Zaaien en oogsten

Eigenbelang of hebzucht vervult een centrale rol in het economische denken. De ‘godfather’ van de economische wetenschap, Adam Smith verwoordde het zo: “Het is niet vanwege de welwillendheid van de slager, de brouwer of de bakker dat wij onze maaltijd verwachten, maar vanwege hun eigen belang. Wij doen geen beroep op hun menslievendheid, maar op hun eigenliefde en spreken nooit over onze noden, maar hun belangen. Alleen een bedelaar kiest ervoor om voornamelijk van welwillendheid van medeburgers afhankelijk te zijn.”

Die bakker verkoopt ons goed brood omdat we anders niet meer bij hem kopen, niet omdat hij zo graag goed brood maakt. Voor de bakkers onder de lezers, zo redeneerde Smith en tegenwoordig veel economen en politici. Ik zie ook een intrinsieke motivatie van Bakkerij Rutten om een een lekkere ‘Jocusmik’ te maken

RuttenFoto: https://www.facebook.com/BakkerijRutten

Op dit denken is een groot deel van onze samenleving gebouwd. Daarom is veel sociale wetgeving, zie bijvoorbeeld de Participatiewet, gebouwd op wantrouwen. Als het geld binnen is, zal de uitkeringsgerechtigde niet hard zoeken naar werk. Dus dat moet worden ‘afgedwongen’. Als je met een dergelijke bril naar de wereld kijkt, dan valt inderdaad op dat er mensen zijn die misbruik maken. De ‘brillendrager’ zal dat zien als een bevestiging van zijn gelijk. Wat hij niet ziet, is dat een veel groter aantal mensen geen misbruik maakt. Ziet hij dat wel, dan zal hij daarin ook een bevestiging zien van zijn gelijk. Dat goed gedrag wordt immers door de regels ‘afgedwongen’.

‘Zoals men zaait zo zal men oogsten’ luidt een Nederlands spreekwoord. Zouden we als we eigenbelang en hebzucht zaaien, door in onze regels uit te gaan van wantrouwen, niet ook eigenbelang en hebzucht en dus wantrouwen oogsten? De Zuid-Koreaanse econoom Ha-Joon Chang ziet dit als een van de 23 dingen die ze je niet vertellen over het kapitalisme. Hij zou het economisch stelsel op dit punt graag wat anders zien: “We moeten een economisch stelsel ontwerpen dat er weliswaar rekening mee houdt dat mensen vaak zelfzuchtig zijn, maar dat optimaal gebruik maakt van andere menselijke motieven en het beste uit mensen haalt.” 

Dat brengt mij bij de Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler waarover ik al eerder schreef. Semler gelooft in de kracht van geluk en daar bouwde hij zijn bedrijf op. Voor hem staat vertrouwen centraal en hierdoor boort hij de kracht van mensen aan. Dat doet hij met succes. Laten hij en zijn medewerkers zo niet zien dat uitgaan van het goede in mensen goede resultaten oplevert? Zou uitgaan van het goede en dus vertrouwen in de sociale zekerheid betere resultaten opleveren? En wellicht tegen lagere kosten?

 

 

Gordon Gekko

In Trouw schrijft Ger Groot over het lied Imagine van John Lennon. Groot schetst het mooie van de droom in het lied, maar ook de nachtmerrie die het kan worden als die droom werkelijkheid wordt. Zeker het lezen waard. In dit artikel de volgende zin: “Bezit houdt de hebzucht in bedwang, want we weten dat we nooit álles het onze kunnen noemen en ons dus moeten neerleggen bij ons deel.”

greed-is-good-gordon-gekko-parousie_ov-720x340Illustratie: tradeacademy.in

Bezit neemt een centrale plek in onze samenleving in. Bezit, bijvoorbeeld een huis of een lapje grond, is vermogen, kapitaal. En kapitaal kan productief worden gemaakt en dat levert inkomen op. Toch is er iets aan deze zin wat een belangrijke vraag oproept. Inderdaad kunnen we nooit alles bezitten en moeten we ons neerleggen bij ons deel. Maar houdt bezit werkelijk hebzucht in bedwang?

Wil de neoliberale vorm van kapitalisme, die nu dominant is, dat hebzucht in toom wordt gehouden? Pleit het neoliberalisme niet voor hebzucht en is het daarmee aanhanger van Gordon Gekko, de hoofdrolspeler in de film Wall Street gespeeld door Michael Douglas? Gekko zei: “The point is, ladies and gentleman, that ‘greed’ — for lack of a better word — is good. Greed is right. Greed works. Greed clarifies, cuts through, and captures the essence of the evolutionary spirit. Greed, in all of its forms — greed for life, for money, for love, knowledge — has marked the upward surge of mankind. And greed — you mark my words — will not only save Teldar Paper, but that other malfunctioning corporation called the USA.”  En waarnaar moet die hebzucht leiden? Naar geld, macht, invloed, kennis, bezit en misschien wel allemaal tegelijk?

Waarop baseert Groot zijn uitspraak? Als ik kijk naar onze huidige samenleving dan zie ik dat iedereen zijn bezit wil uitbreiden. Als de buurman een nieuwe auto heeft, dan moet ik minstens een grotere. Heeft je vriend of collega de nieuwste telefoon, dan moet er ook bij jou iets gebeuren. Koopt een vriendin een nieuw, groter huis, dan begint het ook bij jou te kriebelen. Spiegelen we ons aan de mensen om ons heen en willen we die niet minsten evenaren en liefst overtreffen? Lokt bezit zo niet meer bezit uit? En versterkt het daarmee niet de hebzucht? Leven we niet in de wereld van Gekko?