Wolven en lemmingen

Nog even over voormalig PvdA-leider Wouter Bos, waarover ik gisteren schreef. Bos in de Volkskrant over zijn campagne ervaringen: “Of het niet wat luxer kon in de verpleeghuizen, of die arme zusters niet wat beter betaald konden worden, waarom er nog maar een beperkt aantal behandelingen in het pakket zaten, of die wachtlijsten niet omlaag konden. En o ja, waarom die premie nu al weer moest stijgen, dat was toch schandalig, vond ik ook niet? Het waren van die momenten die alle politici zullen herkennen, omdat je weet dat het dan het makkelijkste is om maar even met de onvrede mee te echoën terwijl je ook weet dat je eigenlijk de burger op zo’n moment streng moet toespreken en een beetje moet opvoeden.” Legt Bos hier niet de vinger op de zere plek en ook op zijn eigen gebrek aan leiderschap?

wolf-963081_960_720

Illustratie: Pixabay

De politicus die leider van het land wil zijn en maar wat gaat ‘mee-echoën’ in plaats van die ‘jengelende’ burger te wijzen op zijn tegenstrijdige wensen. ‘Mee-echoën’ om te voorkomen dat je een keizer verliest of om het in moderne termen te formuleren” luisteren naar de burger, dichtbij de burger zijn. Zorgt ‘mee-echoën’ ervoor dat je dichtbij bent en luistert? neem je de burger zo serieus? Hoe zou die burger je vervolgens beoordelen als zijn premie na de verkiezingen verder stijgt en/of het aantal behandelingen nog verder wordt beperkt? Zorgt dergelijk gedrag niet juist voor verbreding van die ‘kloof’ tussen burger en politiek? 

Ja meneer Bos, op zo’n moment moet u de tijd nemen voor die burger en met hem in gesprek gaan. Luisteren naar wat hij zegt en vervolgens uitleggen dat meer behandelingen en beter betaalde zusters geld kosten dat ergens vandaan moet komen. En dat ergens is de zorgpremie. Of, en dat is een keus die we in Nederland niet maken, van de belastinginkomsten. In dat laatste geval zouden de zorgkosten eerlijker verdeeld worden en zouden ook de Shells meebetalen. In dat gesprek kunt u vervolgens aangeven welke keuze u maakt en waarom u die keuze maakt en niet een andere. In zo’n gesprek luistert u echt naar die burger, neemt u hem serieus. 

Op dat soort gesprekken zit in ieder geval één burger te wachten. Die burger is wegduikende leiders of beter lijders, zoals ik al eens schreef, moe. Die walgt van die meehuilers met de wolven van het ‘volkssentiment’ en als lemmingen achter de ‘stem van het volk’ aanrennen op zoek naar een ‘kiezer’.   

Onbetaalbare zorgkosten

Volgens oud PvdA leider Wouter Bos ontkomen we niet aan pijnlijke keuzes in de zorg, zo betoogt hij in de Volkskrant. Bos: “Laat ik een voorbeeld geven. In Nederland stijgen de uitgaven aan de zorg elk jaar harder dan andere uitgaven, harder dan het nationaal inkomen en veel van die stijging wordt bij voorbaat ingeboekt omdat artsen zelf bepalen welke zorg de stand der wetenschap en techniek vraagt.”  Waarop hij concludeert: “de huidige stijging van de uitgaven is al onhoudbaar en politici doen er nog een schepje bovenop door elke verkiezing weer ervoor te pleiten dat er nog meer geld naar de zorg gaat.” Logisch als de kosten van de zorg harder stijgen dan je inkomen, dan wordt het een keer onbetaalbaar. Als?

COLLECTIE_TROPENMUSEUM_De_mannen_ziekenzaal_van_het_zendings_hospitaal_Immanuel_in_Bandoeng,_West-Java,_circa_1920._TMnr_60014720

Foto: Wikimedia Commons

Als, want het begint met die eerste constatering. Nu heeft een naamgenoot van Bos, Frits, in 2006 onderzoek gedaan naar de collectieve uitgaven in Nederland in historisch perspectief.  Op pagina 39 een mooie grafiek met de totale zorg- en welzijnsuitgaven als percentage van het nationaal inkomen vanaf 1950. Een interessante grafiek waarin te zien is (de stippellijn) dat de zorgkosten van 3% in  1952 naar ruim 10% in 2002 zijn gestegen. Een vergelijkbare CBS-reeks vanaf 1998 laat zien dat de stijging zich doorzet tot  bijna 14% in 2016. Bos heeft een punt?

Bij een nadere bestudering van de reeks van naamgenoot Frits blijkt het toch wat genuanceerder te liggen. De grote stijging vond plaats tussen 1952 en 1982. “Belangrijkste verklarende factoren zijn hierbij de vooruitgang in de medische technologie en het luxe goed karakter van zorg,”  aldus Frist Bos. Vanaf dat jaar bleef het percentage hangen op bijna 10% om pas vanaf 2000 fors te stijgen. Wat is er aan het begin van dit millennium gebeurd dat de stijging van het percentage kan verklaren? 

Kijken we naar de CBS-reeks dan zien we sinds 2000 twee sprongen tussen 2000 en 2003, van ruim 10 naar ruim 12%. In die jaren waren er wachtlijsten in de zorg en dat werd als maatschappelijk onaanvaardbaar gezien. Wachtlijsten wegwerken kost geld. 

Tussen 2006 en 2009 van die ruim twaalf naar 13,6% van het nationaal inkomen. In 2006 werd besloten het ziekenfonds op te heffen en werd marktwerking geïntroduceerd. De introductie van de marktwerking was een ideologische keuze die de zorg betaalbaar moest houden, maar kostenverhogend lijkt te werken. 

Daarna steeg het percentage verder naar 14,4% in 2012. Een stijging die niet zozeer het gevolg is van excessief stijgende zorguitgaven maar eerder van een krimpend of slechts matig groeiend nationaal inkomen. Dat blijkt omdat sinds 2012 het percentage weer daalt naar 13,3% in 2017. 

Wouter Bos pleit voor keuzes in de zorg, zou hij niet beter kunnen pleiten voor keuzes over organisatie en financiering van de zorg?