Criminaliteit, koeienvlaai en de ‘mensenstapel’

“Er is meer mestproductie dan het land aankan. Ik ben niet politiek verantwoordelijk, maar gedacht vanuit het strafrecht is de enige manier om mestfraude werkelijk tegen te gaan een verminderde productie van mest. De veestapel zal kleiner moeten worden.” Een uitspraak van Rob de Rijck, de landelijk coördinerend milieuofficier van justitie, zo las ik bij NOS.nl.

cow-1469678_960_720

Foto: Pixabay

Nu zou je ervoor kunnen kiezen om de inzet van politie en justitie te vergroten zodat de pakkans groter wordt. Ook zou je de straffen kunnen verhogen. Je kunt zelfs die twee maatregelen combineren. Dat zijn oplossingen die voor de hand liggen. De Rijk denkt anders en pleit voor minder vee. Minder vee betekent minder mest en dus minder kans op, of noodzaak tot fraude. Een bijzondere en creatieve oplossing. Laten we die oplossingsrichting eens wat breder bekijken.

Belastingfraude wordt vooral door mensen gepleegd. Net zoals trouwens drugscriminaliteit, mensenhandel, afpersing en eigenlijk alle criminele handelingen. Zelfs de mestfraude is een gevolg van menselijk handelen. De koeien frauderen niet met hun vlaai. Die laten ze gewoon vallen en doen er geregeld nog een flinke plas bij. Koeien kunnen veel, ze kunnen gras verwerken tot melk en die vlaai. Samenwerken met transporteurs en verwerkers kunnen ze niet. Dat komt niet bij hen op. Dat komt op in hoofden van mensen.

Minder mensen, betekent minder hoofden die frauduleuze en criminele activiteiten kunnen verzinnen. Minder hoofden betekent trouwens ook minder magen en minder magen betekent minder vraag naar melk, kaas en vlees. Minder vraag naar melk, kaas en vlees betekent minder behoefte aan koeien. Minder behoefte aan koeien, betekent minder mest. Minder mest betekent minder kans op en noodzaak tot fraude. 

Precies dat wat er ook wordt bereikt met minder koeien. Alleen biedt een krimp van de ‘mensenstapel’ nog meer voordelen boven minder koeien. Niet alleen de mestfraude neemt af, ook de belastingfraude, drugscriminaliteit, mensenhandel en afpersing. 

Wie zijn heden verprutst

“Het is erg wrang dat er nu zo veel werknemers in de zorg op straat komen te staan, terwijl deze cijfers uitwijzen dat we ze in de toekomst weer keihard nodig hebben.” Een uitspraak van de Limburgse gedeputeerde Daan Prevoo in Dagblad de Limburger als reactie op de laatste bevolkingsprognose. Die laat zien dat de Limburgse bevolking tussen nu en 2050 flink krimpt en veroudert. Dan staat tegenover één werkende één niet-werkende, nu is dat 3 op 2. Hierdoor zal de sociale zekerheid onder druk komen te staan, aldus onderzoeker Hans Kasper: “Minder mensen dragen actief bij aan bijvoorbeeld de bekostiging van uitkeringen. Hoe gaan we dat dan in de toekomst financieren?”

seneca  Illustratie: historiek.net

Nu is het bijzondere aan toekomstvoorspellingen dat het voorspellingen zijn en geen werkelijkheid. Tussen nu en 2050 liggen nog ruim dertig jaar. Dat biedt ruimte om er wat aan of mee te doen. Zou het nu niét ontslaan van de werknemers in de zorg, wat Prevoo lijkt te suggereren, in 2050 een oplossing bieden? Zouden veel van die werknemers dan niet zelf voor zorg in aanmerking komen?  Moeten de oplossingen in een andere richting worden gezocht?

Zou het verhogen van de kinderbijslag of het op een andere manier aantrekkelijk maken van het krijgen van kinderen een oplossing bieden? Als dat beleid nu wordt ingezet, dan levert dat veel extra jongeren en dus meer werkenden. Komen die vele leegstaande schoollokalen ook weer van pas.

Zou de technologische ontwikkeling niet een deel of misschien wel het gehele tekort aan arbeid kunnen oplossen? Zorgrobots die taken van mensen overnemen, administratieve processen die steeds verder worden geautomatiseerd en zaken die we ons nu nog niet voor kunnen stellen. Met andere woorden zou de behoefte aan arbeid niet ook af kunnen nemen? Zou nu daarin investeren over 30 jaar niet tot rendement kunnen leiden?

Met een gelijkblijvend nationaal (of provinciaal) inkomen (alleen voor inflatie gecorrigeerd) en dalende bevolking, stijgt het inkomen per hoofd van de bevolking. In meer dan dertig jaar kan nog veel gebeuren en is nog niets zeker. Of naar een goed Venloos gezegde: “det zit in wiej zek.” Is betaalbaarheid van sociale voorzieningen niet een kwestie van kiezen? Net zoals het nu een keuze was om te bezuinigen op zorg en dus de werknemers in de zorg op straat te zetten?

“Wie zijn heden verprutst, is de slaaf van zijn toekomst,” zei de Romeinse filosoof en staatsman Seneca. Zullen we het heden dan maar niet verprutsen?