Zuckerberg, Goebbels en de deugdenleer

“Goed zijn in morele zin.”  De eerste betekenis die de digitale van Dale geeft voor het woord deugd, de tweede betekenis is: “goede eigenschap.”  Deugdenethiek is een tak van de filosofie die stoeit met de vraag hoe te leven? Die vraag kwam bij mij op toen ik las dat Mark Zuckerberg aankondigde dat zijn bedrijf Meta ging stoppen met factchecken. Dat factchecken door professionals heeft, zo betoogt hij: “het vertrouwen meer kwaad dan goed gedaan,”  omdat ze: “politiek bevooroordeeld’ zijn, zo las ik in de Volkskrant de uitgeschreven versie van zijn boodschap. Bijzonder. Trouwens een heel bijzondere boodschap.

Bijzonder omdat een oordeel iets anders is dan een feit. In de aanloop naar de laatste Tweede Kamerverkiezingen beweerde Dilan Yeşilgöz er door ‘nareis op nareis’ duizenden mensen naar Nederland kwamen. Na controle van de cijfers bleek dat er de afgelopen jaren jaarlijks nog geen 200 nareis op nareis aanvragen werden ingediend en het aantal mensen dat na zo’n verzoek wordt toegelaten, nog lager is. De door Yeşilgöz als ‘feit’ gepresenteerde boodschap, werd gecheckt en bleek fictie. Nu zijn er mensen, Trump is er daar een van, die er ‘alternatieve feiten’ op nahouden. Zo verkondigt hij nog steeds het ‘alternatieve feit’ dat de verkiezingswinst in 2020 van hem is gestolen door fraude. Een ‘alternatief feit’ is echter niets meer en niets minder dan een mening. Nu kan het best zijn dat de ‘factchecker’ een politieke richting aanhangt die anders is dan Yeşilgöz of dan Zuckerberg. Een aanhanger van Yeşilgöz zal die uitspraak niet zo snel gaan checken. Maar dat doet voor het feit niet ter zaken. Wat Zuckerberg hier eigenlijk zegt, is dat er geen feiten zijn. Dat alle feiten ‘meningen’ zijn. Hij toont zich daarmee een volwaardige doorgeschoten postmodernist. Postmodernisme is een filosofische stroming waarvoor, zoals ik in een recente prikker aangaf: “de realiteit een sociale constructie is, een verhaal in een bepaalde taal, tijd en plaats.” En in de doorgeschoten vorm, waarvan Zuckerberg hier getuigt, leidt die ertoe dat iedereen zijn eigen waarheid heeft en dat wetenschap ook maar gewoon een mening is.

Dat is niet het enige bijzondere en ‘postmoderne’ aan zijn boodschap. Zuckerberg: “Er is een wijdverspreid debat geweest over de mogelijke schade van online content. Regeringen en gevestigde media hebben steeds meer aangedrongen op censuur. Veel hiervan is duidelijk politiek, alhoewel er wel degelijk slecht materiaal te vinden is – drugs, terrorisme, uitbuiting van kinderen.” Censuur is: “toezicht van een overheid of kerk op voor publicatie bestemde teksten, films, voorstellingen enz., met de mogelijkheid om die te verbieden of er delen uit te schrappen.” Van censuur was en is geen sprake. Er was geen sprake van overheidstoezicht op welke publicatie dan ook.. Wat Zuckerberg hier beweert is dat overheden en gevestigde media de vrijheid van meningsuiting wilden inperken. Daarvan was en is geen sprake. Niemand vroeg om censuur ook de gevestigde media niet

Wat overheden en ‘gevestigde’ media wel deden en doen, is waarschuwden voor beïnvloeding en manipulatie via platforms als Facebook. De overheden waarschuwden voor een bekende uitspraak van de nazi-propagandaminister Joseph Goebbels die bij platforms als Facebook, Instagram en X in de programmatuur zijn ingebouwd: ‘Een leugen die eenmaal uitgesproken wordt, blijft een leugen maar een leugen die duizend keer verteld wordt, wordt waarheid.’ Die platforms willen je binden en het bijzondere, vreemde en afwijkende trekt de aandacht. Een boodschap zoals: ‘de Clintons runnen een pedofielennetwerk vanuit de kelder van een pizzeria in Washington’ is te absurd voor woorden. Zo absurd dat velen het lezen en delen en het, om Goebbels aan te halen: ‘na duizend keer waarheid wordt’.  Zo werd ook Trumps oproep ‘stop the steal’ uit 2020 voor velen ‘de waarheid’ terwijl het een ‘alternatief feit’ of beter nog, een leugen is. En door de manier waarop dergelijke platforms werken, is de kans veel groter dat je eerder duizend keer de ‘pizzagate-leugen’ of ‘stop the steal’ ziet, dan dat je leest of ziet wat er feitelijk aan de hand is.

Door consequent van censuur te spreken, doet Zuckerberg het voorkomen alsof hij strijdt voor de vrijheid van meningsuiting. Zuckerberg: “Tot slot gaan we samenwerken met president Trump om regeringen over de hele wereld tegen te werken die achter Amerikaanse bedrijven aan zitten en meer willen censureren. (…) Europa heeft steeds meer wetten die censuur institutionaliseren en het moeilijk maken om daar iets innovatiefs op te bouwen. Latijns-Amerikaanse landen hebben geheime rechtbanken die bedrijven kunnen bevelen om dingen stilletjes te verwijderen.” Ook hier weer een postmodern ‘alternatief feit’ dat voor velen al een echt ‘feit’ is geworden omdat de wet van Goebbels ook hier zijn werk al heeft gedaan. De Europese Unie maakt geen wetten om te ‘censureren’. Europa maakt wetten om de privacy en de gegevens van haar inwoners te beschermen. Dat is een gevaar voor dergelijke bedrijven omdat ze leven van onze gegevens. Die gebruiken ze om je nog langer op hun platform te laten rondhangen en al doende nog meer reclame door je mik te duwen. Die wetten beperken niemand om de eigen mening te verkondigen en zelfs niet om die als ‘alternatief feit’ te poneren. Latijns-Amerikaanse landen (hier wordt Brazilië bedoeld) hebben geen ‘geheime rechtbanken’ die bedrijven bevelen. Brazilië heeft rechters die de wetten van het land handhaven. Een van die wetten is dat een bedrijf een vertegenwoordiger moet hebben in het land. Iemand die aanspreekbaar is voor de daden van het bedrijf. Musk weigerde dat en daarom werd X op zwart gezet. Niet omdat er onwelgevallige berichten op werden geplaatst. En laat je voor wat betreft die ‘innovatie’ waar Zuckerberg het over heeft, geen rad voor ogen draaien. Iedere innovatie van dergelijke platforms is erop gericht om je nog afhankelijker te maken van het platform. Niet om jouw leven beter te maken.

Geheel zonder ‘inhoudscontrole’ wordt het toch niet. Zuckerberg: “We gaan onze teams voor (…) inhoudsbeoordeling verhuizen uit Californië en vestigen in Texas. (…) Het zal het vertrouwen vergroten als dit werk wordt gedaan op plaatsen waar minder zorgen bestaan over de vooringenomenheid van onze teams.”  Een bijzondere maatregel. Zou het ter voorkoming van het slechte materiaal: ‘drugs, terrorisme, uitbuiting van kinderen, uitmaken waar dat gebeurt? Mogen kinderen in Texas meer of minder worden uitgebuit dan in Californië? Het lijkt mij trouwens dat de vooringenomenheid tegen Facebooks ‘controleteams’ in Texas groter is dan in Californië. Maar ik ben geen Amerikaan dus ik kan het verkeerd hebben. Als die relatie tussen plaats en vooringenomenheid er echt is, loopt Zuckerberg dan niet het risico dat er elders geklaagd gaat worden over vooringenomenheid? Of zou die maatregel te maken hebben met het zich: “ontdoen (…) van een heleboel beperkingen op onderwerpen als immigratie en gender.” Iets dat, zo gaat Zuckerberg verder: “begon als een beweging om meer inclusief te zijn,” maar dat: “steeds vaker (wordt) gebruikt om meningen de kop in te drukken en mensen met andere ideeën buiten te sluiten. Dat is te ver gegaan. Daarom wil ik ervoor zorgen dat mensen hun overtuigingen en ervaringen kunnen delen op onze platforms.”  Dan loopt hij nu het risico dat een andere groep hun overtuigingen en ervaringen niet meer kunnen delen zonder te worden overstelpt met een rivier van stront.

Over rivier van stront gesproken. De kans dat je op Facebook wordt overspoeld door een rivier van stront groeit flink. Facebook past haar: “filters aan, zodat we de hoeveelheid censuur op onze platforms drastisch verminderen. Dat is een uitruil. Het betekent dat we minder slechte dingen gaan ondervangen, maar we zullen ook minder onschuldige berichten en accounts per ongeluk weghalen.”  Over die filters zegt hij iets eerder in zijn verhaal aanhalend op het voorkomen van het hierboven genoemde ‘slechte materiaal’ het volgende: “We nemen dat zeer serieus en ik wil er zeker van zijn dat we er verantwoordelijk mee omgaan. Dus bouwden we allerlei complexe systemen om inhoud te modereren. Maar het probleem met complexe systemen is dat ze fouten maken. Zelfs als ze per ongeluk maar 1 procent van de berichten censureren, zijn dat miljoenen mensen. We hebben een punt bereikt waarop er gewoon te veel fouten worden gemaakt, ….” Die ene procent fouten is te veel en om dat te voorkomen wordt die 99% ‘stront’ ook vrijgegeven.

De kans om als facebookgebruiker te verzuipen in een rivier van stront wordt nog groter. Zuckerberg:“Een tijd lang vroegen onze gebruikers om minder politiek, omdat het mensen gestrest maakte. Dus zijn we gestopt met het aanbevelen van deze posts. Maar het voelt alsof we in een nieuw tijdperk zitten. (…) Dus we gaan dit geleidelijk terugbrengen op Facebook, Instagram en Threads”.  In één passage van een modernist naar een doorgeschoten postmodernist. Mensen vroegen om aanpassing en daarom werd iets aangepast. Een handeling gebaseerd op feiten, de vraag van mensen. Nu ‘voelt’ hij iets ‘een nieuw tijdperk’ en past daarom iets aan. Met dat handelen op een ‘gevoel’ toont hij zich een goede leerling van premier Schoof en een waarlijk doorgeschoten postmodernist want het ‘gevoel’ van de doorgeschoten postmodernist is de werkelijkheid. Resultaat hiervan is dat nu iedere Facebookgebruiker ‘politieke aanbevelingen’ krijgt.Gelukkig wordt daarbij wel geprobeerd: “de gemeenschappen vriendelijk en positief te houden.”  Zou het Zuckerberg lukken het risico op enshittification het hoofd te bieden.  Het: “patroon waarin online producten en diensten (leiden aan) kwaliteitsvermindering. Aanvankelijk creëren leveranciers aanbiedingen van hoge kwaliteit om gebruikers aan te trekken, vervolgens degraderen ze die aanbiedingen om zakelijke klanten beter van dienst te zijn en degraderen ze hun diensten uiteindelijk aan gebruikers en zakelijke klanten om de winst voor aandeelhouders te maximaliseren” , zoals Wikipedia het definieert.

Terug naar waarmee ik begon de deugdenethiek en de vraag hoe te leven. Voor Aristoteles is deugd het handelen omwille van een doel op een manier die als goed. Dat handelen is situationeel. Een deugd is het midden tussen twee tegenovergestelde extremen. Bijvoorbeeld tussen moed en lafheid. Wat het midden is, kan per situatie verschillen. Als geoefend zwemmer langs de kant blijven staan als iemand verdrinkt in een diepe rivier, getuigt van lafheid en van een innerlijk gebrek aan deugd. Dat ligt heel anders als de persoon op de wal niet kan zwemmen. Met je handelen bepaal je de positie en die positie laat de innerlijke component van je deugdzaamheid zien. Je deugd blijkt uit dat wat jij goed vindt in een bepaalde situatie. In het geval van de zwemmers, is deugdzaam handelen doen wat in je mogelijkheden ligt. Niemand zal het de niet-zwemmer niet deugdzaam handelen dat hij of zij niet in het water is gesprongen. De zwemmer kan dat verwijt wel verwachten.

“De recente verkiezingen voelen als een cultureel omslagpunt,” aldus Zuckerberg. Een moment dus om met je eigen deugd, het eerste aspect, opnieuw je positie in die nieuwe cultuur te bepalen. Laten we Zuckerberg eens langs de lat leggen van de vier kardinale deugden. En nee kardinaal wil niet zeggen dat het iets met de katholieke of welke kerk dan ook te maken heeft. Kardinaal komt van het Latijnse woord cardo dat scharnierpin betekent. Vier centrale deugden. Als eerste voorzichtigheid in de zin van op de juiste manier handelen in de juiste situatie op het juiste moment. Als tweede rechtvaardigheid als in juist en eerlijk handelen in een situatie. Als derde moed als in uithoudingsvermogen, toewijding en het vermogen om angst, onzekerheid en intimidatie onder ogen te zien. En als laatste matigheid als in zelfbeheersing. Voor Zuckerberg lijken deze deugden samen te vallen met dat wat de sterkste verlangt: ‘u vraagt wij draaien’ Eerst was dat moderatie van berichten en nu zijn dat ‘rivieren van stront’. Zuckerberg heeft geen interne deugd, geen eigen innerlijk of morele kompas. Het juiste, rechtvaardige, moedige en matige is dat wat anderen en dan vooral degenen met de macht wil.

The winner takes it all

De nieuwe ‘beeldenstorm’ waarover ik in mijn vorige Prikker schreef, krijgt bijzondere trekjes. Bij Joop lees ik dat in Bristol, waar eerder het standbeeld van slavenhandelaar en weldoener Edward Colston in de haven werd gekieperd, een standbeeld van de in Jamaica geboren zwarte dichter Alfred Fagon is besmeurd. Er is nog niet duidelijk wie het heeft gedaan: is het een ‘vergissing’ of een ‘vergeldingsactie’ voor wat Colston overkwam? Daar gaat het mij niet om. Het gaat mij om de reactie van lezer Mark Huysman: “Even dom als mensen die zeggen oorlog = oorlog. Maakt niet uit of het gaat om bevrijding (geallieerden) of bezetting (nazi’s), in beide gevallen wordt er geweld toegepast en destructie veroorzaakt.”

Standbeeld van Hugo de Groot in Delft. Foto: Rijksdienst voor Cultureel erfgoed

Huysmans is van mening dat Colton van zijn sokkel trekken van een andere orde is dan het besmeuren van Fagon. Waarop Jorah reageert: “vandalisme = vandalisme. Dat jij het ene wel accepteert en het andere afwijst zegt meer over jou.”  Dat beiden een punt hebben, doet er even niet toe. Op die laatste opmerking reageert Huysman met de quote uit de vorige alinea.

Daarmee komen we bij het begrip ‘rechtvaardige oorlog’. Op de site Geschiedenis.nl staat hierover een interessant artikel. Daarin is te lezen dat de eerste keer dat we dit begrip tegenkomen bij de Griekse filosoof Aristoteles is: “Een oorlog was rechtvaardig wanneer deze werd uitgeroepen ter zelfverdediging, om land te verwerven of om barbaren tot slaaf te maken.” En dat land was het land van de Hellenen. Voor de Hellenen een duidelijke definitie: iedere oorlog die ze voerden was rechtvaardig omdat zij zichzelf verdedigen en als ze winnen, maakten ze barbaren tot slaven. Bij onderlinge oorlogen ligt dat dan wat lastiger en ze voerden onderling wel eens ‘oorlogje’. De beroemdste is de Peloponnesische Oorlog tussen de Helleense stadstaten Athene en Sparta. De Romeinen kende het begrip al: ‘Bellum iustum.’  Alleen vulden zij dit anders in. Het ging niet om de inhoud, maar om de procedure. In een artikel in het Historisch Nieuwsblad wordt dit goed uitgelegd: “De eerste stap was om een gezant te sturen naar de vijandige stad. Die gezant moest tegen de eerste die hij tegenkwam op het centrale forum bij Jupiter zweren dat als hij niet de waarheid zou vertellen, hij nooit meer terug mocht keren naar zijn vaderland. Daarna legde hij de vijand het Romeinse ultimatum voor. Als de eisen na 33 dagen niet waren ingewilligd, keerde de gezant terug naar Rome. Vervolgens mocht de Senaat besluiten tot oorlog en werd een speciale priester, een van de fetiales, met een bloedrode speer naar de grens gestuurd. Deze priester sprak een formule uit en wierp de speer in vijandig gebied. Nu was de oorlog wettig.”  Een manier van denken die ook tegenwoordig nog navolging vindt. De pogingen van de Verenigde Staten om de inval in Irak in 2003 door de Verenigde Naties gesanctioneerd te krijgen, moeten we in dit licht bezien.

Maar alleen met ‘procedure’ kom je er tegenwoordig niet. Ook dat laat de casus ‘Irak 2003’ zien. Toenmalig minister van buitenlandse zaken Colin Powell voerde allerlei, naar later bleek gemanipuleerd, bewijs aan, dat Irak massavernietigingswapens had en het ‘wereldwijd terrorisme’ ondersteunde. Dit terwijl de wapeninspecteurs niets konden vinden en de ‘banden met Bin Laden’ er niet waren. Daarom werden er nog wat zaken aan toegevoegd.  Zoals de onderdrukking van de bevolking door het regime van Saddam Hoessein. Iets waaraan meer heersers zich schuldig maken en wat ruim twintig jaar eerder geen reden was om Saddam te ondersteunen in zijn oorlog tegen Iran. Ook werd eraan toegevoegd dat Saddam het ‘zelfmoordterrorisme’ tegen Israël steunde en allerlei resoluties van de VN Veiligheidsraad negeerde. Iets waar ook Israël zich schuldig aan maakt. Trouwens, ook de VS maken zich daar, net als Rusland en China, schuldig aan. Zij hebben, als permanente leden van die raad, namelijk een vetorecht en kunnen alle voorstellen die hen niet welgevallig zijn, torpederen. Eventuele resoluties tegen hun handelen en belangen, worden dus nooit aangenomen.  

Ik dwaal af: rechtvaardige oorlog vanuit de inhoud. Als we het daarover hebben, moeten we ook de opvatting van de Romein Cicero aanhalen. Voor Cicero was een oorlog rechtvaardig als die diende: “ tot het terugkrijgen van verloren zaken (rebus repetilis), eigenlijk een streven naar status quo ante bellum (voor de oorlog) dus, waarbij bellum verwijst naar een eerder conflict.” Zou hij zich ooit hebben afgevraagd hoe ‘rechtvaardig’ dan het Romeinse Rijk was ontstaan? Of zouden de Galliërs en al die andere volkeren iets van de Romeinen hebben ontvreemd? De ‘status quo ante bellum’ was echter steevast anders dan die na de oorlog. Het denken van Cicero gaat bijna naadloos over in dat van kerkvader Augustinus. Voor Augustinus was een oorlog rechtvaardig als deze defensief was. Offensief was die rechtvaardig als de tegenstand aanwijsbaar iets had gedaan. De oorlog moest er dan, en daar horen we de echo van Cicero, de ‘natuurlijke orde’ herstellen.

We slaan een kleine duizend jaar over en komen uit bij een volgende denker over wat een rechtvaardige oorlog is, de dertiende-eeuwse theoloog Thomas van Aquino. Om voor Aquino rechtvaardig te zijn, moest een oorlog worden uitgeroepen door een autoriteit en moest de oorlog een rechtvaardige aanleiding hebben en gericht zijn op het dienen van het algemeen belang van de bevolking. Zijn navolgers verklaarden al snel dat een oorlog rechtvaardig was als die werd gevoerd tegen ongelovigen. Eigenlijk precies zoals nu sommige radicale stromingen in de islam erover denken. In dit kader moeten we ook het ‘inzegenen’ van kanonnen voor een oorlog zien. Waarbij god voor het dilemma wordt gesteld te bepalen wie de ‘rechtvaardigheid’ aan de zijde heeft.

Als laatste in deze opsomming iemand van ‘Hollandsche’ bodem: Hugo de Groot. De Groot formuleerde zes voorwaarden. Als eerste moest er een rechtvaardige reden zijn op morele gronden, Dus niet puur voor het eigenbelang. Als tweede moet de situatie zo ernstig zijn dat zij een oorlog rechtvaardigt. Ten derde moet er een redelijke kans op succes zijn. Met deze voorwaarde in het achterhoofd kun je twijfelen over de rechtvaardigheid van de ‘War on Terror’. Immers, zoals ik eerder betoogde, is terreur een strijdmiddel gebruikt door de zwakkeren. Met zijn vierde voorwaarde gaat De Groot in navolging van de Romeinen naar de procedurele kant, er moet een oorlogsverklaring zijn en de tegenpartij moet nog de kans krijgen de oorlog af te wenden. Als vijfde moet de oorlog worden uitgeroepen door een legitieme partij en als laatste moeten alle vreedzame alternatieven zijn uitgeput. In zijn betoog voor de VN-Veiligheidsraad ging Powell in op al deze voorwaarden. En omdat hij dit voor de VN-Veiligheidsraad deed, gaf hij aan dit orgaan te zien als de legitieme partij.

Tot zover de legitimiteit van een oorlog vóórdat die wordt uitgevochten. Nadat de wapens hebben gesproken, de strijd is gestreden en de winnaar bekend is, is het een heel ander verhaal. Voor de winnende inzegenaars van de kanonnen is het dan duidelijk: god heeft hen gelijk gegeven en dus stonden zij aan de rechtvaardige kant van de oorlog. Maar ook als we god weglaten komt het op hetzelfde neer. Of, zoals ik het in reactie op Huysman schreef: “Inderdaad oorlog = oorlog waarbij de winnaar de geschiedenis schrijft en dus bepaalt wat de ‘rechtvaardige zaak’ was waarvoor de oorlog werd gevoerd.” Of, zoals ABBA het zong: “The winner takes it all.” Dus als nazi-Duitsland de Tweede Wereldoorlog had gewonnen en we nu nog steeds in het ‘duizendjarige rijk’ zouden wonen, dan beoordeelden we de Duitse inval in Polen heel anders. De oorlogsverklaring van Hitler: “Polen heeft vannacht, voor de eerste keer, op ons eigen territorium, reguliere soldaten laten schieten. Sinds vijf uur vijfenveertig wordt nu teruggeschoten.” was dan de algemeen aanvaarde aanleiding voor de Tweede Wereldoorlog.

Alleen, zo vervolgde ik: “Het jammere voor de winnaar is dat die op termijn ook weer ‘verliest’, geen ‘rijk’ is immers voor de eeuwigheid. En na het verlies van de vroegere winnaar herschrijft de nieuwe winnaar de geschiedenis in zijn voordeel.”