Daadkracht, naast asielcrisis is dit het woord dat het kabinet Schoof en de partijen die dat kabinet vormen, het meest gebruiken. Daarbij wordt daadkracht vaak gekoppeld aan dat andere woord, aan asielcrisis. Men wil uitstralen dat er ‘gas op de lolly’ moet, dus ‘geen woorden maar daden’, actie, doen, doen, doen! Dat klinkt positief.
Daadkracht: ‘werkkracht, energie” volgens de Van Dale. Een wel heel korte omschrijving. Gelukkig geeft de site cvster, bedoeld om mensen te helpen met het schrijven van hun curriculum vitae 15 voorbeelden waaruit blijkt dat je daadkrachtig bent. Zaken als: “Je houdt van aanpakken en hebt een duidelijke visie, je gaat doelgericht te werk en weet hoe je een taak zo snel en goed mogelijk kan uitvoeren, je hebt een hekel aan treuzelen. Zo zul je zelf niet snel een taak tot de volgende dag laten liggen. Maar ook bij anderen kun je traagheid niet goed uitstaan,” en zo nog 12 andere voorbeelden. De site geeft ook wat valkuilen: “Je neemt altijd het voortouw en laat daardoor soms te weinig ruimte voor anderen, je wilt snel resultaat en schuwt niet om dat te laten blijken, je kunt wat drammerig overkomen en pusht anderen soms te veel.” Als je naar de woorden van het huidige kabinet kijkt, dan lijken die bij de voorbeelden te passen. Je hoeft het er niet mee eens te zijn, maar het heeft een visie. Het gaat doelgericht te werk. Het dramt en pusht elkaar en anderen. Dus daadkrachtig en daadkracht is wat we nodig hebben om de vraagstukken aan te pakken.
Belangrijker dan hard werken, is werken aan de goede dingen. Hard trekken aan de verkeerde kant van een touw is wellicht daadkracht maar niet erg effectief. Waar ga je mee aan de slag en wat laat je nog even liggen? Bij het plannen van mijn werk gebruik ik de volgende vraag: ‘moet ik dit nu doen?’ Die ene vraag kun je op verschillende manieren lezen, afhankelijk van waar je de klemtoon legt. Als eerste de vraag moet ik dit nu DOEN waarbij de klemtoon ligt op het in hoofdletters getypte woord. In dit geval dus DOEN. Moet er überhaupt iets gedaan worden of is het een probleem wat zich vanzelf oplost of wellicht geen probleem is. Dan de vraag MOET ik dit nu doen? Is er een noodzaak om ermee aan de slag te gaan of is die er niet, is het ‘nice to do’. Dan de vraag moet IK dit nu doen. Ben ik de persoon die hiermee aan de slag moet of is iemand anders meer geschikt? Dan de vraag moet ik DIT nu doen. De vraag naar de manier waarop je iets oppakt. Moet het op de manier zoals ik het wil of is er ook een andere wellicht betere manier. Als laatste de vraag moet ik dit NU doen? Moet het echt nu of kan het ook nog later.
Minister Madlener gaat vol energie aan de slag met het daar waar het kan mogelijk maken van 130 kilometer per uur rijden. Dit blijkt wellicht op vier kleine stukjes snelweg te kunnen. Alleen kun je je afvragen welk maatschappelijk probleem hiermee wordt opgelost? Want als de overheid ergens voor is, dan is het voor het oplossen van maatschappelijke problemen. Een relevante vraag omdat de verlaging van de maximum snelheid in 2020 werd ingevoerd als bijdrage aan het oplossen van het stikstofprobleem. Bovendien zorgt een lagere snelheid voor minder ongelukken, levert het voor de autorijder lagere kosten op en minder files. Ook was en is 130 rijden vaak niet mogelijk vanwege de drukte op de weg. Is hier sprake van een maatschappelijk probleem of is dit symboolpolitiek en dus ‘nice’ voor een enkeling? Ook relevant is de vraag of dit werkelijk het eerste is waar een minister met als taken de weginfrastructuur, water, scheepvaart, luchtvaart en Rijkswaterstaat zich mee bezig moet houden. En in het verlengde van de minister het ambtelijk apparaat.
Dan de asielnoodwet. Laten we die ook eens langs die vragen leggen. Ja er moet iets gedaan worden want er gaat iets niet goed in de asielketen en wat er niet goed gaat lost zich niet vanzelf op. Daarover schreef ik al eerder een prikker. En ja, minister Faber is de persoon die hiermee aan de slag moet en liefst nu. Maar is DIT, een asielnoodwet, de beste manier om er iets aan te doen? Alhoewel de beeldvorming anders doet vermoeden is, zoals ik in die eerdere prikker al aangaf, is de instroom van mensen die asiel aan komen vragen niet het grote probleem. Als we de periode sinds 2014 bekijken dan was er in die hele periode één jaar (2015) dat er meer dan vijftigduizend asielaanvragen en nareisaanvraag samen werden ingediend. Let wel ingediende aanvragen. Het aantal dat asiel kreeg, was lager. Een asielnoodwet lost het tekort aan woningen niet op. Dat tekort is er de oorzaak van dat kinderen langer dan ze wensen bij hun ouders blijven wonen maar ook dat statushouders niet uit de asielopvang kunnen stromen. En om het andere probleem, te weinig ‘besliscapaciteit’ bij de IND waardoor procedures standaard veel te lang duren op te lossen, is de wet niet nodig. Dat kan makkelijk zonder een asielnoodwet’. Een verkeerde oplossing voor een imaginair probleem terwijl het echte probleem blijft bestaan.
Daadkrachtig werken aan iets wat geen probleem is of op een manier die niets bijdraagt aan een snelle oplossing van een probleem, is verspilde daadkracht. Het is verspilde energie die ook besteed had kunnen worden aan echte maatschappelijke problemen en uitdagingen. Het kabinet is een illusionist die de daadkracht rich top problemen die er niet zijn. Dan zou het wel eens een goed idee zijn om een idee van minister Faber wat aan te passen en bordjes te plaatsen rond de Haagse kaasstolp met daarop de tekst: ‘hier wordt aan uw illusie gewerkt’

Illustratie: