How do you ‘earn’ what you ‘give’?

Het lijkt welhaast een plaag te worden. Het kan natuurlijk aan mijn ‘overgevoelige’ antenne voor ‘effectief altruïsme’ liggen maar toch. Het lijkt alsof er steeds meer aandacht wordt besteed aan het  fenomeen en ja het klinkt mooi. Geef een deel van je inkomen aan goede doelen en zoek daarbij vooral naar die doelen die het meest effectief zijn. En dat levert, aldus de kop boven een artikel over het fenomeen ‘pittige dilemma’s’ op. Een van de voor het artikel geïnterviewde personen doneerde zelfs een nier: “Een nierdonatie levert de ontvanger namelijk tussen de 7 en de 20 Qaly’s op, blijkt uit de kosten-batenanalysen van het effectief altruïsme.” Twee dilemma blijven onbesproken.

Bron: eigen foto

Eerste even voor degenen die het niet weten. Een Qaly is een ‘Quality adjusted Life year, een levensjaar in goede gezondheid en het streven van het Effectief Altruïsme is om te geven aan doelen die per euro de meeste qaly’s opleveren. Als altruïst in de dop kun je voor ondersteuning terecht bij bijvoorbeeld de tien procent club. Een club van mensen die tien procent van hun inkomen aan goede doelen geeft.

Voor anderen gaat dat nog niet ver genoeg: “Op lange termijn wil ik 100 procent van mijn inkomen aan goede doelen geven, nu zit ik op 20 procent,” aldus een van de door de Volkskrant geïnterviewde personen. Deze 27 jarige in De Volkskrant verdient een “zescijferig salaris.”  Het eerste onbesproken dilemma is dat jij en ik meebetalen aan de giften van deze tienprocenters. De goede doelen waaraan wordt gegeven hebben veelal een ANBI status en als ze die niet hebben dan zorgen ze er wel voor dat ze die krijgen. ANBI staat voor Algemeen Nut Beogende Instelling. Alles wat je meer dan één procent van je inkomen geeft aan goede doelen met een ANBI status, kun je van je inkomstenbelasting aftrekken. Laten we eens uitgaan van het laagste zescijferige salaris van € 100.000. Deze persoon geeft dan € 20.000 aan goede doelen. € 19.000 hiervan kan hij aftrekken van zijn aangifte inkomstenbelasting. Van deze € 19.000 betalen jij en ik als trouwe belastingbetaler € 9.405 (het hoogste inkomstenbelasting tarief van 49,5% maal € 19.000).

 “De 27-jarige vereenzelvigt zich qua carrièrepad met het inmiddels controversiële earning to give, net als ongeveer één op de acht effectieve altruïsten.” Hij geeft invulling aan het advies van de site 80.000 hours. “Verdienen om te geven is het idee dat je in plaats van direct te werken aan het aanpakken van een dringend probleem, een baan aanneemt waarmee je meer geld verdient dan anders het geval zou zijn en een groot deel van het extra bedrag doneert om anderen te financieren die effectief aan die problemen werken.” En met ‘earning to give’ kom ik bij een dilemma dat in alle juichverhalen over deze beweging die is opgestart door William MacAskill,  onderbelicht blijft.

In zijn boek Doing good Better geeft MacAskill raad: zoek werk waar je zoveel mogelijk verdient want dan kun je zoveel mogelijk geven. De 27 jarige in De Volkskrant verdient een “zescijferig salaris” bij handelshuis Optiver. En met Optiver kom ik daar waar ik wil zijn: How do you ‘earn’ what you ‘give’?  

“Als een van de oudste marktmakende bedrijven ter wereld verbetert Optiver sinds 1986 de financiële markten. Door liquiditeit te bieden aan markten over de hele wereld, maken we markten efficiënter, transparanter en stabieler. Aangedreven door technologische innovatie bieden we continu concurrerende, tweezijdige prijzen voor duizenden financiële instrumenten op alle belangrijke beurzen wereldwijd.”  Aldus de openingspagina van hun website. De belangrijkste aandachtsgebieden voor het bedrijf zijn: “bedrijven in de handels- en grondstoffensector, maar ook technologieën die verband houden met de kapitaalmarkten, beurzen, handelsplatforms, clearing & settlement en brokerage. Bedrijven die geavanceerde IT-infrastructuur bouwen, zijn een ander aandachtsgebied voor ons. Dit kan cyberbeveiliging, cloud-ecosystemen, gegevensverwerking en -opslag, analysetools, ontwikkelingstools en meer omvatten.”  Kort gezegd komt het neer op geld verdienen met geld in het algemeen en flitshandel in het bijzonder.

Dit is allemaal volkomen legaal en als het de 27 jarige een zescijferig salaris oplevert, dan is dat leuk voor de persoon. ‘Volkomen legaal’ wil echter niet zeggen dat het onschadelijk is. Roundup is ook volkomen legaal, het gebruik ervan is weldegelijk schadelijk. Hetzelfde gaat ook op voor veel van die ‘duizenden financiële instrumenten’ waar Optiver ‘tweezijdige prijzen’ voor aanbiedt. De crisis van 2007-2008  werd veroorzaakt door twee van dergelijke producten, de Collaterized Debt Obligations (CDO) en de Credit Default Swaps (CDS). Schade die, om in termen van het Effectief Altruïsme te spreken, verantwoordelijk was voor het verlies van miljoenen Qaly’s. Neem de grondstoffenhandel. Iedereen die de kranten een beetje leest en het nieuws volgt, weet dat de winning van grondstoffen zoals kobalt, nikkel, teerzandolie en vele anderen, de natuur maar ook de mens veel schade toebrengt en dus vele Qaly’s kost. Neemt deze 27 jarige door het werk wat hij doet niet mogelijk meer dan hij met doneren kan geven?

Filantropisch kolonialisme

Bij de Correspondent houdt Rutger Bregman een pleidooi voor effectief altruïsme. De titel van het artikel luidt: Als je gelooft dat iedereen gelijk is, waarom ben je dan zo rijk? Een bijzonder artikel. Effectief altruïsme wil zoveel mogelijk goed doen in een mensenleven en zoveel mogelijk goed doen voor een euro of dollar. Ik schreef er eerder al eens over toen ik het boek Doing good Better van William Macaskill besprak. Aanleiding voor die bespreking was trouwens ook een uitspraak van Bregman en op die uitspraak kom ik later terug.                

‘Als je gelooft dat iedereen gelijk is, waarom ben je dan zo rijk?’ Een interessante vraag die je meteen met een moreel oordeel opzadelt of beter gezegd moreel veroordeelt. Ja, ik ben voor gelijkheid en ja, qua inkomen behoor ik tot de rijkste 3,5% van de wereld. Nu is dat voor een Nederlander niet zo bijzonder. Met een modaal inkomen van € 36.500 per jaar, behoor je tot de 3,5% van de wereldbevolking met het hoogste inkomen. Dus ik moet mij schamen, ik ben voor gelijkheid en ik ben ‘zo rijk’. Moet de modale Nederlander zich schamen? Schamen vooral omdat hij hier is geboren en niet bijvoorbeeld in Pakistan?

Een vraag waarbij rijkdom en gelijkheid als samenhangende begrippen worden gezien. Aan de ene kant rijkdom en aan de andere kant gelijkheid. In feite zegt Bregman dat er pas sprake is van gelijkheid als iedereen even rijk is. Rijkdom is volgens Van Dale, en die omschrijving volgt Bregman: “het rijk zijn, rijk bezit, geld, goederen, schatten.” Geestelijke rijkdom en rijkdom aan liefhebbenden om je heen vallen buiten deze definitie. Gelijkheid definieert dezelfde Van Dale als: “volkomen overeenkomst in een bepaald opzicht.” Voor Bregman dus ‘volkomen overeenkomst in rijkdom’. In de politieke geschiedenis wordt gelijkheid anders gedefinieerd. “We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain unalienable Rights, that among these are Life, Liberty and the pursuit of Happiness,” aldus de tweede alinea van de verklaring waarmee dertien Staten in Amerika zich onafhankelijk verklaarden. Nu hoeft die ‘Creator’ er van mij niet in, dit terzijde. Gelijkheid gedefinieerd als gelijke rechten voor iedereen. Gelijke rechten betekenen dan niet per definitie ‘iedereen evenveel rijkdom’. Ook met verschillen in rijkdom is politieke en maatschappelijke gelijkheid voor iedereen mogelijk. Dat rijkdom mogelijkheden biedt en tot ‘onvolkomen overeenkomst in bepaalde andere opzichten’, leidt is evident. Dat er aan de grote inkomens en vooral vermogensongelijkheid in de wereld iets moet gebeuren, staat buiten kijf.

Het wordt bijzonder als Henk Broekhuizen in een discussie onder het artikel aangeeft dat het boek De tirannie van verdienste van Michael J. Sandel hem op dit punt de ogen heeft geopend: “Hoezo heb ik meer recht op het door mij verdiende geld. Als je bent geboren op de goede plek, bent gezegend met goede collegae die je activiteit in het bedrijfsleven hebben doen resulteren in een goede financiële positie,” schrijft Broekhuizen. Bregman reageert hierop door een link te sturen naar een Twitterdraadje waarin Sandel wordt verweten dat kaartjes voor een workshop van hem schreeuwend duur waren en voegt eraan toe: “Een boek schrijven over de ‘grenzen van de markt’ om vervolgens jezelf te commodificeren. Ook hier geldt weer: makkelijk om naar anderen te wijzen, maar verdraaid lastig om je eigen idealen in de praktijk te brengen.”

Een bijzondere reactie van iemand die voor effectief altruïsme pleit. Bijzonder omdat effectief altruïsme erom gaat om zoveel mogelijk goed te doen in je leven. Wie Macaskill, een van de oprichters van die beweging zo is te lezen op de kaft van het boek, leest, zal zien dat zoveel mogelijk geld verdienen een van de strategieën is die een altruïst kan toepassen. Als je veel verdiend kun je immers ook veel weggegeven en dus veel goed doen. Volgens Macaskill kun je beter ‘flitshandelaar’ worden dan tropenarts want met je verdiensten als ‘flitshandelaar’ kun je meer voor armen doen dan een tropenarts.

Nu weten we, ik en Bregman ook niet, wat Sandel met dat vele geld doet dat die workshops opleveren. Wellicht geeft hij een flink deel ervan aan goede doelen of betaalt hij er studiebeurzen van voor kinderen waarvan de ouders de studie niet kunnen betalen. Dan doet hij precies wat het effectief altruïsme aanbeveelt: veel verdienen zodat je veel weg kunt geven. Of misschien pot hij het wel op of koopt hij er allerlei ‘bling’ van. We weten het niet. Het gaat mij ook niet om Sandel.

Het gaat mij erom dat Bregman met die opmerking zonder dat hij het zich realiseert, de Achilleshiel van de effectief altruïsme beweging bloot legt. Alle altruïsten, groot en klein, kunnen alleen maar ‘altruïst’ zijn door precies dat te doen wat Bregman Sandel verwijt en dat is door te commodificeren. Neem de grote altruïsten van deze tijd Bill Gates en zijn ex Melissa. Zij haalden en halen hun vermogen en geld uit de bijna monopoliepositie van Microsoft. Vervolgens stoppen ze dat vermogen in een eigen stichting om ‘goed te doen’. Dat ‘goed doen’ doen ze van de rendementen van de beleggingen van dat vermogen en het vermogen van de anderen die zich bij hun ‘Giving Pledge’ hebben aangesloten. Niet door dat vermogen op te souperen. Ook Bregman zelf ontkomt er niet aan. Hij kan alleen de ‘altruïst’ uithangen door deel te nemen aan het systeem. Door artikelen te schrijven en podcasts te maken waar mensen als ik voor betalen. Door boeken te schrijven die mensen als ik lezen en door lezingen te houden. Dus door te commodificeren. Is zijn kritiek op Sandel niet van een hoog ‘pot verwijt de ketel’ gehalte? Altruïst kun je alleen maar binnen het systeem zijn.

En daarmee kom ik terug op de uitspraak die voor mij aanleiding was om een Prikker te wijden aan het boek van Macaskill. Op een activiteit van het World Economic Forum in Davos, werd Bregman geïnterviewd en sprak hij zich juist uit tegen filantropie met de woorden: “Taxes, taxes, taxes! The rest is bullshit.” Als we werkelijk naar een betere verdeling van de rijkdom en kansen in de wereld willen, dan komen we er niet met filantropie. Dan hebben we echt ‘taxes, taxes, taxes’ nodig en geen filantropische bullshit. Filantropie houdt, ondanks dat er mensenlevens worden gered en er goeds gebeurt, de bestaande verhoudingen in stand en vergroot die zelfs nog. Erger nog, om een tegenwoordig veel en vaak niet op de goede manier gebruikt woord te gebruiken, het zorgt voor ‘koloniale verhoudingen’.