Volgens Mark Jongeneel heeft het missionaire kabinet: “lak (…) aan de fundamenten van onze parlementaire democratie.” Aldus een artikel van zijn hand bij De Dagelijkse Standaard. Dat is nogal een beschuldiging. Een erg zware beschuldiging. En dit allemaal omdat Minister Weerwind van rechtsbescherming weigert de door de NSC en SGP ingediende motie om het wetsvoorstel dat de administratieve geslachtswijziging voor een trans gender persoon makkelijker moet maken, in te trekken. Weerwind ziet het anders. In een tweet laat hij weten: “Ik weiger de motie uit te voeren, omdat het een zorgvuldig wetgevingsproces torpedeert en het de kans ontneemt om over deze belangrijke wet de dialoog met de Kamer te voeren.” ‘Zorgvuldig proces’ klinkt heel anders dan ‘lak aan de fundamenten van de parlementaire democratie’. Allebei kan niet dus moet er iemand naast zitten maar wie?
Jongeneel: “In een schrijnend voorbeeld van deze trend weigert minister van Rechtsbescherming, D66’er Franc Weerwind, een motie van de Tweede Kamer uit te voeren – een motie die duidelijk het sentiment van de Nederlandse bevolking vertegenwoordigt.” In een tweet verwoordt Pepijn van Houwelingen van het tijdelijk Kamerlid voor Forum voor Democratie het op een iets andere manier: “Waar haalt zo’n minister (‘minister’ betekent nota bene ‘dienaar’) het lef vandaan om een motie van de Tweede Kamer, dat wil zeggen een bevel van het orgaan dat de taak en plicht heeft de soeverein van dit land, DE NEDERLANDSE BEVOLKING, te vertegenwoordigen, niet uit te voeren?” Toen ik die tweet las moest ik denken aan de serie Battlestar Galactica en de Cylons die erin een rol speelden. Van Houwelingen ziet een minister als een Cylon die alleen maar ‘by your command’ zegt en doet wat hem is opgedragen.
Nee, ik ga niet vallen over het denigrerende ‘zo’n minister. Het gaat mij erom of de regering bij monde van minister Weerwind iets doet wat getuigt van het hebben van lak aan de fundamenten van onze parlementaire democratie. Daarvoor naar de Nederlandse Grondwet en in het bijzonder artikel 82. Dit artikel regelt in het eerste lid wie er voorstellen van wet mag indienen: “Voorstellen van wet kunnen worden ingediend door of vanwege de Koning en door de Tweede Kamer der Staten-Generaal.” De formulering, ‘door en vanwege de koning’ is een omslachtige omschrijving van het kabinet. “De regering wordt gevormd door de Koning en de ministers” zo bepaalt artikel 42 eerste lid van de Nederlandse Grondwet. En op grond van het tweede lid (“De Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk”) is het kabinet (de regering minus de koning) het orgaan dat ‘vanwege de koning’ voorstellen van wet kan en mag indienen. Hieruit mogen we concluderen dat het kabinet via minister Weerwind volgens de ‘fundamenten van onze parlementaire democratie, het recht heeft om een wetsvoorstel in te dienen.
‘Maar die motie dan? Die is tocht door onze democratisch gekozen volksvertegenwoordiging aangenomen?’ Dat is inderdaad het geval, de vertegenwoordiging van het Nederlandse volk, de Tweede Kamer, heeft die motie aangenomen. Of die motie, zoals Jongeneel beweert, het sentiment van de Nederlandse bevolking’ vertegenwoordigt, is iets van een heel andere orde. Dus Van Houwelingen heeft een punt dat de minister, in zijn rol als dienaar, de motie moet uitvoeren? Nee, Van Houwelingen heeft geen punt. Het staat kabinet of een bewindspersoon is niet verplicht een aangenomen motie uit te voeren. Het is vervolgens aan de Kamer om daaraan een conclusie te verbinden. Als er zwaar aan wordt getold dan kan de Kamer een motie van afkeuring of zelfs van wantrouwen aannemen tegen de betreffende minister of het gehele kabinet. In het laatste geval valt het kabinet. In het eerste geval, als het tegen een minister is gericht dan zijn er twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is dat de minister ontslag neemt. De tweede mogelijkheid is dat de regering als geheel er zo zwaar aan tilt dat ze als geheel haar ontslag indient. Zo’n motie ontneemt het kabinet Met of zonder een motie, het kabinet kan gewoon wetsvoorstellen indienen zonder daar vooraf instemming voor te vragen aan de Tweede Kamer.
Een door het kabinet ingediend wetsvoorstel moet vervolgens volgens de regels van onze parlementaire democratie door de Tweede Kamer worden behandeld. Dat is de dialoog met de Kamer waarover Weerwind spreekt. En, aldus artikel 84 eerste lid van de Nederlandse Grondwet: “Zolang een voorstel van wet, ingediend door of vanwege de Koning, niet door de Tweede Kamer onderscheidenlijk de verenigde vergadering is aangenomen, kan het door haar, op voorstel van een of meer leden, en vanwege de regering worden gewijzigd.” Uiteindelijk stemt de Tweede Kamer over het voorstel en,: “Zodra ( artikel 85) de Tweede Kamer een voorstel van wet heeft aangenomen of tot indiening van een voorstel heeft besloten, zendt zij het aan de Eerste Kamer, die het voorstel overweegt zoals het door de Tweede Kamer aan haar is gezonden,” Dus als de Tweede Kamer problemen heeft met een wet dan kan ze die wijzigen en er uiteindelijk tegen stemmen.
Weerwind heeft het bij het rechte eind. Hij doet niets wat niet mag en kan in onze parlementaire democratie. Hij heeft er zeker geen lak aan. Een Kamerlid, zoals Van Houwelingen zou dit moeten weten maar heeft er blijkbaar lak aan.

Foto:
Illustratie: