Uitgelicht

Het rokje van Dilan Yeşilgöz

“ Op dit soort momenten heb je politici nodig die verbinden. We moeten het geweld afkeuren en achter de daders aan, maar om het gelijk politiek te maken is heftig en onnodig. Je gaat dingen politiek maken die niets met politiek te maken hebben.” Woorden van minister Eelco Heinen van de VVD naar aanleiding van het extreem rechts terreur in Den Haag van zaterdag 20 september 2025. Een bijzondere redenering van minister Heinen. Heinen reageerde op de uitspraak van D66-leider Rob Jetten dat: “andere politici en partijen deze extremisten in het centrum van de macht hebben gebracht”.

Heinen was niet de enige. Zijn partijgenoot Christianne van der Wal viel hem in de uitzending van EVA van maandag 21 september bij. Net zoals VVD-leider Dilan Yeşilgöz bij Pauw & De Wit. Daar betoogde zij dat: “we als politiek één front moeten vormen,” dat, “vanuit de Kamer moet zeggen: dit accepteren we niet.” Ze kregen zelfs bijval van politiek verslaggever Elodie Verweij die Yeşilgöz complimenteerde met haar eerste inhoudelijke reactie en die vond dat de rest weer: “Den Haag being Den Haag,” was namelijk weer heel erg met zichzelf bezig. Yeşilgöz had getweet dat het ‘tuig was dat je gewoon moet oppakken. Zeer bijzonder.

bron: Flickr

Maar nu toch even voor de dames en heren politici en politiek journalisten het onderscheid tussen de politiek en het politieke. De politiek dat zijn de formele structuren en processen die bij het besturen horen, dat wat de volksvertegenwoordigers in Den Haag met elkaar uitspoken. Het politieke is de manier waarop macht in een samenleving wordt uitgeoefend en verdeeld. Hier behoort ‘ de politiek’ als in de besluitvormingsstructuren toe maar het omvat veel meer. Het omvat zo ongeveer elk aspect van het sociale leven.

Een demonstratie is een:“betoging: een demonstratie tegen het beleid van de regering.” Een betoging een: “optocht om bepaalde gevoelens kenbaar te maken,” is per definitie politiek. De terreur die een deel van de demonstranten verspreidde, is net zo politiek. Ook dat is een aspect van net sociale leven. Het geweld gericht tegen de politie, een kantoor van een politieke partij, het parlementsgebouw maar ook tegen de horeca-ondernemers en hun personeel is politiek. En ja, het is ook bedoeld om ‘de politiek’, het besluitvormingsproces van de samenleving te beïnvloeden. Er hoeft niets politiek gemaakt te worden want het is een en al politiek.

Het is nog om een andere reden bijzonder. De roep van de VVD om dit te ‘depolitiseren’ en ‘schouder aan schouder’ te staan klinkt op het eerste gezicht sympathiek. Wat Yeşilgöz en de rest van de VVD van D66 vraagt is om ‘schouder aan schouder te staan met politieke partijen zoals de PVV, die nu hard roepen dat dit ‘tuig’ hard gestraft moet worden, maar die al jaren de woorden en het gedachtegoed leveren waarmee deze extreemrechtse terreurzaaiers hun daden verdedigen zoals Lubach in zijn uitzending liet zien. Meest recent nog tijdens de algemene politieke beschouwingen na Prinsjesdag. Partijen die de haat zaaiden met hun woorden en nu afstand doen van de oogst van hun zaaiwerk. Daar moet je nu ‘ schouder aan schouder’ mee gaan staan. Dat is hetzelfde als van een verkrachte vrouw vragen om samen op te trekken met iemand die haar verweet dat ‘dat rokje’ wel erg uitdagend is en dat je er dan wel een beetje om vraagt.

Bijzonder is ook dat deze oproep komt van een partij en partijleider die de zaaier, de ondemocratisch georganiseerde en ondemocratisch en anti-rechtsstatelijk handelde PVV, in het centrum van de macht heeft gebracht. Van een partijleider die zich de afgelopen week stil hield, toen Wilders tijdens die algemene politieke beschouwingen verdeeldheid en haat stond te zaaien. Een partijleider van een partij die een motie van een andere extreem rechtse partij, het Forum voor Democratie om antifa als een terroristische organisatie te bestempelen, ondersteunde. Nu is antifa een vlag en geen organisatie en constateert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid dat er vanuit die hoek geen gevaar dreigt voor de democratie en de rechtsstaat. Dezelfde partij die instemde met een boerkaverbod. Een partij die instemde met het discrimineren van statushouders. Een partij die er geen been in ziet om het grondrecht om je mening te uiten in een demonstratie aan banden wil leggen.

Met de roep om te ‘depolitiseren’ proberen Yeşilgöz en de VVD hun rol en verantwoordelijkheid weg te schuiven en te ontlopen. En de VVD en verantwoordelijkheid staan, zoals ik bij de bespreking van het verkiezingsprogramma van de partij al liet zien, op gespannen voet met elkaar. De roep om de depolitiseren is daarmee politiseren in optima forma.

Uitgelicht

Free Palestine …

We zien twee modellen. Het ene is Gaza. Toen we Gaza verlieten, hebben we Hamas in feite toegestaan ​​een koninkrijk van terreur te creëren. Judea en Samaria, het andere model, is tot hetzelfde gedoemd als we daar weggaan. Er zijn daar ruim driehonderd nederzettingen, bewaakt door het Israëlische leger. Er is terreur, maar op een zeer laag niveau.” Woorden van de Israëlische oud-politicus Aryeh Eldad in een interview in de Volkskrant. Een bijzondere uitspraak waarvan Eldad er wel meer doet.

Bron: Balfour declaration die aan de basis stond van het mandaatverdrag. Bron: BBC

Uitspraken zoals: “Iedereen die echt geïnteresseerd is in de kwestie, begrijpt dat die niet opgelost zal worden door lijnen op de kaart te trekken. Wat speelt tussen Israël en de Palestijnen gaat niet om grondgebied, het is een religieuze oorlog. Dat wordt door de wereld genegeerd.” Bijzonder om twee redenen. Bijzonder omdat het inderdaad niet gaat om ‘lijnen op een kaart’ en ook niet om een religieuze oorlog. Het gaat om bevolkingsgroepen die aanspraak maken op eenzelfde gebied tussen lijnen op een kaart. Het is in feit een burgeroorlog tussen twee bevolkingsgroepen. Maar dan wel een bijzonder soort. Bijzonder omdat één van die bevolkingsgroepen bestaat uit een groep mensen die recentelijke naar dat gebied is gemigreerd en vervolgens de zeggenschap over het gebied heeft verworven. Bij dat verwerven kreeg deze groep steun van de westerse landen omdat deze migranten uit het westen vluchtten voor geweld en vervolging culminerend in de Holocaust. Dat die twee bevolkingsgroepen een andere religie aanhangen, maakt het nog geen religieuze oorlog. Over de ontstaansgeschiedenis van deze burgeroorlog die inmiddels al honderd jaar duurt, schreef ik al eerder. Tot zover de eerste bijzondere reden.

De tweede bijzondere reden is dat het volgens Eldad niet gaat om lijnen op de kaart. Dit terwijl de oplossing die hij aandraagt er eentje is van ‘lijnen op de kaart’: “Een Palestijnse staat? Jordanië kan als zodanig erkend worden. Zoals wijlen koning Hussein al zei, is 70 procent van de bevolking van Jordanië Palestijns. En het grondgebied van Jordanië beslaat 75 procent van het Britse mandaatgebied Palestina. Dus Jordanië is in feite Palestina.” Een oplossing aan de andere kant van een van die lijnen op de kaart. Een oplossing die Geert Wilders ook al eens heeft geopperd.

Elhads oplossing is weer om ook twee redenen bijzonder. Dat een groot deel van de bevolking Jordanië Palestijns is, is precies een gevolg van dat al meer dan honderdjarige conflict. Een eerste grote groep van die Palestijnen vluchtten eerst in 1948 en later in 1967 vanuit wat nu Israël en de bezette Westelijke Jordaanoever is naar Jordanië. Bijzonder om een gevolg van het probleem te presenteren als argument voor oplossing die je voorstelt.

Volgens Elhad, en dat klopt, bestond het mandaatgebied Palestina uit Israël, Jordanië, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Mandaathouder Groot-Brittannië kreeg de zelf geformuleerde opdracht om: “Het land onder zodanige politieke, bestuurlijke en economische omstandigheden te brengen dat de vestiging van het joodse nationale tehuis, zoals vastgelegd in de preambule, en de ontwikkeling van zelfbesturende instellingen verzekerd zijn, en tevens de burgerlijke en religieuze rechten van alle inwoners van Palestina, ongeacht ras of godsdienst, te waarborgen.1Om een Joodse kolonie te stichten zonder afbreuk te doen aan de rechten van de mensen die er al woonden. We kunnen wel stellen dat dit is mislukt en dat hoeft niet te verbazen. In Nederland staat een flink deel van het land geleid door Wilders al op de achterste poten omdat ‘Nederland wordt overgenomen door migranten’ terwijl daarvan geen sprake is. In het mandaatgebied Palestina gebeurde dat wel. Omdat de komst van Joodse kolonisten tot wrevel van de bevolking leidde, besloten de Britten om het mandaatgebied te splitsen in Palestina en Trans-Jordanië en alleen Palestina open te stellen voor Joodse migranten. Zo werd het probleem beperkt, maar dan alleen geografisch. Er is daarmee, zoals Eldad doet, een redenering op te bouwen dat Jordanië in feite Palestina was. Volgens dezelfde redenering is Israël dan ook in feite Palestina

Maar terug naar het citaat van Eldad waarmee ik begon. En dan vooral de laatste zin: “Er is terreur maar op een laag niveau.” Pardon! Terreur op een laag niveau? Dat is nogal een, om een Jiddisch woord te gebruiken, gotspe, een gewaagde bewering. Terreur is op de bezette Westelijke Jordaanoever aan de orde van de dag en dat al sinds de bezetting ervan in 1967. Dat Eldad, die er zelf woont, dat zo ervaart, is te begrijpen. Hij behoort namelijk tot de terroristen, de terreurplegers. Hij en zijn mede kolonisten terroriseren, gesteund door het IDF, het Israëlische leger en de Israëlische regering, de Palestijnse bevolking. Terroriseren door op gewelddadige wijze hun grond en huizen in te pikken. Door checkpoints in te richten die het voor Palestijnen zeer lastig en soms onmogelijk maken om zich te verplaatsen. Door, als er verzet is tegen die bezetting, met grof militair geweld op te treden met vele onschuldige slachtoffers en grote fysieke vernielingen als gevolg.

Eldad: “We zitten daar al 58 jaar. Was dat niet zo, dan hadden we nu overal in het land 7 oktober. Dat is de kern. Ik verwacht dat Israël Judea en Samaria grotendeels zal annexeren. En ik denk dat dat nodig is. De realiteit die we sinds 1967 hebben gecreëerd is onomkeerbaar. De nederzettingen zullen niet worden ontmanteld. We hebben meer dan een half miljoen kolonisten. Israël moet die permanente situatie formaliseren. En net als met Jeruzalem en de Golan zullen sommige landen het uiteindelijk erkennen.” En de vervolgstap noemt hij ook al. Want als de Palestijnen dan nog niet accepteren dat ze moet afliggen en bibberen: “dan zullen we de Palestijnse Autoriteit in A- en B-gebieden moeten afzetten. Ik zou er zelf de voorkeur aan geven dat de staat Israël loopt van de Jordaan tot de zee. De Arabieren hebben het over Palestine from the river to the sea, ik zeg hetzelfde over Israël.”

Beste meneer Eldad, is het nooit in uw gedachten opgekomen dat Israel en vooral de manier waarop het zich gedraagt en het haar burgers toestaat zich te gedragen ten opzichte van anderen, de terreur de Israëlische staat en haar burgers uitoefenen in de bezette gebieden, de oorzaak is van alle ellende, ook van 7 oktober? Nee, dit is geen oproep om iedereen die de afgelopen honderd jaar naar daar is gemigreerd, te verdrijven. Dit is een oproep tot ander gedrag bij alle betrokkenen. Ander gedrag waarbij de grootste verantwoordelijkheid tot dat andere gedrag berust bij de partij met de meeste macht. Om tot vrede te komen moet de macht eerlijk worden gedeeld en dat betekent dat de machtigste partij moet inleveren ten faveure van de minder machtigen en de machtelozen.

1 The British Mandate for Palestine

De daad en de dader

 “Hij is de favoriete vijand van iedere machthebber: de terrorist. Maak van een tegenstander een terrorist en hij kan geen goed meer doen.”  Dit schreef ik in 2016 in een prikker met als titel Terrorisme, rationele irrationaliteit en dwaasheid. Een terrorist moet worden bestreden en oorlog en geweld zijn de middelen waarmee dat gebeurt. Noem iemand een terrorist en de persoon wordt bijkans rechteloos. De reactie op terrorisme, met als meest recente en extreme voorbeeld het optreden van Israël, is in mijn ogen een grotere bedreiging dan het terrorisme.

Mandela reikt na het winnen van de finale van het wereldkampioenschap rugby in 1995 de Web Ellis cup uit aan zijn landgenoot en aanvoerder van de Springboks Francois Pienaar.

Terrorisme is, volgens de Van Dale“het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van terreur.” Een ‘daad van terreur’ is, volgens dezelfde Van Dale: “georganiseerd politiek geweld.” Terrorisme is dus het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van georganiseerd politiek geweld. Onze overheid, de Nationaal coördinator terrorismebestrijding (Nctv), omschrijft terrorisme als volgt: “Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.” 

Terrorisme is een gewelddadige en daarmee verkeerde manier van aandacht vragen voor iets wat je verandert wilt hebben. Kern van de huidige omgang met terrorisme is het gelijk stellen van het middel aan de persoon. De dader wordt de daad. Iemand die een terreurdaad pleegt, wordt de daad en wordt ontmenselijkt. De pleger wordt niet meer als ‘mens’ gezien. Een mens die een misdaad pleegt wordt door de politie opgepakt en voor het gerecht gebracht. Een terrorist krijgt een bom op het dag of een hellfire door de brievenbus en als de persoon gevreesd genoeg is wordt zijn of haar dood trots in een persconferentie gemeld. Voor het gerecht komen ze zelden of nooit. “Als Israël een slachtoffer als terrorist bestempelt, krijgt de familie het lichaam niet terug,” aldus een artikel in de Volkskrant. Zelfs als lijk is de ‘terrorist’ nog een gevaar zoals het Israëlische voorbeeld laat zien en trouwens ook de behandeling die Osama bin Laden ten deel viel. Zelfs als ze levend worden opgepakt, zien ze zelden een rechtszaal zoals Guantánamo laat zien en lopen ze in gevangenschap het risico ernstig te worden mishandeld.

Deze behandelingen die plegers van een daad van terreur krijgen, ondermijnt ons op de rechten van de mens gebaseerde rechtssysteem. Een ‘terrorist’ heeft kennelijk niet: “in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging,”  aldus artikel 10 van de Universele verklaring van de rechten van de mens. Voor een terrorist geldt niet het recht op: “voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld krachtens de wet bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle waarborgen, nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend”  verwoord in artikel 11 eerste lid. Een verklaring die is opgesteld overwegende: “dat erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap grondslag is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld,” en: “dat terzijdestelling van en minachting voor de rechten van de mens geleid hebben tot barbaarse handelingen, die het geweten van de mensheid geweld hebben aangedaan.”  

Het meest pregnante voorbeeld hiervan is het recent laten ontploffen van semafoons. De man die bij de groenten in de supermarkt stond, in de meest getoonde video hierover, was al bij voorbaat schuldig en werd zonder aanklacht, zonder proces gestraft. “You must be guilty. Guilty. Guilty. Guilty ‘till you’re proven innocent, ” om het refrein van het nummer Lie Detector van mijn favoriete Punkband Dead Kennedys aan te halen. Deze manier van handelen is zeer gevaarlijk voor landen die zichzelf een democratische rechtsstaat noemen. Deze manier zet de bijl aan de wortels van de rechtsstaat.

In haar boek Het koninkrijk van de angst schrijft de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum over de rol van angst in het handelen van mensen in het algemeen en de gevolgen ervan voor een samenleving en in het bijzonder een democratische samenleving. Nussbaum schreef haar boek naar aanleiding van de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten. Aan het einde beschrijft zij iemand die ondanks het kwaad dat hij in zijn leven zag, bleef geloven in het goede van de mens. Deze persoon maakte: voortdurend onderscheid tussen de dader en de daad, en (liet) duidelijk (…) zien dat hij geloofde in de goede mogelijkheden die diepgeworteld zijn in ieder mens.” Menigeen zal nu denken ‘wat een naïeveling! Ddaad en dader scheiden na 7 oktober, of na al die onschuldige doden in Gaza.’ Nussbaum gaat verder: “Toen zijn begrafenisstoet door de straten reed, vertelde een blanke politieman, terwijl de tranen hem over de wangen liepen, hoe Mandela in 1994 na zijn inauguratie als president dezelfde route had gevolgd. Zijn auto kwam daarbij langs een groepje jonge politierekruten, onder wie de spreker zelf, die zei dat hij niets dan minachting had verwacht. Mandela stapte uit en gaf al deze jongemannen een hand, lachte hen innemend toe en zei: ‘We stellen vertrouwen in jullie.’[1] 

De daad scheiden van de dader, is dat niet wat nodig is? Dat kan iedereen, daarvoor hoef je geen Mandela te zijn. Iedereen kan, om Nussbaum te citeren: “de gewoonte aannemen om mensen die ons dwarszitten niet als monsters te beschouwen maar als mensen met gedachten en gevoelens, echte mensen dus, die niet door en door slecht zijn.[2] De man die groenten kocht. Misschien was hij lid van Hezbollah, misschien ook niet. Dat zullen we nooit weten. Maar zelfs als hij lid was van Hezbollah dan nog was hij een mens net als jij en ik. Een mens die wellicht groenten kocht om zijn kinderen te eten te geven. Een mens met gedachten en gevoelens. Wellicht ander gedachten en gevoelens dan de mijne. We zullen het nooit weten, want we kunnen er niet meer met hem over in gesprek.

En daarmee kom ik bij mijn punt. Moeten we niet ophouden mensen terrorist te noemen en organisaties terroristisch te noemen? Daarmee helpen we niemand. Hamas en Hezbollah zijn organisaties, om een stuk van de NCTV definitie aan te halen: “met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen.” De Israëlische regering heeft ook het doel om maatschappelijk iets te bewerkstelligen. Zou de aandacht niet uit moeten gaan naar de doelen van de partijen? Zouden ze daar niet een gesprek over kunnen voeren van mens tot mens? Het zou wel eens kunnen dat ze in de kern min of meer hetzelfde nastreven namelijk een plek om een goed leven te kunnen leiden. En als iemand een terreurdaad pleegt, met welk doel dan ook, dan wordt de persoon gearresteerd, voor het gerecht gebracht en is onschuldig totdat de rechter anders beslist.


[1] Martha C. Nussbaum, Het koninkrijk van de angst. Een filosofische blik op angst als politieke emotie, pagina 108-109

[2] Idem, pagina 109

Terrorisme revisited

Na de gebeurtenissen in het Midden-Oosten werden woorden als ‘terroristen’ en ‘terroristische organisatie’ gebruikt.  Onze overheid, de Nationaal coördinator terrorismebestrijding (Nctb), omschrijft terrorisme als volgt: “Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappij ontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.” Ook terreurdeskundige Beatrice de Graaf lijkt terrorisme en terreur te zien als afkomstig van groepen die zich met geweld tegen de samenleving afzetten. In haar DWDD college noemt zij terroristen de ‘klunzen’ en de ‘losers van de geschiedenis’. Terreur als wapen van de zwakkeren. Door terrorisme en terreur op deze manier te framen blijft een heel belangrijk aspect van terreur buiten beschouwing. Een deel dat wel eens cruciaal zou kunnen zijn bij het bestrijden van terreur en het beëindigen van het opgelaaide conflict.

Terrorisme is, volgens de Van Dale“het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van terreur.” Een ‘daad van terreur’ is, volgens dezelfde Van Dale: “georganiseerd politiek geweld.” Terrorisme is daarmee het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van georganiseerd politiek geweld. Terrorisme kan volgens deze definitie gericht zijn tegen de regering of bevolking. Volgens deze definitie is terrorisme ook georganiseerd politiek geweld van een overheid tegen haar bevolking. De overheid als terrorist? Dat klinkt vreemd in de oren. Toch is het niet zo vreemd als het klinkt.

Als we iets meer dan twee eeuwen terug gaan in de tijd dan komen we uit bij la Terreur met een hoofdletter na de Franse revolutie van 1789. De belangrijkste vertegenwoordiger van het programma dat ten grondslag lag aan de periode die nu la Terreur heet was Maximilian Robespierre en die was: “vastbesloten … om een democratische republiek tot stand te brengen die bestaat uit goede burgers en eerlijke mannen.” Om zover te komen moest men af van ‘slechte burgers’ en ‘oneerlijke mensen.” Hoe doe je dat? “Er werd een Comité van Algemene Veiligheid opgericht als een soort opperste politieke politie. De Terreur had de opdracht om de Revolutionaire Republiek te beschermen tegen haar interne vijanden en richtte zich op degenen die samenspanden tegen de Republiek en degenen die alleen maar verdacht werden van vijandige activiteiten.” En dat was een uitgebreid palet aan mensen: “De slachtoffers varieerden van Marie Antoinette en andere koningsgezinden tot de voormalige revolutionaire collega’s van de Berg, de Girondijnse leiders; en voordat het jaar 1793-1794 voorbij was, gingen enkele van de oude Jakobijnen van de Berg die het programma hadden helpen inluiden ook naar de guillotine.[1]” in totaal verloren zo’n 40.000 mensen hun hoofd en honderdduizenden werden gearresteerd en vastgehouden.

La Terreur, de naam van deze periode is uiteindelijk in de negentiende eeuw als een leenwoord vanuit het Frans in het Nederlandse woordenboek verschenen. Terreur heeft haar naam dus te danken aan geweld van de overheid tegen haar burgers. Burgers die als een bedreiging werden gezien voor de Franse republiek. De Franse revolutionaire republiek is trouwens niet de enige die zich aan dergelijke terreur heeft bezondigd. De Russische, Chinese, Iraanse en anderen deden hetzelfde. Sterker, het lijkt min of meer eigen aan revoluties dat na de omwenteling een periode van terreur volgt. Terreur als middel van de machthebbers tegen de eigen bevolking. Stalin startte in 1934 met wat we nu de ‘grote zuivering’ noemen. Die periode volgde trouwens op een terreurcampagne tegen de ‘koelakken’, de boeren. Hitler startte in dezelfde periode met iets soortgelijks. Na de Rijksdagbrand van 1933 startte hij een terreurcampagne tegen zijn gevaarlijkste vijand, de communisten. Die verdwenen in het gevang en in speciaal ervoor gebouwde concentratiekampen. Kampen die later ook werden gevuld met socialisten en andere bedreigingen voor zijn regime. Mao deed het in China zelfs twee keer, eerst tussen 1952 en 1956 toen iedereen gelijkgeschakeld werd tot ‘nieuwe mens’ en vanaf 1966 onder de vlag van de ‘Culturele revolutie’.

In de ruim tweehonderd jaar dat we het woord terreur kennen, is de dader ineens het slachtoffer geworden. Door deze bijzondere gedaantewisseling verdwijnt terreur door de overheid buiten beeld. Dit terwijl terreur door de overheid veel gevaarlijker is dan terreur door ‘klunzen en losers van de geschiedenis’. De overheid heeft immers het machtsmonopolie.

Laten we eens met de originele bril van terreur, dus met de overheid als dader, naar reacties van overheden op aanslagen kijken. Na de aanslagen van 11 september 2001 verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan ‘terreur’ en Nederland ging hierin mee, net als alle andere westerse landen. Artikel 5 van de NAVO trad in werking: een aanval op één is een aanval op allen. In een oorlog gelden andere regels dan in een normale samenleving. Het normale recht wordt opzij gezet. Als we kijken naar de resultaten dan zien we dat dit tot zeer veel doden heeft geleid, dat past in het frame van een oorlog. In een oorlog schakel je je tegenstander uit en heten toevallige slachtoffers ‘collateral damage’. Het heeft tot heel weinig veroordelingen door een rechter geleid. Ook dat past in het oorlogsframe, daar geldt het oorlogsrecht. En dat werd, zie het voorbeeld van de gevangenen in Guantanamo Bay, zelfs opzij geschoven. 

“Zeker.” Dat was het antwoord van demissionair premier Rutte op de vraag of Nederland Israël onvoorwaardelijk steunt. “Heel veel, heel veel onschuldige slachtoffers en ook aan Palestijnse kant zijn heel veel slachtoffers door dit vreselijke geweld van Hamas. Nederland, zoals gezegd, erkent volledig het recht van Israël om zichzelf te verdedigen. Wij roepen op om dit geweld onmiddellijk te beëindigen en wij veroordelen het geweld.”  Ook premier Rutte bedient zich hier van het oorlogsframe en gaat daarmee mee in het Israëlische frame.  

Sinds 11 september 2001 worden organisaties die verandering in een gebied nastreven te pas en te onpas beplakt met het label terroristische organisatie. Eenmaal beplakt met het label ‘terroristische organisatie’ hoeft er niet meer serieus naar de grieven te worden gekeken. Dit terwijl er goede redenen kunnen zijn waarom een groep streeft naar, om de een deel van de Nctb-defenitie van hierboven aan te halen: “maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen.” Neem de situatie van de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. Ze wonen er maar hoe moeten we de plek waar ze wonen definiëren? Alhoewel 130 landen waaronder enkele EU-lidstaten maar Nederland niet, Palestina als staat erkennen, kun je het geen staat noemen. Daarvoor ontbreken enkele belangrijke kenmerken van een staat. Controle over de eigen grenzen, het eigen luchtruim en de eigen wateren ontbreekt. Zo lopen Gazanen het risico om in ‘eigen land’ te worden doodgeschoten als ze de grens met buurland Israël te dicht naderen. Natuurlijk mag een land een ‘buffer’ creëren tussen haarzelf en een buurland. Die zone vervolgens creëren op het grondgebied van dat andere land dat gaat veel te ver. Toch is dat wat Israël doet. Op de Westelijke Jordaanoever vestigen Israëlische burgers zich en stichten er nederzettingen. Hiervoor verdrijven ze met steun van de Israëlische overheid de op die grond wonende Palestijnen. Tegen geweld van kolonisten tegen Palestijnen wordt zelden opgetreden en bestraft. Het lijkt mij, om premier Rutte te parafraseren, dat we het volledige recht van de Palestijnen erkennen om zich te verzetten tegen deze door de staat Israël tegen de Palestijnen uitgeoefende staatsterreur. Aanleiding en reden genoeg om maatschappelijke verandering te bewerkstelligen’.

Ja, een oproep om geweld onmiddellijk te stoppen heeft mijn steun. Maar dan wel alle geweld en dus ook het staatsgeweld waarmee Israël de Palestijnen kleineert en koeioneert. En daarmee kom ik bij een tweede bezwaar tegen het mensen ‘terrorist’ noemen. Net zoals de soms terechte grieven van een als ‘terroristisch’ gelabelde organisatie uit beeld verdwijnen, verdwijnt de mens uit beeld als je hem ‘terrorist’ of ‘idiote barbaren en griezels’ zoals dezelfde premier Rutte de plegers van de aanslagen in Parijs noemde. Net zoals het discours is dat je met grieven van ‘terroristische organisaties’ niets hoeft te doen, is het discours ook dat je het met de rechten van een ‘terrorist’ niet zo nauw hoeft te nemen, ‘dat doen zij met jouw rechten immers ook niet’.

Terrorisme is een methode om de strijd aan te gaan. Een methode die niet zoveel verschilt van guerrilla, een gewapend conflict waarbij ongeregelde strijders een reguliere krijgsmacht trachten te ontregelen en uit te putten. Waarbij ze vanwege het verschil in vuurkracht een rechtstreekse confrontatie zoveel mogelijk vermijden. Voor ‘klunzen’ en de ‘losers van de geschiedenis’, om de woorden van De Graaf te herhalen is terrorisme een manier om de strijd aan te gaan met een sterkere tegenstander. Voor machthebbers is terrorisme een manier om zich te beschermen tegen interne vijanden, om Robespierre er weer bij te halen. Wat we nu, en eigenlijk al de afgelopen vijftig jaar, in Israël en in de door het land bezette en gedomineerde Gazastrook en  Westelijke Jordaanoever zien, is een spiraal van terreur waarin de beide partijen elkaar gevangen houden. ‘Het recht om zichzelf te verdedigen’ waar premier Rutte en Israël zich op beroepen, gaat deze spiraal niet beëindigen. Die gooit slechts olie op het vuur. Die spiraal kan alleen door de machtige partij worden beëindigd. Dus door Israël. En nee, dat kan niet met kogels, bommen en granaten. Dat kan alleen als de machtige inziet dat de machteloze een mens is net als de machthebber. Net zoals de slavernij alleen beëindigd kon worden door vrije mensen. Daarbij helpt het plakken van het label ‘terrorist’ niet, dat ontmenselijkt.


[1] Palmer and Colton, A History of the Modern. Sixth edition, pagina 376 eigen vertaling

Terroristen, Soleimani en Trump

Afgelopen maandag keek ik weer eens naar De Wereld Draait Door. De dood van de Iraanse generaal Soleimani werd uitgebreid besproken. In dat gesprek viel mij iets op. Iets wat in alle berichtgeving over deze zaak opvalt. Wat mij opviel? De onevenwichtigheid in woordgebruik waarmee er wordt gesproken.

Bron: cosmoschronicle.com

Een voorbeeld. Generaal Soleimani wordt met alle gemak ‘in en in slecht’ neer gezet. Hij is een ‘terrorist’ en het ‘meesterbrein’ achter veel terroristische aanslagen. Als we kijken wat er is gebeurd dan zien we een daad van terreur uitgevoerd in opdracht van de president van de Verenigde Staten. Terreur is volgens de Van Dale: “georganiseerd politiek geweld.” Een vorm van terrorisme dus. Dat is, volgens dezelfde Van Dale: “het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van terreur.” Er wordt een generaal van het Iraanse leger vermoord of geliquideerd want een andere benaming is er niet voor het doden van iemand zonder dat er een rechter aan te pas is gekomen. Een moord die is bedoeld om een regering en/of een bevolking onder druk te zetten. In dit geval zelfs twee regeringen, die van Iran en Irak. En misschien zelfs drie bevolkingen, naast het Iraanse en Iraakse ook het Amerikaanse. Met andere woorden: georganiseerd politiek geweld. Ik hoor niemand die de Amerikaanse actie bestempelt als terrorisme. Als er met medeweten en medewerking van Irak was geprobeerd om Soleimani te arresteren om hem voor de rechter te brengen en hij was gedood omdat hij zich hier gewelddadig tegen verzet had, dan was het een ander verhaal.

Sterker nog, in een ander televisieprogramma, het nieuwe programma Op1 horen we de Nederlandse minister van defensie Bijleveld verklaren dat ze ‘er begrip voor heeft dat de liquidatie is gebeurd.’ Een Nederlandse minister die begrip heeft voor terreur, voor een terroristische daad geïnitieerd door de Amerikaanse president! Dit terwijl de Nederlandse regering, zo is in artikel 90 van de Nederlandse Grondwet vastgelegd, de ontwikkeling van de  internationale rechtsorde  moet bevorderen. Als ‘begrip hebben’ voor een liquidatie door een land (de Verenigde Staten)van een regeringsfunctionaris van een ander land (Iran) op het grondgebied van een derde land (Irak) zonder medeweten en goedkeuring van dat derde land de ‘ontwikkeling van de internationale rechtsorde bevordert’, wat is die ‘internationale rechtsorde’ dan anders dan het recht van de sterkste? Als de Nederlandse regering de grondwet serieus neemt dan zou ze de Amerikaanse president aanspreken op het schenden van de international rechtsorde. Dan zou ze schande spreken van deze terreur daad. Jammer, want hierdoor komt onze rechtstaat en democratie in een verkeerd daglicht te staan en verzwakken we onze kracht. 

Er is meer onevenwichtigheid.  Die Soleimani was geen heilig boontje. Hij zal best verantwoordelijk zijn voor de nodige doden in Iran en erbuiten. Dat zijn de huidige Amerikaanse president en zijn voorgangers ook. Zo startte zijn voorganger Bush op onrechtmatige gronden en met leugens als onderbouwing een oorlog tegen Irak. Een oorlog met zeer veel doden tot gevolg. Een oorlog die aan de basis ligt van de huidige chaos in Irak. Als dat maakt dat Soleimani ‘terrorist’ mag worden genoemd, hoe moeten we Trump en zijn voorgangers dan bestempelen?

Ja, Iran probeert zijn invloed in de omringende landen te vergroten en er bevriende mensen aan de macht te krijgen. Hierin speelde Soleimani een belangrijke rol. Als we de huidige berichten mogen geloven dan was hij het meesterbrein eracht. Hij zou zelfs achter de oprichting van Hezbollah en Hamas zitten. Dat lijkt me wel erg veel eer voor de man. Dat Iran zich‘bemoeit’ met de ‘binnenlandse aangelegenheden’ in andere landen staat buiten kijf. Bijvoorbeeld Libanon, Syrië, Irak en Jemen. Maar waarin verschilt het land daarin van Rusland, de Verenigde Staten, Saoedi -Arabië, Turkije en zelfs Nederland? Je ‘bemoeien’ met andere landen en daar je ‘invloed’ vergroten is het streven van de buitenlandse politiek van alle landen. En bij dat streven worden ook wel eens groepen in een land gesteund die op minder goede voet staan met de regering van dat land.  Zo heeft Orban van Hongarije warme banden met Wilders. Waarom zou Iran geen buitenlandse politiek bedrijven en de Verenigde Staten en alle andere landen wel?

Cliteur en terreur

“De oorzaken van het terrorisme zijn niet materieel, maar cultureel. Het heeft te maken met een overweldigend verschil van opvatting over kernwaarden.” Dit schrijft FvD Eerstekamerlid Paul Cliteur bij TPO. “Jawed S., Junaid I., de aanslagplegers op de redactie van Charlie Hebdo en de terroristen van de Bataclan denken heel anders over kernwaarden dan de burgers van Nederland en Frankrijk.Toen ik dit las, moest ik denken aan terrorisme-deskundige Beatrice de Graaf. Zij noemt terroristen in het DWDD-college de ‘klunzen en losers’ van de geschiedenis. Combineren we die twee dan is het zijn van ‘kluns en losers’ cultureel bepaald. Zou dat zo zijn?

De executie van Maximillien Robespierre. Bron: Wikimedia Commons

Cliteur richt zijn schrijven aan de Amsterdamse burgemeester Halsema. Volgens Halsema, en nu citeer ik Cliteur, ligt het aan: “teleurstelling of frustratie,”  veroorzaakt door het leven: “in wijken waar de bewoners worstelen met armoede en discriminatie hun loyaliteit met de ‘rechtsgemeenschap’ op het spel kan komen te staan.” Als we Halsema volgen dan is Terrorisme een gevolg van sociale condities waarin mensen verkeren. De verkeerde diagnose aldus Cliteur: Halsema gaat daarmee haar: “voorgangers Cohen en Van der Laan,” achterna die hebben: “jammerlijk gefaald bij het bedwingen van dit gevaar.” 

Twee verklaringen. Aan de ene kant ‘cultuur’ als oorzaak. Het vreemde is echter dat lang niet iedereen die zich in die ‘culturele’ situatie bevindt, ‘terrorist’ wordt. Bijzonder is ook dat enkele plegers van aanslagen tot kort voor hun daad helemaal niet ‘bekend’ stonden als fanatieke aanhanger van die ‘cultuur’. Zij stonden eerder bekend als (kleine) crimineel. Aan de andere kant de ‘sociale condities’ als oorzaak. En ook hier is het vreemd dat niet iedereen in die ‘conditie’ het schopt tot ‘terrorist’. Ook hier is het bijzonder dat plegers van terroristische daden helemaal niet uit situaties die Halsema beschrijft, komen. Zo waren de ouders van RAF lid Ulrike Meinhof historici die hun dochter de mogelijkheid boden te gaan studeren.  Ook van Bin Laden kun je veel zeggen, maar niet dat zijn ouders in een ‘achterstandswijk’ woonde.

Als we in het verleden duiken, dan zien we dat terreur niet iets is van een specifieke cultuur. Zoals ik begin dit jaar al schreef, is terrorisme afgeleid van la Terreur, een periode uit de Franse revolutie. Terreur heeft sinds die tijd een bijzondere omkering meegemaakt. In oorsprong was het het de staat die burgers ‘terroriseerde’. Robespierre de Fransen, Hitler als eerste de Duitsers, Stalin de Russen, Mao de Chinezen, Ho de Vietnamezen en Pol Pot de Cambodjanen Nu zijn het burgers die de staat ‘terroriseren’. En ook dat kent ‘geen grenzen’. Type ‘terrorisme’ in op Wikipedia en je vindt een keur aan voorbeelden uit verschillende culturen en streken van de wereld. Hieruit mag duidelijk zijn dat terrorisme niet ‘cultuur specifiek’ is zoals Cliteur beweert.

Beide ‘diagnoses’, om in Cliteurs vocabulaire te blijven, geven geen antwoord waarom iemand overgaat tot het plegen van terreur. Toch is er iets aan de diagnose van Cliteur dat zorgen baart. Als die ‘verklaring’ maar lang genoeg wordt herhaald, dan zou die verklaring wel eens haar eigen waarheid kunnen creëren. Door steeds te blijven herhalen dat terrorisme ‘cultuurbepaald’ is, lopen we het risico dat die cultuur en terrorisme als synoniem worden gezien. Daarmee worden mensen gestigmatiseerd en wordt de kans groter dat ze uiteindelijk het gedrag gaan vertonen dat Cliteur hun nu toedeelt. 

Het hoofd koel houden

“Het kabinet roept het land en de Tweede Kamer op tot kalmte na de schietpartij van maandag in Utrecht.” Dit is te lezen bij de Volkskrant. Terecht dat minister Grapperhaus om kalmte vraagt. Beschuldigen zoals door Baudet, die de schuld in de schoenen van VVD en CDA schuift en Wilders die de minister verantwoordelijk houdt voor het vrijlaten van de dader en hem oproept om op te stappen, zijn mooi voor de bühne maar weinig behulpzaam. 

Bron: Pixabay

Dat iemand Allahu Akbar roept wil nog niet zeggen dat er sprake is van terrorisme. Gaan we alle daden van gekken het stikker ‘terrorisme’ opplakken? Dat zou een aardige devaluatie van het begrip terrorisme zijn. Terrorisme is, aldus Van Dale: “het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van terreur.” En terreur is, volgens dezelfde Van Dale: “georganiseerd politiek geweld.” Gewelddadig was het, maar waar is bij deze man het ‘georganiseerde’ karakter? Al eerder schreef ik over de veranderende betekenis van terreur waarbij de overheid van dader in slachtoffer veranderde. Nu lijkt het begrip nog verder te devalueren. Ik maak mij grote zorgen.

Nee niet zo zeer over de eventuele daden van een verwarde man. Ook al kan een verward persoon, zoals de moordpartij in Utrecht laat zien, dood en verderf zaaien. Dat kunnen criminelen die elkaar liquideren door een mitrailleur leeg te schieten ook. 

Ik maak me zorgen over de reactie van onze media. Media die live verslag doen van, ja van wat? En die hier vervolgens de hele dag mee vullen. Media die gaan duiden als er nog niets te duiden is. Die experts uitnodigen voor die duiding en die experts speculeren er vrolijk op los. Al speculerend worden er een grote hoeveelheden geruchten verspreid, of moet ik dat tegenwoordig ‘nepnieuws’ noemen?

Feit was dat er gisteren een schietpartij plaatsvond in een tram waarbij in eerste instantie een dode en verschillende gewonden vielen. Feit was ook dat de schutter was gevlucht en nog vrij rondliep. Daarom werd terecht het advies gegeven om op te letten en in Utrecht liefst niet de straat op te gaan omdat er een gewapende man rondliep. 

Feit is ook dat er nog niets over de motieven van de man duidelijk was en is. Van iemand die een essay van zeventig pagina’s schrijft over wat er allemaal mis is en hoe het zou moeten veranderen, daarvan wil ik wel aannemen dat hij door middel van georganiseerd geweld de bevolking en regering onder druk wil zetten. ’Ja maar, er was een briefje en die uitroep dus…’ Zelfs als er een briefje is en er wordt Allahu Akbar geroepen, dan nog zouden we terughoudend moeten zijn met het een daad van terrorisme noemen. Want waar is de georganiseerdheid van de daad? Wat is het politieke motief?

Nog veel grotere zorgen maak ik me over onze overheid. Volgens premier Rutte moeten we het niet ‘kleiner maken dan het is” en daarin heeft hij gelijk. Wat gezagsdragers zoals hij en anderen echter zeker niet moeten doen, is het groter maken dan het is. Maakten zij het niet groter door zich niet aan de feiten te houden en op de speculatieve toer te gaan? Als een verwarde man er al voor zorgt dat onze premier, de minister van Justitie en Veiligheid, de nationaal Coördinator terrorismebestrijding in de kramp schieten en hun hoofd niet meer koel kunnen houden en gaan speculeren, dan maak ik mij grote zorgen. Dit is tot het tegendeel is bewezen gewoon een misdaad van het heel ernstige soort. Niet minder, maar zeker ook niet meer. 

Dan maak ik mij zorgen om de stressbestendigheid van onze gezagsdragers. Zorgen om de gewapende dienders die zij vervolgens in hun stress op straat plaatsen. Zorgen omdat een ongeluk in een klein hoekje zit, zeker als er sprake is van stress aangewakkerd door mensen die het hoofd koel moeten houden in dergelijke situaties. 

Is de belangrijkste taak van welke gezagsdrager dan ook niet dat zij of hij het hoofd koel houdt in tijden van crisis? Toch iets om rekening mee te houden bij het rood kleuren van een vakje bij welke verkiezingen dan ook.  

Terroristisch oogmerk?

Soms lees ik iets en dan denk ik: wat staat daar nu? Zoiets overkwam mij vandaag. Als jullie dit lezen is dat in ieder geval gisteren. Wat las ik? Bij TPO las ik een artikel over een man die in augustus vorig jaar in Naaldwijk politieagenten met een mes zou hebben belaagd. De man was, zo bleek, ontoerekeningsvatbaar en heeft meerdere psychische stoornissen. Tot zover is er niets bijzonders. Behalve dan voor de betreffen man. Maar dan: “Aanvankelijk werd gedacht dat Al S. mensen belaagde met een terroristisch oogmerk, onder meer omdat hij ‘Allahu akbar’ zou hebben geroepen.” 

bron: Pixabay

Dat was het moment dat ik dacht: wat staat daar nu? Mensen belagen met een terroristisch oogmerk? Van Dale omschrijft terrorisme als: “het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van terreur.” Terreur is, volgens dezelfde Van Dale “georganiseerd politiek geweld.” Door met een mes te zwaaien wordt de regering of de bevolking van een land onder druk gezet? En datzelfde zwaaien is georganiseerd politiek geweld? Hoe panisch ben je als je in dergelijke woorden spreekt over iemand die met een mes zwaait?

Maar wat belangrijker is, is dat de man met dat mes zwaaide met een terroristisch oogmerk. Was terrorisme zijn doel? Laten we er voor dit betoog eens van uitgaan dat de man niet verward was maar echt geloofde in de heilige oorlog van zijn geloof tegen anderen. Zou hij werkelijk met terrorisme en terreur als doel met dat mes zwaaien? Nu kun je van IS en vroeger ook van de ETA en de IRA veel zeggen, maar niet dat zij streden met terrorisme en terreur als doel.  Hun doel was wat anders. Hun doel lag op het politieke vlak. Na een aanslag volgt steevast een verklaring waarin de dader of de groep die hij vertegenwoordigd uitspreekt dat de aanslag is gepleegd in de strijd tegen de ongelovigen, de bezetters van het land of voor  het dichterbij brengen van ‘gods paradijs op aarde’ of de onafhankelijkheid van het eigen volk of land. Geen enkele strijder zal roepen: ik heb de daad gepleegd voor terreur of terrorisme. 

Terreur is een middel dat kan worden ingezet om iets te bereiken. Een middel dat haar, zoals ik in Terrorisme schreef, te danken heeft aan een korte periode tijdens de Franse revolutie. Een middel dat door zowel de overheid als allerlei strijdgroepen kan worden gebruikt. In de strijd tegen de ‘paniek en angst’ zou het geen kwaad kunnen om zorgvuldig na te denken voordat we woorden als terreur, terrorisme en terrorist gebruiken

Terrorist en terreur

Terrorisme is een bijzonder onderwerp. Hele volksstammen zijn bang voor een ‘aanslag’ terwijl je meer kans loopt om door een auto omver gereden te worden. Of, bij wijze van spreken want dat is bij mijn weten niet onderzocht, te overlijden door een val van een keukentrap.

Ik heb de afgelopen tijd verschillende Prikkers aan dit onderwerp gewijd. De serie Wat was en IS in vier delen alwaar ik de wereld schetste waarin IS kon opkomen en Terrorisme waarin ik de bijzondere gedaantewisseling van de overheid van dader naar slachtoffer beschreef. Vandaag weer een want je leest soms bijzondere dingen zoals een stukje van Wout Willemsen bij De Dagelijkse Standaard.

Bron: Wikipedia

Willemsen beschrijft het door GeenStijl gelichte ‘doopceel’ van journaliste Ans Boersma die kortgeleden uit Turkije is gezet. Hij verbaast zich over het journalistenwereldje dat Boersma in bescherming lijkt te nemen. In het artikel de volgende passage: “Niet alleen geeft ze op haar blog toe dat ze, vlak voor de aanslagen op Charlie Hebdo, verliefd is geworden op een Arabier en een Syriër uit Saudie-Arabië als lifter meenam, ze schrijft ook nog eens: ‘Dat het lijntje tussen vrijheidsstrijder en terrorist zo dun is, fascineert mij. ‘t Zijn beide mensen namelijk, maar in plaats van dat onder ogen te zien, distantiëren we ons met krachttermen.’”

Over het suggestieve deel, dat het toegeven van verliefd zijn op iemand en het meenemen van een Syriër voor de aanslag op Charlie Hebdo niet hetzelfde is als instemmen met gruweldaden, wil ik het niet hebben. Het gaat mij om de verontwaardiging van Willemsen over Boersma’s uitspraak dat het lijntje tussen vrijheidsstrijder en terrorist dun is. Boersma heeft immers een punt.

Of iets als terrorisme wordt gezien, hangt af van het standpunt dat je inneemt. Neem de Vietcong. Die verzetten zich tegen het door de Verenigde Staten gesteunde dictatoriale bewind van Zuid-Vietnam. In de ogen van dat bewind én de Verenigde Staten, waren het terroristen. De Noord-Vietnamezen en vele anderen, dachten daar anders over. Saddam Hoessein kon de verzet plegende Koerden met recht en rede terrorist noemen, velen in de wereld dachten er anders over. Dat zou Assad nu trouwens ook kunnen doen. 

Zou het niet verstandig zijn om het woord terrorist en terroristische organisatie niet meer te gebruiken? Laten we de mens van de daad scheiden. Daden van terreur kunnen worden begaan door mensen in de hoedanigheid van vrijheidsstrijders, fanatieke aanhangers van een geloof of ideologie, maar ook door, al dan niet gesanctioneerd, door legers, politie-agenten en andere vertegenwoordigers van de overheid. Het zijn en blijven mensen die daden van terreur begaan. De terreurdaad maakt van hen niet ineens een aparte ‘soort’. 

Terrorisme

In de afgelopen vier Prikkers (Wat was en IS 123 en 4) gaf ik een historische schets waarin IS kon ontstaan. In deze Prikker blijf terrorisme het onderwerp. Onze overheid, de Nationaal coördinator terrorismebestrijding (Nctv), omschrijft terrorisme als volgt: “Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden.” Ook terreurdeskundige Beatrice de Graaf lijkt terrorisme en terreur te zien als afkomstig van groepen die zich met geweld tegen de samenleving afzetten. In haar DWDD college noemt zij terroristen de ‘klunzen’ en de ‘losers van de geschiedenis’. Terreur als wapen van de zwakkeren. 

Door terrorisme en terreur op deze manier te framen blijft een heel belangrijk aspect van terreur buiten beschouwing. Een deel dat wel eens cruciaal zou kunnen zijn bij het bestrijden van terreur. Voor dat deel eerst naar het woord terrorisme. Terrorisme is, volgens de Van Dale: “het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van terreur.” Een ‘daad van terreur’ is, volgens dezelfde Van Dale: “georganiseerd politiek geweld.” Terrorisme is daarmee het onder druk zetten van een regering of bevolking door daden van georganiseerd politiek geweld. 

Bron: wikipedia

Terrorisme kan volgens deze definitie gericht zijn tegen de regering of bevolking. Volgens deze definitie is terrorisme ook georganiseerd politiek geweld van een overheid tegen haar bevolking. De overheid als terrorist? Dat klinkt vreemd in de oren. Toch is het niet zo vreemd als het klinkt. Als we teruggaan naar de oorsprong van het woord terreur dan komen we uit bij la Terreur met een hoofdletter na de Franse revolutie van 1789. In Liberté schreef ik er al iets over. De belangrijkste vertegenwoordiger van het programma dat ten grondslag lag aan de periode die nu la Terreur heet was Maximilian Robespierre en die was, volgens Palmer in Colton in de zesde editie van hun boek A History of the Modern World (pagina 376): “determined … to bring about a democratic republic made up of good citizens and honest men.” Om zover te komen moest men af van ‘slechte burgers’ en ‘oneerlijke mensen.” Hoe doe je dat? “A Committee of General Security was created as a kind of supreme political police. Disigned to protect the Revolutionary Republic from it’s internal enemies, the Terror struck at those who were in league against te Republic, and those who were merely suspected of hostile activities.” En dat was een uitgebreid palet aan mensen: “It’s victims ranged from Marie Antoinette and other royalist to the former revolutionary colleagues of the Mountain, the Girondin leaders; and before the year 1793-1794 was over, some of the old Jacobins of the Mountain who had helped inaugurate the program went also to the guillotine.” in totaal verloren zo’n 40.000 mensen hun hoofd en honderdduizenden werden gearresteerd en vastgehouden.

La Terreur, de naam van deze periode is uiteindelijk in de negentiende eeuw als een leenwoord vanuit het Frans in het Nederlandse woordenboek verschenen. Terreur heeft haar naam dus te danken aan geweld van de overheid tegen haar burgers. Burgers die als een bedreiging werden gezien voor de Franse republiek. De Franse revolutionaire republiek is trouwens niet de enige die zich aan dergelijke terreur heeft bezondigd. De Russische, Chinese, Iraanse en anderen deden hetzelfde. Sterker, het lijkt min of meer eigen aan revoluties dat na de omwenteling een periode van terreur volgt. Terreur als middel van de machthebbers tegen de eigen bevolking. Stalin startte in 1934 met wat we nu de ‘grote zuivering’ noemen. Die periode volgde trouwens op een terreurcampagne tegen de ‘koelakken’, de boeren. Hitler startte in dezelfde periode met iets soortgelijks. Na de Rijksdagbrand van 1933 startte hij een terreurcampagne tegen zijn gevaarlijkste vijand, de communisten. Die verdwenen in het gevang en in speciaal ervoor gebouwde concentratiekampen. Kampen die later ook werden gevuld met socialisten en andere bedreigingen voor zijn regime. Mao deed het in China zelfs twee keer, eerst tussen 1952 en 1956 toen iedereen gelijkgeschakeld werd tot ‘nieuwe mens’ en vanaf 1966 onder de vlag van de ‘Culturele revolutie’. 

In de ruim tweehonderd jaar dat we het woord terreur kennen, is de dader ineens het slachtoffer geworden. Door deze bijzondere gedaantewisseling verdwijnt terreur door de overheid buiten beeld. Dit terwijl terreur door de overheid veel gevaarlijker is dan terreur door ‘klunzen en losers van de geschiedenis’. De overheid heeft immers het machtsmonopolie. En zoals ik in het laatste deel van Wat was en IS al schreef, staat de geschiedenis: “bol van ‘gesol’ door de machtigen. De onmachtige reageren op dit gesol, zij moeten zich hiertoe verhouden. De machtigen passen vervolgens hun gesol weer aan aan die reactie.”

Laten we eens met de originele bril van terreur, dus met de overheid als dader, naar reacties van overheden op aanslagen kijken. Na de aanslagen van 11 september verklaarden de Verenigde Staten de oorlog aan ‘terreur’ en Nederland ging hierin mee, net als alle andere westerse landen. Artikel 5 van de NAVO trad in werking: een aanval op één is een aanval op allen. In een oorlog gelden andere regels dan in een normale samenleving. Het normale recht wordt opzij gezet. Als we kijken naar de resultaten dan zien we dat dit tot zeer veel doden heeft geleid, dat past in het frame van een oorlog. In een oorlog schakel je je tegenstander uit en heten toevallige slachtoffers ‘collateral damage’. Het heeft tot heel weinig veroordelingen door een rechter geleid. Ook dat past in het oorlogsframe, daar geldt het oorlogsrecht. En dat werd, zie het voorbeeld van de gevangenen in Guantanamo Bay, zelfs opzij geschoven. 

Bron: Flickr 

Politie, inlichtingen- en veiligheidsdiensten kregen veel ruimere bevoegdheden tot het verzamelen van gegevens over mensen. In de strijd tegen het IRA-terrorisme kreeg de Britse politie in de jaren zeventig via de Prevention of Terrorism Act (PTA) uitgebreidere bevoegdheden waaronder het zonder aanklacht vasthouden van mensen gedurende minimaal 48 uur zonder dat de arrestant aanspraak kon maken op de rechten die een normale arrestant heeft. Neem de nieuwe Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten (Wiv) in Nederland. Een bijzondere wet. Bijvoorbeeld artikel 39 lid 1: “De diensten zijn bevoegd zich bij de uitvoering van hun taak, dan wel ter ondersteuning van een goede taakuitvoering, voor het verzamelen van gegevens te wenden tot bestuursorganen, ambtenaren en voorts een ieder die geacht wordt de benodigde gegevens te kunnen verstrekken.” Hiervoor hoeven ze zich alleen maar te legitimeren als zijnde van de inlichtingendienst een rechterlijk bevel is niet nodig. Of en zo ja hoe en met welke gevolgen die ‘bestuursorganen, ambtenaren en iedereen die geacht wordt de benodigde gegevens te kunnen verstrekken’ zo’n verzoek naast zich neer kunnen leggen, daar rept de wet niet over.

‘Als je niets verkeerds hebt gedaan, dan hoef je je daar geen zorgen over te maken’. Dat is een veel gehoorde reactie als iemand bezwaren maakt tegen deze extra bevoegdheden voor de overheid. Een argument dat geen hout snijdt. De geschiedenis van de Britse PTA laat zien dat ook onschuldige mensen het slachtoffer werden van deze wet. De Amerikaanse ervaringen met Guantanamo Bay laten iets soortgelijks zien. De Toetsingscommissie inzet bevoegdheden (TIB) die moet toezien op de toepassing van de Nederlandse Wiv constateerde in haar eerste rapport: “De TIB heeft het grootste deel van de verzoeken als rechtmatig beoordeeld. Tegelijk constateert de TIB dat in een aantal gevallen de door de minister verleende toestemming als onrechtmatig is beoordeeld.” Niets verkeerd doen is daarmee geen garantie dat je je ‘geen zorgen’ hoeft te maken. De overleden journalist Willem Oltmans zou erover mee kunnen praten. Hij ontving in 2000 achtmiljoen gulden schadevergoeding van de Nederlandse staat omdat die hem jarenlang had tegengewerkt en zijn reputatie had geschaad. Trouwens, zelfs als dit allemaal feilloos verloopt, dan nog is een overheid zoals de Britse, die mensen zonder aanklacht vasthoudt en die zonder tussenkomst van een rechter informatie over iemand verzamelt, een reden tot zorg. Dergelijk handelen, ook al is het gebaseerd op een wet, staat op gespannen voet met het zijn van een rechtstaat.

Zeker als we wat dieper in de overheid als ‘terorismebestrijder duiken.“Terrorismebestrijding in Nederland richt zich niet alleen op de gewelddaden zelf, maar ook op het traject daarvóór. Aan terroristische daden gaat een proces van radicalisering vooraf. Het streven is om radicalisering van groepen en individuen zo vroeg mogelijk te onderkennen, zodat met behulp van persoonsgerichte interventies voorkomen kan worden dat zij terroristisch geweld gaan plegen.” Zo is te lezen op de site van de Nctv en: “Deze combinatie van preventieve en repressieve maatregelen staat bekend als de ‘brede benadering’ en wordt al lange tijd met succes in Nederland toegepast.” Veiligheidsdiensten die radicalisering zo vroeg mogelijk willen onderkennen omdat het vormen van radicale gedachten een voorstadium kan zijn van het toepassen van geweld. Nu is radicaal een rekbaar begrip. Radicaal is volgens Van Dale: “iemand die verregaande hervormingen wil.” Maar wie bepaalt wat radicaal is? Wat voor de een een vergaande hervorming is, is voor de ander een eerste kleine stap in een bepaalde richting. Zo kun je met recht en rede betogen dat een pleidooi voor een basisinkomen een verregaande hervorming is. Het staat immers haaks op de gangbare opvattingen over de rol van onze sociale zekerheid. Een werkloosheidsuitkering stond echter ook jarenlang haaks op de gangbare opvattingen. Zelfs een democraat was eeuwenlang een radicaal. 

Iedereen loopt dus het risico om te worden gezien als radicaal en dus als potentieel subject van bemoeienis door de overheid. De Nctv hierover: Tegenwoordig gaat de grootste dreiging uit van een mondiale politiek-religieuze strijd: het jihadisme. Maar ook terrorisme uit andere hoeken, bijvoorbeeld rechtsextremisme, wordt tegengegaan. Het uitgangspunt is dat terrorisme dient te worden voorkomen en bestreden, ongeacht de ideologische achtergrond.” Daar waar de overheid van dader, slachtoffer van terreur is geworden, wordt de burger van slachtoffer potentieel dader. Een bijzondere positiewisseling waardoor terreur door de overheid niet lijkt te bestaan, terwijl dat de grootste bedreiging voor onze vrije, open, democratische en inclusieve rechtstaat is.

Natuurlijk moeten we proberen om te voorkomen dat verschrikkelijke aanslagen zoals die in New York, Londen, Parijs, Madrid, Berlijn enzovoorts worden gepleegd. Dergelijke aanslagen brengen veel leed met zich mee. Het zijn en blijven, om De Graaf te citeren, ‘klunzen en de losers van de geschiedenis’. Klunzen en losers die niet van ons kunnen winnen, maar waar we wel van kunnen verliezen’ om die spreuk van Johan Cruijff nog maar eens te gebruiken. Overheidsacties gericht tegen groepen mensen en waarbij de groep niet duidelijk is afgegrensd, herbergen het risico om uit te draaien op terreur door de staat. Ervaringen uit het verleden laten zien dat er niets zo vernietigend is voor een samenleving als terreur door een staat tegen inwoners.

Bron: Wikipedia

Zoals al aangegeven, zijn er weinig daders van terrorisme voor de rechter verschenen. Deels omdat ze zichzelf van het leven beroofden en deels omdat ze werden gedood door veiligheidstroepen. Dat is jammer omdat de kracht van onze rechtstaat juist de rechtspraak zou moeten zijn: het eerlijke proces. Dat zou ook zo moeten zijn voor de partners van IS strijders die zijn nagereisd naar Syrië en Irak. Deze partners en hun kinderen wordt het nu bijna onmogelijk gemaakt om naar Nederland terug te keren. Dit terwijl zij in bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit. Zo laten we de sterke kant van onze rechtspraak onbenut en dat is een eerlijk proces, het uitzitten van straf en vervolgens weer als vrij burger genieten van de voordelen van onze vrije, open, inclusieve, democratische samenleving. Door te laten zien dat je fouten mag maken, maar dat je na je straf er weer bij hoort.

De weg naar winst maakt gebruik van en versterkt ondertussen de belangrijkste kenmerken van die vrije, open, democratische en inclusieve rechtstaat. Dat doet zij door mensen die geweld gebruiken op te sporen en volgens de normale procedures van het gewone strafrecht te  berechten. Dat doet zij door alle opvattingen en ideeën een plek te geven in het openbare gesprek en debat. Dat doet zij door uit te stralen dat iedereen erbij hoort. Dat doet zij door, zoals ik in Fraternité schreef, door vrijheid, gelijkheid en broederschap op een evenwichtige manier met elkaar te verbinden. Dat doet zij niet door het frame van de ‘oorlog tegen terrorisme’. Dat doet zij ook niet door de roep om meer en verdergaande bevoegdheden voor de overheid in de ‘strijd tegen terrorisme’. Dat doet zij niet door een overheid die zich via een Nctv gaat bezighouden met het denken van mensen en hun al dan niet ‘radicale’ opvattingen. Dat zijn maatregelen waardoor we ‘van ze kunnen verliezen’.