Voor de ‘redding van de wereld’ zouden vrouwen het voor het zeggen moeten krijgen. Dat is in het kort (en wellicht een klein beetje overdreven) wat de schrijfster van bijvoorbeeld Brokeback Mountain Annie Proulx in Trouw beweert. Op de vraag of vrouwen beter in staat zijn het evenwicht te bewaren en we dus beter vrouwelijke leiders kunnen kiezen antwoordt ze: “Vroeger (…) zou ik dat onzin hebben gevonden. Maar nu weet ik dat niet meer zo zeker. Vrouwen staan vanwege hun vermogen kinderen te baren dichter bij de natuur, ervaren de natuur anders dan mannen. Vrouwen weten van tuinieren en zaaien en laten groeien. Mannen leven in boardrooms en kantoren.”
Foto: Men’s Health
Laten we de twee argumenten van Proulx, kinderen kunnen krijgen en tuinieren, eens wat nader bekijken. Inderdaad is kinderen krijgen hard werken en vaak een pijnlijke ervaring. De mannelijke kant van de ervaring is trouwens ook geen pretje, hulpeloos toezien hoe de natuur haar werk doet, je geliefde hard werkt en pijn leidt zonder dat je wat kunt doen. Dat ‘meepuffen’ klinkt leuk, maar voegt het echt wat toe? Die vrouwelijke ervaring wordt tegenwoordig vaak onderdrukt door medicatie. Wat maakt dat vrouwen, na het doorstaan van die ervaring, dichter bij de natuur staan? En wat is de relatie tussen die ervaring en het geschikter zijn van vrouwen als leiders?
Dan het tuinieren. Ik zal de laatste zijn om te beweren dat alle mannen iets weten van ‘zaaien en laten groeien’ en dat er vrouwen zijn die er ‘iets’ van weten. Ik ken echter veel vrouwen die er niets van weten, die hun ‘handen niet vuil’ durven te maken en bang zijn om een nagel te breken. Net zoals ik veel mannen ken die er heel veel van weten. En ook hier weer, wat maakt mensen die weten van ‘tuinieren’ tot betere leiders?
Als in een ‘kantoor wonende’ man kan ik u, mevrouw Proulx, meedelen dat ik er heel veel vrouwen tegenkom. Sterker nog, in de sector waarin ik werk, kom ik meer vrouwen dan mannen tegen.
Beste mevrouw Proulx, u mag best vinden dat vrouwen geschikter zijn als leiders. Uw onderbouwing van deze mening blinkt uit door een gebrek aan deugdelijke bewijsvoering en een overdaad aan generalisaties. Het antwoord dat u geeft als de interviewer verwijst naar leiders als Thatcher, May, Clinton en Merkel, maakt uw argumentatie er trouwens niet sterker op. U serveert hen af met “Die zijn opzettelijk blind.” Het zijn dus eigenlijk geen ‘echte’ vrouwen.
Nou, tuinieren kan ik niet. Zusjelief wel, maar zij zou een vreselijke leidinggevende zijn. De argumenten van mevrouw Proulx snijden inderdaad niet echt hout. Daarnaast, ik ben van mening dat we niet voor niets mannelijke en vrouwelijke verschijnselen hebben op aarde. Yin en yang hebben beiden een stukje van de ander in zich. Goed leiderschap dient, derhalve, zowel feminien als masculien georiënteerd te zijn; iets met balans… 😉
LikeGeliked door 1 persoon