‘Een wethouder is niets’

‘Een wethouder is niets!’ Aan deze woorden van een voormalig collega en gemeenteambtenaar moest ik denken, toen ik bij Binnenlandsbestuur het volgende las: “Voor wethouders gaat wel een VOG-plicht gelden. Veel gemeenten laten al een risicoanalyse uitvoeren op de kandidaat, vaak door private partijen die ieder hun eigen standaard hanteren. De minister wil die vervangen door een basistoets integriteit.” Uit die toets moet blijken of: “de opgegeven diploma’s wel kloppen, of de wethouder mogelijk andere belangen heeft of dat er zaken uit het verleden zijn die zijn of haar functioneren mogelijk in de weg staan.”

Verklaring Omtrent Politiek Gedrag (geanonimiseerd)

Foto: Wikimedia Commons

“Een VOG voor raadsleden haalde het niet, want je kunt raadsleden die ooit een strafbaar feit hebben gepleegd niet het passief kiesrecht ontnemen.” Zou dat niet ook voor het wethouderschap moeten gelden? Een VOG voor wethouders, een goed idee? Een VOG is volgens de definitie van het ministerie van Justitie en Veiligheid: “een verklaring waaruit blijkt dat uw gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving.” De verklaring zegt iets over het verleden. Logisch, toekomstig gedrag is niet te beoordelen. Probleem is dat zo’n verklaring alleen iets zegt over ‘bekend’ gedrag in het verleden. Het onbekende blijft buiten beeld totdat het bekend wordt.  Het al dan niet hebben van een diploma, maakt niets uit. Volksvertegenwoordigers, wethouders en ministers hoeven niets ‘te kennen en kunnen’. Er zijn geen functie-eisen voor. Als volksvertegenwoordiger word je gekozen en als wethouder en minister gevraagd.

Zit het bestrijden van ‘bestuurlijke corruptie’ en ‘gebrek aan integriteit’ niet al ingebakken in ons systeem? Die voormalig collega sprak de openingswoorden van deze Prikker tegen beginnende en soms ook gevorderde ambtenaren die terugkwamen van een gesprek met een wethouder met de boodschap dat ‘de wethouder had besloten dat het zo moest’. Hij maakte hun daarmee duidelijk dat een wethouder geen besluiten kan nemen omdat alleen bestuursorganen dat kunnen. Een wethouder is geen bestuursorgaan, hij is lid van het bestuursorgaan ‘college van burgemeester en wethouders’. Zijn het niet de collega bestuurders die de integriteit moeten bewaken? Is het niet de raad die hierop moet toezien?

Zegt niet-integer of corrupt handelen van één wethouder niet iets over de rest van het college en de raad in de betreffende gemeente? Hoe integer is een college en een gemeenteraad die niet optreden tegen een niet-integer handelende bestuurder of politicus? Als de niet-integere bestuurder van geen wijken wil weten, wat let de anderen dan om, net zoals voormalig burgemeester Winants van Brunssum, hun positie ter beschikking te stellen en af te treden?

Verzachtende omstandigheid?

‘U krijgt 20 uur taakstraf omdat u dronken iemand hebt doodgereden. Het drinken van alcohol zie ik als een verzachtende omstandigheid waardoor uw straf lager uitvalt.’

Hoe zou er worden gereageerd als een rechter een dergelijk vonnis zou uitspreken? Het land zou, terecht, te klein zijn en politiek, bestuurlijk en opiniërend Nederland zou gehakt maken van deze rechter.

Jos van Rey

Illustratie: Flickr

Eén jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en twee jaar ontzetting uit het recht van een bestuurlijk ambt bij de overheid. De straf die de rechter geeft aan oud-bestuurder Jos van Rey, die schuldig is bevonden aan: “corruptie, stembusfraude, lekken van vertrouwelijke informatie en witwassen.” De rechter hield, zo valt in de Volkskrant te lezen: “rekening met de gevorderde leeftijd van de politicus, de grote impact van de zaak op zijn leven (hij moest aftreden als wethouder en Eerste Kamerlid), de publiciteit en zijn blanco strafblad.”

De grote impact op zijn leven omdat hij moest aftreden als wethouder en Eerste-Kamerlid? Waarom dient daar rekening mee te worden gehouden? Juist die positie als wethouder verschafte hem de mogelijkheid om corrupt te zijn en vertrouwelijke informatie te lekken. Nu wordt dat waarvoor hij wordt gestraft als verzachtende omstandigheid gebruikt.

“In de regel wordt er 50% van het gefraudeerde bedrag als boete opgelegd als uitkeringsfraude straf. Als er sprake is van verminderde verwijtbaarheid, dan wordt er een boete van 25% van het gefraudeerde bedrag opgelegd. Wanneer er sprake is van grove schuld en u de fraude extra kan worden verweten, kan zelfs een boete van 75% van het onterecht ontvangen bedrag volgen. De hoogst mogelijke boete bedraagt 100% van het gefraudeerde bedrag en kan enkel worden opgelegd als er sprake is geweest van ‘opzet’.” Fraudeer je met je uitkering, dan is dit de straf die je kunt krijgen. Daarnaast wordt het volledig teruggevorderd. Een forse straf.

Daarmee is de kous nog niet af. Dit is immers alleen maar de bestuursrechtelijke kant van de zaak. Als de fraude meer dan € 50.000 bedraagt of er sprake is van bijzondere omstandigheden, dan kan de strafrechter je ook nog eens straffen. En die straf is niet mals: “De uitkeringsfraude straf bij (opzettelijk) fraude kan oplopen tot 6 jaar gevangenisstraf of een geldboete van € 82.000.” Natuurlijk moet misbruik maken van gemeenschapsgeld en dat is uitkeringsfraude, worden gestraft. Die strafmat mag best stevig zijn, je moet het immers voelen als je misbruik maakt van de gemeenschap.

De vraag hoe deze zware straf zich verhoudt tot de straf voor Van Rey, stel ik maar niet. Wat ik me wel afvraag is of een frauderende uitkeringsgerechtigde het krijgen van een uitkering kan aanvoeren als een verzachtende omstandigheid voor zijn fraude?

Verkeerde vijand

Op Joop een artikel van Anousha Nzume waarin zij het ‘witte culturele superioriteitsgevoel’ aan de kaak stelt. Overdreven gezegd komt het erop neer dat alle ellende in de wereld een gevolg is van de ‘witte mensen’. In haar artikel waarin het denken over  ‘witte onschuld’ en ‘witte superioriteit’ waarover ik al eerder schreef op de achtergrond een belangrijke rol speelt, viel mij één passage op. Nzume: “Ik zie het in de ogen van journalisten tijdens interviews over mijn boek. “Hoe durf je de vrijspraak van OJ Simpson te omschrijven als een overwinning op het systeem?” Omdat het waar is. Een zwarte man wint terecht of onterecht van een corrupt en racistisch systeem omdat hij rijk genoeg en populair genoeg is. Naar goed westers gebruik.”

SimpsonIllustratie: Daily Mail

OJ Simpson ‘versloeg een corrupt en racistisch systeem en werd vrijgesproken terwijl alles erop wees dat hij schuldig was aan de moord op zijn ex-vrouw Nicole Brown en haar vriend. In een latere civiele procedure werd Simpson wel verantwoordelijk gehouden voor die moorden. Nzume is blij dat iemand niet wordt veroordeeld voor moorden die hij heeft gepleegd. Zij is blij omdat de ‘zwarte’ Simpson zoveel geld had, dat hij zijn ‘onschuld’ kon kopen en zo als ‘zwarte’ het ‘corrupte, racistische, witte systeem’ versloeg.

Toont de casus Simpson aan dat het systeem racistisch is? Dat: “Wij allen (…) nog steeds (praten) in dezelfde witte ruimtes waar diezelfde culturele aannames en codes leidend zijn,” dat:  Racisme (…) een tool (was) in de koloniale tijd en het (…) nog steeds een tool (is) in het huidige kapitalistische neoliberale systeem,” of dat: “witte westerse dominantie,” in stand wordt gehouden zoals Nzume schrijft?

Laat de de casus niet juist zien dat in het ‘kapitalistische neoliberale systeem’ vrouwe Justitia kleurenblind’ is? ‘Kleurenblind’ maar wel ‘te koop’ met geld en macht? Want won met OJ Simpson niet het geld en de macht? Is dergelijk machtsmisbruik niet iets van alle tijden, alle culturen en alle ‘kleuren’?  Hoe beoordeelt Nzume het Zuid-Afrika van Zuma, het Zimbabwe van Mugabe, het Egypte van Al Sisi, het Rusland van Poetin, het Turkije van Erdogan, het Saoedi-Arabië van Salman en zo zijn er veel meer te noemen? Hoe beoordeeld zij de manier waarop multinationals invloed kopen in Den Haag, Brussel, Washington, Lagos of Johannesburg? De manier waarop China invloed koopt in Afrika, maar ook in Europa, denk bijvoorbeeld aan de haven van Piraeus?

Allemaal praktijken waar mensen van alle kleuren de dupe van zijn. Mensen die het aan geld en macht ontbreekt om tegenwicht te bieden. Is het niet jammer dat Nzumes strijd juist verdeeldheid zaait tussen mensen die alleen tegenwicht kunnen bieden als ze eensgezind optrekken? Bestrijdt Nzume niet de verkeerde vijand?