Beste Sylvana Simons

“Ik beweer dat identiteitspolitiek iets van de afgelopen honderden jaren is. Alleen het was één dominante identiteit dus niemand had er een probleem mee.”

Een uitspraak van u, Sylvana Simons, in een gesprek met De Correspondent. Volgens u valt de identiteitspolitiek nu pas op omdat er andere identiteiten ‘on the scene’ zijn verschenen.

identiteit

Illustratie: Pixabay

Beste mevrouw Simons, onder welke steen heeft u gelegen? Was er in de voorgaande eeuwen werkelijk maar één dominante identiteit in Nederland en wat breder in Europa? Wellicht zijn de vele godsdienstoorlogen aan uw aandacht ontsnapt. Oorlogen met vele slachtoffers. Die godsdienststrijd vormde ook een belangrijk onderdeel van de Opstand tegen de ‘Spanjaard’. Een ‘Opstand’ die voor de streek en plaats waar ik woon, heel andere gevolgen had, dan voor Amsterdam en Holland. Het huidige Limburg en een groot deel van Brabant werden ‘generaliteitslanden’ genoemd, een soort kolonie avant la lettre. Godsdienst is zelfs tot ver in de twintigste eeuw en voor sommigen zelfs nog steeds een belangrijk onderdeel van hun identiteit. Iets waarmee ze zich onderscheiden van mensen met een andere of geen godsdienst.

Voor mij, als Venlonaer, is de Vastelaovend, een belangrijk onderdeel van mijn identiteit. Niet die van Maastricht of van de Brabantse Carnaval, nee de Venlose Vastelaovend. Ik zie mijn identiteit daarom als anders dan iemand uit Maastricht of Brabant en zeker dan van een Hollander. Waarbij ik met de Mestreechter op dit punt meer affiniteit heb dan met de Brabander en zeker dan met de Hollander. Op andere gebieden heb ik misschien weer meer gemeen met u of een Hollander dan met de anderen en misschien wel dan mijn mede Venlonaeren. Ik zou me zo kunnen voorstellen dat de waardering voor de politicus Wilders zo’n punt is.

Het valt me tegen dat iemand die terecht aandacht vraagt voor de geschiedenis en positie van de voormalige koloniën en haar inwoners, die aandacht vraagt voor diversiteit, die diversiteit in de geschiedenis van het gebied waar we nu wonen, niet lijkt te kennen. Sterker nog, die diversiteit lijkt te ontkennen.

Beste mevrouw Simons, het lijkt erop dat u ‘identiteit’ versmalt tot de kleur van iemands huid. Vindt u niet dat dit een wel erg smalle definitie is? Zijn er niet veel meer zaken die iemands identiteit bepalen dan alleen de huidskleur?

 

Preken voor eigen parochie

“GroenLinks wil namelijk ‘de gewone man’ bereiken, want ‘identiteitspolitiek betekent in Nederland meestal het opsluiten van mensen in hun eigen groep’. Alsof al dat gepamper van de ‘gewone’, ‘hardwerkende’ en ‘bezorgde burger’ iets anders is dan identiteitspolitiek gericht op de dominante, witte meerderheid. … Terwijl GroenLinks dus haar hengel uitgooit in de drukste electorale vijver van Nederland vol gewone, witte vissen, wordt de blijkbaar abnormale, niet-witte kiezer in de netten van Denk en BIJ1 gedreven.”  Woorden van Joyce Brekelmans bij Joop als reactie op een interview met Jesse Klaver in de NRC. En dan vooral op de volgende passage:

“Als het alleen maar gaat over identiteit, migratie en andere sociaal-culturele thema’s, wint rechts. Wij willen vanaf nu de nadruk leggen op geld, werk en de macht van het bedrijfsleven.”

Mark Lilla

Als ik Brekelmans goed begrijp, dan betekent aandacht vragen  voor geld, werk en macht dat je je pijlen richt op ‘gewone witte vissen’. Dan laat je de ‘niet-witte kiezer’ aan zijn lot over of erger, je drijft ze in de netten van Denk en BIJ1. Zouden die ‘niet-witte kiezers’ niets met geld, werk en macht hebben?

In Nederland is er geen enkele ‘minderheid’ die de meerderheid heeft. De ‘niet-witte kiezer’, als die al als één blok te zien is, wat ik ten zeerste betwijfel, heeft zeker geen meerderheid. Betekent dit niet dat om iets te bereiken die ‘niet-witte kiezer’, altijd de samenwerking moet zoeken met ‘witte’ kiezers? Is een kenmerk van samenwerking niet dat er gegeven moet worden om te kunnen nemen? Dat er naar overeenkomsten gezocht moet worden in plaats van naar verschillen? Dat er gezamenlijke grond moet worden gezocht?

Dat zullen Denk en BIJ1 ook moeten doen, net zoals VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie dat nu ook hebben gedaan. Met alleen maar blijven hameren op anders zijn, op de eigen identiteit, het eigen gelijk en de verschillen met anderen, bereik je niets. Want zoals Mark Lilla zich op bladzijde 120 van het boek The Once and Future Liberal. After Identity Politics afvraagt: “Why should non-Xers give a damn about Xers, unless they believe they share something with them? Why should we expect them to feel anything at all?”

Beste mevrouw Brekelmans, net als de ‘niet-witte kiezers’ bestaat ook die  ‘dominante witte meerderheid’ niet. Roept u zo niet een schijntegenstelling op? Zou strijdt voor een een beter samenleving voor alle inwoners van dit land echt worden bereikt door te focussen op verschillen in ‘identiteit’? Leidt politiek gericht op ‘identiteit’ niet tot het failliet van een samenleving omdat het gericht is op het uitsluiten in plaats van het insluiten van mensen?

Marx en het monster van Frankenstein

Na het vallen van de muur werd het denken van Karl Marx bij het grofvuil gezet. Het liberale kapitalisme of kapitalistisch liberalisme had definitief gewonnen en de geschiedenis, de strijd tussen ideologieën werd in navolging van Francis Fukuyama voor beëindigd verklaard. De laatste tijd lijkt het alsof er te vroeg is gejuicht want Marx blijkt slimmer dan we dachten. Het denken van Marx ligt aan de basis van de  ‘identiteitspolitiek’. Als we tenminste mensen als Thierry Baudet, Paul Cliteur en ook Teunis Dokter mogen geloven. Zo’n beetje alles wat deze heren niet aanstaat, is het gevolg van cultuurmarxisme.

FRankenstein

Foto: Flickr

Neem Dokter bij ThePostOnline: De definitie van de ‘Inclusive Society’ –een inherent marxistisch concept– vormt de grondslag voor de sociaal-culturele programma’s en subsidienetwerken van de Verenigde Naties en de Europese Unie.” Dit is allemaal een gevolg van het streven naar gelijkheid uit het denken van Marx. En: “De ironie wil dat dit streven naar gelijkheid van klassen leidt tot identiteitspolitiek. Want wanneer men de gelijkheid tussen verschillende klassen wil doen toenemen moet men deze klassen kunnen onderscheiden en aanwijzen. Zodra een benadeelde klasse is ontdekt wordt deze verheven terwijl andere groepen geen aandacht krijgen.” Zo schrijft Dokter.

Marx schreef over de strijd tussen de kapitalistische klassen en het proletariaat en in zijn theorie zou het proletariaat die strijd winnen. Deze strijd zou, volgens Marx, door het proletariaat worden gewonnen, waarna er een klasseloze samenleving zou ontstaan. Marx schreef niet over culturen of identiteiten. De kreet ‘proletariërs aller landen verenigt u’ getuigt niet echt van het denken in culturen en identiteiten. Iets wat duidelijk werd bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In de loopgraven stonden de proletariërs uit ‘allerlei’ landen tegenover elkaar verenigd onder een nationale en culturele vlag.

Op het historicisme van Marx is ook veel aan te merken en daar zijn al vele boeken over vol geschreven. Neem bijvoorbeeld Karl Poppers The Open Society and it’s Enemies om er een te noemen. Wat Marx goed zag is dat een samenleving met grote economische ongelijkheid niet stabiel is. Marx min of meer benoemen tot de vader van de ‘identiteitspolitiek is een gotspe.

Er is ook veel aan te merken op de ‘identiteitspolitiek’ en het ‘pseudo-wetenschappelijk fabuleren’ dat eraan ten grondslag ligt. Een terecht punt van zorg dat de ‘identiteitspolitici’ maken is de ongelijke behandeling van mensen vanwege hun uiterlijk, sekse, religie enzovoorts. Een punt dat hun overschreeuwen en pseudo-wetenschappelijkheid ondersneeuwt.

Zouden de bedenkers van het ‘cultuurmarxisme theorie’ denken dat hun argumenten sterker worden door hun twee ‘vijanden’ in elkaar te knutselen tot een soort ‘monster van Frankenstein’?

Solidariteit en identiteit

Econome Heleen Mees houdt, in haar column in de Volkskrant, een warm pleidooi voor diversiteitsbeleid: “Neem bijvoorbeeld het controversiële voorkeursbeleid. Door meer minderheden aan te stellen bij de politie, het openbaar ministerie en de rechterlijke macht, neemt het vertrouwen in de rechtsstaat toe, en zullen de criminaliteit en het gevoel van onveiligheid afnemen.” Hiervan profiteren ook de ‘witte’ Amerikanen. Net zoals zij ook profiteren van laagopgeleide migranten: “Dankzij de goedkope arbeid van migranten gaan Amerikanen ook vaker uit eten dan Europeanen. Daardoor zijn er in de VS ook meer banen in restaurants.” 

solidairFoto: Vimeo

Volgens Mees moet ‘links’ niet terug naar: “de kernbeginselen van solidariteit en gelijke bescherming voor iedereen. … Dat zou immers betekenen dat misstanden als rassen- en seksediscriminatie zouden blijven voortbestaan zij het op een hoger welvaartsniveau. De uitdaging voor de linkse politiek is om een programma te ontwikkelen dat opkomt voor de legitieme belangen van minderheidsgroepen zonder de legitieme grieven van de witte arbeidersklasse uit het oog te verliezen.”  Volgens haar is ‘links’ nu te veel gericht op ‘identiteitspolitiek’ en geeft zo het belangrijke sociaal-economische terrein prijs aan ‘rechts’.

Ik moest het een paar keer lezen. Als de staat iedereen gelijk beschermt en solidariteit als uitgangspunt neemt, dan blijven rassen- en seksediscriminatie bestaan. Wat zegt Mees hier? Hoe kan rassen en seksediscriminatie blijven bestaan als iedereen op eenzelfde bescherming en solidariteit kan rekenen? Is welke vorm van discriminatie niet juist een gevolg van ongelijke bescherming? Van juist niet solidair met elkaar zijn en dus van het maken van onderscheid?

Is het zorgen voor een betere afspiegeling bij bijvoorbeeld de politie niet juist een voorbeeld van solidariteit? Net zoals het ook binnen laten van laagopgeleide migranten? Is de fout die ‘links’ maakt niet juist dat het solidariteit als diversiteit verkoopt? Dat die diversiteit-politiek tot in het extreme doortrekt tot de schadelijke identiteitspolitiek? Zou ‘links’ daarom niet juist voor solidariteit en gelijke bescherming moeten pleiten?

 

Het failliet van de identiteitspolitiek

“De verkiezingen moeten dus ook gaan over de gemeenschappelijke identiteit en dat is de Nederlandse rechtsorde en moraal.” De laatste zin uit een column van Afshin Ellian bij Elsevier. Ellian komt tot deze conclusie op basis van het rapport Kwesties voor het kiezen van het Sociaal Cultureel planbureau. Dat is, volgens Ellian nodig omdat: “40 procent van de Turkse en Marokkaanse Nederlanders zich niet thuis voelt in dit land. Dat begrijp ik ook. Nederland is nog geen onderdeel van de ummah, dat leidt inderdaad tot grote teleurstelling. En het is ook niet onbegrijpelijk wanneer het SCP rapporteert dat ook veel autochtone Nederlanders onbehagen voelen over Nederland, en ‘in dat onbehagen speelt het thema “integratie en immigratie” een belangrijke rol.”

identiteitIllustratie: Fight4YourRights

Het rapport toont daarmee volgens Ellian het failliet van de multiculturele ideologie aan. “De rechtsstaat en de mensenrechten lopen gevaar in een samenleving waarin een serieus deel daarvan zijn identificatie bij de ummah zoekt,” zo beweert Ellian. Nu zoekt een katholiek een deel van zijn identificatie in Rome, Trekkies (aanhangers van Star Trek) zoeken een deel van hun identificatie in fictie, Menig Venlonaar haalt een belangrijk deel van zijn identificatie uit de Vastelaovend. Waarom levert dat gevaar op voor de rechtstaat en de mensenrechten?

Zou een discussie over identiteit ertoe bijdragen dat mensen zich thuis gaan voelen en bij anderen het onbehagen afneemt? Leidt een discussie over wat wel en wat niet tot de ‘Nederlandse identiteit’ hoort er niet juist toe dat mensen tegen elkaar worden opgezet? Immers door te bepalen wat ‘erbij’ hoort, bepaal je ook wat er niet bij hoort. Is dat niet juist wat er u al gebeurt? Gaat het maatschappelijk debat de laatste ruim vijftien jaar niet juist over identiteit? Over wat wel en wat niet ‘Nederlands’ is? Over zwarte Piet die volgens de een bij die identiteit hoort en minaretten die er volgens de ander (trouwens vaak dezelfde als de een) niet bijhoren?

Verwisselt Ellian niet oorzaak en gevolg? Is Ellians oorzaak, het niet thuis voelen en het onbehagen, niet juist het gevolg van de discussie over de gemeenschappelijke identiteit, die hij wil gaan voeren? Zou het rapport van het SCP niet veeleer het failliet van de ‘identiteitspolitiek’ aantonen?

Is de kracht van onze rechtsstaat niet juist dat mensen de ruimte hebben om zichzelf te zijn en te worden? Om hun eigen inspiratiebronnen te kiezen of dat nu een godsdienst, een tv-serie of de Vastelaovend is? Is de kracht niet juist gelegen in de vrijheid om af te wijken? Dit alles natuurlijk binnen de grenzen van de wet? Een wet die deze ruimte aan iedereen biedt?