Wat zou u doen als u voorzitter was van een sportvereniging en een lid wil geen contributie meer betalen, niet meer trainen, maar wel als het uitkomt wedstrijden meespelen en meedelen in de feestvreugde bij een kampioenschap? Ik zou hem de deur wijzen. Immers om de club te laten draaien, moet iedereen commitment aangaan en dat betekent contributie betalen, trainen en wedstrijden spelen, ook als dat eens niet zo goed uitkomt. Ik moest hieraan denken toen ik Martin Sommers bespreking van de ‘Brexit-chaos’ in de Volkskrant las.
Foto: Pixabay
Sommer lijkt zich vooral te storen aan de ‘onbuigzame houding’ aan Europese kant. Een onbuigzame houding die, als ik Sommer goed begrijp, vooral is ingegeven door angst: “Ook andere landen, lees Denemarken, mogen niet in de verleiding komen om op te stappen. Vandaar het gehamer op de EU als één combinatiemenu waar geen gerecht apart mag worden besteld.” Zou angst werkelijk een van de motieven zijn om streng te zijn? Als ‘strengheid’ moet voorkomen dat anderen ook uitstappen, waarom verzetten die anderen zich dan niet tegen die strengheid? Waarom horen we dan niet luid geschreeuw uit bijvoorbeeld het Deense regeringskamp?
Sommer vindt die angst vreemd: “Je mag toch veronderstellen dat landen lid zijn van de EU omdat ze dat willen, er voordeel in zien en erin geloven. Kennelijk is men daar in de omgeving van onderhandelaar Barnier en EU-president Tusk zo weinig van overtuigd, dat twijfelaars met dreigementen binnenboord gehouden moeten worden.” Laten we eens meegaan in de redenering. Alle andere EU-landen weten dat ze ‘contributie’ moeten betalen en soms een ‘wedstrijd moeten spelen’ die hen niet uitkomt. Ze doen dat omdat het hen groot voordeel brengt. Zij zijn bereid om soms wat lasten te nemen wetende dat die lasten in het niet vallen bij de lusten.
Mag je dan niet ook concluderen dat de Britten de voordelen van het lidmaatschap kennelijk niet meer zien? Dat ze er niet meer in geloven? Een legitieme houding, maar die heeft wel gevolgen. Is de logische consequentie daarvan dan niet dat je de nadelen van het eruit stappen neemt omdat je die kleiner vindt dan de voordelen van het lidmaatschap? Of is het eigenlijke probleem dat de Britten wel de omelet willen maar niet bereid zijn om de eieren te breken? Is een deurwijzing daarop niet de enige en logische reactie van de ‘club’?
“Nog afgezien van onze handelsbelangen: willen we over vijf jaar een verarmd, rancuneus, door en door anti-Europees Verenigd Koninkrijk, op een paar uur varen van Rotterdam? Ik dacht toch van niet.” zo sluit Sommer zijn artikel af. Rancuneus lijkt een groot deel van de Britten nu al en veel Britten zijn al verarmd. Of dat over vijf jaar nog erger is, daar gaan vooral de Britten zelf over. Niemand verplicht hen de EU te verlaten, dat willen ze zelf. En ‘Actions have consequences.’ zoals de Britten zeggen.