IJzer smeden

In mijn vorige prikker behandelde ik de ideeën van  NSC-leider Pieter Omtzigt voor een districtenstelsel. Dit in het kader van de roep om bestuurlijke vernieuwing. Nu is Omtzigt niet de enige die een en ander wil veranderen. Volgens Vinzenz Ziesemer is, zo blijkt uit een artikel bij De Correspondent, het ijzer nu heet zodat er met smeden kan worden begonnen. Dit omdat: “een groot deel van de Kamer vertrekt.” Een uitgelezen kans omdat: “vertrekkende Kamerleden stemmen niet meer over zichzelf, maar over hun opvolgers. Dat neemt de schijn van zelfzuchtigheid al wat weg.”  Is het tijd om te smeden?

Bron: Flickr

Laten we de ideeën van Ziesemer eens nader bekijken. Als eerste: “De simpelste weg is: geef Kamerleden meer medewerkers, dan kunnen ze meer dossiers tegelijk behandelen.” Nadeel hiervan, dat geld: “kan worden ingezet om meer communicatiemedewerkers in dienst te nemen.” Dat kan worden voorkomen door het extra geld toe te wijzen aan het: “Bureau Wetgeving en de Dienst Analyse en Onderzoek, die Kamerleden inhoudelijk kunnen bijstaan.” Meer geld hiervoor op de begroting kan. Dan moet de huidige Kamer de begroting van de Staten Generaal, waartoe ook de Tweede Kamer behoort, wel voor de verkiezingen vaststellen. Dus dit kan. Dit ijzer kan worden gesmeed maar of het vervolgens ook zo wordt uitgevoerd dat is aan de Kamer die we in november kiezen.

Dan een tweede plan:“meer dan 40.000 mensen tekenden bijvoorbeeld een petitie om de kiesdrempel te verhogen,  zodat de Kamerfracties groter worden – als ze met meer mensen zijn, dan kunnen ze het werk beter verdelen.” Een kiesdrempel vergt een wijziging van de Kieswet. Dat lukt niet meer voor de komende verkiezingen want ook daarvoor zal een voorstel tot wijziging van die wet geschreven moeten worden. Zelfs als een meerderheid van de huidige Kamer het eens is dat er een drempel komt en hoe hoog die drempel moet zijn, dan nog is het onhaalbaar om de Kamer daar voor de verkiezingen over te laten stemmen. Zo’n voorstel moet eerst nog in de consultatieronde en daarna nog naar de Raad van State. Eensgezindheid voor een verhoging van de kiesdrempel is er niet. Want zoals Ziesemer schrijft kan dit idee: “niet iedereen bekoren, want zo’n kiesdrempel maakt onze democratie minder representatief.” En dan gaat het nog niet eens over de hoogte van die drempel. Ik vrees dat dit ijzer niet gesmeed kan worden door de huidige Tweede Kamer.

Deze week pleitten Volt-leider Laurens Dassen en ChristenUnie-leider Mirjam Bikker voor uitbreiding van de Tweede Kamer naar 250 leden. Een idee dat ook aan bod komt in Ziesemers artikel. Dat idee vergt een wijziging van de Grondwet. Daarvoor moet een voorstel worden opgesteld en dat moet dan door de Tweede en Eerste Kamer worden vastgesteld en dan na de verkiezingen nogmaals met twee derde meerderheid in beide Kamers worden aangenomen. Het lukt nooit een voorstel dat nog niet is opgesteld voor de verkiezingen door beide Kamers te loodsen. Ja, we moeten ons democratisch systeem evalueren en wellicht aanpassen. Dat nu ‘even in twee maanden’ doen, is geen goed idee zelfs al zou het kunnen.

Nu kan het ijzer alleen heet genoeg gemaakt worden voor dat extra geld. Kan omdat dit van de wil van de huidige Kamer afhangt. Alle andere veranderingen vragen meer tijd. Andere meer ingrijpende verandering vragen niet alleen qua procedure meer tijd. Want vragen dergelijke aanpassingen niet om een  maatschappelijk gesprek. Een gesprek over ons politiek bestuurlijk systeem. Samen nadenken maar niet binnen het huidige systeem, zoals we nu doen door het over te laten aan de koehandel van politieke partijen bij de formatie. Partijen en hun vertegenwoordigers die belangen hebben bij het huidige systeem. Nee, nadenken en werken buiten die kaders door bijvoorbeeld een grondwetgevende vergadering bijeen te roepen. Een vergadering die de opdracht krijgt om met ons allemaal in gesprek te gaan. Een ‘burgerberaad’ met 13.000.000 kiesgerechtigde burgers van dit land. “De democratie is natuurlijk een politiek stelsel. Maar ze omschrijft ook vormen van burgeractiviteit, die verder reiken dan alleen deelname aan verkiezingen: debat, het woord nemen, informatie, participatie, betrokkenheid. Ze is ten slotte een samenlevingsvorm die gebaseerd is op het project een wereld van gelijken op te bouwen.[1] Zo sprak Pierre Rosanvallon in zijn Spinozalezing van 2012. Nee dit lukt niet in twee maanden. En nee, ook dit ijzer kan nu niet meteen worden gesmeed. Ook dat vraagt een wettelijk kader dat door een nieuwe Kamer moet worden opgesteld. Wat nu wel kan, is zo’n gesprek agenderen door de partijen die deelnemen aan de verkiezingen te vragen of zij kunnen instemmen met zo’n gesprek. Dan kan de nieuwe Kamer bij een positief antwoord hier meteen mee aan de slag.


[1] Pierre Rosanvallon, Democratie en tegendemocratie, pagina 76

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.