Deskundig gelul of gelul van een deskundige? Die vraag stelde ik me toen ik hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans bij BarLaat het volgende hoorde zeggen over het vonnis dat de Franse politica Marine Le Pen trof: “Hier komen dus de rechter en de democratie tegenover elkaar te staan en je wilt de ruimte zo open mogelijk houden voor het publieke debat. Iedereen moet zich kandidaat kunnen stellen want de kiezer moet als rechter optreden en niet de rechter.1” Ik viel van mij stoel.

De rechter en de democratie tegenover elkaar? Ik dacht het niet. Democratie en rechtsstaat botsen hier niet. Stel ze had een moord gepleegd. Is het dan ook aan de kiezer om hierover te oordelen? Als politici de wet overtreden, en dat deed Le Pen volgens de Franse rechter, dan moeten ze gestraft worden net als iedere andere burger. Voor het vervolgen van misdrijven hebben we in Nederland het openbaar Ministerie en in Frankrijk het Bureau du Procureur. Die klagen namens de staat aan en vervolgens is het in Frankrijk net als in Nederland aan de rechter om een uitspraak te doen. Als de wetgever ontzegging van het passief en/of kiesrecht onderdeel van die straf heeft gemaakt, dan kan de rechter dit als straf opleggen. Stel ze had een moord gepleegd op. Als de procedure Voermans gevolgd zou zijn, dan zou er een snaar zijn geraakt. Namelijk een rechtsstatelijke en grondwettelijke. Dan zouden voor politici andere regels gelden dan voor iedere andere burger. Dan betekent populariteit onschendbaarheid. Dat lijkt me niet de kant die we op moeten.
Toen ik weer op was gekrabbeld viel ik stijl achterover toen ik op LinkedIn een post van de faculteit Staats- en Bestuursrecht van de Universiteit van Leiden zag. Een post waarin Voermans uitspraken zonder commentaar en kritische kanttekening worden aangehaald. Bijzonder!
Enigszins hersteld van die val achterover las ik het Commentaar van Peter Giesen in de Volkskrant. Terecht constateert hij dat: “ Het (…) de rol van de rechter (is) om wetten toe te passen, niet om aan politiek te doen. Als een scheidsrechter van een voetbalwedstrijd in de tweede minuut een zware overtreding constateert, zal hij de rode kaart moeten trekken, ook al beïnvloedt hij daarmee het verloop van de wedstrijd.” Bijzonder in zijn betoog is dan weer dat hij het discutabel vindt dat: “Le Pen is uitgesloten op basis van het oordeel van één rechter, wiens oordeel in hoger beroep ongedaan kan worden gemaakt.” Dit is niet discutabel. Daar is die rechter voor aangenomen en de wetgever heeft dat zo bepaald. En ja, in hoger beroep kan er anders worden besloten. Als dat gebeurt, dan is dat de nieuwe situatie en moeten we van daaruit verder. Daarop vooruitlopen heeft geen zin want het zou net zo goed kunnen dat de rechters in hoger beroep het vonnis bekrachtigen of zelfs nog zwaarder straffen.
Het zijn bijzondere tijden. Tijden waarin het lastig is om het oog op de bal te houden. Zelfs voor mensen wiens werk het is.
1 Vanaf ongeveer minuut 14.54.

