Too far and not far enough

“It is going too far!” Die woorden sprak Gabriel Sterling in een toespraak. Sterling is een verkiezingsfunctionaris namens de Republikeinse partij in de Amerikaanse staat Georgia. Sterling sprak zich duidelijk geëmotioneerd uit over het bedreigen van functionarissen en hun familie die een rol spelen in het Amerikaanse verkiezingsproces. Trouwens niet alleen van functionarissen. Sterling maakt gewag van bedreigingen aan het adres van een medewerker van een leverancier van stemmachines. Hij spreekt hierbij vooral de top van de republikeinse partij en in het bijzonder president Trump aan omdat die zich niet expliciet uitspreken tegen de bedreigingen. In tegendeel, hun zwijgen en soms zelf openlijke minachting ziet Sterling als een aanmoediging of goedkeuring van dat gedrag.

Ei, Hamer, Bedreigen, Geweld, Angst, Intimideren, Hit
Bron: Pixabay

“Een systeem dat van normen en gebruiken aan elkaar hangt, is makkelijk te breken door mensen die zich sowieso nooit aan afspraken houden.” Die woorden uit een interview met de Russische Masha Gessen herhaalt Olaf Tempelman in een artikel in de Volkskrant met de kwetsbaarheid van de rechtsstaat als onderwerp. Een artikel waarin de ‘casus Verenigde Staten’ uitgebreid wordt beschreven en een enkele keer aangevuld met een Nederlands voorbeeld. Het artikel laat zien wat er gebeurt als het bijzondere normaal wordt gemaakt en het normale bijzonder. Want dat is wat er gebeurt als mensen die zich niet aan de afspraken houden door een democratisch systeem banjeren. Nee, die houden, zoals Trump, een toespraak van drie kwartier waarin ze een ‘grafiek’ tonen en beweren dat ‘alles normaal’ was in het eerste deel toen hij op winst stond en abnormaal in het tweede toen hij begon te verliezen. Alsof het omgekeerde niet ook kan of het meest waarschijnlijke, dat de hele lijn normaal is. Vijfenveertig minuten leugens en complottheorieën die kant nog wal raken. Adam Smith zou meteen van zijn geloof afvallen dat: “De meest notoire leugenaar (…)(tenminste) twintig keer de zuivere waarheid (spreekt) tegen de ene keer dat hij in alle ernst en opzettelijk liegt, en zoals bij de voorzichtigste mensen de neiging te geloven meestal de overhand heeft op twijfel en wantrouwen, zo zegeviert bij mensen die zich het minst aantrekken van de waarheid in de meeste gevallen de natuurlijke neiging om de waarheid te spreken over de neiging om anderen te bedriegen, of de waarheid in enig opzicht te veranderen of te verhullen.” Smith schreef dit in zijn standaardwerk over moraal De theorie over morele gevoelens. Hij zou, als hij nu leefde, niet alleen twijfelen aan deze passage maar aan het grootste deel van de gedachten die hij in het boek verwoordt.

Een democratische rechtsstaat is kwetsbaar voor mensen die het spel niet volgens de ‘normen en gebruiken’ spelen. Die vergeten dat in een democratische rechtsstaat de meerderheid besluit en daarbij rekening houdt met de wensen, gevoelens en standpunten van de minderheid. Dit omdat iedereen wel eens bij de minderheid hoort. Iets wat Sterling zich heel goed lijkt te realiseren. Hij behoort nu bij de minderheid en volgens de ‘normen en gebruiken’ van het spel behoor je je verlies te erkennen, de winnaar te feliciteren en mee te werken aan een overdracht van de macht aan de winnaar. Helaas lijkt hij bij de minderheid van de minderheid te behoren die er zo over denkt.

De verdediging van de ‘normen en gebruiken’ van onze democratische rechtsstaat gaat ons allemaal aan. De grootste vijand van dit, om het zo te noemen ‘porselein’ in onze ‘democratisch rechtsstatelijke kast’ is niet de ‘banjerende olifant’. Die ‘olifant’ neemt slechts de ruimte in die hem wordt geboden. De ruimte die de ‘olifant’ krijgt, bepalen wij. Die bepalen wij, de inwoners van dit land, door de lijnen die wij trekken in het verdedigen van onze ‘kast met porselein’. De belangrijkste lijn is hierin dat mensen niet tegen elkaar worden opgezet. Door mensen die, om een passage uit het artikel van Tempelman aan te halen: “tegenstanders en institutionele hindermachten (…) af (…) schilderen als vijanden van ‘het volk’, en zichzelf neer (..) zetten als de enige waarachtige behartigers van de belangen van ‘het volk,”  Een ‘vijand van het volk’ kun je immers anders behandelen. Die wordt zo ‘ontmenselijkt’.

In die ‘wij’ spelen de mensen die we als onze vertegenwoordigers hebben gekozen, een belangrijke rol. Zij moeten staan voor die ‘normen en gebruiken’ en een ieder die zich hier niet aan houdt, ook al zit die in de Kamer, buiten de orde plaatsen. Daarmee worden geen zaken gedaan, geen coalities en verbonden mee gesmeed. Naar hen wordt niet geluisterd ook al winnen ze bij een verkiezing twintig zetels. Bij dat beschermen spelen ook wij, de ‘gewone burgers’ een belangrijke rol. Een belangrijke door onszelf aan te spreken op ‘ondemocratisch denken en handelen’. Een belangrijke rol door de mensen die een belangrijke rol vervullen binnen die democratische rechtsstaat met hand en tand te verdedigen. Mensen zoals politieagenten, brandweerlieden, advocaten, ambulancemedewerkers, zorgpersoneel, journalisten en politici. Mensen die op de politici na, maar daar kom ik zo o­­p terug, om Sterling aan te halen, ‘took a job’. Onmisbare ‘jobs’ in onze huidige samenleving. Zij verdienen bescherming van ons allemaal. Mensen die fouten kunnen maken, immers waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Fouten die, indie­n nodig, volgens de regels van het spel moeten worden bestraft. Die fouten zijn echter geen reden om hen te bedreigen en lastig te vallen. Bedreigingen aan hun adres bedreigen onze democratische rechtsstaat. Daar moet iedereen die onze democratische rechtsstaat een warm hart toedraagt zich tegen verzetten en bij dat verzetten horen onze vertegenwoordigers in de frontlinie te staan.

Met dat uitvoeren van de besluiten, kom ik bij de politici. Zij namen geen ‘job’, maar accepteerden de verantwoordelijkheid die wij hen gaven Wij hebben hen gekozen om namens ons te besluiten. Bijvoorbeeld besluiten dat we in binnenruimten een mondkapje op moeten zetten al kun je twijfelen aan het nut. En over nut en noodzaak ervan mag het debat worden gevoerd, maar dan wel zonder onze vertegenwoordigers te bedreigen.

De verantwoordelijkheid die wij hen geven, vraagt echter ook om verantwoordelijk gedrag. Nu werd deze week bekend dat leden van het Outbreak Management Team worden bedreigd. Zij zijn de zoveelste in de rij die worden bedreigd omdat ze hun werk doen in onze democratische rechtsstaat. Hun taak is namelijk om onze bestuurders vanuit hun expertise te adviseren over hoe te handelen in de coronapandemie. Adviseren, niet besluiten. Besluiten dat doen de verantwoordelijke ministers en die worden daarbij gecontroleerd door de door ons gekozen Kamerleden. De manier waarop premier Rutte in de bres sprong voor de leden van dit team, laat zeer te wensen over. Ja, het is ‘onacceptabel’ en ook ‘verschrikkelijk’ zoals premier Rutte het noemde. En ja: “Deze mensen doen goed en belangrijk werk, en doen dat naar eer een geweten. Het kan dat mensen het oneens zijn met de adviezen, maar intimidatie en bedreigingen zullen we nooit accepteren.”  Geen woord verkeerd, maar toch onvoldoende. Want er werd iets niet gezegd en dat wat niet werd gezegd, is veel belangrijker dan dat wat wel werd gezegd. Wat er niet werd gezegd is een boodschap waaruit leiderschap en verantwoordelijkheid blijkt. Wat er niet werd gezegd is iets zoals: ‘Bedreigers, als jullie iemand de schuld willen geven en willen bedreigen, dan moeten jullie bij mij en mijn ministers zijn. Wij zijn het namelijk die besluiten welke maatregelen er worden genomen. Dat is ons verantwoordelijkheid, niet die van het OMT.’

Helaas zei onze premier dit niet en daarmee bevestigt hij hetgeen Kustaw Bessems in zijn column in de Volkskrant schrijft: “Rutte zorgt altijd dat er minstens één persoon zit tussen hemzelf en een probleem.De enige lijn in zijn handelen: zijn plaats veiligstellen in de politieke geschiedenis, waarmee hij is geobsedeerd.”  De bedreigers gaan, om Sterling aan te halen ‘too far’. Onze premier gaat helaas ‘not far enough’ en toont een schromelijk gebrek aan leiderschap.

Lijden aan vrijheid

Afgelopen weekend werden er in Hongarije verkiezingen gehouden. De zittende premier Viktor Orbán kwam weer als winnaar uit de bus. Afgelopen zondag besteedde Tegenlicht aandacht aan Hongarije. Een verhelderende documentaire met als titel Slag aan de Donau. Verhelderend omdat de documentaire inzicht geeft in het Oost-Europese en in het bijzonder het Hongaarse perspectief op de wereld.

Boris_Yeltsin_with_Bill_Clinton-1

Foto: Wikimedia Commons

Kijkend naar deze documentaire moest ik denken aan het boek de toekomst is geschiedenis van Masha Gessen. Een tijdje geleden haalde ik er al iets uit aan. Gessen beschrijft in haar boek het wedervaren van Rusland en haar inwoners van grofweg 1985 tot en met nu. Zij doet dit voornamelijk aan de hand van de levensverhalen van drie generaties Russen. Kinderen die nu tussen de twintig en dertig zijn, hun ouders en hun grootouders. Enkele bijzondere personen vanwege de posities die zij, hun ouders of grootouders bekleden en bekleedden. Kinderen zoals de dochter van de vermoorde politicus Boris Nemtsov en de zoon van politbureaulid Jakovlev. Hun levens en de manier waarop ze worden beïnvloed door de gebeurtenissen zoals onder andere ‘Jeltsin op de tank’, de oorlogen in Tsjetsjenië en de gijzeling in het Doebrovtheater in Moskou, geven een indringend beeld van het Russische leven. Zeer lezenswaardig en een must om het huidige Rusland te begrijpen.  

Aan de hand van hun verhalen zoekt Gessen naar verklaringen. Bij dat zoeken haalt ze de Duitse psychoanalyticus Erich Fromm en zijn boek Escape from Freedom aan. Fromm probeerde zijn boek de psychologische oorsprong van het nationaalsocialisme te beschrijven. Gessen citeert Fromm die de mens uit de Middeleeuwen beschrijft: “iemand was toen identiek met zijn rol in de maatschappij; hij was boer, ambachtsman of ridder, niet een individu dat daarnaast een beroep had. de sociale orde werd opgevat als aan natuurlijke orde en daarvan deel te zijn gaf een veilig gevoel erbij te horen. Er was betrekkelijk weinig competitie. iemand werd geboren in een zekere economische positie die een door traditie bepaald levensonderhoud garandeerde.” De reformatie beëindigde die zekerheid en zorgde voor vrijheid maar die kwam met een prijs: “ Door zijn vaste plaats in een gesloten wereld kwijt te raken verliest de mens het antwoord op de betekenis van zijn leven; het resultaat is dat hij twijfels heeft gekregen over zichzelf en het doel van zijn leven.” Volgens Gessen gaat dit ook op voor de late Sovjetmens en zijn opvolger de huidige Rus. De Rus lijdt aan vrijheid?

Zou Gessen gelijk hebben? Zou dat dan niet ook voor de Hongaren en de Oost-Europeanen kunnen opgaan? Zouden ook westerlingen kunnen lijden aan vrijheid?

Kroegovaja poroeka

“Maar wie zich moslim voelt, hoort duidelijk afstand te nemen van de kwaadaardigheid van de opvattingen van deze man. Want anders spreekt hij ook namens u en dan neemt u, door uw stilte, een hele zware verantwoordelijkheid op uw schouders.” Een zin uit een betoog van Keyvan Shahbazi in de Volkskrant. Het betoog is geschreven met de commotie rond de uitspraken van imam Jneid als aanleiding. Shahbazi vraagt zich af namens wie Jneid: “deze putlicht” verspreidt. “Zelf beroept hij zich op de islam.” Als dat zo is en Nederlandse moslims delen zijn opvattingen: “Dan is het nogal laf dat deze man door hun stilte elke keer zo in de steek wordt gelaten! “ Is het niet zo: “Waarom claimen ze (de Moslimgemeenschap) hun zo dierbare geloof niet en roepen ze deze Jneid niet tot orde?”

Schermafbeelding 2018-04-02 om 10.26.26

Een bijzondere vraag. Moet een moslim alle zin of onzin die iemand namens zij geloof zegt te verspreiden met woord en daad ondersteunen of ontkennen? Wordt hetzelfde gevraagd van iedere gereformeerde, hervormde, katholiek, hindoe of jood? Moet iedere Nederlander zich laten horen als er weer eens iemand namens ‘de Nederlander’ of ‘het volk’ zegt te spreken? Volgens Shahbazi wel want: “Behorend bij deze vrije samenleving met democratische rechtsorde, hebben wij allen verantwoordelijkheden. Gelooft u nog in de islam, maar deelt u de uittreksels van deze man niet? Spreekt u zich uit! Wanneer als gevolg van zijn uitspraken opnieuw slachtoffers vallen, zult u na de gebeurtenissen van 2004 niet meer geloofwaardig zijn.”

Inderdaad hebben we in in onze democratische rechtsorde naast rechten, zoals het recht op vrije meningsuiting waar Jneid gebruik van maakt, allemaal verantwoordelijkheden. Dat wij vrij onze mening mogen uiten, betekent niet dat we dat ook moeten doen. Soms is het beter om te zwijgen. Zou dat in het geval Jneid misschien niet ook de betere optie zijn geweest? Door de aandacht die hij en zijn uitspraken nu krijgen, wordt hij belangrijker gemaakt dan dat hij is. Om het met ‘tuinieren’ te vergelijken, je bemest het onkruid en dan gaat het groeien.

Onze rechtstaat gaat echter niet zover dat mensen hun geloofwaardigheid verliezen als ze niet reageren op zin of onzin die andere ‘namens de godsdienst of het volk’ uitkramen.  Onze democratische rechtsorde kent geen ‘kroegovaja poroeka’ zoals het in het Russisch heet, letterlijk vertaald ‘rondgaande aansprakelijkheid’. Het fenomeen dat een gemeenschap aansprakelijk wordt gesteld door de daden van een individu. Gelukkig niet als je De toekomst is geschiedenis van de Russische journaliste Masha Gessen leest. Een zeer lezenswaardig boek dat inzicht geeft in het Rusland van tegenwoordig. Inzicht dat voor vele ‘meningenmannetjes’ en politici ook geen overbodige luxe is.