bij Elsevier mogen geloven. ’Ismen’ die je niet zelf voert, maar die je door anderen worden opgeplakt.

exchange-of-ideas-222788_960_720

Illustratie: Pixabay

In zijn artikel haalt hij drie ‘ismen’ aan. Als eerste neoliberalisme: “een term die moet verwijzen naar een ongebreideld marktdenken door grootkapitalisten die zich niet bekommeren om de arme burger die het slachtoffer wordt van hun privatiseringen, handelsverdragen en marktliberalisatie.” Kritiek op die marktwerking snijdt best hout, maar het woord is: “een etiket dat we graag plakken op beleid dat ons niet bevalt (of dat anders uitpakt dan we hadden gehoopt).” Ook een ander ‘isme’, het populisme vertroebelt het debat. Het is: “een scheldwoord, dat bedenkelijke motieven suggereert bij je tegenstander, zoals volksmennerij, simplisme en opportunisme,” aldus Waling. Als laatste het ‘islamisme’. Waling: “Hoewel zo’n ‘islamist’ zichzelf eerder zal kwalificeren als ‘goede moslim’, niet als aparte categorie binnen de islam, helpt het onderscheid om een militant deel van de gelovigen te onderscheiden, zonder de andere moslims van de samenleving te vervreemden.” Om die reden heeft dat woord nog enig nut, volgens Waling.

Inderdaad worden er veel ‘isme’-etiketten geplakt. Zo wordt racisme te pas en te onpas gebruikt om iemand te diskwalificeren. Of neem Sid Lukkassen, die heeft het vaak over cultuurmarxisme. Een plakkertje dat hij, en met hem Paul Cliteur en Thierry Baudet, graag op andersdenkenden plakt. Een vasthoudend iemand met een uitgesproken mening is al snel een ‘fundamentalist’. Een woord waar je weer allerlei woorden voor kunt zetten zoals milieu of islam. Allemaal ‘ismen’ die je door anderen opgeplakt krijgt om je in een hoek te zetten. In een hoek te zetten zodat de ‘plakker’ niet op je argumenten hoeft in te gaan. 

Eén ‘isme’ past niet in deze rij, het ‘realisme’. Het past niet omdat je het niet opgeplakt krijgt, maar het jezelf opplakt. Het woord wordt door velen gebruikt om hun eigen standpunten kracht bij te zetten. Kracht bij te zetten omdat het suggereert dat iemand die het niet met je eens is, irreëel is. Irreëel of nog erger, een idealist. Een zwever of dromer en op diens argumenten hoef je ook niet te reageren. Moeten we niet juist oppassen voor mensen die zichzelf de stikker ‘realisme’ opplakken? 

Gebakken lucht

“De sociaal-liberale ideologie was een halve eeuw lang gebaseerd op de vanzelfsprekendheid dat aan migranten asiel verleend wordt en dat zij met de autochtone bevolking een multiculturele samenleving vormen.” Dit schrijft Henk Strating in een bijdrage op de site Opiniez. In die bijdrage beweert hij dat de populistische partijen: “de democratie in Nederland en in Europa voor de ondergang behoeden.” Nu kun je een heel debat voeren over populisme en welke partij ‘populistisch’ is, daar gaat het mij niet om. Het gaat mij om de bewering waarmee ik opende.

gastarbeiders

Foto: Wikimedia Commons

Nu krijgt ‘links’ al sinds Fortuyn de schuld van het ‘multiculturele drama’. De schuld omdat ‘links’ ‘iedereen’ verwelkomde en streefde naar een multiculturele samenleving. de aanklagers van ‘links’ concluderen vervolgens dat die multiculturele samenleving is ‘mislukt’. Nu is ‘links’ nooit aan de macht is geweest wat het lastig maakt om alle ‘ellende’ aan links te wijten. Misschien trekt Strating het daarom breder en introduceert hij de ‘sociaal-liberale ideologie’ die het heeft gedaan. Die ‘ideologie’ vond het vanzelfsprekend dat migranten asiel kregen. Nu is asiel bedoeld voor vluchtelingen en niet voor migranten en er rammelt meer. 

Is die ‘sociaal-liberale ideologie’ van Strating niet een verzinsel dat hem in zijn betoog van pas komt? Van pas komt omdat het een soort ‘contrapunt’ is waartegen hij zich kan afzetten? Een verzinsel omdat ‘ideologie’ een soort vooropgezet plan veronderstelt? Een ideologie die vervolgens ook nog eens de ‘macht’ greep in Nederland? Was het komen tot een ‘multiculturele samenleving’ ooit het doel van een stroming? Was er ooit een stroming die bepleitte dat daarvoor migranten moesten worden binnengehaald? Dat is wat Strating suggereert. 

Aan het begin van die ‘vijftig jaar’ waarover Strating spreekt, werden migranten naar hier gehaald omdat er arbeidskrachten nodig waren voor bijvoorbeeld de Twentse textielindustrie of de hoogovens in IJmuiden. Ze werden gehaald op voorspraak van de betreffende bedrijven, niet omdat een ‘sociaal-liberale ideologie’ erom vroeg. Het was de bedoeling dat ze na een paar jaar weer terug zouden gaan, vandaar de term ‘gastarbeiders’. Van dat teruggaan kwam niets omdat ze hier een leven opbouwden. Een leven waarbij ze in veel gevallen familieleden uit hun land van herkomst naar Nederland haalden. Net zoals er nu veel Oost-Europeanen naar Nederland worden gehaald om te werken. Ook bedoeld als ‘tijdelijk’ maar een flink deel zal niet teruggaan omdat ze hier een leven opbouwen. Al deze ‘migranten’ hebben geen asiel gekregen, wel een verblijfsstatus en velen zelfs het Nederlanderschap.

Hoe sterk is een betoog dat zich afzet tegen gebakken lucht?

 

“We are the Borg”

Bij de Volkskrant trekt historicus Willem Melching parallellen tussen het populisme van nu en het populisme van de jaren zestig van de vorige eeuw van D’66, de Boerenpartij en Provo. Zijn conclusie, de huidige ‘elite’ zou wat kunnen opsteken van de toenmalige elite door wat zaken over te nemen. Hij ziet twee punten waarop dat zou kunnen, Europa en de multi-culturele samenleving. Over die laatste schrijft hij:

“De multi-culturele samenleving is grotendeels mislukt, zelfs de optimist Merkel moest dat toegeven. Maar niemand in Europa zet deze kwestie op de agenda.”  

The Borg

Foto: Flickr

Mislukt? Is dat niet een wat vreemde constatering? “Met elementen uit verschillende culturen,” deze definitie geeft de Van Dale voor het woord multicultureel. Als we naar Nederland kijken dan zien we dat de Nederlandse samenleving bestaat uit elementen uit verschillende culturen. Dat er ‘elementen uit verschillende culturen’ in Nederland wonen is niet nieuw. Dat is altijd al zo geweest. De Friese cultuur is anders dan de Hollandse of de Limburgse. De ‘Limburgse cultuur’ bestaat niet, de Venlose cultuur is immers anders dan de Maastrichtse. Net zo bestaan de Hollandse of de Friese cultuur ook niet. 010 en 020, allebei Hollands en toch heel anders. Hierover schreef ik al eerder. Met andere woorden, is die ene Nederlandse cultuur niet een illusie?

Met de komst van mensen uit andere streken is de diversiteit nog verder toegenomen, is de samenleving nog diverser geworden. Er zijn nog meer elementen van verschillende culturen en is de samenleving als geheel nog multicultureler geworden. Is die multiculturele samenleving daarmee niet een feitelijke constatering? Hoe kan een feitelijke constatering mislukt zijn?

Wat er niet is gebeurd, is dat er één stamppot is ontstaan. Eén geheel van mensen die allemaal precies hetzelfde zijn, denken en doen. Als Melching dat bedoelt met een multiculturele samenleving, dan heeft hij gelijk, dat is mislukt. Als hij dat bedoelt, dan kun je je afvragen of dat ooit het doel van iemand is geweest? Een soort Borg uit de serie Star Trek:“We are the Borg. You will be assimilated. Resistance is futile. You’re biological and technoligical distinctiveness will be added to our own. Resistance is futile.” Als het van niemand een doel was, is het niet ontstaan ervan dan een mislukking?

Profiteurs

Het is weer feest bij de PvdA, want de baantjescarrousel draait weer eens harder dan ooit tevoren!”

Als voormalig Kamerlid heb je het maar lastig. Zeker oud-Kamerleden van PvdA-signatuur moeten het ontgelden. Jeroen Recourt heeft na zijn Kamerlid emplooi gevonden. Hij is voorzitter geworden van het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam en hij treedt toe tot de Raad van Advies van de Nederlandse Mediatorsvereniging.

roeptoeterFoto: Flickr

“ Jeroen Recourt is slechts de volgende in wat ongetwijfeld een nog veel langere rij aan PvdA-profiteurs gaat worden.” Dat is tenminste de verwachting, of eigenlijk een mening verpakt in een verwachting, van Tim Engelbart bij De Dagelijkse Standaard. Recourt krijgt vervolgens nog het verwijt mee dat hij: “de zoveelste PvdA’er (is) die zijn Kamerlidmaatschap heeft kunnen inzetten om voornamelijk zijn eigen carrière vooruit te helpen.” Iets wat we volgens Engelbart al: “zagen (…) met andere mislukte PvdA’ers: Ahmed Marcouch (burgemeester), Roos Vermeij (top van een pensioenfonds), Martijn van Dam (top van de NPO) en zelfs de assistent van Jeroen Dijsselbloem (top van een ministerie): allen zijn zij linkse sociaal-democraten in naam, maar rechtse graaiers in werkelijkheid.” Zo dat klinkt als een (populistische) klok, die kunnen die ‘sociaal-democraten, maar in werkelijkheid rechtse graaiers’ zich in hun zak steken.

Laat ik, nadat het geluid van de ronkende zinnen is verstomd, een vraag hebben voor Engelbart. In Nederland klinkt de roep om Kamerleden geen privileges meer te geven voor wat betreft uitkeringen, steeds luider. Voormalig Kamerleden en politiek-bestuurders, en daar hebben we het hierover, zouden niet anders moeten worden behandeld dan andere werklozen. Niet eindeloos lang recht hebben op een uitkering zonder dat er een wezenlijke prestatie tegenover staat. Nee, zo snel mogelijk ander werk vinden.

Wat  verwacht Engelbart nu eigenlijk? Als ze werk vinden zijn het profiteurs van de ‘baantjescarroussel’ van het ‘partijkartel’. Vinden ze geen werk dan zijn het profiteurs en uitvreters die van hun luxe uitkering genieten op kosten van de belastingbetaler. Het is nooit goed of het deugd niet, zou mijn moeder zeggen. Of gewoon een gevalletje ‘roeptoeteren’ van Engelbart?

Opel Kadett

In het satirische programma Pisa dat Henk Spaan en Harry Vermeegen in de jaren tachtig maakten, gingen de beide heren op zoek naar de ‘gewone man’, die reed in een Opel Kadett en dus gingen ze achter Kadettrijders aan. Alleen hoe goed beide heren ook hun best deden, de chauffeur van de Kadett bleek nooit de gewone man te zijn. Bij het lezen van de kop waarmee de Volkskrant gisteren opende moest ik aan een Opel Kadett denken: “Nederlander beperkt vatbaar voor populisme.” Ik heb in het algemeen moeite met begrippen als ‘de Nederlander’, ‘het Volk’, ‘de consument’, ‘de belastingbetaler’ enzovoorts.

SONY DSCIllustratie: Wikimedia Commons

Slechts vijftien procent stemt uit frustratie en dat is een van de redenen dat ‘de Nederlander’ slechts beperkt vatbaar is voor populisme. Moet ik als Nederlander nu blij zijn? Moet ik blij zijn met ‘de Nederlander’ die uit volle overtuiging stemt op partijen die uit of in naam van de vrijheid het ene verbod na het andere willen? Moet ik blij zijn als ‘de Nederlander’ met volle overtuiging van de PvdA naar de PVV hopt en vervolgens naar de Partij voor de Dieren of de de ChristenUnie? Wat zegt dat over de geestesgesteldheid van ‘de Nederlander’? Leidt ‘de Nederlander’ dan niet aan ‘stemmingswisselingen’ of nog erger aan een meervoudigepersoonlijkheidsstoornis? Als dat laatste het geval is dan moet ‘de Nederlander’ zich zorgen maken want dan heeft hij mogelijk suïcidale neigingen en dat wordt lastig als er een kabinet met de ChristenUnie komt.

Wat als ‘de Nederlander’ gelijk is aan ‘de gewone man’ uit Pisa? Wat als we zoekende naar de Nederlander iedere Kadett aanhouden en we treffen die slechts ‘beperkt voor populisme vatbare’ Nederlander niet aan? Net zoals Henk en Harry nooit een ‘gewone man’ aantroffen. Zou het dan kunnen dat die Kadetts vol zitten met mensen die zeer vatbaar zijn voor populisme? Zou ik me dan meer of minder zorgen moeten maken dan in het geval dat ‘de Nederlander’ uit overtuiging zo wispelturig is?

Druk op (van) de ketel

In haar opiniebijdrage in de Volkskrant maakt Agnes Dinkelman zich zorgen om het behoud van onze rechtsstaat. Die zou in gevaar komen als populisten aan de macht komen en om dat te voorkomen moeten ‘populistische’ maatregelen worden genomen. Een bijzondere manier van redeneren waarover ik gisteren al schreef. Haar bijzondere manier van redeneren betreft ook de landen waar de migranten vandaan komen.

Druk op de ketel

Illustratie: Feenstra

Volgens Dinkelman vraagt de jonge bevolking van Noord-Afrika om hervormingen, “Maar zolang migratie naar Europa de ontevredenen een uitweg biedt, zullen hun leiders verzuimen hun landen te hervormen. Pas als de druk van binnenuit groot genoeg is, verandert de situatie. Juist door het demografische gegeven van een jeugdige bevolking die stabiliteit en perspectief wenst, kan de druk snel en beslissend oplopen. Migratie als stoom uit de Afrikaans-Arabische ketels traineert het proces van opbouwen van druk. En dus het proces van hervorming.” De Noord-Afrikaan moet in een ellendige en soms zelf hopeloze situatie blijven zitten om de druk op de leiders op te voeren. De Noord-Afrikaan moet zich dus opofferen voor een hoger doel. Maar wat is dat doel?

Wie garandeert de Noord-Afrikaan dat die toenemende druk leidt tot ‘stabiliteit en perspectief’ waar Dinkelman het over heeft? Hoe zien ‘stabiliteit en perspectief’ eruit? Kan Dinkelman garanderen dat: “de leiders uit Noord-Afrika hun positie zeker willen stellen,” vanwege hun: “angst om afgezet te worden, en dat die angst ze: “ertoe (kan) brengen mee te werken aan perspectief voor de bevolking en opvang van vluchtelingen op het eigen continent”? Zou het ook kunnen dat de druk die door de gesloten grenzen oploopt, tot (burger)oorlogen leidt? Tot geweld van de ene groep tegen de andere? Geweld dat wellicht aan wordt gewakkerd door die ‘leiders’ die bang zijn om afgezet te worden?

Zou het ook kunnen dat juist de naar Europa gemigreerde Afrikanen door hun ervaringen hier de roep om veranderingen in hun herkomstlanden vergroten? Dat ‘de druk’ ook via de ‘buitenlandse band’ kan worden opgevoerd?

Wegstemmen

“Migratiestop is het beste voor zowel Europa als Afrika.” De kop boven een opiniebijdrage van Agnes Dinkelman in de Volkskrant. Dinkelman houdt er wel een heel bijzondere manier van redeneren op na.

Dinkelman: “De vraag is of de politieke partijen die nu bij de formatierondes betrokken zijn voldoende erkennen dat onjuist handelen op dit gebied populisten in het zadel helpt – met de ontmanteling van de rechtsstaat tot gevolg. Dat te voorkomen is de allereerste taak voor het nieuwe kabinet.” En wat moeten die partijen doen om te voorkomen dat die populisten in het zadel worden geholpen? “Onze politieke leiders moeten zich laten corrigeren door het volk. Ze hebben nog één regeerperiode te gaan om de kiezers ervan te overtuigen dat ze niet populistisch hoeven te stemmen om gehoord te worden. Als de politici zich niet laten beïnvloeden, worden ze door het volk weggestemd en zetten ze de rechtsstaat op het spel.”

Om meerdere redenen een bijzondere redenering. Als eerste roept het de vraag op hoe die politieke leiders kunnen weten wat ‘het volk’ wil. Spreekt ‘het volk’ duidelijk en met één mond zodat die politieke leiders weten in welke richting ze zich moeten laten ‘corrigeren’? Of eigent Dinkelman, net iedereen die zich beroept op ‘de wil van het volk’, de kennis toe om te weten wat ‘het volk’ wil? Het sluiten van de grenzen voor migranten in dit geval. ‘Het volk’ heeft zich op vijftien maart uitgesproken en de uitslag maakt één ding duidelijk en dat is dat ‘het volk’ erg verdeeld is over de richting waarin de ‘politieke leiders’ zich moeten laten corrigeren.

Het meest bijzondere is de redenering dat de politieke leiders zich moeten laten corrigeren door ‘het volk’. Corrigeren zodat ze dat doen waarvan de populisten zeggen dat ‘het volk’ het wil. Als de politieke leiders dat niet doen, zo beweert Dinkelman, dan stemt ‘het volk’ de volgende keer op de populisten en dan doen die het wel (in dit geval het sluiten van de grenzen) zo concludeert een goede lezer zonder dat Dinkelman het schrijft. Dus de politieke leiders moeten de ideeën en voorstellen van ‘de populisten’ overnemen. Als die politieke leiders dat doen, waarin verschillen ze dan van ‘de populisten’? Zijn het dan niet ook gewoon populisten? Stemmen de ‘politieke leiders’ zich niet zelf weg als ze het voorstel van Dinkelman volgen?