Uitgelicht

Election files 2: partijen uitsluiten

Na een kleine week gaf VVD-leider Dilan Yesilgöz antwoord op de vraag of haar partij nog in zee wil gaan met de PVV van Geert Wilders. “ Hij heeft opnieuw zijn kans verspeeld en heeft opnieuw zijn kiezers in de steek gelaten. In 2012 liep hij weg, terwijl ons land, op de rand van een economische crisis, juist behoefte had aan stabiliteit en leiderschap. Dertien jaar later, bleek er weinig veranderd. De laffe route van weglopen, is nog steeds de stijl van Wilders. Met zijn roekeloze gedrag, met zijn gebrek aan serieus uitgewerkte ideeën: keer op keer blijkt zijn eenmanspartij incapabel te zijn en niet te kunnen, maar vooral niet te wíllen leveren.” Met deze woorden lichtte zij haar besluit toe. Woorden waarmee Yesilgöz wil aangeven dat zij niet de partij en haar standpunten uitsluit, maar de persoon Wilders. Bijzonder omdat de partij alleen uit de persoon Wilders bestaat. Dat maakt het scheiden van de partij en de persoon lastig. In deze tweede Prikker onder de vlag Election files staat het uitsluiten van partijen centraal. Het uitsluiten van partijen is, zo betogen velen, niet democratisch want je sluit daarmee ook de kiezers van die partij uit. In deze Prikker onderzoek ik die uitspraak.

Onze Nederlandse democratie kenmerkt zich door de vele partijen. Partijen die allemaal een kans hebben op een zetel in de Tweede Kamer. Als een partij de kiesdeler haalt, dan krijgt deze partij een zetel in de Kamer. De kiesdeler wordt berekend door het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen te delen door 150, het aantal Kamerzetels. Sinds de invoering van het Algemeen kiesrecht is het nog nooit voorgekomen dat één partij meer dan de helft van de zetels veroverde bij een verkiezing. Gevolg hiervan is dat er altijd twee of meer partijen moeten samenwerken om tot een regering te komen die op steun kan rekenen van meer dan de helft van de Kamerzetels. Om een regering te vormen moeten er daarom altijd compromissen worden gesloten. Moeten partijen water bij hun wijn doen waardoor die wijn nooit zo smaakt als vooraf wordt gehoopt. Compromissen sluiten is makkelijker met partijen die dichtbij je staan qua denkbeelden. In een dergelijke constellatie is het niet handig als partijen elkaar al bij voorbaat uitsluiten. Immers, als partijen elkaar uitsluiten worden de mogelijkheden om een regering te vormen die op een meerderheid van de Kamerzetels kan steunen, beperkt. Er zijn immers minder ‘zetels’ die met elkaar willen samenwerken. Niet handig wil echter niet zeggen dat het niet democratisch is en dat daarmee kiezer buitenspel worden gezet.

Voor wat betreft ‘de kiezer buiten spel zetten, het volgende. De keuze van een partij om een andere in de ban te doen, betekent niet dat die partij de betreffende kiezers buitenspel zet. Zo’n besluit belet niemand om te stemmen op de partij van voorkeur. Bij verkiezingen wordt geen enkele kiezer buitenspel gezet. Zo’n uitspraak schept duidelijkheid. De kiezer weet voordat het vakje wordt gekleurd wat de gevolgen zijn van zijn stem op een van de beide partijen. Een stem op een van beide partijen betekent dat er niet met de andere wordt samengewerkt. Hierdoor wordt geen enkele kiezer buitenspel gezet. Alle partijen kunnen gewoon hun parlementaire werk doen waarvoor ze gekozen zijn. De metafoor van ‘buitenspel zetten’ is een verkeerde. Want als er in het geval van uitsluiting vooraf sprake is van ‘buitenspel zetten’, dan worden er na de formatie nog veel meer kiezers ‘buitenspel gezet’. Dan staat de gehele oppositie ‘buitenspel’. Kern van het spel is nu juist een strijd tussen coalitie en oppositie. Een spel dat voor de kiezer duidelijk maakt dat er andere keuzemogelijkheden zijn. Dat de meerderheid niet de wijsheid in pacht heeft. Het uitsluiten van een partij zet niemand ‘ buitenspel’ en is ook niet ondemocratisch.

Sterker nog, het uitsluiten van een partij kan juist zeer democratisch zijn. Een democratie staat open voor iedereen. Ook voor partijen die aan haar en vooral de rechtsstaat willen ondermijnen en afschaffen. Partijen die de basisnormen, waarover ik in de eerste Prikker in deze reeks schreef, aan de laars lappen. Elke zichzelf respecterende democratische partij doet zo’n partij in de ban. Ermee samenwerken is een hellend vlak. De PVV is zo’n partij. Een partij die uitblinkt door het gebrek aan democratie. Ze bestaat uit en draait om een persoon, Wilders, en kent geen interne tegenspraak. Een van de belangrijkste kenmerken van een democratie is juist tegenspraak. Het is een partij die de mensen verdeelt en ongelijk behandelt. Een partij die de rechterlijke macht ondermijnt door te spreken over ‘D66-rechters’, door rechters ‘knettergek’ en ‘PVV-haters’ te noemen en die het parlement ‘nep’ noemt. Dat laatste is bijzonder omdat hij geen conclusies uit trekt. Hij blijft lid van dat neppe parlement en is inmiddels het langst dienend Kamerlid. De PVV is echter niet de enige partij die op democratische en rechtsstatelijke gronden in de ban gedaan moet worden. Ook de Staatkundig Gereformeerde Partij zou om die redenen in de ban gedaan moeten worden. De partij behandelt vrouwen op een andere manier dan mannen en dat is in strijd met onze Grondwet.

In zijn boek Protecting Democracy in Europe. Pluralism, Autocracy and the future of the EU beschrijft Tom Theuns manieren waarop: “ autocratische invloeden in het beleid en de wetgeving van de Europese Unie op coherente wijze kunnen worden ingeperkt.”1 Hij onderscheidt hiervoor op hoofdlijnen twee mogelijkheden om autocraten binnen de EU in te perken. Als eerste wettelijke inperking van autocratische landen. Dit kan op een zachte manier, door: “sociale druk, dialoog en controle.2 Dit is de manier waarop de EU tot nu toe acteert tegen autocratische en naar autocratie neigende landen. Het kan ook op de harde manier, door: “maximaal coherente uitsluiting.3Dit moet ertoe leiden dat een autocratisch land, zo betoogt Theuns: “binnen de passende grenzen die worden gesteld door normatieve coherentie en de legitieme reikwijdte van de bevoegdheden van de EU, hoe minder democratisch een EU-lidstaat wordt, hoe minder invloed het over het algemeen zou moeten hebben op de wetgeving en beleidsvorming van de EU.” De tweede manier is: “politieke indamming. … Dit kan in de vorm van verschillende vormen van politieke niet-coöperatie en geen gebaren van goede wil, zoals gedeelde fotomomenten, uitwisseling van geschenken, gezamenlijke persconferenties en openbare felicitatieboodschappen uit te wisselen. … (A)utoritaire actoren in de EU-politiek moeten zoveel mogelijk politieke legitimiteit en prestige worden ontnomen door pro-democratische EU-actoren.4Een soortgelijke lijn kan ook worden gevolgd bij het omgaan met anti-rechtsstatelijke partijen.

Maximaal coherente uitsluiting is het van tevoren aangeven niet met een dergelijke partij samen te willen werken. Politieke indamming door niet met deze partijen te praten en door ze geen podium te bieden. Dus ook geen Kamer voorzitterschap van de Kamer. Want samenwerken met dergelijke partijen ondermijnt onze democratie en onze rechtsstaat. Daarom ageerde ik eind 2023 ook sterk tegen het advies van verkenner Plasterk om: “Te onderzoeken of er overeenstemming is of kan worden bereikt tussen de partijen PVV, VVD, NSC en BBB over een gezamenlijke basislijn voor het waarborgen van de Grondwet, de grondrechten en de democratische rechtsstaat.” Zoals ik toen aangaf zou: “Een zichzelf respecterende democraat zegt dat de in de Grondwet opgenomen grondrechten niet ter discussie staan. Een zichzelf respecterende democraat adviseert niet samen te werken met een partij die de in de Grondwet opgenomen rechten wil beperken. Een zichzelf respecterende democraat waarschuwt voor dit hellend vlak in plaats van het te adviseren.” Helaas hebben de VVD, NSC en VVD dat gesprek wel gevoerd. Daarmee hebben ze onze rechtsstatelijke democratie een slechte dienst bewezen. Een slechte dienst omdat het leidde tot de meest incompetente regering in onze parlementaire geschiedenis. Maar vooral een slechte dienst omdat de partijen aangaven dat die rechtsstatelijke democratie onderdeel van onderhandeling is en dus bij hen niet in goede handen is.

Dat de democratische rechtsstaat bij deze partijen niet in goede handen is, bleek ook bij de val van de regering. Aanleiding voor die val was het ‘tienpuntenplan’ van Wilders. De drie andere partijen gaven allemaal aan dat ze de tien punten wilden laten onderzoeken. Op zich is dat niet verkeerd. Dat is het achter wel als er punten bij zitten die in strijd zijn met onze democratische rechtsstaat en enkele van de punten zijn dat. Het afnemen van het Nederlanderschap van iemand met een dubbele nationaliteit na een gewelds- of zedenmisdrijf is in strijd met de democratische rechtsstaat. Het maakt namelijk dat Nederlanders verschillend behandeld kunnen worden. Door dit idee van Wilders niet expliciet af te wijzen, laten deze partijen zien dat zij het niet zo nauw nemen met de grondrechten. Dit laat zien dat het vlak dat met het advies van Plasterk is gaan hellen, verder is gaan hellen.

Het vlak is gaan hellen maar het is nog niet te laat. Daarvoor is het wel nodig dat echte democratische partijen erkennen dat de PVV en de SGP geen democratische partijen zijn en dat er met hen geen zaken worden gedaan. Minstens zo belangrijk is dat de reguliere media dit her- en erkennen. Dat zij deze partijen beschrijven voor wat ze zijn: niet democratisch en niet rechtsstatelijk. Aan de ene kant om de sociale druk op te bouwen en aan de andere kant door geen aandacht te besteden aan deze partijen. Door hun plannen, ideeën en in het geval van Wilders ook zijn x-berichten te negeren. En in verkiezingstijd door ze niet te interviewen en niet uit te nodigen voor lijsttrekkersdebatten. Dit steevast met de vermelding dat ze niet worden gevraagd omdat ze niet democratisch zijn.

1 Tom Theuns, Protecting Democracy in Europe. Pluralism, Autocracy and the future of the EU, pagina 127

2 Idem, pagina 133

3 Idem, pagina 137-138

4 Idem, pagina 143

Uitgelicht

Election files 1: Wo ist das Volk?

Op 29 oktober 2025 gaan we in Nederland weer naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Weer, want het is de derde keer in vierenhalf jaar. Dit terwijl de Grondwet in artikel 52 stelt dat de zittingsduur van de Kamer vier jaar is. In de periode tot en met de verkiezingen zal ik onder de noemer van de ‘verkiezingsfiles’ aandacht besteden aan deze verkiezingen en onze parlementaire democratie en democratische rechtsstaat. Vandaag de eerste in deze rij. Deze eerste handelt over het begrip volk.

Het volk wil …’ en dan er iets achteraan. En de wil van het volk moet dan koste wat het kost uitgevoerd worden. “De wil van het volk’ moet triomferen. Maar wat wil het volk? Voor het woord volk kan ook ‘de kiezer’ of ‘de Nederlander’ worden ingevuld. Volgens Wilders en met hem de leiders van de VVD, BBB en NSC was dat het ‘ strengste asielbeleid ooit’. Deze partijen bezetten samen 88 van de 150 Kamerzetels. Een meerderheid en daarmee bepaalden zij ‘wat het volk wil’. Sterker nog, PVV-leider en enigst lid Wilders ziet het nog anders: het volk wil wat hij wil want zijn partij behaalde de meeste zetels. Laten we eens wat nader naar het begrip volk kijken. Dit doe ik met de vraag ‘ wo ist das Volk’ als begin. Want zo duidelijk als in de dagen van de val van de Duitse muur, toen de demonstranten ‘wir sind das volk’ riepen, is het niet.

Bron: Wikipedia

Volk: de digitale Van Dale geeft zes betekenissen waarvan er twee relevant zijn voor deze nadere studie. Als eerste de: “historisch gegroeide gemeenschap van erfelijk verwante mensen met min of meer gelijke taal en gewoonten: het Engelse volk.” Als tweede: “de gezamenlijke bewoners van een staat.” Door de woorden erfelijke leest de eerste betekenis als een zeer uitgebreide familie. Dit is de manier waarop Wilders, Trump, Orban en in hun spoor veel anderen het volk zien. Het volk dat zijn de ‘echte Nederlanders’ en wie ‘echt’ is, bepaalt vooral degene die zich erop beroept. Bij de tweede betekenis ontbreekt die historische context. Het volk zijn de mensen die in het hier en nu in een staat wonen.

In zijn Spinoza-lezing uit 2012 kent de Franse denker over democratie Pierre Rosanvallon het volk veel meer dimensies toe. Volgens Rosanvallon is het volk onmisbaar in een democratie, ook al is het zoals hij beweert: “in de democratie structureel nergens te vinden.” Het volk is onmisbaar. Het beroep dat politici erop doen is gevaarlijk. Gevaarlijk voor mensen en voor de democratie. Als het volk nergens te vinden is: “hoe dan de structurele crisis van de vertegenwoordiging te boven te komen die eruit voortvloeit en onze gevoelens van in de steek gelaten zijn aanwakkert, die de ontgoocheling en het wantrouwen tegenover de instituties voeden?1”.

Veel politici zoeken die in de versimpeling. Het volk is wat de meerderheid wil: 50 procent plus één. Weer andere politici versimpelen door het volk te beperken tot specifieke groepen. Ze hanteren de eerste betekenis uit de digitale Van Dale. Weer anderen, zoals Trump en zijn aanhangers, combineren die twee; Omdat Trump tot president is verkozen, is hij samengesmolten met het volk: zijn wil is de volkswil. Als hij spreekt over het volk, dan wordt ‘het volk’ beperkt tot ‘echte Amerikanen’ en wie dat zijn is vaag. Een transgender behoort er in ieder geval niet toe. Iemand met een donkere huidskleur of een Spaanstalige moet zich zorgen maken net als iemand die op de democraten stemde. Rosanvallon kiest bij zijn zoektocht naar het volk voor een andere weg. In plaats van de versimpeling zoekt hij de simplificering. Hij ziet vijf dimensies van het volk.

Als eerste, ook al in de vorige alinea genoemd, het ‘rekenkundige volk’, dat bezit: “een beslissende, zowel sociale als procedurele consistentie.” Immers: “We kunnen eindeloos discussiëren over de definitie van het algemeen belang, over wat de beste politiek is om op dit of dat gebied te voeren, maar het feit dat 51 meer is dan 49 maakt een einde aan alle discussies.” Hij gaat verder met zijn tweede dimensie: “Maar het volk manifesteert zich ook als een historische constructie,” en daarmee zijn we bij de grondwet: “Dit volk/principe laten leven betekent dus een juridisch volk laten leven, en niet slechts een electoraal of rekenkundig volk. Vandaar de rechtvaardiging van de superioriteit van de constitutionele orde boven de orde van de kortstondige meerderheid.” Als we in onze huidige wereld om ons heen kijken, dan zien we dat op verschillende plekken wordt getornd aan de superioriteit van de constitutionele orde. We zien dat tornen in meer en minder gevorderde staat in Hongarije, de Verenigde Staten en Polen. Maar ook Nederland is er niet van gevrijwaard. Dat de vier partijen die de recentelijk gevallen regering vormden eerst een rechtsstatelijke verklaring opstelden, wijst op tornen aan die orde. Een derde dimensie van het begrip ‘volk’ is: “de figuur van de verwachtingen, ontgoochelingen, betwistingen of beproevingen van het gemeenschappelijke leven, dat op een gegeven moment over een stuk uit het collectieve leven vertelt of het tot uitdrukking brengt.” Dit volk bestaat volgens, Rosanvallon: “ofwel via instituties die handelen leiden – bijvoorbeeld syndicaten -, ofwel via zijn directie manifestatie in de revolutionaire momenten die verlengd worden door het verhaal dat ze vergezelt.” De vierde dimensie:“is het volk bestaande uit ‘willekeurige individuen’.” Dit volk drukt zich uit:“via peilingen of van het toeval afhangende uitingen, waarderingsmechanismes van de een of ander.” De laatste dimensie is:“het volk zowel als belofte als herinnering, het volk als bouwer van een toekomstige geschiedenis en als erfgenaam van een traditie.” Dit volk wordt vertegenwoordigd door:“de kunst, de literatuur, de sociale wetenschappen, de onderzoeken en allerlei getuigenissen.” Dit is het volk waar politici zich op beroepen als ze over waarden en tradities spreken. Het volk waar Wilders en Trump het over hebben als ze over ‘het volk spreken, de ‘echte’ Nederlander of Amerikaan.

Daarmee is de vraag naar het hoe de structurele crisis van vertegenwoordiging te boven te komen, niet beantwoord. Dat antwoord begint, zo betoogt Rosanvallon, met het accepteren van de complexheid:“We moeten het volk dus begrijpen als een structureel onbepaald object, maar een waarvan de bepaling benaderd kan worden door vergroting van de erkenning van zijn verschillende vormen.” Accepteren want: “in deze vermeerdering ontstaat het leven, en niet simpelweg in het zoeken naar een enkel principe dat alle mogelijkheden ervan uitputtend zou bevatten.” ‘Het volk’ spreekt zich op zeer veel verschillende manier uit. Zeer veel verschillende manieren, met veel verschillende stemmen en veel verschillende inhouden. Daar moet ruimte voor zijn, dat moeten we koesteren en niet versimpelen.

Die complexiteit vraagt om terughoudendheid van mensen die het volk vertegenwoordigen: onze volksvertegenwoordigers en bestuurders. Terughoudendheid die ermee begint je te realiseren welke dimensie van het volk ze vertegenwoordigen. Ze vertegenwoordigen het volk in de eerste twee dimensies van Rosanvallon: ze besluiten namens het volk bij meerderheid en ze vertegenwoordigen de constitutionele orde.

Twee dimensies die elkaar raken maar die ook met elkaar kunnen conflicteren. In de eerste dimensie beslist de meerderheid maar wat die meerderheid beslist kan het volk in de tweede dimensie aantasten. Neem de roep om het demonstratierecht te beperken. Een besluit bij meerderheid om het demonstratierecht te beperken tast het volk, de constitutionele orde, aan. Een extreem voorbeeld hiervan is het ontnemen van de Nederlandse nationaliteit van mensen met een dubbele nationaliteit als zij zich schuldig maken aan gewelds en zedendelicten. Iets waar Wilders in een van zijn tien punten die het kabinet Schoof deed vallen voor pleitte. Dit tast de constitutionele orde aan omdat het bij het straffen van mensen voor misdaden, onderscheid maakt op basis van iets wat niet ter zake doet.

In hun boek How Democracies Die betogen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt dat er twee basisnormen zijn die voorkomen dat een democratie op dit punt ontspoort. Zij onderzoeken de Amerikaanse democratie maar deze twee basisnormen zijn universeel voor iedere democratie. Die normen zijn: “Wederzijdse tolerantie, of begrip dat concurrerende partijen elkaar accepteren als legitieme rivalen, en tolerantie, of het idee dat politici terughoudendheid moeten betrachten bij het inzetten van hun institutionele bevoegdheden.2Tolerantie en terughoudendheid moeten voorkomen dat onze samenleving uit het lood slaat.

Een voorbeeld om dit duidelijk te maken. In Nederland worden rechters op voorspraak en advies van de Landelijke selectiecommissie rechters voor het leven benoemd door de Kroon en dus door de regering. Tot op heden is die benoeming een formaliteit en bemoeit de regering zich hier inhoudelijke niet mee. Een voorbeeld van het terughoudend inzetten van een institutionele bevoegdheid. Die terughoudendheid heeft er tot op heden voor gezorgd dat de politieke voorkeur van rechters geen rol speelt bij hun benoeming. Niets staat echter een toekomstige regering in de weg om de terughoudendheid te laten varen en rechters te benoemen op grond van hun politieke voorkeur. Dit met alle gevolgen voor de constitutionele orde.

Als we naar onze Nederlandse democratie kijken dan zien we dat deze basisnormen onder druk staan. Het dedain en zelfs de haat waarmee bijvoorbeeld GroenLinks/PvdA leider Timmermans wordt benaderd door het grootste deel van de rechterkant van het politieke spectrum getuigt van weinig tolerantie. Het willen regelen van zaken via een noodwet getuigt niet van terughoudendheid om institutionele bevoegdheden in te zetten. Net zoals de manier waarop Wilders met zijn ‘10 punten’ zijn zin wilde doordrijven, getuigt niet van terughoudendheid. Maar ook besluiten van beperktere orde, zoals het niet meer nakomen van bestuurlijke afspraken en convenanten die door een eerder kabinet zijn gemaakt, getuigen niet echt van terughoudendheid.

Ook een andere dimensie van het volk staat onder druk door gebrek aan terughoudendheid. Dat is het volk handelend via instituties. Instituties zoals actiegroepen die zich voor specifieke doelen inzetten. Kamerleden, zoals SGP-leider Stoffer, die dergelijke organisaties willen belemmeren te procederen tegen de staat omdat ze het, zoals in de Volkskrant van 26 juni 2024 verwoordt: “onverteerbaar (vinden) dat kleine (linkse) milieuorganisaties met een onduidelijke achterban via de rechtbank besluiten van de democratisch gekozen (rechtse) volksvertegenwoordiging kunnen ‘overrulen’. ‘Hoeveel leden heeft Urgenda? De representativiteit zit hier in deze Kamer. Wíj controleren het kabinet en niet clubs als Urgenda, gesponsord en gesubsidieerd door de Postcodeloterij’, zei Stoffer vorig jaar tijdens dat klimaatdebat.” Stoffer stond hierin niet alleen want dit belande in het Hoofdlijnenakkoord in de passage: “Er wordt onderzocht of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel.3Die passage heeft nog niet tot wetgeving geleid. De schade is daarmee nog beperkt. Maar dat er over dergelijke zaken wordt nagedacht laat zien dat basisnormen onder druk staan.

Anders dan Stoffer beweert, zit het volk niet alleen in het parlement waar Stoffer onderdeel van uitmaakt. Het volk kent meerdere gedaanten en al die gedaanten hebben een plek in een democratische en rechtsstatelijke samenleving. ‘Het volk’ zit op veel meer plekken, wordt op veel verschillende manieren vertegenwoordigt en spreekt zich op veel verschillende manieren uit.

1 De Spinozalezing is opgenomen in: Pierre Rosanvallon, Democratie en Tegendemocratie, pagina 65-89. De verschillende dimensies van het begrip volk waarnaar in deze Prikker wordt verwezen, worden beschreven op pagina 78-82

2 Steven Levitsky, Daniel Ziblatt, How Democracies Die. What History Reveals About our Future, pagina 8 (eigen vertaling)

3 Zie het Hoofdlijnenakkoord pagina 18

Uitgelicht

De simpele wereld van Plasterk

En tenslotte moet er in Europa en in Nederland echt opeens zo enorm veel geld naar defensie, of kan dat een snippertje minder?” Met die terechte vraag sluit Ronald Plasterk in De Telegraaf een column van zijn hand1. Een terecht vraag waaraan ik in een eerdere Prikker al aandacht besteedde. En bijzondere column over de oorlog in Oekraïne en de gevolgen die dit heeft in Nederland.

Rusland is de oorlog begonnen en dat is fout want een ander land binnenvallen mag niet. Maar het wordt complexer, zo betoogt hij: “als je de geschiedenis erbij pakt.” Complexer want: “Ten eerste is het oostelijke deel Oekraïne qua cultuur meer Russisch dan Oekraïens: de meeste mensen op de Krim spreken Russisch. Oekraïne was volledig onderdeel van de Sovjet-Unie. Tot het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 werden de aanduidingen Rusland en Sovjet-Unie steevast door elkaar gebruikt. De precieze indeling binnen de Sovjet-Unie werd door de rest van de wereld als een interne kwestie beschouwd. Oekraïne was zelfs binnen de Sovjet-Unie onderdeel van Rusland totdat de opvolger van Stalin, Chroesjstjov, zelf geboren Oekraïner, het in 1954 als geste indeelde bij Oekraïne.”

Uit de film 300: De Spartanen onder Leonidas bij Thermopylae. Bron: Flickr

Voor wat betreft het laatste, de Krim was tot 1954 onderdeel van de Sovjetrepubliek Rusland en werd toen inderdaad door Chroesjstjov ingedeeld bij de Sovjetrepubliek Oekraïne, een republiek waarvan in 1917 voor het eerst sprake was. En ja, dat indelen van de Krim was een interne aangelegenheid van de Sovjet-Unie. Deze vergissing is Plasterk vergeven. Voor wat betreft het belangrijkste, de constatering dat de Russische inval in Oekraïne fout is, die verandert niet met de door Plasterk geconstateerde complexiteit van de geschiedenis. Die inval blijft nog steeds fout.

Wat ook fout is, is de manier waarop Plasterk de door hem geschetste historische complexiteit gebruikt om die fout begrijpelijk te maken. Dat er culturele verwantschap is of dat men eenzelfde taal spreekt, maakt nog niet dat het ene land het recht heeft om die delen van dat andere land in te nemen. Dat Nederlanders, volgens de Duitsers, tot de Germaanse volkeren behoorde, maakte nog niet dat ze in 1940 het recht hadden Nederland binnen te vallen. Met dit argument zouden de Spanjaarden hun voormalige wereldrijk terug kunnen veroveren. Er is immers culturele en taalkundige verwantschap. En geeft die spraakverwarring waarbij de Sovjet-Unie en Rusland door elkaar werden gebruikt, de Verenigde Staten het recht om heel Noord-, Midden en Zuid-Amerika te bezetten omdat het land wel eens wordt ‘verward’ met Amerika. Een ‘spraakverwarring’ waaraan Plasterk zich in zijn column ook schuldig maakt?

Dan het ‘volledig onderdeel zijn van de Sovjet-Unie’. Dat lijkt verdacht veel op Poetins argument dat hij het ‘groot Rusland” van weleer nastreeft. Dan kunnen de andere voormalige Sovjetrepublieken hun borst wel nat maken. Met zo’n redenering kan Nederland ook weer beslag leggen op Indonesië en als we toch bezig zijn het voormalige Nieuw Amsterdam. Maar, pech voor Nederland want Frankrijk kan zich Nederland dan weer toe-eigenen en een broer van Macron als ‘koning’ op de troon zetten. Alleen zullen de al eerder genoemde Spanjaarden daar tegen inbrengen dat de Nederlanden toch echt ooit van hen waren. Behalve dan dat de Italianen daar weer tegenin kunnen brengen dat dit toch allemaal bij het Romeinse Rijk hoort.

Volgens Plasterk is de weg via het Internationaal Strafhof heilloos: Dat Strafhof huist in Den Haag en geen enkele grote wereldmacht is er lid van: de Verenigde Staten, China, Rusland en India zijn allemaal geen lid. Het oordeel over Poetin toont vooral aan hoe relatief nutteloos het Strafhof is; niemand denkt dat politieagenten naar het Kremlin gaan met een arrestatiebevel.”De kans op dat laatste is inderdaad klein en inderdaad zijn er landen die geen lid zijn van het Strafhof. Dat maakt een veroordeling echter nog niet nutteloos. Met een veroordeling wordt een daad tot een misdaad verklaard. En mocht het onverwachte toch gebeuren en er een geslaagde opstand tegen Poetin komen, dan biedt die veroordeling een mooie weg om het probleem het land uit te krijgen. Iets waar de Duterte, de voormalig president van de Filipijnen over mee kan praten. Het recht is het enige wat ons behoed voor het recht van de sterkste.

Doorvechten en Poetin verslaan (is) onrealistisch,” aldus de titel van de column. “Wat moet je je daarbij voorstellen: Zelenski die optrekt naar Moskou en de Oekraïnse vlag plant op het Kremlin?” Dat Zelenski die vlag gaat planten is niet realistisch maar er zijn meer overwinningen mogelijk dan de totale overwinning gesymboliseerd door het planten van die vlag. Zo zat Xerxes I de heerser van het Perzische rijk nog steeds stevig op zijn troon na de vernederende nederlaag tegen de veel geringere Griekse strijdkrachten onder leiding van de Spartaanse koning Leonidas en zijn 300 hoplieten in de slag bij Termopylae en de vernietiging van zijn vloot door de Grieken onder leiding van de Atheners aangevoerd door Themistocles in de slag bij Salamis. Xerses droop af want een grootse overwinning zat er niet meer in. Het restant van zijn troepen, onder leiding van Mardonius werd in de slagen bij Plataeae en Mycale verslagen. De Perzen waren verslagen zonder dat er ook maar één Griekse vlag op een van de Perzische koningssteden werd geplaatst. Het rijk bleef nog bestaan totdat Alexander de Grote zo’n 150 jaar later Darius III versloeg en het hele Perzische rijk veroverde. Om een oorlog te winnen, hoef je de vijand niet te verslaan. Voor degenen die een recenter voorbeeld willen. De Verenigde Staten verloren de oorlog in Vietnam zonder dat er een Vietnamese vlag op het Witte Huis werd geplaatst. Of de nederlaag van de Sovjets en recentelijk ook de Verenigde Staten en de NAVO in Afghanistan.

Er zijn maar twee realistische mogelijkheden: heel veel geld verschaffen voor zoveel mogelijk wapens, om het bloedvergieten te verlengen: of op zo kort mogelijke termijn een vredesakkoord,” zo vervolgt Plasterk. En is: “het kleinste kwaad (…) om zo snel mogelijk te stoppen met bloedvergieten op basis van ongeveer de status quo.” Zou hij er hetzelfde over denken als zijn buurman 20% van Plasterks tuin zou annexeren omdat die ‘cultureel’ altijd al veel op de tuin van de buurman leek. Er stonden immers voor het grootste deel dezelfde planten in en de schaduw van die mooie eik viel toch vooral in de tuin van de buurman.

Natuurlijk wil bijna iedereen bloedvergieten stoppen. Maar net zoals er tussen een overwinning en een totale overwinning hele werelden zitten, zitten er hele werelden tussen een akkoord om bloedvergieten te stoppen en een vredesakkoord. Daarvoor hoeven we alleen maar naar die andere oorlog te kijken, de al meer dan honderd jaar durende oorlog tegen het Palestijnse volk. In die honderd jaar zijn er al verschillende akkoorden gesloten om het bloedvergieten te stoppen. Van vrede is echter nog steeds geen sprake. Of neem de bijna tweehonderd jaar durende Frans-Duitse strijd. In die strijd werden verschillende akkoorden gesloten. Zo beëindigde de Vrede van Frankfurt de oorlog van 1870-1871. Dat akkoord bleek geen beletsel voor een nieuwe oorlog die in 1914 startte. Een oorlog die in 1918 met de vrede van Versailles werd beëindigd. Weer een akkoord dat niet voorkwam dat er in 1939 een nieuwe oorlog uitbrak. Die Frans-Duitse strijd werd pas beëindigd toen er na de vernietigende Tweede Wereldoorlog voor een andere oplossing dan een akkoord werd gekozen namelijk Europese samenwerking in plaats van rivaliteit. Om de oorlog in Oekraïne te beëindigen is meer nodig dan een akkoord om de wapens neer te leggen. Namelijk een gedeelde visie op dewereld waarin beide partijen zich zonder rancune kunnen vinden en die verder gaat dan het neerleggen van de wapens. Zolang die er niet is wordt huidig bloed gespaard ten koste van toekomstig bloed en wordt er veel geld verschaft voor het kopen van wapens om dat toekomstige bloed te vergieten.

Plasterk gaat verder: Van oudsher was links tegen militarisme tegen kruisraketten, voor het gebroken geweertje, voor dienstweigeren. Links was veel pacifistischer dan rechts. Nu zien we een omkering: links wil de defensiebudgetten snel verhogen. Het is niet duidelijk tegen welke vijand Nederland zich opeens enorm zou moeten bewapenen. Amerika zal het niet zijn. China is heel ver weg, dus kan het alleen gaan over Rusland, maar we zien dat Rusland al moeite heeft om zijn voormalig stukje Oekraïne te verdedigen.” Even voor Plasterk, Rusland verdedigt dat stukje Oekraïne niet, het valt het aan. En ja, het heeft daar moeite mee. Voor wat betreft tegen welke vijand we ons zouden moeten bewapenen is het antwoord simpel, tegen iedere mogelijke vijand, ook mogelijk de Verenigde Staten. Hoe dit moet, weet ik niet maar dat het zorgvuldig moet, heb ik al eerder betoogd. De sneer naar links is bijzonder. Bijzonder omdat de strijd tegen de kruisraketten zich in een heel andere tijd afspeelde dan nu. Een tijd waarin twee ideologisch met elkaar in conflict zijnde supermachten die elkaar en de rest van de wereld vasthielden in de MAD-doctrine: Mutual Assured Destruction. Nog meer kernwapens veranderden daar niets aan. De wapens om elkaar en de wereld gegarandeerd te vernietigen hebben ze nog steeds. Van een bipolaire wereld is echter geen sprake.

Rechts in het politieke spectrum staat Trump. In de Nederlandse media is geen sympathie voor Trump te vinden. Zijn botte stijl geeft ook geen aanleiding tot warmte. Maar juist in deze kwestie is deze voorman van politiek rechts nu de vredes duif.” Aldus Plasterk. Trump als vredesduif, een heel bijzondere constatering. Ja, bij zijn inauguratie sprak hij uit de geschiedenisboeken in de willen gaan als ‘peace maker’ en klopte zich op de borst voor het eerste wapenfeit in die richting: een wapenstilstand in Gaza. Die wapenstilstand is al weer langer voorbij dan hij heeft geduurd en Israël maakt zich op voor het ‘innemen’ van delen en wellicht zelfs de gehele Gaza-strook, zo bericht de NOS. De zelfverklaarde ‘peace maker’ staat instemmend te knikken en wil het gebied, nadat het is ontdaan van de bevolking, wel als een bouwproject ontwikkelen tot een oord voor rijke patsers zoals hijzelf. Zijn acties om tot vrede te komen tussen Rusland en Oekraïne richten zich vooral op het afpersen Oekraïne en met stroop om de mond smeren van Rusland. Daar komt bij dat het juist Plasterks ‘vredesduif’ is die aandringt op Europese bewapening en het verhogen van de defensiebudgetten.

1 Zie voor de column dit bericht op LinkedIn

Uitgelicht

Het oog op de bal

Deskundig gelul of gelul van een deskundige? Die vraag stelde ik me toen ik hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans bij BarLaat het volgende hoorde zeggen over het vonnis dat de Franse politica Marine Le Pen trof:Hier komen dus de rechter en de democratie tegenover elkaar te staan en je wilt de ruimte zo open mogelijk houden voor het publieke debat. Iedereen moet zich kandidaat kunnen stellen want de kiezer moet als rechter optreden en niet de rechter.1Ik viel van mij stoel.

bron: Flickr

De rechter en de democratie tegenover elkaar? Ik dacht het niet. Democratie en rechtsstaat botsen hier niet. Stel ze had een moord gepleegd. Is het dan ook aan de kiezer om hierover te oordelen? Als politici de wet overtreden, en dat deed Le Pen volgens de Franse rechter, dan moeten ze gestraft worden net als iedere andere burger. Voor het vervolgen van misdrijven hebben we in Nederland het openbaar Ministerie en in Frankrijk het Bureau du Procureur. Die klagen namens de staat aan en vervolgens is het in Frankrijk net als in Nederland aan de rechter om een uitspraak te doen. Als de wetgever ontzegging van het passief en/of kiesrecht onderdeel van die straf heeft gemaakt, dan kan de rechter dit als straf opleggen. Stel ze had een moord gepleegd op. Als de procedure Voermans gevolgd zou zijn, dan zou er een snaar zijn geraakt. Namelijk een rechtsstatelijke en grondwettelijke. Dan zouden voor politici andere regels gelden dan voor iedere andere burger. Dan betekent populariteit onschendbaarheid. Dat lijkt me niet de kant die we op moeten.

Toen ik weer op was gekrabbeld viel ik stijl achterover toen ik op LinkedIn een post van de faculteit Staats- en Bestuursrecht van de Universiteit van Leiden zag. Een post waarin Voermans uitspraken zonder commentaar en kritische kanttekening worden aangehaald. Bijzonder!

Enigszins hersteld van die val achterover las ik het Commentaar van Peter Giesen in de Volkskrant. Terecht constateert hij dat: “ Het (…) de rol van de rechter (is) om wetten toe te passen, niet om aan politiek te doen. Als een scheidsrechter van een voetbalwedstrijd in de tweede minuut een zware overtreding constateert, zal hij de rode kaart moeten trekken, ook al beïnvloedt hij daarmee het verloop van de wedstrijd.” Bijzonder in zijn betoog is dan weer dat hij het discutabel vindt dat: “Le Pen is uitgesloten op basis van het oordeel van één rechter, wiens oordeel in hoger beroep ongedaan kan worden gemaakt.” Dit is niet discutabel. Daar is die rechter voor aangenomen en de wetgever heeft dat zo bepaald. En ja, in hoger beroep kan er anders worden besloten. Als dat gebeurt, dan is dat de nieuwe situatie en moeten we van daaruit verder. Daarop vooruitlopen heeft geen zin want het zou net zo goed kunnen dat de rechters in hoger beroep het vonnis bekrachtigen of zelfs nog zwaarder straffen.

Het zijn bijzondere tijden. Tijden waarin het lastig is om het oog op de bal te houden. Zelfs voor mensen wiens werk het is.

1 Vanaf ongeveer minuut 14.54.

Uitgelicht

Von Kreyfelts’ stropop

“Dus laten we stoppen met het heilige aura rond ‘de pers’ alsof die vanzelfsprekend boven alle kritiek verheven is. Journalisten zijn geen priesters. En wie de vrijheid van meningsuiting alleen verdedigt zolang het uit zijn eigen kring komt, is niet voor vrijheid, maar voor controle.” aldus Max von Kreyfelt in een artikel op LinkedIn. Bij het lezen van het artikel moest ik denken aan een stropop en dat schreef ik er ook onder. Een stropopredenering of stropop is een manier van redeneren waarbij je niet het werkelijke standpunt van je tegenstander weerlegt, maar een karikaturale variant ervan. Het is een drogredenering, een redenering die niet correct is maar wel aannemelijk lijkt.

bron: Flickr

Volgens Von Kreyfelt, zo begint hij zijn artikel, is: “Vrijheid van meningsuiting is geen persvrijheid—en het wordt tijd dat we dat hardop zeggen.” Volgens Von Kreyfelt leidt dit: “tot een hardnekkige verwarring in het publieke debat.” En dat is dat : “vrijheid van meningsuiting (…) hetzelfde als persvrijheid,” is. Vrijheid van meningsuiting is er voor iedereen en dat is, volgens Von Kreyfelt: “het fundamentele recht om iets te vinden, iets te zeggen, te choqueren, te verwarren, te confronteren. Zonder voorafgaande toestemming, zonder angst voor vervolging.” Deze definitie is correct op de woorden ‘zonder angst voor vervolging’ na. Persvrijheid is zo betoogt Von Kreyfelt: “een professioneel privilege: de ruimte voor journalisten en mediakanalen om te publiceren zonder staatsinmenging, zonder censuur, zonder dreiging. Het is een noodzakelijke pijler onder een gezonde democratie.” En hij vervolgt: “Maar het is géén schild tegen kritiek, géén vrijbrief voor misleiding, en zéker geen eigendomsrecht op de waarheid.”

Dit lijkt het een feitelijk verhaal. Artikel 6 eerste lid van onze Grondwet stelt dat: “Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren,” en lid 2 en 3 verbreden dit tot alle mogelijke middelen waarmee je je gedachten of gevoelens kunt openbaren. Het eerste lid gaat echter nog verder: “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Door deze toevoeging kun je wel worden vervolgd voor de gedachten of gevoelens die je uit. Welke geuite gedachten of gevoelens strafbaar zijn, wordt geregeld in het Wetboek van strafrecht. Zo zijn smaad, laster en het oproepen tot geweld strafbaar. Het wordt je niet vooraf verboden om je mening te uiten, je kunt er na het uiten echter wel voor worden bestraft.

Von Kreyfelt: “Willen we een volwassen democratie, dan moeten we dit onderscheid scherp trekken. De vrije meningsuiting hoort bij de burger. De persvrijheid hoort bij een beroepsgroep. De eerste is een mensenrecht. De tweede is een beroepsvoorrecht. En de één mag nooit worden ingezet om de ander te beperken.” Dit is onzin. De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zijn één en dezelfde. Ze stoelen allebei op hetzelfde artikel 6 van de Grondwet en zijn allebei een grondrecht. De vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zijn twee kanten van dezelfde medaille. Zonder vrijheid van meningsuiting is er geen vrijheid van pers en zonder vrijheid van pers en dus ook radio of televisie (artikel 6 tweede lid) of welk ander middel dan ook (artikel 6 derde lid) wordt het uiten van een mening erg lastig. Dan rest alleen je eigen stem. Persvrijheid is een grondrecht geen beroepsvoorrecht. Persvrijheid is er voor iedereen. Iedereen, niet alleen een journalist, kan publiceren zonder staatsinmenging. Journalisme is geen recht, het is een manier van werken voor het verzamelen, beoordelen en publiceren van informatie.

Volgens Von Kreyfelt: “gedragen veel gevestigde media zich alsof hun persvrijheid hen automatisch tot hoeder van de meningsvrijheid maakt. Alsof kritiek op hén gelijkstaat aan een aanval op de democratie. Ze framen zichzelf als het baken van redelijkheid en ratio, en iedereen die daar buiten valt—te radicaal, te ongehoord, te ongefilterd—wordt weggezet als bedreiging.” En hij gaat verder: “juist in naam van “de vrije pers” worden tegenwoordig meningen onderdrukt. Schrijvers worden geweerd van podia. Academici worden gecanceld. Onafhankelijke platforms worden weggezet als gevaarlijk, omdat ze zich onttrekken aan de codes van de institutionele journalistiek. En ironisch genoeg zijn het vaak journalisten zelf die oproepen tot het deplatformen van andere stemmen.” Dat journalistieke media schrijvers of wetenschappers niet vragen om deel te nemen aan een praatprogramma of hun artikelen niet plaatsen, wil niet zeggen dat de vrijheid van meningsuiting wordt onderdrukt of dat zij ‘gecanceld’ worden. Mijn vrijheid om een stuk te schrijven betekent niet automatisch dat een krant dat stuk moet plaatsen. Het is aan het medium om te bepalen wat het plaatst en wat niet. Als mijn bijdrage daar buiten valt, wil dat nog niet zeggen dat het betreffende medium mij als een bedreiging van haar redelijkheid ziet.

Ik ben trouwens erg benieuwd welk platform dan ‘onafhankelijk is’? Een vraag die ik Von Kreyfelt ook stelde maar waarop ik tot op heden nog geen antwoord heb. En ja, platforms die zich onttrekken aan de journalistieke codes en die kunnen gevaarlijk zijn. Door dit woord te gebruiken wekt Von Kreyfelt de suggestie dat een journalistiek medium afhankelijk is en dat klopt. Maar dat geldt voor ieder platform of medium. Daarin verschilt Twitter niet van de Volkskrant of de Ballonnendoorprikker. Ja ook de Ballonnendoorprikker is afhankelijk. Het hangt namelijk af van mij, de schrijver die de Ballonnendoorprikker als pseudoniem gebruikt. Zonder die schrijver was er geen Ballonnendoorprikker.

En daarmee hebben we de stropop: de karikaturale vertekening van de werkelijkheid. Van de grondwettelijke werkelijkheid en van de journalistieke werkelijkheid. In onze Grondwet zijn de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van pers twee kanten van deze medaille. Ze staat niet tegenover elkaar. Het is van tweeën een. Kranten die iets niet plaatsen of talkshows die iemand niet uitnodigen maken zich niet schuldig aan het beperken van de vrijheid van meningsuiting. Er is geen plicht voor een medium om alles wat wordt ingezonden, te plaatsen. Het staat ieder medium daarin vrij eigen keuzes te maken. De suggestie dat er ‘onafhankelijke platforms’ zijn, en dat die tegenover de ‘afhankelijke journalistieke platforms’ staan, is onzin. Het zal best dat een enkele journalist zich ‘boven alle kritiek verheven’ vindt. Het beeld dat de complete journalistieke wereld zich zo ziet, is een zeer grote vertekening van de werkelijkheid. Deze karikatuur schets Von Kreyfelt omdat hij vindt dat journalistieke media te weinig aandacht besteden aan bepaalde gedachten en gevoelens. Dat kan en mag hij vinden en die gedachte of mening mag hij uiten en dat doet hij ook. Net zoals ik hem erop mag wijzen dat hij hierbij gebruik maakt van een stropop, mag vragen naar onderbouwing en ik het gebruik van een stropopredenering schadelijk mag vinden.

Uitgelicht

Wilders en de waarheid

“Het is schandalig wat hier gebeurt. Minister Keijzer kondigde in februari al een wetsvoorstel aan om de voorrang voor statushouders op sociale huurwoningen af te schaffen, een maatregel die rechtvaardig is en de Nederlandse woningzoekenden eindelijk een eerlijke kans geeft. Maar wat doen die linkse, eigenwijze gemeenten? Ze negeren het simpelweg.“Zo lees ik in een artikel van Michael van der Galien bij De Dagelijkse Standaard. Bij dat bericht een tweet van enigst PVV-er van Nederland Geert Wilders met de boodschap: “Roep die gemeenten tot de orde @minister_vro Keijzer het is totaal onaanvaardbaar dat ze dwars gaan.” Want zo sluit hij af: “De afspraak is dat de voorrang voor statushouders voor huurwoningen verdwijnt en met minder nemen we geen genoegen.” Die stoute gemeenten. Of ligt het anders?

De vraag stellen is hem beantwoorden. Het ligt anders. Het bijzondere is dat Wilders in de tweede vragende zin die tussen de beide genoemde zinnen staat, al aangeeft dat hij met die eerste de plank mis slaat. Die zin luidt: En waarom duurt het zo lang met die wet?” Er is geen sprake van een schandaal omdat niets gemeenten belet om statushouders voorrang te geven.

Ja, minister Keijzer heeft een plan en dat is die voorrangspositie van statushouders wettelijk te verbieden. Daartoe heeft ze een wetsvoorstel opgesteld. Met het opstellen van een wetsvoorstel verandert er niets. Er verandert pas iets als dat wetsvoorstel door de Tweede – en Eerste Kamer is aangenomen, de koning het heeft bekrachtigd en als het vervolgen is bekendgemaakt in de Staatscourant. Dan is een wet pas een wet. Zo is het bepaald in hoofdstuk 5 eerste paragraaf van onze Grondwet. Tot die tijd is de oude wet van kracht en onder huidige wet staat het gemeente vrij om statushouders voorrang te geven.

Dat Van der Galien dit niet weet kan, want ondanks dat iedere Nederlander geacht wordt de wet te kennen, zijn er maar weinig Nederlanders die aan deze voorwaarde voldoen. En bij die weinigen hoor ik niet. Ook ik ken niet alle wetten. Van der Galien en Wilders verspreiden misleidende en onjuiste informatie. Doen ze dat omdat ze de Grondwet echt niet kent, dan verspreiden ze misinformatie. “Bij misinformatie draait het om valse of misleidende informatie die niet goed wordt begrepen en wordt verspreid zonder verdere schadelijke bedoelingen. De verspreider is er niet van op de hoogte dat de informatie onjuist is, maar het effect van de verspreiding kan nog steeds schadelijk zijn voor de samenleving.” Wilders laat dan zien dat hij niet geschikt om als Kamerlid te fungeren. Niet geschikt omdat je mag verwachten dat een Kamerlid dat informatie naar buiten brengt naar vermogen controleert of die informatie juist is of niet. Dat was in dit geval heel eenvoudig. Een blik in onze Grondwet en het was duidelijk. Dat niet alleen. Wilders, en Van der Galien in zijn kielzog, maken zich schuldig aan smaad, het: “opzettelijk iemands eer of goede naam aanrand(en), door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven.” Aldus artikel 261 eerste lid van het Wetboek van strafrecht.

Doen ze dat bewust, en in het geval Wilders kan ik me niet voorstellen dat Wilders dit niet weet, dan is er sprake van een bewuste actie. Dan is hij te kwader trouw en dan verspreidt hij desinformatie: “doelbewust misleidende informatie,” die: met kwade bedoelingen,” wordt verspreid met de intentie: om willens en wetens meningen te beïnvloeden, geld te verdienen of de samenleving, democratie of volksgezondheid te schaden.” In dit geval om onze democratie te schaden. Schaden door mede-overheden in een kwaad daglicht te zetten waardoor het vertrouwen in de overheid wordt ondermijnd. Die worden als onbetrouwbaar weggezet. Wilders maakt zich dan schuldig aan laster, zo is te lezen in artikel 262 eerste lid van het Wetboek van strafrecht. Hij pleegt: “het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is,”

Het wachten is op een gemeente die aangifte doet. In dat geval kan de straf die op smaad of laster staat met een derde worden verhoogd, zo regelt artikel 267 van het Wetboek van strafrecht.

Uitgelicht

De O van … ONBENUL

Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) waarschuwt ervoor dat statushouders nog langer in een asielzoekerscentrum blijven zitten als zij geen voorrang meer krijgen bij het verkrijgen van een sociale huurwoning en zelf op zoek moeten naar woonruimte. “BBB-minister Keijzer zegt verrast te zijn door de reactie van het COA,” zo las ik in de Volkskrant. En ik hoorde het trouwens ook via NPO Radio1 waar ze het vreemd vond dat ze de reactie van het COA uit de krant moest vernemen. Daardoor ben ik dan weer verrast en daarbij moest ik denken aan de uitspraak “ik heb me een o’tje vergist.” van Appie Happie.

Nee, niet die supermarktketen maar de stripheld verzonnen door tekenaar Dick Bruynesteyn. Begin jaren zeventig verschenen er 8 albums van Appie Happie. Appie was speler van het legendarische voetbalteam De taaie tijgers. Een team met spelers met bijzondere namen. Namen waarin je sporticonen uit die tijd kon herkennen. Neem de super snelle Henri Buitenzorg wiens naam verwijst naar een fameus renpaard uit die periode of de middenvelder Pietje Peelee. De meest illustere spelers waren Dinges I en Dinges II. In mijn jeugd figureerde Appie Happie op de strippagina van het Dagblad voor Noord-Limburg. Ik moest aan Appie Happie denken omdat ik me een serie in die krant kan herinneren van Appie die ook andere sporten deed. Een daarvan was honkbal. En zoals een stripheld betaamd, was Appie daar ook goed in. Zo goed dat hij als slagman steeds aangaf waar hij de bal naartoe sloeg. Alleen ging het het mis en Appie verontschuldigde zich met: “ik heb me een o’tje vergist.” Op een van de reclameborden langs het veld stond de naam van een sponsor met twee o’s erin en de bal vloog er bij de verkeerde o uit. Vanwege die o’s moest ik aan Appie Happy denken. Toen ik Keijzer hoorde spreken, en ook de reactie van collega verantwoordelijk voor asiel, Faber, moest ik aan veel woorden die met een o beginnen denken en zo kwam ik bij Appie Happie. Ik moest denken aan onkunde. Of was het onwetendheid, onbekwaamheid of nog erger onverschilligheid, onwil, onbeschoftheid en onbetrouwbaarheid.

Keijzer kan dan wel boos zijn dat ze iets uit de krant moet vernemen. Ze moet boos zijn op zichzelf. Boos op zichzelf omdat zij een wetsvoorstel indient dat gevolgen heeft voor een andere overheidsdienst, het COA. Als dat het geval is, dan vraag je die dienst vooraf om aan te geven welke impact jou plannen hebben op werkzaamheden van die dienst. Keijzer heeft dit niet gedaan en dat is onkunde en onbekwaamheid.

Zij had moeten weten dat bijna 19.000 van de bijna 72.500 plekken in Asielzoekerscentra (AZC) worden bezet door statushouders. Statushouders mogen blijven en zouden een AZC moeten verlaten en doorstromen naar reguliere huisvesting. Ondanks die voorrangspositie van statushouders gaat dat maar zeer moeizaam omdat er te weinig plekken zijn waar ze kunnen gaan wonen. Die gebrekkige uitstroom is een van de redenen waarom we zoveel asielzoekerscentra in dit land hebben. Ruim een kwart van de mensen in die opvang, horen er niet maar omdat er geen woonruimte is, blijven ze in de opvang. Ik schreef hier al eerder een Prikker over. Zonder die voorrangspositie en de hulp bij het vinden van huisvesting, zal het aantal statushouders in de asielopvang alleen maar groter worden want dan wordt de uitstroom nog veel geringer. Dit had Keijzer moeten weten. Als ze het niet weet is ze onwetend. Als ze het wel weet maar doet alsof haar neus bloed, is ze onbetrouwbaar.

Keijzer: “zegt een ‘beetje meer creativiteit’ van de uitvoeringsinstantie te verlangen. ” Maar beste minister Keijzer, het COA heeft geen rol of taak in de huisvesting van statushouders. Het COA vangt asielzoekers op. Dat het COA ook de statushouders die nog geen reguliere woonruimte hebben, opvangt, is omdat deze statushouders anders op straat staan en onder de brug moeten slapen. Als er één overheidsorganisatie is die creatief zoekt naar mogelijkheden om mensen op te vangen dan is dat het COA. Probleem is alleen dat omwonenden’ vervolgens gaan protesteren daarbij gesteund en aangemoedigd door regeringspartijen als de partij van Keijzer en de PVV. Protesten waardoor bestuurders zoals Keijzer hun keutel intrekken en getuigen van onbekwaamheid. Dat maakt de opmerking van Keijzer onbeschoft.

Er is meer”. Keijzer: “geeft aan veel te verwachten van woningdelen, omdat ‘onze eigen’ twintigers en dertigers dat ook doen, ‘en we dat normaal vinden.’” Er is inderdaad niets mis met het delen van een woning. ‘Onze eigen twintigers en dertigers’ die dit doen, doen dit met vrienden. Hoeveel vrienden die voldoende worden vertrouwd om een woning mee te delen zou een statushouder na twee jaar verblijf in een AZC hebben? Bovendien vergemakkelijkt de wetgeving het delen van woningen niet. Zo’n woning moet aan nogal wat eisen voldoen alvorens die door mensen ‘gedeeld’ mag worden. Het overgrote deel van de huurwoningen voldoet hier niet aan. Onwetendheid of onverschilligheid?

Keijzer spreekt over gelijke kansen. Die zouden er door de voorrangspositie van de statushouders niet zijn en daarmee zijn statushouders bevoorrecht. De positie van statushouders is echter alles behalve bevoorrecht. De overgrote meerderheid van de statushouders spreekt geen Nederlands, laat staan dat ze het lezen en schrijven. Met hun inburgering mogen ze pas beginnen als ze hun verblijfsstatus na gemiddeld anderhalf jaar in een AZC krijgen. Beginnen met inburgeren kan pas echt als je weet waar je gaat wonen. Om van werk (vrijwillig of betaald) maar te zwijgen. Ze hebben geen ouders, broers, zussen, ooms, tantes, trainers van de voetbalclub om hen een beetje op weg te helpen. En ze hebben zeker geen ouders waarbij ze kunnen blijven wonen. Als ze dit niet weet, is ze onwetend. Zo over mensen met een enorme achterstandspositie spreken getuigt van onverschilligheid met hun lot en suggereren dat statushouders een voorrangspositie hebben is onbeschoft.

En nee, het is niet normaal dat onze kinderen van twintig en dertig geen eigen woonruimte kunnen vinden. Daar statushouders min of meer de schuld van geven is onbehoorlijk en onbeschoft. Maar het ergste van dit alles is dat Keijzer minister van Volkshuisvesting is. Daar moet zij iets aan doen. Daar is zij voor verantwoordelijk maar het blijft alleen bij woorden. Als ze echt wil dat woningdelen een oplossing is, dan kan zij dat makkelijk maken. Dat Keijzer over voorrang begint en niet doet wat binnen haar mogelijkheden ligt, is onkunde, onbekwaamheid of onwil.

De o’s gaan verder dan Keijzer alleen. Haar collega Faber van Asielzaken zet haar kaarten op ‘doorstroomlocaties’ waar statushouders kunnen wachten op een permanente woning. Alleen zijn er geen doorstroomlocaties en het vinden ervan is ongeveer net zo lastig als het vinden van een plek voor een AZC. ‘Doorstroom’ suggereert dat er van daaruit naar iets anders wordt ‘gestroomd’. Maar laat dat andere, woonruimte, nu net het probleem zijn. In plaats van de energie op het echte probleem, te weinig woonruimte, te richten, steken deze ministers energie in oplossingen die de problemen alleen maar verergeren: onkunde, onverschilligheid en onbetrouwbaarheid.

“Een derde deel van alle geplande nieuwbouw kan mogelijk niet doorgaan door stikstofregels. Dat zegt de vereniging van bouwbedrijven Bouwend Nederland,” aldus een artikel op de site van de NOS. En daarmee komen we bij een volgende minister, Wiersma van landbouw en het echte probleem. “Bouwend Nederland roept het kabinet op de uitstoot van stikstof bij de bron aan te pakken. Dat kan, zegt de vereniging, bij de boeren, de industrie en de bouw.” En op dat gebied is er sprake van een omgekeerde Echternach processie: twee stappen vooruit, drie achteruit. Het probleem is al jaren bekend en de oplossingen zijn ook niet zo moeilijk te bedenken. Sterker nog, ze worden al meer dan veertig jaar genoemd. Alleen ontbrak het al die jaren en ontbreekt het nog steeds aan de wil om er iets aan te doen. Na tegen de spreekwoordelijke muur te zijn gelopen met het zoveelste geitenpaadje (de Programma Aanpak Stikstof), wilde het laatste kabinet Rutte eindelijk het echte probleem aanpakken. BBB frontvrouwe Van der Plas gaf het hiervoor gereserveerde geld prijs en minister Wiersma gooide het voorbereidende werk hiervoor in de prullenbak en zoekt naar het zoveelste geitenpaadje. Onkunde, onbekwaamheid, onwil,

Onbetrouwbaar, onkunde, onbehoorlijk, onbeschoft, onbekwaamheid of onwil? Welk woord past het beste hierbij? Oh, er is nog een woord met een o dat alles samenvat. Een woord met twee betekenissen die allebei passen. Als eerste: “volslagen gebrek aan begrip, kennis of inzicht.” En als tweede: “zeer dom mens.” Dat woord is: ONBENUL

Uitgelicht

Gelukkig staat Stuurman aan wal

Soms, in mijn geval vrij vaak, lees je iets en denk je ‘wat een bijzondere gedachte’. Dat gebeurde mij toen ik in een bijdrage op LinkedIn een schrijven van Pieter Stuurman onder ogen kreeg; “Nu een einde aan de oorlog in Oekraïne mogelijk lijkt te worden, laat de Europese bestuurlijke elite haar ware gezicht zien.” Zo begint het schrijven en vervolgt iets verderop: “Nu Trump en Poetin willen onderhandelen over vrede, zien Europese leiders hun plannetjes in rook opgaan want overal klinkt agressieve oorlogstaal.” Bij het lezen moest ik denken aan de door Nietsche gebezigde term ‘Umwertung aller Werte’.

Europese leiders slaan, zo betoogt Stuurman, oorlogszuchtige taal uit en daarvan geeft hij een opsomming. Dit terwijl, zo betoogt hij, de Russische inzet vanaf het begin duidelijk was: ‘Twee dingen waren (en zijn) voor hem onacceptabel: het geweld tegen de etnisch Russische bevolking van de oostelijke provincies en een Oekraïens lidmaatschap van de NAVO. Daarin is sinds het begin van de oorlog niets veranderd. … en nooit heeft hij beweerd dat hij andere Europese landen zou willen aanvallen of op welke manier dan ook aanleiding gegeven om dat te denken.” Dit even terzijde, terug naar de ‘umwertung aller werte’ van Stuurman. “Alle hoogdravende retoriek over democratie en vrede blijkt keihard gelogen te zijn,” door die ‘oorlogszuchtige taal’ zo betoogt Stuurman en sluit zijn betoog af met: “Een schaamteloze omkering die de Europese gevestigde orde ontmaskert als het werkelijke kwaad, dat los van alle retoriek, met haar daden bewijst uit te zijn op oorlog, vernietiging en dictatuur. En dat dus niks moet hebben van vrede, de vrijheid en de democratie waarmee ze hun leugens steeds vruchtelozer proberen te maskeren.

Zou Stuurman weten dat er een oorlog is? En dat Poetins Rusland, dat volgens Stuurman vrede wil, de oorlog is begonnen? Dat Poetin de oorlogszuchtige woorden in daden heeft omgezet om het, in zijn ogen fascistische, bewind in Kyiv ten val te brengen. Zou hij weten dat er van structureel geweld tegen ethische Russen geen sprake was totdat er in 2014 ‘groene mannetjes’ in het oosten actief werden en delen van het land bezetten. Een deel, de Krim, voegde Poetin vervolgens eenzijdig toe aan Rusland. Pas met die ‘groene mannetjes’ was er sprake van geweld tegen etnische Russen, maar dan alleen de etnische Russen in die ‘groene pakken’, die het oostelijk deel van het land van Oekraïne wilden afscheiden. ‘Groene mannetjes’ die door Rusland werden gesteund en bewapend. En over Oekraïnes lidmaatschap van welke club dan ook, daar gaan Poetin en Rusland niet over. Dat is tussen Oekraïne en de NAVO-landen. Of het verstandig was, zoals de Amerikaanse president G.W. Bush in 2008 deed, om te zeggen dat hij Oekraïens en Georgisch lidmaatschap op termijn wel zag zitten, is iets heel anders.

Zou hij zich realiseren dat er ook in andere Europese landen Russen wonen en dat daar met argwaan wordt gekeken naar de manier waarop Poetin zich kwijt van zijn zelfopgelegde taak om er te zijn voor de Russen in die landen. Zou hij weten dat Poetin in een schrijven uit 2021 niet alleen de mensen uit het oosten van Oekraïne ziet als Rus, maar alle inwoners van het land. Dat een Oekraïner gewoon een Rus is. Net zoals de nazi’s dachten dat een Nederlander eigenlijk ook ‘gewoon’ een Duitser was.

Stuurman suggereert dat Rusland hierdoor geen andere keuze had dan Oekraïne aan te vallen. Er waren zeker andere keuzes mogelijk. Het was Rusland dat voor geweld en oorlog koos, niemand anders. Rusland is de oorlogszuchtige partij, niet de ‘Europese bestuurlijke elite’. Stuurman maakt zich hier schuldig aan een omkering van de werkelijkheid. Het Orwelliaanse verwijt dat hij de ‘Europese bestuurlijke elite’ maakt dat ‘oorlog, vrede is’, is veel meer op hem van toepassing.

“Bovendien zou een onderhandelde vrede Poetins oprechtheid direct aantonen,” zo beweert Stuurman. Immers: “Als hij samen met Trump tot een vredesakkoord komt en Poetin houdt zich aan zijn belofte de militaire actie vervolgens te staken, dan blijkt dat de bewering dat hij “door de Europese staten wil marcheren”kletskoek is.” Nu is Rusland niet in oorlog met de Verenigde Staten maar met Oekraïne. Een wapenstilstand en vrede moet met Oekraïne worden afgesloten, niet met Trump. Dit als eerste, niet onbelangrijke constatering. De bewering van Stuurman is een als-dan-bewering en die staat of valt met de ‘als’, in dit geval Poetin die zich aan een belofte houdt. Nu laat de geschiedenis zien, dat dit geen gegeven is. Zo heeft Poetin de akkoorden van Minsk gebroken en ook het memorandum van Boedapest uit 1994. Met dat memorandum dat Rusland samen met de Verenigde Staten en nog wat meer landen ondertekende, beloofden de ondertekenaars de onafhankelijkheid en soevereiniteit van Oekraïne (en ook Wit-Rusland en Kazachstan) te eerbiedigen en zich te onthouden van bedreiging met of gebruik van geweld. In ruil hiervoor gaven deze drie voormalige Sovjet republieken hun kernwapens op. Helaas hebben al die landen nagelaten om op te treden toen Rusland het mede door dat land ondertekende memorandum schond. En Trump schendt het nu door het land tot een ‘grondstoffendeal’ te dwingen.

Dus mocht die ‘als’ in Stuurmans bewering niet opgaan, wat dan? Ik ben het met Stuurman ben ik het eens, maar dan om andere redenen, dat de dreiging die van Rusland uitgaat schromelijk is overdreven. Volgens Stuurman wordt die dreiging overdreven omdat Rusland ons niet bedreigt. Dat zie ik anders, maar na drie jaar vechten is de winst die het machtige Russische leger heeft geboekt, zeer beperkt. Dus ‘door ‘Europa marcheren’ zit er niet in. Bovendien is ‘marcheren’ een ding, bezetten is iets heel anders. Dat vergt meer menskracht dan Rusland op de been kan brengen. Sterker nog, het bezetten van alleen Oekraïne zal al teveel menskracht vergen. Iets wat de Amerikanen aan den lijven hebben ondervonden in Vietnam., Afghanistan en Irak. Dit even terzijde. Tussen niets en een ‘mars door Europa’ zit echter nog een hele wereld aan mogelijkheden. Van het saboteren van kabels en cyberaanvallen tot ‘knibbelen aan de grenzen’, verplaatsen van het gevecht naar bijvoorbeeld Georgië, Moldavië of het hervatten van de gevechten in Oekraïne.

Stuurman gaat verder:“Andersom als Trump met Poetin tot een dergelijk akkoord komt en Poetin vervolgens dwars door Oekraïne naar het westen zou trekken om dat te bezetten, dan zou dat een rechtstreekse oorlogsverklaring aan de VS zijn. Zo’n flagrant verraad zal nooit worden geaccepteerd.” Even ervan afziend dat zo’n tocht zeer onwaarschijnlijk is, zoals ik hierboven al aangaf, zou ik mijn leven niet in de handen leggen van de Verenigde Staten onder Trump. De casus Gaza laat zien dat het Trump niet te doen is om een betere wereld. Zodra hij een handtekening heeft gezet, is het voor hem klaar en verliest hij zijn interesse en met hem de rest van de Amerikaanse regering. Als de VS onder Trump nu niet bereid zijn om Poetin te stoppen, waarom zouden ze dat dan over een jaar of twee jaar wel zijn?

Stuurman gaat nog verder: “Net zo krankzinnig als de beoogde zelfmoord van de Europese landen die nu proberen een mogelijke vrede te saboteren door middel van eigen militaire inzet, zodat Rusland geen andere keuze resteert, dan doorvechten, ditmaal tegen EU-landen die kennelijk staan te popelen om zichzelf en hun volkeren te laten vernietigen uit naam van vrede.” Hier overschat Stuurman de Russische mogelijkheden en onderschat hij de Europese. Een ‘Russische mars naar het westen’ daarvoor ontbreekt het Rusland aan de mogelijkheden. Daarvoor is zijn leger veel te zwak en te klein. De enige manier om de Europese volkeren te vernietigen is nucleair en dat zou ook vernietiging van Rusland betekenen. Maar belangrijker wil Poetin vrede? En in het verlengde daarvan, wil Trump vrede? Anders gezegd wat is vrede voor hen? Voor Poetin is vrede het zwijgen van de wapens en liefst nog het opheffen van sancties. Voor Trump is vrede een handtekening waarmee hij zichzelf op de borst kan kloppen en zich kan verkopen als ‘peacemaker’. Beiden zouden zeer tevreden zijn als Zelensky het veld zou ruimen. Voor Oekraïne is er vrede als het Russische leger hun land heeft verlaten en Rusland zich, zoals in Boedapest in 1994 afgesproken, niet meer met hun interne aangelegenheden bemoeit. Als zij zelf hun eigen regering kunnen kiezen en als dat Zelensky is, dan is dat Zelensky en dan hebben anderen dat maar te accepteren. Net zoals anderen maar te accepteren hebben dat Trump de president van de VS is en Poetin van Rusland.

Echt bijzonder is echter, en daarbij moest ik aan Nietsche denken, het volgende: “Na zijn verpletterende nederlaag bij de verkiezingen beweerde de (binnenkort voormalig) Duitse bondskanselier Scholz dat ‘de democratie beschermd moet worden en er alles aan gedaan moet worden om te voorkomen dat extreemrechts aan de macht komt’…. De tegenstander is de duivel zelve en als 1 op de 5 Duitsers erop stemt, dan is dat kennelijk niet democratisch volgens deze meneer. Hij vindt dus dat het afschaffen van de democratie en het negeren van de stem van het volk de redding voor diezelfde democratie zou zijn.” Even een rekenkundig feit: 4 op de 5 is vier keer zoveel als 1 op de 5. En als democratie alleen om meerderheden gaat, dan staan die 4 op de 5 in hun recht om die ene niet toe te laten tot de macht. Dat heeft niets met afschaffen van de democratie te maken. De democratie wordt afgeschaft als die 1 van de 5 hun wil doordrukken en de rechten van de 4 van de 5 inperken. Of wil Stuurman beweren dat alleen die 1 van de 5 tot het volk behoren? Iets waar extreem rechtse partijen een handje van hebben.

Wat met afschaffen van de democratie te maken heeft, is extreem rechts de sleutels tot de macht geven. Extreem rechts wil de democratie afschaffen. Niet afschaffen in de zin van dat er geen verkiezingen meer zijn, maar afschaffen dat er geen vrije verkiezingen meer zijn. Zoals in Rusland alwaar tegenstanders van Poetin niet mogen deelnemen en zelfs gevangen worden gezet en waar iedere verkiezing eindigt met een grote overwinning voor Poetin. Dan wordt de rechtsstaat uitgekleed en komen de vrijheden van mensen in het geding. Dat gebeurde in Hongarije. Dat gebeurde in Polen en dat gebeurt nu in de VS waar Trump protesten tegen zijn beleid de kop in wil drukken door de staatsfinanciering van scholen en universiteiten te staken als er ‘illegaal wordt geprotesteerd’ en protesterende scholieren en studenten van school worden verwijderd of gearresteerd. Een besluit dat de vrijheid van meningsuiting stevig uitholt. Dat zie je trouwens ook in Nederland waar tenminste drie van de vier regeringspartijen naar manieren zoeken om het demonstratierecht in te perken. De democratie is de enige regeringsvorm die via verkiezingen kan worden afgeschaft. Door extreem rechtse partijen uit te sluiten wordt de democratie beschermd. Door hen de sleutels tot de macht te geven wordt de democratie aangetast. Dan begint het zagen aan de grondwettelijke vrijheden. Dan wordt de persvrijheid van overheidswegen ingeperkt en dat begint met het weren van media die de macht kritisch volgen. Die niet klakkeloos spreken over de Golf van Amerika. Dan begint het ondermijnen van de rechterlijke macht. Dan worden ‘alternatieve waarheden’ ineens regeringsbeleid. Dan worden artikelen als die van Stuurman van duimpjes omhoog voorzien en van het commentaar dat het een ‘feitelijke en enig juiste analyse van de werkelijkheid’ is. Dan is democratie dictatuur en dictatuur democratie. Dan is de agressor het slachtoffer en het slachtoffer de agressor.

De beste stuurlui staan aan wal, aldus een Nederlands spreekwoord. Waarmee wordt bedoeld dat mensen die een karwei niet hoeven te doen en alleen maar toekijken, vaak wel beter dan de uitvoerder(s) denken te weten hoe het moet worden aangepakt. Gelukkig staat Stuurman aan de wal. Helaas staan er op het Amerikaanse schip stuurlui die zich van eenzelfde logica als Stuurman bedienen.

Uitgelicht

De don en The Don

Miljardair en Amazon-oprichter Jeff Bezos wil de opiniepagina’s van zijn krant naar zijn hand zetten. Tot afgrijzen van veel van zijn werknemers besloot Bezos dinsdag dat er voortaan alleen nog opiniestukken mogen verschijnen die het belang van ‘persoonlijke vrijheden en de vrije markt’ verdedigen.” Zo is te lezen in de Volkskrant. In de Verenigde Staten maken ze zich erg druk over vrijheid. Terecht dat vrijheid centraal wordt gesteld. Toch gebeurt er iets bijzonders.

Bron: flickr.com

Een tekenend voorbeeld hiervan gaven de Amerikaanse president Trump en zijn vicepresident Vance bij hun ontvangst van de Oekraïense president Zelensky op vrijdag 28 februari 2025. Zelensky kreeg door de beide heren de mantel uitgeveegd. De Oekraïners vechten voor hun vrijheid en Trump en Vance verwijten Zelensky dat hij de wereldvrede op het spel zet en een derde wereldoorlog riskeert. Heel bijzonder om de aangevallen partij te verwijten met vuur te spelen. Dat lijkt verdacht veel op het beschuldigen van de verkrachte vrouw dat ze een te kort rokje droeg.

De Oekraïners, onder leiding van Zelensky vechten voor vrijheid in de ouderwetse interpretatie. Trump, Vance, Musk en nu ook Bezos maken zich druk om een verkeerd geïnterpreteerde moderne interpretatie van vrijheid. In haar boek Vrijheid. Een woelige geschiedenis beschrijft Annelien de Dijn aan de hand van de negentiende-eeuwse schrijver Francs Lieber in het kort de beide interpretaties. De Dijn: “Wat is vrijheid dan? In plaats van deze vraag rechtstreeks te beantwoorden begon Lieber, zoals het een professioneel academicus betaamt, met een lange uitweiding over de geschiedenis van vrijheid. In het bijzonder wilde hij duidelijk maken dat de definitie van vrijheid sinds de oudheid wezenlijk veranderd was. ‘Wat de antieken onder vrijheid verstonden’, schreef hij. ‘verschilde wezenlijk van wat wij, modernen, burgerlijke vrijheid noemen.’ Voor de antieken was vrijheid gebaseerd ‘op de mate van deelname aan het bestuur.’ Daardoor beschouwden ze vrijheid als iets wat alleen te verwezenlijken was in en via de staat. De modernen begrepen vrijheid echter totaal anders, op een manier die vrijwel tegenover de antieke denkwijze stond. Moderne mensen stelden vrijheid gelijk aan ‘de bescherming van het individu en het ongestoord handelen van de samenleving in haar kleinere en grotere kringen.’ In tegenstelling tot de antieken geloofden de modernen dan ook dat vrijheid niet te verwezenlijken viel via de staat maar door de staat uit het leven van individuen te weren.1

De ‘oude interpretatie’ van vrijheid is een randvoorwaarde. Alleen als mensen zelf invloed hebben op hoe ze worden bestuurd, ontstaat er ruimte om je als individu te ontplooien, kun je als individu tot op zekere hoogte ‘ongestoord handelen in kleinere of grotere kringen’. Dat zelf beïnvloeden hoe je wordt bestuurd, kan alleen via de staat. De Oekraïners vechten voor de vrijheid om zelf deel te nemen aan hun eigen bestuur. Zij vechten voor hun eigen staat en voor het recht om die op hun eigen manier vorm te geven. Zij vechten tegen Poetin die zijn manier van besturen aan hen wil opdringen en sinds Zelenski’s bezoek aan Trump, vechten zij ook tegen Trump. Want ook die wil hen een manier van besturen opdringen.

Trump en de zijnen hangen een doorgeschoten versie van de moderne interpretatie aan. Het ‘vrije individu’ dat op een ‘vrije markt’ handelt zonder tussenkomst van wie of wat dan ook. Voor velen roept dat een positief beeld op: ‘ik kan doen wat ik wil, niemand die me daarbij hindert.’ De andere zijde van deze medaille is echter dat dit niet alleen voor ‘ik’ geldt, maar ook voor iedere andere mens. Aangezien niet iedere mens even sterk is en over dezelfde mogelijkheden beschikt, leidt dit tot het recht van de sterkste. Dat Vance, Musk en Trump zo tekeer gaan tegen de Europese Unie (EU) is omdat de EU niet wil meewerken aan het ‘recht van de sterkste’. De EU wil regels waaraan iedereen zich houdt en vooral regels die de zwakkeren, en dat is het gros van de mensen, ook de mensen die nu met Trump weglopen, beschermen tegen de sterkere. Die sterkeren dat zijn precies de bedrijven van Musk, Bezos, Zuckerberg, Thiel en anderen.

Het beroep van Trump, Vance en hun volgelingen op vrijheid en vooral de vrijheid van meningsuiting is misplaatst. De ‘sociale’ mediaplatforms zijn veel, maar niet het summum van de vrijheid van meningsuiting. Sociale tussen aanhalingstekens omdat deze platforms alles zijn maar niet sociaal. Ze tasten juist onze vrijheid aan door onbeperkt gegevens van ons te verzamelen, die te verkopen aan de hoogste bieder en in het geval van Musks X je ook nog te bestoken met halve en hele onwaarheden. De platforms zijn zo geprogrammeerd dat ze je vrijheid beknotten met als doel om je langer door de door hun bepaalde en aangeboden berichten te laten scrollen. Ze zijn verslavend en als een verslaafde iets niet is, dan is het vrij.

Het recht van de sterkste is precies ook waarvan we getuige waren tijdens het bezoek van Zelenski aan Trump. Trump en Vance hadden zich voorgenomen om Zelensky duidelijk te maken dat hij niets te vertellen heeft, dat hij geen macht heeft en dat hij god op z’n blote knieën mocht bedanken dat hij op bezoek mocht komen. ‘Bedanken’ want Zelensky en in zijn kielzog alle Oekraïners moesten zich realiseren dat ze niets voorstellen in de wereld van sterke mannen. Schrijnend voorbeeld hiervan de volgende uitspraak van Trump: “Let me tell you, Putin went through a hell of a lot with me. He went through a phony witch hunt where they used him.“ De ‘they’ die, volgens Trump, Poetin gebruikten waren de democraten onder Hillary Clinton en Biden. Nogal cru om de wel oog te hebben voor de hel waar Poetin al of niet door is gegaan en de werkelijke hel van de oorlog met de vele slachtoffers niet te noemen.

In Trumps wereld van ‘sterke mannen’ staat hij bovenaan op de ‘apenrots’ en dansen alle anderen, ook Poetin, naar zijn pijpen. Dat zou voor iedereen voldoende garantie moeten zijn. Trumps wereldbeeld lijkt verdacht veel op de maffia. Een apenrots met bovenaan ‘don Corleone. In de onderwereld is het gevaarlijk om te vertrouwen op het ‘woord’ van de ‘don’. Er wordt immers continu aan zijn stoelpoten gezaagd en uiteindelijk is de ‘don’ ook maar gewoon een mens die een keer overlijdt. Het overlijden van het hoofd van een maffiafamilie leidt meestal tot oorlog en strijd. En wat voor de ‘don’ geldt, geldt ook voor ‘the Don.’ Na zijn verscheiden als president op welke manier dan ook, komt er een andere en misschien zit die wel niet bovenop de rots.

Dit geschreven hebbend, kwam er één vraag bij mij op: wat als Trump niet bovenaan op de apenrots staat? Wat als, zoals menigeen suggereert, hij bij Poetin ‘onder de plak zit? Dan zou Xijin Ping bovenaan op de rots zitten.

1Annelien de Dijn, Vrijheid. Een woelige geschiedenis, pagina 318-319

Uitgelicht

De zoon van God en de hel op Aarde

Dit team zal hopelijk net op tijd een eind maken aan het oprukkende totalitarisme en de schrijnende polarisatie tussen mensen, landen en werelddelen. Als we de sterren en planeten mogen geloven, dan lijkt dit initiatief ondersteund te worden.” Aldus Eric Huysmans in een artikel van zijn hand in het blad Paravisie. Ik kreeg het onder ogen via een bericht van de auteur op LinkedIn. Het ‘team’ waar hij over spreekt is het team Trump dat nu de regering van de Verenigde Staten vormt. Waar dat totalitarisme uit bestaat: “De westerse wereld bevond zich (hopelijk klopt deze verleden tijd) op een gevaarlijke koers richting vernietiging van zichzelf, de hele wereld met zich meeslepend. De steeds sterkere censuur, medische terreur, valse narratieven en samenballing van macht, dreigden de reeds zeer imperfecte democratie helemaal omver te werpen en in totalitarisme te storten.” Een bijzondere redenering.

Bijzonder maar Huysmans is niet de enige die dit hoopt en verwacht: “Präsident Trump zeigt uns den Weg. Und wenn wir nicht als komplette Idioten in die Geschichte eingehen wollen, sollten wir seinem Beispiel folgen. Green Deal, USAID, WHO, reißt alles nieder und gebt uns stattdessen DOGE, damit wir diese verachtenswerten globalitären Menschenfeinde bekämpfen können.” Aldus Europarlementariër Christine Anderson. Maar terug naar Huysmans.

Als we de reguliere media mogen geloven, wat ik niet doe, dan zou maar liefst 87% van de Nederlanders voorkeur voor Harris hebben gehad. Het lijkt me heel sterk, maar als het waar is dan zou dat tamelijk treurig zijn en een teken dat nog steeds erg veel mensen kritiekloos meegaan in wat hen door de reguliere media wordt voorgeschoteld. Kritisch en logisch nadenken en het inzetten van ons onderscheidingsvermogen en onze intuïtie zijn tekenen van een meer ontwikkeld bewustzijn. Daar zou het dan nog niet zo best mee gesteld zijn, zeg ik hier maar even tamelijk direct.” Kritisch en logisch nadenken en het inzetten van ons onderscheidingsvermogen klinkt mij als muziek in de oren. Huysmans onderbouwt zijn betoog vervolgens door de horoscoop van de regering Trump te raadplegen. En daarbij komt hij tot de conclusie dat: “veel hoop voor de transformerende slagkracht van de VS (Mars, Pluto, Eris, Uranus) op het gebied van groepsbewustzijn, groepsdienstbaarheid en nieuwe sociale structuren (Waterman). Daarnaast zullen oude wonden en hopelijk het gezondheidsstelsel geheeld worden en veel vrouwelijke energie vrijgemaakt worden (Venus, Eris en de Zwarte Maan). Ook zal een lange periode van misleiding en bedrog (Neptunus) worden beëindigd in Vissen, waarmee een overgang wordt ingeluid naar een even zo lange Neptunus-cyclus van 164 jaar. Hierin zal deze ‘verborgen christus’ de spirituele ontwikkeling van de mensheid een nieuwe impuls geven naar een hoger/completer bewustzijn van de werkelijke werkelijkheid (Mercurius) en van wie wij in essentie zijn (ziel/hoger zelf/monade/spirit). Dit alles zal intelligent worden ondersteund door het Hogere Zelf van de aarde (Venus).” Mij zeggen al die verwijzingen naar planeten en sterren niet veel tot niets, maar als je het allemaal leest, dan zou je echt gaan geloven dat Trump door God gezonden is.

Mijn kritisch en logisch nadenken en het inzetten van mijn onderscheidingsvermogen, leidt echter tot een heel ander resultaat. Net als Huysmans zie ik: “Valse narratieven en samenballing van macht (die) de reeds zeer imperfecte democratie helemaal omver(willen) werpen en in totalitarisme (willen) storten.” Ik kijk niet naar de sterren maar concentreer me op het ondermaanse hier op aarde en dan vooral op de personen.

Als je je zorgen maakt over de medische terreur, dan vraag ik me af hoe je, zoals Huysmans doet, Vivek Ramaswami kunt toejuichen. De man is de oprichter van Roivant Sciences. “We develop transformative medicines and technologies by building agile, focused companies called Vants,” aldus de site van het bedrijf. En dat niet om jou en mij er beter van te maken maar om: the discovery, development, and commercialization of new medicines,“ opnieuw uit te vinden.

Ik zie Peter Thiel, de man waaraan vice-president Vance zijn baan te danken heeft. De man achter Palantir Technologies. “We make products for human-driven analysis of real-world data,” zo is te lezen op de site van het bedrijf. “To achieve this, we build platforms for integrating, managing, and securing data on top of which we layer applications for fully interactive human-driven, machine-assisted analysis.“Dat klinkt mooi. De naam van het bedrijf doet me echter het ergste vrezen. Palantiri komen voor in Tolkiens Lord of the Rings. Het zijn zogenaamde kijkstenen waarmee de gebruiker contact kon zoeken met ander gebruikers van de stenen. Een gebruiker met een sterke wilskracht kon via zo’n steen bijna elke plek in Midden-Aarde bekijken. Voor degenen die de drie films hebben gezien. bVia die steen probeert de kwade heer Sauron informatie te achterhalen via de hobbit Pippin. Door tijdig ingrijpen van tovenaar Gandalf mislukt het. ‘Interactieve mensgestuurde machineondersteunde analyse’ of een kijkje in je ziel om te achterhalen wat je wilt of beter nog, om je aan te praten wat je moet willen.

Ik zie Musk die de Amerikaanse overheid min of meer heeft overgenomen als ware het een bedrijf en die met droge ogen Adolf Hitler parafraseert: “ All we’re really trying to do here is restore the will of the people through the president, and what we’re finding is that there’s an unelected bureaucracy. … If the will of the president is not implemented and the president is representative of the people, that means the will of the people is not being implemented, and that means we don’t live in a democracy, we live in a bureaucracy,“ Goebbels en Hitler zouden het niet beter kunnen zeggen. Het plaatst Trump boven de wet en gooit daarmee een Massive Ordenanc Penetrator1 op de basis van de rechtsstaat. En dat is dat in een rechtsstaat niemand boven de wet staat. Ook de heerser niet.

Ik zie Mark Zuckerberg. Een man zonder principes die alles doet voor een dollar meer. De man die, zoals hij zelf zei, gaat: “samenwerken met president Trump om regeringen over de hele wereld tegen te werken die achter Amerikaanse bedrijven aan zitten en meer willen censureren. (…) Europa heeft steeds meer wetten die censuur institutionaliseren en het moeilijk maken om daar iets innovatiefs op te bouwen. Latijns-Amerikaanse landen hebben geheime rechtbanken die bedrijven kunnen bevelen om dingen stilletjes te verwijderen.”In het libertaire narratief dat Thiel, Musk, Zuckerberg en de andere tech-miljardairs aanhangen is het beschermen van burgers tegen misbruik door deze bedrijven alle vrijheid te geven en is te tegengaan van ‘flooding the zone’ met onzin en onwaarheid, een vorm van censuur. Jammer genoeg gaan velen mee in dit valse narratief, zoals Europarlementariër Christine Anderson laat zien. Als rijke ondernemers pleiten voor een zo klein mogelijke overheid, zo min mogelijk regels en rigoureus in de bureaucratie gaan hakken dan maak ik me als ‘gemiddelde burger’ zorgen. Zorgen omdat de geschiedenis laat zien dat vooral die ‘gemiddelde burger’ daar de dupe van wordt. De grotere overheid en die bureaucratie is er namelijk om de machtsongelijkheid tussen die ‘gemiddelde burger’ en rijke, machtige individuen die politici met veel geld paaien, te verminderen.

Daar waar Math Herben het moest doen met ‘een lijntje met Pim’ pretendeert Trump dat hij de wedergeboorte van Jesus is en door God gezonden om de mensheid te redden. Iets wat Huysmans met sterrenwichelarij onderbouwt. De door ‘God gezonden nieuwe Jesus’ in het Witte Huis die, onder een, zo betoogt Huysmans, krachtig gesternte opereert, is bezig om met: Valse narratieven en samenballing van machtde reeds zeer imperfecte democratie helemaal omver(te) werpen en in totalitarisme (te) storten.” Deze ‘zoon van God’ werkt niet aan het paradijs maar aan een hel op Aarde.

1De Massive Ordnance Penetrator (MOP) is een bom van de Amerikaanse luchtmacht. De bom is het zwaarste conventionele (niet-nucleaire) wapen van de Amerikaanse strijdkrachten en is de opvolger van de MOAB (Massive Ordnance Air Blast, ook wel Mother of All Bombs genoemd). De bijna 14.000 kilogram zware bom kan alleen door een B-2-stealthvliegtuig geworpen worden.