“ Op dit soort momenten heb je politici nodig die verbinden. We moeten het geweld afkeuren en achter de daders aan, maar om het gelijk politiek te maken is heftig en onnodig. Je gaat dingen politiek maken die niets met politiek te maken hebben.” Woorden van minister Eelco Heinen van de VVD naar aanleiding van het extreem rechts terreur in Den Haag van zaterdag 20 september 2025. Een bijzondere redenering van minister Heinen. Heinen reageerde op de uitspraak van D66-leider Rob Jetten dat: “andere politici en partijen deze extremisten in het centrum van de macht hebben gebracht”.
Heinen was niet de enige. Zijn partijgenoot Christianne van der Wal viel hem in de uitzending van EVA van maandag 21 september bij. Net zoals VVD-leider Dilan Yeşilgöz bij Pauw & De Wit. Daar betoogde zij dat: “we als politiek één front moeten vormen,” dat, “vanuit de Kamer moet zeggen: dit accepteren we niet.” Ze kregen zelfs bijval van politiek verslaggever Elodie Verweij die Yeşilgöz complimenteerde met haar eerste inhoudelijke reactie en die vond dat de rest weer: “Den Haag being Den Haag,” was namelijk weer heel erg met zichzelf bezig. Yeşilgöz had getweet dat het ‘tuig was dat je gewoon moet oppakken. Zeer bijzonder.

Maar nu toch even voor de dames en heren politici en politiek journalisten het onderscheid tussen de politiek en het politieke. De politiek dat zijn de formele structuren en processen die bij het besturen horen, dat wat de volksvertegenwoordigers in Den Haag met elkaar uitspoken. Het politieke is de manier waarop macht in een samenleving wordt uitgeoefend en verdeeld. Hier behoort ‘ de politiek’ als in de besluitvormingsstructuren toe maar het omvat veel meer. Het omvat zo ongeveer elk aspect van het sociale leven.
Een demonstratie is een:“betoging: een demonstratie tegen het beleid van de regering.” Een betoging een: “optocht om bepaalde gevoelens kenbaar te maken,” is per definitie politiek. De terreur die een deel van de demonstranten verspreidde, is net zo politiek. Ook dat is een aspect van net sociale leven. Het geweld gericht tegen de politie, een kantoor van een politieke partij, het parlementsgebouw maar ook tegen de horeca-ondernemers en hun personeel is politiek. En ja, het is ook bedoeld om ‘de politiek’, het besluitvormingsproces van de samenleving te beïnvloeden. Er hoeft niets politiek gemaakt te worden want het is een en al politiek.
Het is nog om een andere reden bijzonder. De roep van de VVD om dit te ‘depolitiseren’ en ‘schouder aan schouder’ te staan klinkt op het eerste gezicht sympathiek. Wat Yeşilgöz en de rest van de VVD van D66 vraagt is om ‘schouder aan schouder te staan met politieke partijen zoals de PVV, die nu hard roepen dat dit ‘tuig’ hard gestraft moet worden, maar die al jaren de woorden en het gedachtegoed leveren waarmee deze extreemrechtse terreurzaaiers hun daden verdedigen zoals Lubach in zijn uitzending liet zien. Meest recent nog tijdens de algemene politieke beschouwingen na Prinsjesdag. Partijen die de haat zaaiden met hun woorden en nu afstand doen van de oogst van hun zaaiwerk. Daar moet je nu ‘ schouder aan schouder’ mee gaan staan. Dat is hetzelfde als van een verkrachte vrouw vragen om samen op te trekken met iemand die haar verweet dat ‘dat rokje’ wel erg uitdagend is en dat je er dan wel een beetje om vraagt.
Bijzonder is ook dat deze oproep komt van een partij en partijleider die de zaaier, de ondemocratisch georganiseerde en ondemocratisch en anti-rechtsstatelijk handelde PVV, in het centrum van de macht heeft gebracht. Van een partijleider die zich de afgelopen week stil hield, toen Wilders tijdens die algemene politieke beschouwingen verdeeldheid en haat stond te zaaien. Een partijleider van een partij die een motie van een andere extreem rechtse partij, het Forum voor Democratie om antifa als een terroristische organisatie te bestempelen, ondersteunde. Nu is antifa een vlag en geen organisatie en constateert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid dat er vanuit die hoek geen gevaar dreigt voor de democratie en de rechtsstaat. Dezelfde partij die instemde met een boerkaverbod. Een partij die instemde met het discrimineren van statushouders. Een partij die er geen been in ziet om het grondrecht om je mening te uiten in een demonstratie aan banden wil leggen.
Met de roep om te ‘depolitiseren’ proberen Yeşilgöz en de VVD hun rol en verantwoordelijkheid weg te schuiven en te ontlopen. En de VVD en verantwoordelijkheid staan, zoals ik bij de bespreking van het verkiezingsprogramma van de partij al liet zien, op gespannen voet met elkaar. De roep om de depolitiseren is daarmee politiseren in optima forma.
