Vrije wil en referenda

Mijn vorige prikker, Scylla en Charybdis, handelde over de keuze tussen markt en overheid. Dit naar aanleiding van een artikel van Patrick van Schie in Trouw. In dit artikel brak hij een lans voor de vrije markt. Van Schie schrijft: De overheid dwingt ons daarentegen geld af te staan voor doeleinden waar wij uit vrije wil veelal niet voor zouden kiezen. Die zelfs nogal eens indruisen tegen onze vaste overtuiging van wat ‘het goede’ is.”  Van Schie suggereert hier dat een eigen gemaakte keuze altijd beter is dan een ‘gedwongen’ keuze.

Als we dit doortrekken naar de samenleving dan wordt de bewering: ‘het algemeen belang is het beste gediend als iedereen zijn eigen belang nastreeft’. Zo maximaliseren we het algemeen belang. Logisch toch, we weten immers zelf het beste wat goed voor ons is.

De Sjaak(foto: gemistvoornmt.nl)

Klopt dat wel? Weten we wat goed voor ons is? Kiezen we altijd voor ons eigen belang? En hoe weten we of iets in ons eigen belang is? Vraag aan mensen of zij zichzelf belachelijk willen maken op TV voor €250. Veel mensen doen dit maar is die keuze goed en in hun belang?

Als het al lastig is om het eigenbelang te bepalen, hoe weten we dan dat het algemeen belang het meeste gediend is bij de eigen vrije keuze? Hoe worden bijvoorbeeld de belangen van de generaties na ons meegenomen? Opwarming van de aarde met 2 graden over vijftig jaar, is voor mij geen probleem. Dus maar door verkwisten. Voor een pasgeboren baby ligt dat anders en voor mijn nog ongeboren kleinkinderen helemaal. Moeten die het dan maar uitzoeken? Het eigenbelang van VW was sjoemelsoftware en VW staat daarin niet alleen. Zie voor mooie voorbeeldenTegenlicht.

Als het algemeen belang geen optelling is van individuele belangen, wat betekent dat dan voor besluiten per referendum?

Scylla en Charybdis

Scylla en Charybdis(illustratie: papundits.wordpress.com)

In een artikel in Trouw vergelijkt Patrick van Schie, directeur van de liberale Telderstichting, de overheid met een monster. Hij vertrouwt liever op de vrije markt, door anderen een beest genoemd. “Dan liever de vrije markt. Niet omdat die heilig is, of door heiligen wordt bevolkt. Maar omdat alle overeenkomsten daar uit vrije wil tot stand komen. De markt is niet immoreel maar amoreel,” schrijft hij. Een betoog dat zeer vaak is te horen en dat logisch klinkt. Kiezend tussen twee kwaden, kiest hij liever het beest.

Zou een amorele markt tot immorele uitkomsten kunnen leiden? Of is een andere partij nodig om tot morele acceptabele uitkomsten te komen. Zou ‘de markt’ de slavernij hebben afgeschaft? Of de kinderarbeid? Of een beperking van de werkweek? Of tot een verbetering van de arbeidsomstandigheden? Wie voorkomt dat de marktpartijen het milieu schade toebrengen?

Komen alle overeenkomsten tot stand uit vrije wil? Ik kan zelf kiezen bij welke bakker ik brood koop. Maar wie belet de bakkers om prijsafspraken te maken? Wie belet autofabrikanten om sjoemelsoftware in een auto te stoppen? Wie garandeert de naleving van de overeenkomsten?

Zijn alle deelnemers op de markt wel vrij? Hoeveel keus heeft iemand die moet kiezen tussen zijn dood en die van zijn gezin of voor een appel en een ei in een gevaarlijke mijn werken? Is de overheid echt een monster dat ons dwingt: “geld af te staan voor doeleinden waar wij uit vrije wil veelal niet voor zouden kiezen. Die zelfs nogal eens indruisen tegen onze vaste overtuiging van wat ‘het goede’ is,” zoals Van Schie schrijft?

Odysseus moest kiezen tussen twee kwaden, het veelkoppige monster Scylla of de draaikolk van het zeemonster Charybdis. Volgens Van Schie moeten ook wij kiezen tussen Scylla (de overheid) of Charybdis (de markt). Moet dat of zijn een sterke markt en een krachtige overheid twee zijden van dezelfde medaille?

Marktwerking en solidariteit

Verzekeren is solidariteit en kansberekenen. We lopen allemaal een risico. Meestal en bij de meeste mensen, treedt dat niet op. Soms is er wel iemand de klos. Om de kosten hiervan te dragen, berekent een verzekeraar hoe groot de kans is en wat de schade dan is. De verzekeraar berekent de premie die de schade en zijn onkosten dekt én nog wat winst voor hem oplevert. De kans op schade is afhankelijk van je omstandigheden.

Marktwerking en solidariteit

(Illustratie: http://www.visionair.nl/wp-content/uploads/2012/07/cartoon_2006_june.jpg)

Oudere mensen of mensen met een chronische aandoening lopen een grotere kans op schade en soms weet je de schade al. Bij jongere gezonde mensen is die kans weer kleiner. Door hier geen rekening mee te houden en te doen alsof ieder mens dezelfde kans heeft op schade, kan de premie voor een zorgverzekering voor iedereen even hoog zijn, het oude ziekenfonds.

Op een vrije markt zullen verzekeraars producten maken voor specifieke groepen. Lagere premies voor mensen die weinig risico lopen (en meer winst voor de verzekeraar). Dit betekent wel dat die mensen die een hogere kans op schade lopen, meer premie moeten betalen. Hoe nu de verzekering voor de laatste groep betaalbaar te houden?

Door verevening. En aan die vervening gaat wat veranderen: “De verzekeraar draagt volgend jaar een groter deel van de premie van een jonge, gezonde klant af aan de verzekeraar die chronisch zieken verzekert en dus hoge kosten maakt”, dit valt te lezen in de Volkskrant. Dit is een manier om solidariteit vorm te geven en de markt te beteugelen.

Zou er geen betere manier zijn om solidariteit vorm te geven nu de markt blijkbaar niet het gewenste resultaat oplevert? Een manier met minder bureaucratie? Een manier waarbij winst niet nodig is? Een manier die mensen als mens ziet en niet als een mogelijke winstbron? Een die lijkt op het oude …?

Talentverspilling

In mijn vorige prikker schreef ik over talent. Dit met de zin laat geen talent verloren gaan als aanleiding. Ik stelde de vraag waarom er geen talent verloren mag gaan. In deze prikker een andere benadering. Hierbij ga ik ervan uit dat het inderdaad zo is dat we geen talent verloren mogen laten gaan en dat het inderdaad de taak is van het onderwijs om talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Deze manier van denken is een vorm van utilitarisme. Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijk nut. Zet geld en middelen daar in waar het grootste maatschappelijke nut te verwachten is.

Talentverspilling(illustratie: craftlean.com)

Als we talent niet verloren mogen laten gaan, dan moet het vervolgens ook op die plekken worden ingezet waar het grootste maatschappelijke rendement te verwachten is. En zijn dat niet uitdagingen als eerlijke handel, wereldvrede, het klimaat, ongelijkheid, vergrijzing, gezondheidszorg enzovoort. Uitdagingen die veel fantasie, denkkracht en doorzetting vragen van ieder van ons en zeker van onze knapste koppen.

Zouden we dan niet veel kostbaar opgeleid talent dat nu wordt ingezet in managementfuncties, vrij moeten maken? Zouden we dan niet het vele talent dat nu binnen bedrijven, onderwijs en overheden door de protocollen, procedures en machtsspelletjes aan banden wordt gelegd, daarvan moeten bevrijden? Zouden we dan niet het vele talent dat nu werkloos langs de kant staat, omdat ze te oud zijn of waarvoor geen werk is, moeten benutten. Zouden we dan niet het vele talent dat nu wordt ingezet bij het ontwikkelen van computerspelletjes, apps en financieel risicovolle producten, een maatschappelijk nuttigere opdracht moeten geven? Deze beperking van de keuzevrijheid willen we niet.

Waarom ontwikkelen we talent om het vervolgens zo ‘verloren’ te laten gaan? Waarom mag het onderwijs dan geen talent verloren laten gaan?

Talent

talent 2(Illustratie: thelinncountyfair.wordpress.com)

In een eerder schrijven Talentontwikkeling heb ik ook al eens geschreven over talent en eindigde ik met de vraag of talentontwikkeling een manier is om mensen hun falen in de eigen schoenen te schuiven. Nu schrijft Hans Wansink in het commentaar in de Volkskrant: “Laat geen talent verloren gaan. Dat is al tientallen jaren het adagium van de Nederlandse onderwijspolitiek.” In dit commentaar bespreekt hij de toenemende tweedeling in het onderwijs. Het gaat mij niet om die tweedeling en wat daaraan gedaan kan en moet worden. Niet dat dit niet belangrijk is en geen aandacht vraagt. Het gaat mij om de eerste zin: Laat geen talent verloren gaan.

Talent is een natuurlijke begaafdheid of aanleg. Bij talent denken we al snel aan bijvoorbeeld sporters en muzikanten die zeer goed zijn. Of aan iemand met een wiskunde- of talenknobbel. Alleen blijkt dat talent meestal niet voldoende is voor bijvoorbeeld een voetballer. Een voetbaltalent zonder doorzettingsvermogen, inzet en geluk komt er niet. Hetzelfde geldt ook voor een muzikant of wiskundige. Talent wordt vaak afgemeten aan succes en succes aan geld verdienen. Een muzikaal talent dat zich ontwikkelt in een muzieksoort die niemand mooi vindt heeft pech. Daarvan wordt al snel gezegd dat hij zijn talent verspilt.

Wat maakt dat we geen talent verloren mogen laten gaan? En belangrijker, wat maakt dat ik mijn talent niet verloren mag laten gaan? Wat maakt het zo belangrijk dat al het talent wordt benut? Is het wel een taak van het onderwijs om talenten te ontdekken en ontwikkelen? Is de taak van het onderwijs niet kinderen kennis bijbrengen om zich in onze samenleving te kunnen redden? Is het ontwikkelen van een eventueel talent niet aan de bezitter van dat talent?

Lastige vragen, maar wel vragen waar we het over moeten hebben.

Middel of doel?

neoliberalisme(foto: tni.org)

Waartoe zijn wij op aarde? De katholieke catechismus antwoordt hierop met ‘om God te dienen.’ De mens als middel die werd beloond met een plaatsje in de hemel. Tegenwoordig wordt deze vraag anders beantwoord.

Het VVD kamerlid Pieter Duisenberg houdt er een human capital agenda op na. Duisenberg is niet de enige die in deze termen spreekt, zo worden deze woorden net als human capital roadmap gebruikt in beleidsdocumenten van diverse overheden. Deze woorden zijn tegenwoordig zo gewoon dat niemand er meer van opkijkt.

Zijn ze wel zo gewoon? Welke denkwereld zit er achter deze woorden? Als we ze letterlijk vertalen dan staat er menselijk kapitaal. De mens als kapitaal dat net als grondstoffen en geldelijk kapitaal kan worden ingezet om iets te produceren. De mens wordt in de wereld van Duisenberg en andere ‘human capitaldenkers’ gezien als een middel. Een middel om een hoger doel te bereiken.

En dat doel is de ‘God’ van de economie en dan vooral de groei van die economie. Dit omdat ‘onze economie’ nu eenmaal moet concurreren met de economie van andere landen. En als we die concurrentieslag niet aangaan, of verliezen, zal onze economie terugzakken met alle gevolgen vandien. Om dit te voorkomen, moeten we alles wat ons ter beschikking staat zo goed mogelijk inzetten, grondstoffen, geld en ook de mensen. Maar wat is dan de beloning voor de mens? Welke ‘hemel’ wacht hem? Dat antwoord ontbreekt in deze ‘neoliberale’ catechismus.

Is dat ook onze wereld? Zijn wij mensen een middel om economische groei (het doel) te bereiken? Of is de economie en de eventuele groei ervan, een middel om doelen voor ons als mensen te realiseren? Is een mens een middel dat anderen (mensen of de godheid economie) ten doel staat? Of is iedere mens een doel op zich?

Kosten-batenanalyses

MKBA(Illustratie: brusselsering.be)

“Tegenstanders zeggen dat het beprijzen van een mensenleven pertinent fout is. Voorstanders zeggen dat zo’n plafond ervoor zorgt dat geld in de gezondheidszorg beter uitgegeven wordt, zodat we per saldo meer levens redden dan nu het geval is. Een vorm van kosten-batenanalyse kan eraan bijdragen dat elke euro de meeste levensjaren redt.”  Dit schrijft Manuel Buitenhuis in De Correspondent in een artikel over het gebruik van maatschappelijke kosten-batenanalyses. In dit artikel legt hij uit hoe dit instrument werkt en wat er de voor- en nadelen van zijn.

De meeste levensjaren redden. Dat lijkt een redelijke eis. Maar een dergelijke analyse lijkt mij heel lastig. Stel er wordt iets nieuws uitgevonden dat zeer duur (bijvoorbeeld € 250 miljoen per geval) is en maar in een paar gevallen te gebruiken is. Dan zul je op basis van een kosten-baten analyse tot de conclusie komen dat je van dit geld duizenden mensen kunt helpen. Eén leven tegenover deze duizenden. Ik zou het wel weten!

Of toch niet? Een dergelijke analyse maken voor het heden, is nog wel te doen. Maar hoe nemen we de verdere doorontwikkeling van dit dure nieuwe mee? Stel dat die doorontwikkeling leidt tot een 100% genezing van kanker tegen de prijs van een pakje margarine? Maar zonder die eerste stap komt deze doorontwikkeling er niet. Als we dat nu zouden weten, zouden we dan nog steeds kiezen voor de duizenden?

Absurd? Veel van onze huidige hightech hulpmiddelen zijn ontstaan als spin-off van zeer dure overheidsinvesteringen. Investeringen waarvan op voorhand niet duidelijk was of het iets zou opleveren, maar die ons internet, mobiele telefonie, GPS en nog veel meer opgeleverd hebben. Investeringen die er met een kosten-batenanalyse niet waren gekomen.

Participatie-inkomen

De hoogleraren Gradus (economie) en Buijs (politieke filosofie) zien in Trouw de voordelen van een basisinkomen maar vrezen de onbetaalbaarheid. En een lager basisinkomen zou weer gepaard moeten gaan met aanvullende regelingen. Bovendien ontbreekt het christelijk-sociale uitgangspunt van wederkerigheid in solidariteit bij een basisinkomen, aldus de heren. “Dit brengt ons bij de gedachte van een participatie-inkomen. Alleen inwoners die actief bijdragen aan de samenleving ontvangen een participatie-inkomen.”

oordelen(Illustratie: artikelen.foobie.nl)

Beide heren geven wat voorbeelden van het leveren van een actieve bijdrage: werken, mensen die zich laten scholen (ook studenten), bepaalde vormen van vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld in de zorg of het onderwijs) en ook de jongere ouderen (tot 75 jaar) zouden deels een participatie-inkomen moeten krijgen wat bekostigd moet worden door de Aow evenredig te verlagen. Dit om hen te stimuleren meer dan nu actief te participeren. Dit klinkt goed en past helemaal in de huidige ’participatiesamenleving’.

Maar toch. Wanneer draag je actief bij en wie bepaalt dat? Is het als vrijwilliger trainen van een team voetbalpupillen geen actieve bijdrage en hetzelfde doen als vrijwilliger bij een school wel? Is het zijn van bestuurslid van de fanfare geen actieve bijdrage? Is het zijn van voorzitter van de Rotary een actieve bijdrage? Is het verlamd op een bed liggen een actieve bijdrage? Is het vrijwillig schrijven van stukjes die mensen aan het denken zetten een actieve bijdrage?

Als we het basisinkomen nu eens als een gift zien? Zou van die gift dan niet net zoveel druk op wederkerigheid in solidariteit uit kunnen gaan? In vroeger jaren, en nu zelfs ook nog, verplichtte een gift tot een tegengift van minstens evenveel ‘waarde’.

Zouden de beide heren gevangen zitten in een frame dat de mens ziet als een calculerend wezen dat alleen zijn eigen belang najaagt?

Prikker, vrijdag 23 oktober 2015

Tegenprestatie

Tegenprestatie, een documentaire over de strenge uitvoering van de Participatiewet in Rotterdam. Doel van deze uitvoering is om bijstandsgerechtigden zo snel mogelijk aan betaald werk te helpen. De medewerkers zijn “er voor de bijstandsgerechtigden, om hen te ondersteunen,” aldus een medewerker van de gemeente. Een documentaire met een wrange bijsmaak.

Wrang wordt het als een van de medewerkers laat doorschemeren dat het hem niets uitmaakt wat iemand gaat doen, als er maar minder uitkering hoeft te worden verstrekt. Draait het om geld of om de mens?

Iedere bijstandsgerechtigde moet één dag per week ‘vuilnisprikken’ wat door de deelnemers als vernederend wordt ervaren. Wrang omdat op het schoonhouden van de buitenruimte eerst is bezuinigd. Is dit geen vorm van verdringing?

Tegenprestatie

(Illustratie: cwwb.nl)

Van iedere bijstandsgerechtigde wordt verwacht dat alle werk passend is en er dus ook op moet solliciteren, ook onder het werk- of opleidingsniveau. Ook al krijgen zij steevast te horen dat ze overgekwalificeerd zijn. Wat is het doel van het opdoen van de frustratie van een steevaste afwijzing?

Wrang omdat alles door de medewerkers moet worden vastgelegd in ‘het systeem’. Het enige wat de medewerkers, naast het leggen van verantwoordelijkheid bij de aanvrager, lijken te doen. “Zeker 200 tegenprestaties per persoon in het systeem ingevoerd … zodat ik en mijn manager aan de wethouder kunnen laten zien welk een fantastisch werk we hier hebben gedaan,” dat is de opdracht. Een op wantrouwen gebaseerd systeem. Wie is er belangrijker, de mens of het bureaucratische systeem?

Het meest wrang de meerwaarde van de aanpak en de inzet van die vele medewerkers lijkt nihil. Rotterdam kent bijna de laagste uitstroom uit de bijstand van Nederland.

Wat zouden de resultaten zijn van het verstrekken van een bijstandsuitkering zonder alle bureaucratie en verplichtingen? Een aanpak gebaseerd op vertrouwen in mensen?

Prikker, dinsdag 20 oktober 2015

Talentontwikkeling

“Het motto: haal eruit wat erin zit! Danstalenten, zangtalenten, sportieve talenten, kinderen worden misbruikt, hun talenten worden tentoongesteld alsof het bezitten van talent hen mooiere of betere mensen maakt,” aldus Marcel Rözer in De Volkskrant in een artikel waarin hij de nadruk op talent in de huidige jeugdsport bespreekt en in het bijzonder het voetbal. Rözer spreekt over kinderen, maar geldt dat ook niet voor iedereen? Doet competentie- en talentmanagement in het bedrijfsleven niet hetzelfde met volwassenen?

talent(Illustratie: blenderartists.org)

Talent is het toverwoord van de laatste jaren. Iedereen moet op zoek naar zijn talent, moet dit ontwikkelen en ontplooien. Om talent hangt een positieve sfeer. Het voelt prettig. Maar toch …

Je bent zelf verantwoordelijk voor de ontwikkeling van je talent en je succes hangt alleen af van je eigen inzet. Daar ben je zelf verantwoordelijk voor. Als dat zo is, ben je dan ook zelf verantwoordelijk voor je falen?

Stel ik heb een talent waarnaar geen ‘vraag’ is. Moet ik dan dat talent ontwikkelen en in de goot eindigen? Wat als ik een talent heb voor mislukking? Heeft iedereen wel een talent? Wat als ik geen talent heb? Wat als een groot gedeelte van de bevolking geen talent heeft? Hoe zit het dan met de verantwoordelijkheid voor het eigen succes of falen? Kunnen we mensen verantwoordelijk maken voor iets waar ze niets aan kunnen doen?

Is het hebben van een talent je eigen verdienste of is het een gevalletje van ‘toeval’? Van de juiste genen in de juiste omgeving? Zou het talent van Bill Gates hem ook hetzelfde succes hebben opgeleverd als hij was geboren als zoon van een ‘slumbewoner’ in een Indiase provinciestad?

Is de manier waarop naar talent wordt gekeken geen manier om mensen hun falen in de samenleving in de eigen schoenen te schuiven?

Prikker, maandag 19 oktober 2015