Uitgelicht

Election Files 13: geloof, hoop en fatsoen

“Wij kiezen voor een politiek die eerlijk is over wat moet en hoopvol over wat kan.” Met die woorden van CDA-leider Henri Bontebal opent Onze keuzes voor een fatsoenlijk land, het verkiezingsprogramma van het CDA. Volgens Bontebal: “voelen veel mensen onzekerheid. We zijn minder veilig in Europa dan we dachten, internationale conflicten komen dagelijks de huiskamer binnen en we zien hoe nieuwe technologieën ons leven ingrijpend veranderen. Dichter bij huis merken we dat de samenleving verhardt.” Dan verwacht je, zo betoogt hij: “van de politiek dat zij verantwoordelijkheid neemt en moedige keuzes durft te maken. Je verwacht een politiek die begint bij waarden, gericht is op de lange termijn en oog heeft voor het gemeenschappelijk belang. Een politiek die in staat is om te verbinden in plaats van te verdelen.” Dat ontbreekt zo betoogt hij. Zijn partij wil het anders, die: “kiest voor verantwoordelijkheid, fatsoen en vertrouwen als de weg vooruit. Een politiek die eerlijk is over wat moet en hoopvol over wat kan. Een politiek die doet wat nodig is.”1 Als laten we het programma dan eens beoordelen op die drie begrippen: verantwoordelijkheid, fatsoen en vertrouwen. Ik begin met de conclusie.

Een deel van de ‘bad guys’ uit de film Under Siege: Dark Territory met links de man van de beroemde uitspraak. Bron: clubdatelevisao.wordpress.com

Conclusie

Drie woorden staan centraal in het programma. Helaas definieert de partij deze woorden niet. Neem verantwoordelijkheid: voor mij is verantwoordelijkheid een gevoel. Ik voel me verantwoordelijk en vanuit dat gevoel handel ik en over die handeling leg ik verantwoording af. Het CDA gebruikt het woord vooral in combinatie met het werkwoord nemen: verantwoordelijkheid nemen. Verantwoordelijkheid nemen wordt dan vooral gelinkt aan in de regering zitten en ‘moedige keuzes maken’. Wat opvalt is dat het CDA verantwoordelijk collectief maakt. Om in de termen van de partij te spreken: verantwoordelijkheid neem je samen. In tegenstelling tot smart, die als je hem deelt de helft is, leidt gedeelde verantwoordelijkheid er vooral toe dat er niets gebeurt. Dat risico lopen we met het CDA-programma op belangrijke thema’s als woningbouw, zorg en maatschappelijke voorzieningen als openbaar vervoer. Dat wordt duidelijk en is vooral extra wrang met betrekking tot de oorlog tegen de Palestijnen. Daar ‘voelt’ het CDA iets van verantwoordelijkheid en vult die ook weer collectief in. In dit geval in Europees verband. Dat Europese collectief laat echter al twee jaar zien tot niets bijzonders te komen.

Dan fatsoen, als in goede manieren in de omgang. Daar laat de partij steken vallen. Het getuigt niet van fatsoen anderen de schuld te geven van het eigen falen. Dat is wat de partij doet met betrekking tot het asieldossier. Daar baseert de partij haar beleid op de zeer dubieuze redenering dat: “wij niet in staat zijn om mensen fatsoenlijk op te vangen doordat we geen controle hebben over wie in Nederland mag blijven en wie niet.” Ook wil de partij het asielbeleid baseren op een aanpak die het mensen, die voor hun leven moeten vrezen, onmogelijk maakt om hun land te ontvluchten. Fatsoen is ook dat je je eigen ‘rommel opruimt’ en dat je een ander niets aandoet wat je niet wilt dat anderen jou aandoen. Op beide punten laat het CDA steken vallen.

Als laatste vertrouwen. Het vertrouwen, in de betekenis van ‘met zekerheid hopen’, van het CDA bevat weinig zekerheid. Het is voor een deel gebaseerd op aannames, maar zoals het Engelse gezegd het treffend verwoord: assumption is the mother of all fuck ups. En voor een ander deel gebaseerd op de hoop dat Tom Poes een list verzint die opeens ‘overbodige regels’ laat verdwijnen. Als burger geeft het weinig vertrouwen dat de partij pleit voor ongelijke straffen en voor minder transparantie van de overheid.

What are words word

“What are words worth? What are words worth? Words.” Het refrein van het lied Wordy Rappinghood van de Tom Tom Club. De band was een nevenactiviteit van twee leden van de Talking Heads: een Amerikaans band met David Byrne als frontman. Dit refrein was het eerste wat me te binnen schoot. Want het eerste probleem dat zich bij het beoordelen van het programma voordoet, is een probleem waar zo ongeveer alle verkiezingsprogramma’s mee kampen: cruciale begrippen worden niet gedefinieerd. Zo ook het programma van het CDA. Wat zien we de partij doen als ze, zoals ze schrijft, verantwoordelijkheid neemt? Fatsoenlijk handelt? Of handelt vanuit vertrouwen?

Verantwoordelijkheid

Verantwoordelijkheid is: “1. de plicht verantwoording af te leggen. 2. grote zorg en toewijding die voor iets vereist zijn,” aldus de digitale Van Dale. Legt de partij dan ‘grote zorg en toewijding aan de dag’ of voelt ze de plicht om verantwoording af te leggen? Voor mij persoonlijk is verantwoordelijkheid iets wat je voelt en van waaruit je handelt. Het is een vorm van betrokkenheid. Als trainer/coach van een jeugd honkbalteam voel ik me verantwoordelijk voor het gedrag van de spelers op en om het veld. Vanuit die gevoelde verantwoordelijkheid handel ik leg ik grote zorg en toewijding aan de dag en leg ik verantwoording af.

Verantwoordelijkheid is voor het CDA vooral iets wat je samen doet. Zo kiest de partij voor: “al die mensen die ons land mooier maken, die gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor hun buurt, school of natuur.” Vertrouwt de partij op: “Mensen die verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor anderen kansen creëren, juist ook als je die ander niet dagelijks in je eigen bubbel tegenkomt.”2 Hebben we: “een gezamenlijke verantwoordelijkheid om uitsluiting tegen te gaan en discriminatie hard te bestrijden.”3 Zo wil de partij de: “samenwerking met migrantenorganisaties, kerken en moskeeën (versterken) zodat zij mede de verantwoordelijkheid dragen voor een succesvolle integratie van nieuwkomers.”4 Is een: “vrije democratie (…) alleen mogelijk als we het democratisch ethos versterken: als we samen verantwoordelijkheid nemen.” Begint: “Een weerbare samenleving (…) met mensen die verantwoordelijkheid nemen” en: “dragen (we) met elkaar de verantwoordelijkheid om de orde en veiligheid in de samenleving te bewaken.” 5 Moet de zorg toekomstbesteding worden en moet daarbij een gezocht worden naar: “balans tussen collectieve en individuele verantwoordelijkheid.”6 Voor wat betreft woningbouw: “Het bestrijden van het woningtekort is een gezamenlijke opgave van het Rijk, gemeenten, provincies, corporaties, investeerders, ontwikkelaars en bouwers.”7Moeten ouders: “medeverantwoordelijkheid (…) nemen voor hun scholen in schoolverenigingen en ouderinitiatieven.”8 Dat laatste lijkt me overbodig. Als iemand een initiatief neemt, dan voelt die persoon zich verantwoordelijk en handelt vanuit die verantwoordelijkheid. Voor wat betreft het klimaat beleid moet er: “stabiel en duidelijk (financieel) beleid (zijn) om de verantwoordelijkheid van inwoners en ondernemers te ondersteunen in adaptatie en transitie.”9 Mooie woorden die duidelijk maken dat een samenleving uit een ‘samen’ bestaat. Mooie woorden waar geen speld tussen is te krijgen. Afgezien dan van die ene met betrekking tot de ouderinitiatieven. In tegenstelling tot smart, die als je hem deelt de helft is, leidt gedeelde verantwoordelijkheid er vooral toe dat er niets gebeurt.

Je kunt dan wel de regelgeving: “verduidelijken (…) zodat voor gemeenten jongeren en ouders en aanbieders duidelijk is wat er wel en wat niet onder jeugdzorg valt,’” Dat lost vragen waarmee kinderen en ouders zitten niet op. Die vragen kun je dan: “zoveel mogelijk in de eigen omgeving (..): via school, huisarts, wijkteam of informele netwerken,” willen oppakken, maar dat is niets nieuws. Dat is altijd al het streven geweest. Niets nieuws is ook dat de school en huisarts hun handen al vol hebben. Om dat nu wel te realiseren kun je dan wel: “investeren in verenigingen, maatschappelijk werk en andere ondersteunende instanties,” wie of wat die ‘andere ondersteunende instanties’ zijn wordt niet duidelijk, maar van verenigingen weet ik dat die hun handen vol hebben aan dat doen waarvoor ze zich hebben opgericht: voetballen, muziek maken, toneel spelen enzovoorts. Wat daarbij zeker niet gaat helpen is: “de eigen bijdrage die wordt ingevoerd vooral toepassen bij lichte jeugdzorg.”10 Die zal ervoor zorgen dat kinderen en ouders deze zorg gaan mijden met alle gevolgen van dien. Voor het bewijs hiervan hoeven we alleen maar naar de uit de basiszorgverzekering verdwenen tandarts te kijken. Ook hier maakt het CDA iedereen verantwoordelijk.

Je kunt wel betogen dat: “het bestrijden van het woningtekort (..) een gezamenlijke opgave (is) van het Rijk, gemeenten, provincies, corporaties, investeerders, ontwikkelaars en bouwers,” maar om iets gedaan te krijgen is echter meer nodig. Gedeelde verantwoordelijkheid betekent in de praktijk dat niemand af te rekenen is op het resultaat en dat is wat we de afgelopen jaren hebben gezien. Als je je als partij werkelijk verantwoordelijk voelt, dan doe je meer dan regisseren en: “Pensioenfondsen (te vragen) een belangrijke rol te spelen in investeringen,”11

Als gewenste: “maatschappelijke voorzieningen niet van de grond (komen) vanwege gebrek aan geld,” en: “Maatschappelijke baten (…) voor de financiële baten uit(gaan) bij: “regionale spoorlijnen/ov-verbindingen, sociale woningbouw, maar ook buurtcentra en huisvesting voor het verenigingsleven,” en je voelt je daarvoor als overheid verantwoordelijk, dan kun je, zoals het CDA voorstelt: “ondersteuning (geven)van(uit) overheden bij het dekken van de onrendabele top.” Je zou er ook voor kunnen kiezen die gevoelde verantwoordelijkheid vorm te geven door de hele maatschappelijke voorziening te financieren en af te zien van: “publiek-private samenwerkingen.”12 Dat maakt het veel eenvoudiger en de kans op resultaat groter.

Slechts in een passage spreekt de partij over zichzelf: “Wij stellen orde op zaken door politiek verantwoordelijkheid te nemen en op een fatsoenlijke manier met elkaar om te gaan.”13 Wat betekent ‘politiek verantwoordelijkheid nemen’? De manier waarop het CDA en ook eerder de VVD (zie mijn bespreking van dat verkiezingsprogramma) erover spreken, is verantwoordelijkheid iets wat ergens ligt en dat je kunt pakken door: ‘moedige keuzes (…) te maken.”14 Verantwoordelijkheid lijkt gekoppeld te worden aan regeren. Alleen als je regeert ‘neem’ je verantwoordelijkheid. Ik mag toch hopen dat iedere politicus verantwoordelijkheid voelt en op basis daarvan handelt. Dat handelen kan ook leiden tot niet deelnemen aan een regering. Dat niet regeren niet meteen betekent dat je je niet verantwoordelijk voelt voor het wel en wee in het land. Dat verantwoordelijkheid ook betekent dat je vanuit je rol buiten de regering je invloed uitoefent om zaken in de gewenste richting te bewegen. En weerbare samenleving is een samenleving waarvoor mensen verantwoordelijkheid voelen en vanuit dat gevoel handelen.

“De Nederlandse regering moet zich inspannen voor de handhaving van het internationaal recht. Hierbij past grotere druk op Israël via de economische en politieke kanalen van de EU, bijvoorbeeld door de handelsvoordelen uit het EU – Israël associatieverdrag op te schorten, of sancties op personen.”15 Hier ‘voelt’ het CDA iets van verantwoordelijkheid, echter het ernaar handelen blijft beperkt. Er wordt naar de Europese Unie gekeken en dat zou een goede actie zijn. Zou, want als de afgelopen twee jaar iets hebben laten zien dan is het dat er landen zijn die hier geen actie in willen ondernemen en de manier waarop er in de Unie wordt besloten, maakt dat er dan ook geen acties komen. Als je hier werkelijk verantwoordelijkheid voelt, dan zoek je naar mogelijkheden die je zelf hebt; die binnen jouw mogelijkheden liggen.

Fatsoen

Fatsoen: “goede manieren in de omgang,” aldus dezelfde digitale Van Dale. Er zijn genoeg mensen die in de omgang zeer fatsoenlijk zijn, die goede manieren in de omgang hebben maar er vrolijk op los discrimineren of anderen uitbuiten. Al die telefonische verkopers tonen goede manieren in de omgang maar proberen je ondertussen wel een nieuw energie-, telefoon- of een ander soort contract aan te smeren. Of die jongeren die langs de deur komen om je op je gemoed te praten dat je toch echt moet doneren voor een of andere groep die het minder heeft. Laat ik hier eerlijk bekennen, als ze na één keer ‘geen interesse’ aankomen met een ‘maar’ dan verlaat mijn ‘fatsoen’ me, en herhaal ik op bitse toon dat ik geen interesse heb en hang op of sluit ik de deur.

Anderen de schuld geven van zaken waar jezelf de hand in hebt, getuigt voor mij niet van fatsoen. Dat is wel wat het CDA doet: “als wij niet in staat zijn om mensen fatsoenlijk op te vangen doordat we geen controle hebben over wie in Nederland mag blijven en wie niet, doen we iedereen tekort: zowel de mensen die we willen opvangen als de mensen die hier al zijn.” 16 Een bewering die kant nog wal raakt. Als eerste kunnen we prima mensen fatsoenlijk opvangen. Waar het aan ontbreekt is de wil om dat te doen. Ten tweede dat er niet fatsoenlijk wordt opgevangen wordt niet veroorzaakt door het gebrek aan controle over wie hier mag blijven. De overheid heeft alle controle over wie er wel of geen status tot verblijf krijgt. Er is niemand anders die dit kan bepalen. Op een dergelijke leugen een asielparagraaf baseren, is een gotspe. Niet erg fatsoenlijk en getuigend van een gebrek aan verantwoordelijkheid.

En nu we toch bij die asielparagraaf zijn. Het nieuwe systeem waar de partij voor pleit: “waarbij aanvragen alleen nog buiten de EU in behandeling worden genomen en waar asielmigranten op uitnodiging naar Europa mogen komen,” klinkt mooi, maar waar hadden de Oekraïners naar toe moeten vluchten als dit beleid in 2021 al had gegolden? Hadden ze dan allemaal in bootjes moeten klimmen en naar Turkije moeten trekken? Realiseert de partij zich dat het logische gevolg van een dergelijke asielsysteem is dat er niemand meer asiel kan aanvragen? Als ieder land dit als beleid gaat voeren, dan is vluchten niet meer mogelijk. Dan is de enige plek waar een politieke vluchteling of iemand die een oorlog wil ontvluchten asiel aan kan vragen het land van waaruit de persoon wil vluchten. Dan geldt: “vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten hoe. Vluchten kan niet meer, ‘k zou niet weten waar naar toe,” om Frans Halsema en Jennie Arean na te zingen,

Om: “inhumane en illegale mensensmokkel,” 17 te beëindigen hoeft er trouwens geen nieuw asielsysteem te worden ingevoerd. Daarvoor is het voldoende om EU directief 2001/51/EC te herzien. Op basis van die richtlijn worden luchtvaartmaatschappijen verplicht om mensen terug te brengen als blijkt dat ze de EU zonder geldige verblijfspapieren willen betreden. Vluchten per vliegtuig, dat veel goedkoper en veel minder gevaarlijk is dan over land en zee en dat kan zonder een beroep op smokkelaars, wordt hierdoor onmogelijk18. De EU heeft hiermee de grenscontrole uitbesteed aan de check-in van vliegmaatschappij. Die laten niemand door ook al stelt de richtlijn dat vluchtelingen op basis van het vluchtelingenverdrag hiervan zijn uitgezonderd. Het financiële risico van een verkeerde beoordeling licht bij de vliegmaatschappij en daarom laten ze niemand door die niet over een visum beschikt.

Fatsoen betekent voor mij ook dat je problemen op jouw bordje oppakt en die niet op het bordje van anderen legt. Het CDA wil: “in overleg met gemeenten komen tot vereenvoudiging en een basisniveau van gemeentelijke regelingen, met mogelijkheden voor maatwerk.” Ze wil dit omdat het: “niet wenselijk (is) dat de gemeente waar je woont bepalend is in hoeverre je kunt rondkomen en werken kan lonen.”19 Als een inkomen of uitkering niet voldoende is om rond te komen, en dat is voor veel mensen het geval, dan is het verhogen van dat inkomen of die uitkering de weg om dat probleem op te lossen. Dat is een, om dat woord nog maar eens te gebruiken, verantwoordelijkheid van de rijksoverheid en het is wel zo fatsoenlijk om die dan ook te nemen. Als dat ertoe leidt arbeid te duur wordt voor een bedrijf of sector, dan is dat jammer voor dat bedrijf of die sector.

Fatsoen betekent ook ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ “Toegang tot het recht raakt de kern van onze democratische rechtsstaat.” Een waarheid als een koe. Daarom zet het CDA in: “op alternatieve vormen van geschilbeslechting waar dat kan (zoals mediation), en zetten in op het voorkomen van doorprocederen.”20 Niet duidelijk wordt welk probleem dit moet oplossen want net als in alle programma’s ontbreekt het aan een goede analyse – maar dat laat ik rusten. Het gaat mij om de dat doorprocederen. De overheid is zelf een van de partijen die zich schuldig maakt aan dat doorprocederen. Als je dan toch de mond vol hebt over verantwoordelijkheid en fatsoen, en trouwens ook over vertrouwen waarover hieronder meer, dan zou je meer verwachten dan alleen inzetten op mediation. Dan zou je er als overheid voor kunnen kiezen om niet door te procederen als de recht je ongelijk geeft.

Zo belangrijk lijkt de partij die toegang tot het recht niet te vinden want de partij wil de: “bezwaarprocedures (verkorten) door de omgevingswet aan te passen om het stapelen van bezwaar op bezwaar tegen te gaan.” Daarbij wil men: “een scherper belanghebbende-criterium, zodat niet direct belanghebbenden geen bezwaar en beroep kunnen aantekenen.” En ja, er is woningnood. “De Raad van State (…) het behandelen van woningbouwzaken met voorrang (laten oppakken), via een aparte ‘vastgoedkamer’”21 is een keuze. ‘Met voorrang oppakken’ betekent dat andere zaken blijven liggen. Het zou wel zo fatsoenlijk zijn om dat erbij te vermelden.

Vertrouwen

Als laatste vertrouwen: “(vertrouwde, heeft vertrouwd) 1. met zekerheid hopen; 2. vertrouwen stellen. Vertrouwen (het; o) 1. geloof in iemands goede trouw en eerlijkheid,” volgens dezelfde Van Dale.

“Betrouwbare overheid, vertrouwen in mensen,” aldus de titel van het negende hoofdstuk van het programma. “De afgelopen jaren is het vertrouwen in de overheid gedaald. Door politieke keuzes heeft de overheid haar basistaken verwaarloosd. Daarbovenop stuurt de overheid met een veelheid van regels in plaats van op basis van vertrouwen. De pijn daarvan landt vooral bij mensen die al moeite hebben om zich staande te houden. Op andere onderwerpen heeft de overheid zelf een vertrouwensbreuk veroorzaakt, zoals bij het toeslagenschandaal en de winning van het gas in Groningen. Het ontbrak te vaak aan daadkracht om problemen werkelijk op te lossen,”22 zo is te lezen.

Om betrouwbaar te worden moet de overheid, zo betoogt het CDA gemeenten de ruimte geven want: “De gemeente is de eerste overheid,” aldus het CDA. Die gemeente moet: “ruimte in de regelgeving (krijgen) om lokaal te doen wat lokaal nodig is,” en dat vergt: “een lagere verantwoordingslast, en meer ruimte voor de menselijke maat in beleid.”23 Dat klinkt mooi, maar is lokaal daarmee beter? Lokaal, en dan vooral uitgesproken als ‘couleur locale’, zijn woorden waarmee veel gemeenten betogen erg bijzonder te zijn. De gemeente als eerste overheid die het dichtstbij de burger stond waren kreten waarmee de decentralisaties van 2015 in de jaren ervoor werden verkocht. Maar iets roepen en herhalen, maakt het nog niet tot een feit. Is de gemeente wel de meest nabije overheid? En betekent dit dat de gemeente dan ook meteen het beste in staat is om iets te organiseren? Die aanname dat gemeenten het dichtstbij de burger staan en daarom het beste in staat zijn om problemen op te pakken is een aanname. Bij aannames moet ik altijd denken aan de film Under Siege 2: Dark Territoriry, een film met ‘actieheld’ Steven Seagal in de hoofdrol. Het karakter van Seagal lijkt onder de trein te zijn gekomen, maar als er toch nog bad guys dood worden gevonden, vraagt de leider van de ‘bad guys’ of ze het lijk hebben gezien. ‘Ik zag hem vallen en ik zag bloed, dus ik nam aan dat ….’ Waarop de leider de volgende legendarische uitspraak doet: “Assumption is the mother of all fuck ups!”

Even een persoonlijke anekdote om dit duidelijk te maken. Toen ik het ouderlijk huis verliet betrok ik een klein zolderappartement in Venlo. Een appartement met bijzondere buren. Aan de ene kant had groenteboer Janssen zijn zaak: een echt familiebedrijf. Iedere dag verse groenten en vers fruit. Ik kwam er minstens eens per week en vaak nog wel vaker. Aan de andere kant – en meteen ook de andere kant van het gezondheidsspectrum – zat een frietzaak. Daar kwam ik af en toe. Die frietzaak stond bekend als ‘De Vettigen Handdook’. Het was mijn buurman en dat maakte het makkelijk. Voor het gros van mijn plaatsgenoten was die fysieke nabijheid niet zo belangrijk. Die gingen naar de ‘Mac’. Laat McDonalds niet zien dat het goed mogelijk is om vanuit Chicago het ‘hongerprobleem’ lokaal aan te pakken? Het bedrijf geeft haar basismenu een ‘lokale twist’: in Nederland de McKroket en in Japan de Teriyaki burger. Het bedrijf sluit daarmee veel beter aan bij de wensen van het gros van de klanten dan mijn oude buren van ‘De Vettigen Handdook’. Die zaak is jaren geleden opgedoekt.

Terug naar de gemeenten. Nu zitten zo’n 340 gemeenten lokaal zaken te regelen en organiseren op min of meer dezelfde manier. Ze noemen het allemaal anders en zeggen ook allemaal dat ze ‘echt iets speciaals’ doen wat andere gemeenten niet doen. In werkelijkheid doen ze allemaal hetzelfde op een andere manier. Dat maakt het voor veel inwoners en vooral ook voor veel bedrijven die zorg en ondersteuning leveren lastig. Voor inwoners, want bij verhuizing heet alles net iets anders en is het net iets anders georganiseerd. Voor die bedrijven is het lastig omdat ze zaken in iedere gemeente net weer iets anders moeten doen. Zou één ‘Mac-gemeente’ die in iedere gemeente actief is niet makkelijker zijn?

De overheid moet, zo betoogt de partij: “burgers en bedrijven ruimte en vertrouwen geven. Daartoe zetten we rigoureus het mes in de regelgeving: minder regels, betere regelgeving en efficiëntere verantwoording. Zo versnellen we besluitvorming. Waar minder regels zijn en waar meer vertrouwen is, kan de overheid krimpen.”24 Op verschillende plekken in het programma komen dergelijke passages voor. Zoals ik al bij de bespreking van het programma van de VVD aangaf moet: “Een streven naar minder regels (…) beginnen met een een gesprek over risico’s.” Het gros van onze regels is gericht op het voorkomen van risico’s. Het CDA lijkt hier te hopen op een list van Tom Poes.

De Nederlandse grondwet stelt dat iedereen voor de wet gelijk is. Daar moet je op kunnen vertrouwen. Het CDA lijkt daar anders over te denken, want: “veroordeelde terroristen met een dubbele nationaliteit moeten de Nederlandse nationaliteit kwijtraken en worden teruggestuurd naar het land van herkomst.”25 Dit betekent dat mensen met een dubbele nationaliteit voor eenzelfde misdaad anders gestraft worden en dat is in strijd met onze grondwet. Wat hier bijzonder aan is, is dat de partij ervan uitgaat dat iemand met een dubbele nationaliteit uit een ander land afkomstig is. Terwijl een flink deel gewoon hier is geboren en getogen.

Geloof in iemands eerlijkheid en goede trouw, dat vult het CDA op bijzondere manieren in. Zo wil de partij: “de stekker uit het wietexperiment,” 26 trekken. Nu zijn er in het land op verschillende plekken ondernemers aan de slag gegaan om invulling te geven aan het wietexperiment. Dat experiment stond in het regeerakkoord van Rutte III in 2017. een kabinet waar het CDA onderdeel van uitmaakt. Een hele tijd geleden. Toch is de experimenteerfase pas afgelopen april werkelijk van start gegaan en die duurt vier jaar. Doel van het experiment is: “om te onderzoeken of gereguleerde productie, distributie, en verkoop van cannabis mogelijk is.” Nu de stekker eruit trekken getuigt niet van eerlijkheid en goede trouw, maar eerder van willekeur en machtsmisbruik.

Wat getuigt van weinig vertrouwen is het voorstel om de: “wet open overheid (WOO) efficiënter,” zoals het CDA het noemt, te maken. Inderdaad is het veel efficiënter om: “conceptteksten tot aan de besluitvormingspositie,”27 niet onder de wet te laten vallen. Dat scheelt heel veel werk omdat veel documenten dan niet openbaar gemaakt hoeven te worden. Een ambtelijke notitie die anders adviseert dan er uiteindelijk is besloten, wordt dan niet openbaar. Dat getuigt van weinig vertrouwen in onze democratische rechtsstaat. Openheid met betrekking tot alle ambtelijke adviezen en bestuurlijke afwegingen, maakt helder waarom het advies is zoals het is en het besluit genomen is zoals het is genomen. Het maakt alle afwegingen helder en te volgen. Dat hoeft niet te beteken dat iedereen het eens is met het advies of besluit, maar dat hoeft ook niet. Het sterke punt van onze democratische rechtsstaat is juist, of dat zou het moeten zijn, de open en transparante manier waarop besluiten worden genomen.

1 Onze keuzes voor een fatsoenlijk land, pagina 2. Onze keuzes voor het land is te vinden op https://www.cda.nl/verkiezingsprogramma/

2 Idem, pagina 8

3 Idem, pagina 10

4 Idem, pagina 15

5 Idem, pagina 18

6 Idem, pagina 27

7 Idem, pagina 31

8 Idem, pagina 38

9 Idem, pagina 49

10 Idem, pagina 25

11 Idem, pagina 31

12 Idem, pagina 63

13 Idem, pagina 5

14 Idem, pagina 2

15 Idem, pagina 73

16 Idem, pagina 78

17 Idem, pagina 78

18 De overleden Noorse statisticus Hans Rosling legt het in dit korte filmpje uit: https://duckduckgo.com/?q=rosling+refugees&iar=videos&t=ffab&iai=https%3A%2F%2Fwww.youtube.com%2Fwatch%3Fv%3DYO0IRsfrPQ4

19 Onze keuzes voor een fatsoenlijk land, pagina 67

20 Idem, pagina 17

21 Idem, pagina 32

22 Idem, pagina 58

23 Idem, pagina 59

24Idem, pagina 60

25 Idem, pagina 20

26 Idem, pagina 20

27 Idem, pagina 60

Uitgelicht

De onopgevoede BBB

“Wie écht bezorgd was over dit onderwerp, had kunnen anticiperen. Toen het PVV-amendement werd aangenomen, had men het amendement van BBB kunnen én moeten steunen. Dan hadden we deze onnodige discussie over een kop soep niet hoeven voeren.” Aldus een bericht van de BBB op LinkedIn. Een bericht waarin de BBB het CDA verwijt verkeerd te hebben gehandeld rond een van de nieuwe vluchtelingenwetten die de Tweede Kamer op de laatste dag voor het zomerreces 2025 goedkeurde. Ik schreef er al eerder een Prikker met als titel Soep zooitje over Toen ik dit las moest ik denken aan een uitspraak van de Romeinse filosoof Epictetus: “Het is het werk van een onopgevoed mens anderen de schuld te geven wanneer hij zelf de oorzaak van het onheil is.”

Epictetus was een stoïcijnse filosoof die leefde van het jaar 50 tot 130 CE. Epictetus was een Griekse slaaf die naar Rome werd gebracht en die filosofie onderwees. Met Seneca en keizer Marcus Aurelius wordt hij gezien als een van de leidende figuren uit de stoa of stoïsche school. Een hellenistische filosofische stroming opgericht zo rond 300 BCE door Zeno van Citium. Uitgangspunt van de stoa is dat de ware vervulling van het leven wordt bereikt door in overeenstemming met de natuur te leven. Volgens de stoa is alles wat er gebeurt van tevoren bepaald. Iets gebeurt dus omdat het moest gebeuren, niet omdat iemand het wilde of er in vrijheid voor koos. Wel is de mens vrij om te kiezen hoe het gebeurde te beoordelen en in de keuze hoe vervolgens te handelen. Maar terug naar de BBB.

“Feitencheck: Het CDA en de strafbare ‘kop soep’, staat er boven het bericht. Dat ‘het’ in deze korte zin met kleine letter geschreven moet worden, daar zal ik niet over vallen. En dus toch wel, want ik begin erover. Wat zijn die feiten volgens de BBB? “Door het aangenomen PVV-amendement maakt de wet illegaliteit strafbaar en het is nog onduidelijk of humanitaire hulp zoals een kop soep uitdelen is uitgezonderd. In de toelichting staat namelijk dat ook hulp aan illegalen strafbaar kan zijn.” Even voor de BBB-ers de wet en de uitleg is duidelijk: zoals de tekst van de wet nu luidt, is het kopje soep strafbaar als de soepschenker weet dat de soepontvanger illegaal in Nederland verblijft. Dat zijn de feiten die blijken uit het aangenomen amendement in combinatie met artikel 48 van het Wetboek van strafrecht. Dan is de soepschenker namelijk opzettelijk behulpzaam bij het plegen van een misdrijf. Dat zijn de feiten en die zijn toch net iets anders dan de BBB hier voorspiegelt. Kwalijk voor een politieke partij.

Het bericht gaat verder: “Uit voorzorg diende BBB-Kamerlid Claudia van Zanten een eigen amendement in dat dit expliciet zou uitsluiten. In de toelichting staat helder: “Dit amendement heeft een uitzondering voor niet-commerciële activiteiten die humanitaire hulp bieden aan mensen.”” Om de kwalijke gevolgen van een mogelijk amendement te voorkomen, dient de partij zelf een amendement in. Bijzonder, maar daar kom ik dadelijk op terug. Helaas, aldus de BBB: “Het CDA stemde tegen ons voorstel. Ondanks hun woorden over het belang van hulp, stemden zij niet voor de wettelijke zekerheid die ons amendement bood.” Het is de vraag of het BBB-amendement zoden aan de dijk zet. Als de soepschenker een horeca-ondernemer is die willens en wetens een illegaal in Nederland verblijvend persoon tegen betaling een kopje soep serveert, dan is die ondernemer strafbaar. Dat geldt ook voor de supermarktondernemer die een illegaal een blikje soep verkoopt. Of de boer die de illegaal die zelf soep wil maken, wat groenten verkoopt.

Gevolg, aldus de BBB: “Hierdoor blijft de juridische onduidelijkheid bestaan. Terwijl het meteen opgelost had kunnen worden.” Zoals hierboven al aangegeven, is er geen juridische onduidelijkheid. Er zijn alleen politieke partijen die deze duidelijkheid in mist willen hullen om hun eigen falen te verbloemen.

En met dat verbloemen kom ik bij wat de BBB de conclusie van haar bericht noemt: “Wie écht bezorgd was over dit onderwerp, had kunnen anticiperen. Toen het PVV-amendement werd aangenomen, had men het amendement van BBB kunnen én moeten steunen. Dan hadden we deze onnodige discussie over een kop soep niet hoeven voeren.” Beste BBB: NEE, NEE en nog eens NEE. Jullie stemden in de Tweede Kamer volmondig in met de PVV-motie. Als jullie werkelijk de door jullie gewenste uitzondering hadden willen maken: “niet-commerciële activiteiten die humanitaire hulp bieden aan mensen,” dan hadden jullie tegen het PVV-amendement moeten stemmen. Dat deden jullie niet. Jullie en ook jullie collega’s van de NSC en SGP. Jullie stemden allemaal in met het PVV-Amendement. Daarvan anderen de schuld in de schoenen schuiven is, om met Epictetus te spreken, het werk van een onopgevoed mens.

Urk en Trump

“Losgeslagen tuig, onacceptabel. Dit is idioot gedrag dat hoort te stoppen,” aldus premier Rutte. “Waarom wordt het leger niet ingezet? Maak de PVV de grootste partij in 2021 en ik zet al het criminele tuig ons land uit, inclusief hun familie.” De reactie van PVV-leider en enigst lid Geert Wilders. “Snijden in subsidies en uitkeringen die worden verstrekt aan huishoudens waar deze herrieschoppers toe behoren is wellicht een mogelijkheid. Als de ouders geen normen en waarden kunnen overbrengen aan hun kinderen, moeten we hen misschien met de harde hand herinneren aan de normen en waarden die gelden in onze samenleving,” betoogt het Haagse CDA-gemeenteraadslid Kavish Partiman. Nee, deze uitspraken zijn niet gedaan na de vernieling van een GGD-teststraat op Urk. Het waren de reacties van politici op de rellen in Den Haag en Utrecht afgelopen­­ zomer. Dat verbaast.

Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie/Wikimedia Commons.

Het verbaast omdat het in al deze gevallen om jongeren gaat die regels overtreden, zaken vernielen en in brand steken en het gevecht met de politie aangaan. Identiek gedrag dus dan zou je ook een identieke reactie verwachten. Dan zou je verwachten dat de premier deze Urker jongeren losgeslagen tuig zou noemen die idioot gedrag vertonen. Dan zou Wilders moeten pleiten voor het inzetten van het leger op Urk of wellicht het sturen van een kanonneerboot naar de haven. Dan zou ergens een CDA-er moeten roepen dat er in uitkeringen en (visserij)subsidies moet worden gesneden omdat de ouders geen normen en waarden aan hun kinderen kunnen overbrengen. Nee, niets van dit alles, alleen een grote stilte. Nu kan het eraan liggen dat de tijd sinds de rellen te kort is om te reageren. Het vreemde is echter dat bij de ‘zomerrellen’ de reacties bijna real time werden gegeven.

Zou het dan aan de aanleiding voor de rellen kunnen liggen? Op Urk is de avondklok ditmaal de aanleiding. Ditmaal, want van een avondklok was tijdens de eerdere rellen van bijvoorbeeld november en december vorig jaar nog geen sprake. Als we het dan wat breder zien, dan zouden het de coronamaatregelen kunnen zijn? De aanleiding voor de ‘zomerrellen’ was vooral verveling.

Ik vrees echter dat dit niet de reden is van het uitblijven van dergelijke reacties. Ik vrees dat het meer te maken heeft met de achtergrond van de rellende jongeren. Als mijn vrees gegrond is, dan zou dat wel heel erg schadelijk zijn. Dan is er namelijk spraken van discriminatie. Dan wordt de ene groep rellende jongeren milder behandeld dan de andere puur en alleen vanwege hun achtergrond. Van de PVV kunnen we dat verwachten. Die partij wil immers iedereen met de achtergrond van de ‘zomerrellers’ liefst het land uit. Dat wordt lastig bij die Urker jeugd omdat die precies de achtergrond heeft van Wilders ideale land.

De ongelijkheid in reactie van de VVD en het CDA toont een overeenkomst met de reactie van vele Republikeinen in de VS op de Black Lives Matter protesten aan de ene kant en de bestorming van het Capitool aan de andere kant. De eersten worden hard veroordeeld en de tweede worden met mildheid bekeken. En, nu ik toch vergelijk met de VS, is er nog een bijzondere overeenkomst. In de VS was er iemand die uitnodigde tot de bestorming van het Capitool, een president die ‘mee zou marcheren’ maar dat vooral deed voor zijn tv-scherm in het Witte Huis. Op Urk waren er partijen die de burgemeester opriepen om de avondklok niet te handhaven, zo is te lezen bij De Stentor Hart voor Urk (coalitie, red.) en PVV (oppositie, red.) hebben in de vorm van schriftelijke vragen eigenlijk de burgemeester opgeroepen om de avondklok te negeren (via Twitterberichten van PVV Urk-politici is een boodschap van die strekking inderdaad terug te vinden, de partij zegt daarin alles te doen zodat de avondklok niet gehandhaafd wordt op Urk.). Niet handhaven die avondklok, was hun verzoek aan de burgemeester.”

Nu is voorstellen om naar het Capitool te lopen niet meteen het ‘bevel’ geven tot de bestorming ervan. En ook het verzoeken om regels te negeren is geen ‘bevel’ om zaken te vernielen. Het zijn echter wel voorbeelden van politici die oproepen om de wet te negeren. Trump negeerde een verkiezingsuitslag, die volgens de regels van het spel tot stand zijn gekomen. De Urker raadsleden negeerden een, volgens de regels van het spel tot stand gekomen, besluit. Als politici binnen onze democratie oproepen om de regels te negeren, dan is dat reden voor grote bezorgdheid. Net zoals het optreden van de VVD en het CDA reden is tot grote zorg.

­­

‘De paus van de overheid’

In maart mogen we weer naar de stembus om de leden voor de Tweede Kamer te kiezen. Ik moet zeggen dat ik het steeds moeilijker en lastiger vind om een keuze te maken. Moeilijk niet omdat er steeds meer partijen zijn, omdat Kamerleden zich afscheiden en een (eigen) nieuwe partij beginnen en ze het allemaal beter denken te weten. Nee, al die malloten en de partijen die ze hebben opgericht komen zeker niet voor mijn stem in aanmerking. Nee, het wordt me steeds moeilijker gemaakt door het gebrek aan besef bij Kamerleden van hun rol, positie, invloed en vooral hun verantwoordelijkheid.

Bestand:Lid van de Tweede Kamer voor de VVD dhr. Edzo Toxopeus  interrumpeert de fractiev, Bestanddeelnr 919-6733.jpg - Wikipedia
Bron: Wikipedia

“De gemeente Wijdemeren gaat nog eens kijken naar de zaak van een vrouw met een bijstandsuitkering, die ruim 7000 euro moet terugbetalen. Ze ontving boodschappen van haar moeder en had dat aan de gemeente door moeten geven, oordeelde de rechter,” zo lees ik bij de NOS. Gevolgd door Tweede Kamerleden die zoals Lilian Marijnissen zich twitterend afvragen: Hoe een overheid een monsterlijke machine kan worden die mensen kapot maakt omdat niet het vertrouwen voorop staat maar het wantrouwen.”  Of zoals enig PVV-lid Wilders: “dat de overheid “dus helemaal niets” heeft geleerd van de toeslagenaffaire.” En zij zijn niet de enige. Ik word er heel erg moe van. Ze hebben gelijk en toch word ik er heel erg moe van of beter gezegd teleurgesteld of nog beter gezegd boos.

Ze hebben gelijk. Dat wantrouwen voorop staat en dat dit de overheid tot een ‘monsterlijke machine’ maakt die mensen kapot kan maken, daarover schreef ik al eerder. Nee, ik word moe, teleurgesteld en boos van de manier waarop zij zich met hun woorden buiten de overheid plaatsen. De overheid, dat zijn anderen. Dat zijn ‘hardvochtige ambtenaren’ en rechters die de vastgestelde regels toepassen. Met hun manier van praten, plaatsen zij zich buiten de overheid. Terwijl zij er integraal onderdeel van zijn. Sterker nog, zij zijn lid van het belangrijkste onderdeel van onze overheid. Zij zijn lid van de Tweede Kamer. Een Kamer die namens en voor ons besluit. Een Kamer die namens ons wetten vaststelt waaraan we ons allemaal moeten houden. ‘Ja maar ik of wij hebben tegen die wet gestemd’, zal menig politicus roepen. Tegen een wet stemmen, weerhoudt hen er echter niet van om te pleiten voor een ‘harde aanpak’ bij geconstateerde fraude. Neem bijvoorbeeld het debat over bijstandsfraude door Turkse Nederlanders van 6 februari 2019. De handelingen doorlezend kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de ene partij fraude nog steviger wil aanpakken dan de andere.

Even wat citaten. “Ik kan me nog de debatten met mevrouw Klijnsma hierover herinneren. Die uitzonderingen moeten een keer stoppen, want er zit altijd aan het eind van het verhaal nog een ambtenaar in de gemeente die allerlei uitzonderingsbepalingen mag toepassen waardoor alsnog half geïmporteerd Nederland een uitkering krijgt.”  Aldus PVV’er De Graaf. Nu kan het dat hij alleen voor strengheid pleit ten opzichte van ‘geïmporteerd Nederland’. Op dit taalgebruik werd hij aangesproken, niet op zijn pleidooi om ambtenaren de ruimte om uitzonderingen te maken, af te nemen.

Iets verder in het debat is VVD’er Nijkerk-De Haan aan het woord: “Zoals wij eerder al hebben ingebracht, betekent dit wat ons betreft dat gemeenten en de Sociale Verzekeringsbank uitkeringen bij geconstateerde fraude niet alleen stopzetten, maar ook moeten terugvorderen. Tijdens de begrotingsbehandeling van vorig jaar november hebben mijn collega Wiersma en collega Peters van het CDA precies hierover een motie ingediend, een motie die de staatssecretaris vraagt om twee zaken op te pakken: bevorderen dat gemeenten actief invulling gaan geven aan hun verplichting om bij aangetoonde fraude een boete op te leggen en de onterecht ontvangen uitkeringsbedragen terug te vorderen.” En daarmee kennen we meteen ook de positie van het CDA. Vanwege de aanleiding voor het debat, de bijstandsfraude door Turkse Nederlanders vult Öztürk namens DENK iets verder aan: “Ook richting de woordvoerder van de VVD, mevrouw Nijkerken-de Haan, zeg ik: alle fraudeurs moeten wij aanpakken met z’n allen; dan zijn we unaniem.”

“ GroenLinks is niet naïef: waar nodig moet streng gehandhaafd worden. Er wordt namelijk in deze situatie publiek geld uitgegeven aan mensen die het niet nodig hebben. Overtreders moeten we bestraffen, want anders gaat het ook ten koste van het draagvlak voor sociale zekerheid. Wel pleiten we voor slim handhaven; dat heb ik al in meerdere debatten gedaan. Een slimme handhavingsstrategie, gekenmerkt door persoonlijke aandacht, leidt namelijk tot betere resultaten. Daar is ook veel onderzoek naar gedaan. Daarom willen wij dat er slim wordt gehandhaafd waar dat kan maar zeker ook streng waar dat nodig is.” Aldus de bijdrage van GroenLinks Kamerlid Renkema. Streng maar wel via een persoonlijke aanpak. Het CDA vult nog aan: “De meeste mensen vinden dat vertrouwen goed is, maar controleren beter. Zij vinden dat mensen zichzelf en elkaar de kans niet moeten geven de fout in te gaan. Misschien is dat geen idealistisch wereldbeeld, maar het is wel zo nuchter.” SP’er Van Dijk: “Dit is niet de eerste keer dat wij over bijstandsfraude debatteren. Het kwam al voorbij in maart 2011. Inmiddels zijn we acht jaar verder. Je zou dus verwachten dat er meters gemaakt zijn. Maar daar lijkt het niet op. En dat terwijl het helder is: fraude is ontoelaatbaar, die moet je opsporen en aanpakken, ongeacht de afkomst. …  Fraude moet je aanpakken zonder aanziens des persoons.”

Waarom zijn jullie dan boos? Wat is de boodschap die jullie, Kamerleden, hier afgeven? Ik kan tot geen andere conclusie komen dan: pak fraude zonder uitzondering heel streng aan! Als dit de opdracht is waarmee jullie een minister het bos in sturen en jullie kennen, al hebben jullie er misschien niet mee ingestemd, de betreffende wet, waarom dan zo boos en verbaasd? Maar wat erger is dan jullie boosheid, en dat is de oorzaak van mijn boosheid, is dat jullie duiken voor jullie medeplichtigheid. Of sterker nog, want medeplichtigheid is eigenlijk nog wat zwak uitgedrukt, waarom nemen jullie niet jullie verantwoordelijkheid hiervoor? Nee, als een schijnheilige van buiten naar binnen roeptoeteren en schande spreken, terwijl jullie de ‘paus van de overheid’ zijn.

Het makkelijke moeilijk

Een dag of twee geleden reed ik naar mijn werk. De radio stond aan op 3FM en Sanders Vriendenteam zorgde voor het vermaak. Tijdens het nieuwsbericht hoorde ik van een plan van de Tweede Kamer. Wat hield het plan in? Wel, zet altijd de maximum snelheid op de matrixborden boven de snelweg. Presentator Sander sprak erover met de nieuwslezer van dienst Dieuwke. Het leek beiden wel een goed idee en om dat te testen vroegen ze de luisteraars naar hun mening. ’Doen’ zei de een, dat zorgt voor duidelijkheid. ‘Niet doen’ zei een ander, dat leidt nog meer af. Zelf vroeg ik me iets anders af maar daarop kom ik later terug.

Bron: Wikipedia

Eerst even het plan. Bij NOS.nl is te lezen dat het idee afkomstig is van CDA-Kamerlid De Pater-Postma. “Volgens haar is het voor automobilisten duidelijker en dus veiliger als ze altijd kunnen zien hoe hard ze mogen rijden en kan het een hoop boetes schelen.”  Wat is het probleem? “De snelheden verschillen per snelweg en ook op één en hetzelfde traject wisselt de maximumsnelheid vaak. Ook kan er overdag een andere snelheid gelden dan ’s avonds. Zeker nu er door de stikstofmaatregelen op sommige plekken ook nog lagere maximumsnelheden gelden.” Een kamermeerderheid steunt het idee en het kabinet gaat het voorstel ‘ bekijken’ omdat het “Volgens minister Van Nieuwenhuizen is het(…) nog wel lastig omdat niet alle borden drie cijfers kunnen weergeven. Ze gaat met Rijkswaterstaat bekijken wat wel en niet kan.” 

Op zich een logische redenering: snelheden kunnen variëren, deze borden kunnen variëren, zet dan de snelheid op die variabele borden, dan is het duidelijk. Probleem is alleen dat er veel snelwegen zijn waar geen matrixborden hangen. Dus daar dan ook maar van die borden ophangen? Maar wat als die ‘niet doen’ luisteraar gelijk heeft en het tot nog meer ‘afleiding’ leidt? En wat als er een stroomstoring is? Geldt er dan geen maximum snelheid? Of moet de chauffeur dan toch weer op de normale borden kijken en weten op welk moment op welk traject hoe hard wordt gereden? Lastig. Het lijkt makkelijk maar ligt toch moeilijk.

Pardon? Missen het geacht Kamerlid en in haar spoor de rest van de Kamer en de minister niet de meest eenvoudige manier om duidelijkheid te scheppen? De meest eenvoudige manier? Welke dan? Nou gewoon één vaste maximumsnelheid op een weg. Bijvoorbeeld altijd 100 km/u op snelwegen waar die zich ook bevinden en hoe laat het ook is. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?

Buma: schaam u!

‘Doe uw werk’, dat was mijn boodschap aan SP-kamerlid Ronald van Raak toen hij zich beklaagde over het immoreel gedrag van bankiers. Hij moet zijn werk doen omdat hij als Kamerlid veel meer kan doen dan zich aan de zijlijn beklagen over immoraliteit van banken. Hij kan voorstellen doen die immoreel gedrag strafbaar maken en zo moreel gedrag afdwingen. En zelfs als die voorstellen het niet halen omdat de ‘coalitie’ tegen is, dragen dergelijke voorstellen toch bij aan verandering. Ze bieden een alternatief en dat kan bijdragen aan een verandering in denken. Niet alleen Van Raak verzaakt, ook CDA-leider Buma.

Buma

Foto: Flickr

Dit weekend was het CDA congres en het hoogtepunt van zo’n congres is altijd de toespraak van de politiek leider. In zijn speech benoemde Buma het faillissement van wat ziekenhuizen: “Dit had zo niet mogen gebeuren. Dit had voorkomen moeten worden.” Beste meneer Buma, als u vindt dat ziekenhuizen niet failliet mogen gaan en dat zorg gegarandeerd moet zijn,  moet u dan niet zelf aan het werk? Moet u dan niet voorstellen om de marktwerking uit de zorg te halen en de zorg te nationaliseren?  

Verder maakt Buma zich zorgen om ons pensioenstelsel, wil hij betere bescherming voor zzp’ers en een een betere regeling voor doorbetaling bij ziekte, zo lees ik bij de NOS. Van een Kamerlid dat zich hierover zorgen maakt, zeker de fractieleider van een van de coalitiepartijen, verwacht je dan actie. Dan verwacht je voorstellen  om deze problemen aan te pakken. Dan verwacht je dat dit kamerlid zijn collega’s uitnodigt om met hem mee te denken en als ze het niet met hem eens zijn, uitdaagt om met alternatieven te komen. Niets van dit alles. Buma richt zich tot de werkgevers en werknemers met de woorden: “Het is stil in de polder. Nu de economie goed draait, lijkt het of maatregelen wel even kunnen wachten. Maar zo is het niet.” ‘De polder’ moet met de oplossingen komen?

Beste meneer Buma, wij de Nederlandse kiezers, hebben u en uw collega’s gekozen om dit land te besturen. Om voorstellen te doen om problemen op te lossen en vervolgens namens ons de juiste, goede besluiten te nemen. Ook als het overgrote deel van de bevolking een besluit niet ziet zitten. Dan is het uw taak om uit te leggen waarom dit besluit toch genomen moet worden. 

U besteedt uw werk uit aan anderen. Dat doet u op deze punten, maar ook op het gebied van het milieu. Daar stuurt u Nijpels het land in. Beste meneer Buma. Die anderen zijn niet gekozen en jagen specifieke belangen najagen. Het is uw werk om te besluiten wat er goed is voor het algemeen belang. U besteedt uw werk uit en gaat klagen langs de zijlijn. 

Schaam u! Ga aan het werk of stap op!

Kaag, vluchtelingen en het kabinet

Opvang in de regio. Een van mijn allereerste prikkers schreef ik toen VVD-kamerlid Malik Azmani dit plan lanceerde. Ik moest aan deze prikker denken toen ik in de Volkskrant las dat minister Kaag oproept om de Libische detentiecentra voor vluchtelingen te sluiten. “De centra, die niet geschikt zijn voor menselijk verblijf, moeten dicht,” aldus de minister. Dat lijkt mij niet meer dan normaal. Kaag komt tot die conclusie na een tour langs centra in diverse landen.

eritrea-105081_960_720

Foto: pixabay.com

De Volkskrant beschrijft hoe Kaag het wel wil: “Kaag hoopt samen met andere landen de druk op Libië op te voeren om open asielzoekerscentra te maken waar migranten niet worden opgesloten, maar waar ze in en uit kunnen lopen. En waar hulpverleners toezicht kunnen houden. Ook wil ze dat het aantal vluchten wordt verdubbeld voor migranten die willen terugkeren naar hun thuisland.” Volgens Kaag is er geld genoeg, maar: “Het probleem zit in de bureaucratische afhandeling. Libië en Afrikaanse landen moeten sneller zorgen voor de juiste reispapieren.”

Nu zou je tegen kunnen werpen dat Kaag maar eens eerst haar Europese collega’s onder druk zou moeten zetten om voor fatsoenlijke opvang overal in Europa te zorgen. Maar ook dat zij vluchtelingen die nu klem zitten in vooral Griekenland en Italië op te nemen in de andere Europese landen. Op beide punten schort er nogal wat aan de Europese aanpak. Dat zou terecht zijn, alleen doen we Kaag ermee tekort omdat zij ervoor pleit dat  Nederland zich uitspreekt over uitbuiting en dwangarbeid. Kaag: “Wij hebben ontzettende mazzel gehad dat wij in Nederland zijn geboren. In die positie kunnen we wat terugdoen. Daar hoort een humaan asielbeleid bij. Dit is niet humaan.”

Midden vorig jaar schreef ik een open brief aan de Europese leiders waarin ik me afvroeg of het Europese vluchtelingenbeleid geen voorbeeld is van rationele irrationaliteit: een situatie waarin handelen uit rationeel eigenbelang maatschappelijk gezien tot irrationele resultaten leidt. Kaag lijkt dat te bevestigen en de Volkskrant signaleert: “Kaags oproep om de centra te sluiten plaatst niet alleen haar Europese collega’s, maar ook haar coalitiegenoten van VVD, CDA en ChristenUnie voor een dilemma.” En precies het dilemma dat GroenLinks deed besluiten om niet met VVD, CDA en D66 in een kabinet te gaan.

Zou Kaag het pleit van haar collega’s en coalitiepartners winnen?

I fought the law and …

“The law don’t mean shit if you got the right friends. That’s how this country’s run. Twinkies are the best friends I ever had.”

Een couplet uit het nummer I fought the Law van de Amerikaanse punkband Dead Kennedys. Zelfde melodie en muziek (alleen wat sneller) als het nummer met dezelfde titel van de Britse punkband The Clash, maar andere tekst. Ik moest aan dit nummer denken waarin de Dead Kennedys de ongelijkheid voor de wet in de Verenigde Staten aan de kaak stellen.

dead kennedys

Illustratie: Flickr

“Het CDA is tegen het referendum, maar nu het er is, moet de uitslag worden gerespecteerd.” Deze uitspraak deed CDA-kamerlid en woordvoerder Pieter Omzigt in november 2015. Een paar maanden later, na het referendum over het associatieverdrag met de Oekraïne sprak fractievoorzitter Sybrand van Haersma Buma de volgende woorden: “De democratie is geen laboratorium waar je zonder consequenties kunt experimenteren. 4 miljoen echte Nederlanders zijn op 6 april naar echte stembureaus gegaan, waar ze echt hebben gestemd. Kosten 40 miljoen euro. Resultaat: een groot vraagteken. Een patstelling zelfs. En ik voorspel u: aan het eind van de rit, nog minder vertrouwen in de politiek.” 

Nu een kleine anderhalf jaar van ‘voortschrijdend inzicht’ verder en met een komend referendum over de ‘sleepwet’ die geheime – en opsporingsdiensten veel meer bevoegdheden geeft om gegevens van willekeurige burgers te verzamelen en bewaren, denkt het CDA er bij monde van haar leider Buma weer anders over“We hebben afgesproken dat we het referendum gaan afschaffen. Het is een rest uit het verleden. En ik wil dat die ‘sleepwet’ doorgaat. Hier ga ik de keuze maken dat we dit referendum niet beschouwen als een echt referendum.” Een referendum dat er toch echt gaat komen omdat die ‘rest’ uit het verleden nog steeds van kracht is. En op grond van die wet zal dat referendum toch echt een ‘echt’ referendum zijn, wat Buma ook beweert.

Is het niet vreemd dat de fractievoorzitter en politiek leider van een van de grotere partijen én van een van de regeringspartijen blijk geeft van een dergelijke minachting voor de wet? Als jurist zou Buma toch gehoord moeten hebben van de beginselen van behoorlijk bestuur en dan vooral het rechtszekerheidsbeginsel? Er is veel tegen de referendumwet in te brengen, dat heb ik eerder ook al enkele keren gedaan. Het staat Buma en de regeringspartijen vrij om een voorstel in te dienen om de referendumwet te veranderen of in te trekken. Totdat dat voorstel is aangenomen, is de huidige referendumwet van kracht en hebben parlement en regering zich eraan te houden. Zou Buma niet eens moeten gaan praten met zijn partijgenoot Omzigt, die leek dit in 2015 te begrijpen?

Als we ons toch niet aan ‘resten uit het verleden’ hoeven te houden zoals Buma beweert, waarom dan een nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv), zoals de ‘sleepwet’ officieel heet, dan doe je toch gewoon wat je wilt. Dat is wat Buma nu ook van plan is. Waarom dan überhaupt nog wetten, je hebt toch immers ‘the right friends’ en kunt het refrein meezingen:

“I fought the law and I won.”

Allen die zich in Nederland bevinden …

“Mensen mogen hun eigen geloof uitoefenen en eigen waarden meenemen, maar het moet niet zo zijn dat ze daaraan tot het uiterste blijven vasthouden.”

Een uitspraak van Jorden van der Haas, de vicevoorzitter de CDJA, de jongerenorganisatie van het CDA. Van der Haas schaart zich hiermee achter CDA-leider Buma die in zijn HJ Schoo-lezing  betoogde dat nieuwkomers zich aan onze cultuur en waarden moeten aanpassen. Wat ‘onze’ cultuur en waarden zijn, wordt niet duidelijk.

grondwet

Foto: Wikimedia Commons

Buma en Van der Haas doen het voorkomen alsof ‘onze waarden en cultuur’ helder en duidelijk zijn voor iedereen. Alsof iedere Nederlander dezelfde waarden onderschrijft. Zou hij vergeten dat zelfs de honderdvijftig man die de Tweede kamer bevolken verschillende normen hanteren? Laat staan dat de ruim zeventien miljoen mensen die het stukje van de wereld, dat we Nederland noemen, bewonen daar een eenduidig beeld bij hebben. Daar gaat het me nu niet om.

Waar het me wel om gaat, is die zin van Van der Haas waarmee ik begon. Ik zou hem willen vragen wanneer dat ‘uiterste’ is bereikt? Wanneer moet iemand zijn eigen geloof en eigen waarden opgeven? Wanneer is het punt bereikt dat een ander geloof en andere waarden echt niet meer kunnen? Een wellicht nog belangrijkere vraag. Wie bepaalt wanneer dat punt is bereikt? Wie heeft de ‘macht’ om mensen te ‘bevelen’ hun geloof en waarden af te zweren?

Dan de belangrijkste vraag. Hoe verhoudt zich dit tot de Nederlandse Grondwet? Die meldt immers in artikel 6 lid 1 dat: “Ieder (…) het recht (heeft) zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden.” Of ietsjes eerder in de Grondwet, in artikel 1: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.”  Zegt Van der Haas niet dat niet iedereen in Nederland gelijk is? Dat mensen met een bepaalde religie en bepaalde waarden toch iets meer zijn?

Beste meneer Van der Haas, liggen de Nederlandse waarden niet vast in de Grondwet? In onder andere deze twee artikelen die u in deze ene zin opzij zet?

‘Open’ staan

De formatie van een nieuw kabinet verloopt erg moeizaam. De grootte van Kamerfracties en uitspraken wie niet met wie wil, maken het erg lastig om  tot een kabinet te formeren dat op een solide meerderheid in de Tweede Kamer kan rekenen. Het lijkt erop dat er eerst over de eigen schaduw moet worden gestapt om verder te komen. Bij nu.nl valt te lezen dat VVD-leider Rutte en CDA-leider Buma ‘open staan’ voor nieuwe gesprekken met GroenLinks, “Maar dat kan alleen zonder voorwaarden vooraf. “Dan kun je praten. Het zal dan nog steeds heel ingewikkeld zijn.”

Open staan

Illustratie: Fokke & Sukke

Geen voorwaarden vooraf, dat lijkt een hele goede insteek om verder te komen: open het gesprek ingaan, zoeken naar overeenstemming en zo langzaam nader tot elkaar komen. Goed van Rutte en Buma dat ze deze ‘schoen’ nog niet weggooien.

Maar wacht eens even, er is toch al eens onderzocht en onderhandeld tussen VVD, CDA, D66 en GroenLinks? Dat was toch de eerste variant die informateur Schippers heeft onderzocht? De partijen hebben samen toch al onderhandeld en die zijn spaak gelopen? Naar ik me goed herinner en dat blijkt ook uit het stukje bij nu.nl, is het spaak gelopen op het thema migratie en vluchtelingen? Op dat thema zou GroenLinks iets moeten slikken dat voor hen een ‘principiële ondergrens’ doorbrak en daarom haakte de partij af.

Die onderhandelingen en het resultaat ervan zijn een feit dat er ligt. Zouden nieuwe onderhandelingen zonder voorwaarden, niet ook stuiten op dat zelfde feit, diezelfde ‘principiële ondergrens’? Is om die onderhandelingen vlot te trekken niet iets anders nodig dan blanco beginnen? Is hier niet juist beweging nodig van een van de betrokken partijen? Een beweging van GroenLinks om onder hun ‘principiële ondergrens’ te zakken of van CDA en VVD om die grens te respecteren en er boven te blijven?

Wat bedoelen Rutte en Buma eigenlijk als ze, met het feit van de vorige onderhandelingen op tafel, zonder voorwaarden vooraf weer met GroenLinks willen gaan onderhandelen? Zeggen ze dat zij dat zij bereid zijn tot consessies aan GroenLinks? Of zeggen ze ‘Jesse als je die malle principes even overboord zet, dan mag je meeregeren? Waarom wordt niet helder en duidelijk gezegd welke optie het is? Hoe ‘open’ staan Rutte en Buma werkelijk?