‘350 jaar illegale bezetting’

“De Nederlandse staat geeft geen gehoor aan de Indonesische slachtoffers van de 350 jaar durende illegale bezetting door Nederland.” Woorden van Jeffry Pondaag, voorzitter van de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden. Pondaag spreekt deze woorden uit in een artikel van Fitria Jelyta bij dekkanttekening.nl. Een artikel gewijd aan het geleden leed dat Nederland, volgens het artikel, onder ogen moet zien. Pondaag heeft ook een idee hoe dat kan: “Het is zaak dat Nederland een podium biedt aan de Indonesische slachtoffers in de vertelling van de geschiedenis.”  Dat er evenwichtige aandacht moet zijn voor alle aspecten van het verleden en dat dit nu nog niet altijd het geval is, staat buiten kijf. 

Batavia zo rond 1870. Bron: Wikipedia

Toch wringt er iets aan het betoog van Pondaag en dat begint met de zin waarmee ik deze Prikker opende. Een dergelijke zin wringt behoorlijk met ‘evenwicht’. 350 jaar is een lange tijd. We komen dan uit in het jaar 1670. Als we de staatkundige kaart van die tijd bekijken dan zien we dat die er heel anders uitzag dan tegenwoordig. We zullen Nederland er niet op vinden. Duitsland en Italië trouwens ook niet. We treffen er een landje aan dat de Zeven Verenigde Provinciën heet. Dat landje omvat een flink deel van het huidige Nederland. Een groot deel ook niet. Als ik de gemeente Venlo, waar ik woon bekijk, dan lag het huidige grondgebied in drie verschillende landen. Venlo lag in een gebied waar geregeld legers voorbij trokken om elkaar te bestrijden. Dat landje kende geen ‘centraal bestuur’. Elk van die zeven provinciën dopten hun eigen boontjes en soms deden ze wat samen. Kijken we naar de staatkundige kaart van het huidige Indonesië dan zien we een baaierd aan rijkjes en rijken. Een land Indonesië is er niet op te vinden. Dat er nu wel een land van die naam is te vinden is, en dat klinkt cru, juist het resultaat van het kolonialisme. Dat maakte van de Eilanden van Smaragd een staatkundige eenheid. 

Dan het woord illegaal, “in strijd met de wet”  zoals de Vandale het omschrijft. Welke wet? Internationale wetgeving is iets van de laatste eeuw. Ja, ook al in de zeventiende eeuw werd er over internationaal recht gedacht en geschreven bijvoorbeeld door Hugo de Groot. Relaties tussen Rijken en staten werden geregeld via verdragen. Verdragen die konden worden opgezegd en geschonden en die oorlogen en bezettingen niet konden verhinderen. Pas met de komst van de Volkerenbond in 1919 ontstond er iets wat op internationale wetgeving leek. Al was die poging geen lang leven beschoren. Met de oprichting van de Verenigde Naties werd een nieuwe, betere poging gewaagd. 

Pondaag: “Waar haalt Nederland het recht vandaan om een land dat 18.000 kilometer hiervandaan ligt te beschouwen als zijn eigendom? Als ze zeggen dat kolonialisme toen vanzelfsprekend was, hoe zit het dan met de mensen die in Indonesië woonden? Hebben zij dan geen stem? Zijn zij dan geen mensen?” Natuurlijk leefden er ook toen mensen op de eilanden in de Oost. En, nee, die mensen hadden daarin geen stem. Net zoals de inwoners van de Zeven Verenigde Provinciën niets is gevraagd. Die hadden daarin ook geen stem. Zij kregen pas in de twintigste eeuw een stem. De mannen mochten voor het eerst allemaal stemmen in 1917 en de vrouwen in 1919. Het bezetten gebeurde toen omdat het kon en gebruikelijk was. Dzjengis Khan vroeg zich vier eeuwen eerder ook niet af of hij wel het ‘recht’ had om 8.000 kilometer verderop gebieden te bezetten en mensen te vermoorden. En nu is het nog steeds mogelijk. Immers wie geeft de Verenigde Staten het ‘recht’ om Irak binnen te vallen? 

Pondaags zin waarmee ik begon gaat verder. Na illegale komt het woord bezetting. Als de ‘VOC-methode’ door iets niet werd gekenmerkt, dan is dat wel bezetting van het gebied dat nu Indonesië heet. De VOC stichtte op strategische plekken langs de zeeroute naar en in de Oost forten. Forten waar de schepen veilig konden aanleggen om vers water en voedsel in te slaan. Forten waarmee de handel in belangrijke producten gemonopoliseerd kon worden. Er werden geen gebieden bezet waarvan het bestuur werd overgenomen. Wel kon het gebeuren dat een vorst die de belangen van de Compagnie schaadde werd aangepakt. Voor een bezetting ontbrak het de Compagnie aan mankracht en middelen en Nederland in de negentiende eeuw trouwens ook. Of zoals Kossmann het in  het standaardwerk De Lage Landen 1780/1980 deel I omschrijft: “Al was het Nederlandse bestuur er in de loop van de negentiende eeuw toe overgegaan zijn rechten op de meeste eilanden, zoals Borneo, Sumatra, Celebes en Bali ook door middel van militaire expedities te bevestigen, van een werkelijke occupatie van deze gebieden was geen sprake.” Dat bevestigen gebeurde niet om de ‘inlanders’ eronder te krijgen. Dat gebeurde om de Engelsen en Fransen buiten de deur te houden. De lokale heersers konden gewoon hun gang gaan zolang ze maar niet dwars lagen. Lagen ze dwars, zoals Atjeh, dan werd hen de oorlog verklaard.

Al dit doet er niets aan af dat er verschrikkelijke dingen zijn gebeurd. In de jaren ’45-’49 maar ook in het al genoemde Atjeh en op andere momenten zoals het optreden van Jan Pieterszoon Coen. Zaken die verteld moeten worden en waarbij zeker ook het verhaal van de slachtoffers een prominente plek moet krijgen. Dat mag echter geen aanleiding zijn om het verleden geweld aan te doen door het in een 21ste eeuws frame te plaatsen.

De koning van Roermond

Aan een verouderde wet hoef je je niet te houden. Dat is, zo valt in de Volkskrant te lezen, in het kort wat voormalig Roermonds wethouder Jos van Rey ter verdediging betoogde op de eerste dag van het strafproces tegen hem. Van Rey “Er vindt geen politieke benoeming plaats zonder overleg binnen de partijlijn. Dat is ingeburgerd in Nederland. We doen alsof hier hel en verdoemenis is uitgebroken, maar zo gaat het met alle benoemingen. De gemeentewet is verouderd.” Hij bekend hiermee al vast schuld aan hetgeen hem ten laste wordt gelegd.

Van ReyIllustratie: www.yoopdeloop.com

De redenatie van Van Rey volgend, zijn er twee soorten wetten: verouderde waar je je niet aan hoeft te houden en niet verouderde waar je je wel aan moet houden. Wanneer is een wet verouderd? Welke criteria worden hierbij gehanteerd? Wie bepaalt die criteria en dus welke wetten er verouderd zijn?

Van Rey noemt één criterium voor ‘verouderheid’ van een wet. Als iets bij wet verboden is en toch gangbaar is in een sector, als ongeveer ‘iedereen’ het doet, dan duidt dat op verouderde wetgeving. Zou Holleeder dit argument ook kunnen gebruiken? Zo van: ‘in mijn wereld is een moord, afpersing en bedreiging ingeburgerd, ongeveer iedereen doet het.’ Of een bouwbedrijf ‘in de bouwwereld is een steekpenninkje of een snoepreisje om iemand om te kopen heel ingeburgerd. De wet is verouderd.’ Of en hardrijder ‘in de wereld van ons asfaltracers is 150 kilometer per uur een slakkengangetje.’ Wellicht kan de liborverantwoordelijke Rabobankier er ook nog wat aan hebben: ‘in onze sector is het heel gebruikelijk dat we gezamenlijk bepalen hoe hoog die rente is.’  Holleeder, de bouwers, de asfaltpiraten en de Rabo-bankier zouden worden weggehoond met politici en bestuurders voorop.

Voor aanvang van het proces gaf Van Rey aan te vrezen geen eerlijk proces te krijgen. Mocht hij worden veroordeeld, welke wetten zouden dan nog meer verouderd zijn? Van iemand die jarenlang wethouder is geweest zou je mogen verwachten dat hij ervan op de hoogte is dat er maar één soort wet is, een geldende wet en daaraan moet iedereen zich houden.  Gelukkig bekent hij met deze woorden al vast schuld aan hetgeen hem ten laste wordt gelegd.

Als de wet tegen je is, discussier dan over de feiten. Als de feiten tegen je zijn, discussieer dan over de wetten. Als alles tegen je is, scheldt dan de advocaat van de tegenpartij uit,”  Van Rey lijkt  dit advies van de Amerikaan William Badgarden te volgen. Zou een houding zoals die van Van Rey een belangrijke oorzaak kunnen zijn van het gebrek aan vertrouwen in politiek en bestuur?

 

Wat de wet toestaat

Een column in de Volkskrant van de hand van Margriet Oostveen handelt over de Brabantse apotheker Paul Harder die zelf pillen draait. Dat mag en is een uitkomst voor menig patiënt. Zeker omdat Harder niet-gepatenteerde medicijnen op maat kan maken en medicijnen maakt waarvoor maar weinig klanten zijn. Hij maakt ook pillen voor adhd-patiënten die door psychiaters naar hem worden doorgestuurd. Dit betekent dat hij steeds meer pillen draait en nu heeft een farmaceut hem aangeklaagd omdat een medicijn voor 300 patiënten maken, grootschalig is en dat mag niet. “De Raad van State oordeelde intussen dat, zolang de Nederlandse wetgever niet precies formuleert wat kleinschalig is, de rechter de productie van Paul Harder inderdaad grootschalig mag noemen.” Zo schrijft Oostveen in het artikel.

MontesquieuIllustratie: www.boomfilosofie.nl

Hoe kleinschalig is kleinschalig? Een leuke vraag maar wat is het antwoord? De Raad van State redeneert dat zolang kleinschalig niet is omschreven, alles grootschalig mag worden genoemd. Een interessante redenering. Wat als ik een geneesmiddel nodig heb dat niet is gepatenteerd en ik maak het zelf? Dus voor één patiënt. Dan is dat ook niet kleinschalig volgens die redenering. Dus is alles grootschalig.

Als kleinschalig niet is gedefinieerd mag alles dus grootschalig worden genoemd. Wat een bijzondere redenering. Wat als we het omdraaien? Als alleen farmaceuten grootschalig medicijnen mogen produceren? Heeft de wet grootschalig wel omschreven? Ik denk het niet omdat een omschrijving van grootschalig meteen ook duidelijk zou maken wat kleinschalig is. Wat als de apotheker zich erop beroept dat wat hij doet kleinschalig is? Wat zou de reactie van de Raad van State dan zijn? Ik wil de deskundigheid van de Raad van State op het gebied van de interpretatie van wetgeving in het algemeen niet ter discussie stellen. Maar …

De Franse filosoof Montesquieu schreef: “Vrijheid is het recht om alles te doen wat de wet toestaat.” Zou de Raad in dit geval niet hebben moeten oordelen dat juist omdat het begrip niet is omschreven, zij in deze niet kan oordelen? Dat het handelen van Harder dus binnen de kaders van de wet valt? Want maakt de uitspraak van de Raad het zelf pillendraaien door apothekers niet onmogelijk?

Hoe krom is recht

“Niet de media, maar politici moeten steun vinden voor het migratiebeleid. Dat wordt weleens vergeten. Nogmaals, niet Bild, de Volkskrant of de tv-programma’s moeten draagvlak creëren voor het beleid inzake migratie.” woorden van rechtsgeleerde Afshin Ellian in Elsevier. In zijn column waarin hij de media verwijt dat zij: “zich willen gedragen als de poortwachter van Nederland en alsof zij het migratiebeleid mogen bedenken en organiseren.”  Maar dat zal niet lukken omdat: “Wie in de media op grond van bijvoorbeeld humaniteit via bekende Nederlanders noodzakelijk draagvlak wil scheppen voor opname van meer migranten, zal uiteindelijk zijn gezag verliezen.”

JungIllustratie: www.reddit.com

Ellian heeft gelijk dat het uiteindelijk de democratisch gekozen politici zijn, die verantwoordelijkheid dragen voor het beleid. Maar is het zo dat, zoals Elian beweert, beleid door een meerderheid van de bevolking moet worden gedragen? Of is een kamermeerderheid voldoende? En mogen de media en ‘entertainers’ dat proces niet beïnvloeden door hun mening te laten horen en te pleiten voor wat zij de goede zaak vinden? Ook als die mening in de ogen van Ellian ‘politiek correct’ is. Want dat betoogt Ellian. Media zijn er immers alleen, “om kritisch verslag te doen van beleid en uitvoering daarvan.” Waar ligt de grens tussen ‘kritisch verslag doen’ aan de ene kant en beïnvloeden aan de andere kant? Beïnvloed je door kritisch verslag te doen van huidig (falend) beleid niet ook het beleid?

Wie bepaalt trouwens wat politiek correct is? Is het politiek correct om voor of tegen meer vluchtelingen te zijn? Of hangt het antwoord op die vraag af van je positie of mening? Is politiek correct een term om iemand met een andere mening te declasseren en niet serieus te nemen? Dus een vorm van gespreksvermijding? Moeten we niet juist het gesprek aan met andersdenkenden omdat, zoals de Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung zei: “Everything that irritates us about others can lead us to an understanding of ourselves.”

Vreemd trouwens dat Ellian, zelf onderdeel van het meningencircus, zijn ‘concullega’s’ die er anders over denken dan hij, verwijt wat hij zelf ook doet. En dat is draagvlak creëren voor zijn ‘beleid’ in zake migratie. Een voorbeeld van de pot die de ketel verwijdt dat hij zwart ziet?

Maar is het niet nog vreemder dat een rechtsgeleerde als Ellian ervoor lijkt te pleiten dat de vrijheid van meningsuiting voor ‘entertainers’ en ‘politiek correcten’ beperkt moet worden. Hoe krom is het recht van Ellian?

Maar is het niet nog vreemder dat een rechtsgeleerde als Ellian ervoor lijkt te pleiten dat de vrijheid van meningsuiting voor ‘entertainers’ en ‘politiek correcten’ beperkt moet worden. Hoe krom is het recht van Ellian?