Zijn in de tijd

Als jullie dit lezen, is hij weer voorbij en duurt het weer vier jaar tot de volgende. De schrikkeldag. En zoals tegenwoordig bij alles, moeten ook de kosten van een schrikkeldag worden berekend. €60 extra uitgaven en €47 extra inkomsten voor een gezin en dus kost die dag €13, aldus het NIBUD. We vinden tijd belangrijk en willen er het liefst meer van hebben. Zeker omdat we tegenwoordig het maximale moeten halen uit de schaarse tijd die ons is gegeven. Tijd is immers geld en je mag geen kostbare tijd verloren laten gaan.

SchrikkeldagIllustratie: nl.dreamstime.com

In Trouw besteedt Ger Groot er een column aan en concludeert dat met tijd niet valt te manipuleren. Wel constateert hij dat we collectief de grootste tijdswinst hebben geboekt met de spectaculaire stijging van de levensverwachting. Maar hoe spectaculair die stijging ook is, als je tijd is gekomen ontsnapt je niet. Geniet van de tijd die je is gegeven en bekommer je niet teveel om de prijs ervan, zo concludeert Groot. Een wijze raad?

Tijd vervult een belangrijke rol in onze samenleving en ons leven. Zou dat altijd zo zijn geweest? Of zouden onze voorvaderen een heel ander begrip van tijd hebben gehad? Of wellicht wel helemaal geen?

Volgens Hannah Arendt (The Human Condition) vormde, vóór de komst van het christendom, de samenleving (stam, familie) de kern van het denken. De stam of familie en het overleven ervan, stond centraal en daarop was alle actie gericht. Ook acties die een einde maakten aan het leven van een individu. Die stierf in het belang van het voortbestaan van de familie of stam. Min of meer vergelijkbaar met het huidige ‘vallen voor het vaderland’. En stammen en families hebben generaties de tijd. Het christendom daarentegen plaatste het (leven van het) individu centraal. Dit betekende een flinke beperking van de tijdshorizon en maakte tijd schaars. Die is immers beperkt tot één mensenleven. Daarin moet hét gebeuren.

Genieten we dan het meeste van betaald werk, de scholing ervoor of de zoektocht ernaar? Want besteden we daar niet het grootste deel van onze tijd aan? Door toegenomen levensverwachting wordt immers ook de pensioenleeftijd steeds hoger. “In de ene helft van ons leven offeren we ons leven op om geld te verdienen, in de andere offeren we geld om weer gezond te worden. En al die tijd gaan gezondheid en leven er zachtjesaan van door”,  zo omschreef de achttiende-eeuwse Franse filosoof en schrijver Voltaire het. Hollen we zo niet onze eigen staart achterna?

For the times they are a-changin’

“Het beheren van een camping is natuurlijk geen kerntaak van een gemeente. Vandaar ook dat ze in de jaren negentig massaal van de hand werden gedaan in Nederland. Een gemeentecamping is niet meer van deze tijd …” Zo valt te lezen in een artikel in Dagblad de Limburger van vrijdag 8 januari 2016, waarin de worsteling van de gemeente Peel en Maas om de gemeentelijke camping de Heldense Bossen te verkopen wordt beschreven.

Inderdaad is er geen wet die gemeenten verplicht om een camping te bezitten en te exploiteren en dus is het geen kerntaak. Maar gemeenten doen toch meer dan wat de wet hen opdraagt? Een voetbalstadion of wat normaler, een sportcomplex is ook geen kerntaak en toch worden deze door menig gemeente beheerd. Waarom een camping niet en een sportveld of stadion wel?

Interessante vragen maar veel interessanter is de vraag wie bepaalt wat van deze tijd is en wat niet meer? Het is toch niet zo dat een camping niet meer van deze tijd is? Waarom is een door een particulier of bedrijf beheerde camping wel van deze tijd en een door de gemeente beheerde niet? Waarom is een gemeentelijke camping niet meer van deze tijd maar zijn gemeentelijke camperplaatsen dat wel? Heeft dat ermee te maken dat een camper zelf kan rijden?

Waarom denkt het overgrote deel van de Franse gemeenten daar anders over? Loopt de tijd in Frankrijk anders? Als de rest van Nederland de camping al twintig jaar geleden van de hand heeft gedaan, heeft Peel en Maas dan twintig jaar in een andere tijd geleefd dan de rest van Nederland? Zou het ook kunnen zijn dat de gemeente Peel en Maas nu wel bij de tijd is door juist wel een gemeentecamping te hebben? Moeten de andere gemeenten als de wiedeweerga een camping gaan beheren?

Vreemd begrip de tijd, of moet ik zeggen vreemd argument? Of ben ik niet meer van deze tijd? Maar ja, dan leef ik maar in een ander tijd en wellicht komt die ooit. Want zoals Bob Dylan zingt: ‘For the times they are a-changin’.