Op 1 april is het 550 jaar geleden dat de geuzen Den Briel in namen. In de geschiedenis van Nederland neemt deze gebeurtenis een belangrijke plek in. Sommigen zien het als de geboorte van ‘Nederland’. De gebeurtenis wordt ieder jaar herdacht. Als je dit zou vertellen aan de toenmalige inwoners van Den Briel, dan hadden ze je voor gek verklaard. Voor hun poorten stonden een stel plunderende geloofsfanaten. Een situatie vergelijkbaar met de aanhangers van IS voor de poorten van de Iraakse stad Mozul in 2014. Ook zouden ze je vragend aankijken als je ‘Nederland’ zou zeggen. “Omstreeks het jaar 1000 krioelden ook hier ten lande allerlei min of meer feodale gebieden naast en door elkaar. Een duidelijk patroon ontbrak.[1]” Zo omschrijft de historicus Peter W. Klein de politieke situatie in het gebied dat nu Nederland heet. Dit beeld zou bij die zestiende-eeuwse inwoner van Den Briel meer herkenning oproepen.

In dat jaar 1000 bestond Nederland nog niet. Van de later machtigste van de Verenigde Provinciën was ook nog geen sprake, Holland bestond nog niet. Holland was vooral Fries. “Reeds vanaf de vroege middeleeuwen was de Maas-, Rijn-, en Schelde regio de operatiebasis van de Friezen voor hun verre handel tussen West-Europa en Scandinavië.[2]” Toch gebeurde er in 1018 iets bijzonders. Een van de graven in West-Friesland, Dirk III, behaalde in 1018, zo beschrijft Klein het, de eerste militaire ‘Hollandse’ overwinning. Een ‘Hollandse’ overwinning avant la lettre want, zo beschrijft Klein het: “Deze Dirk was en bleef zijn leven lang namelijk niets anders dan een graaf ín (West-) Friesland. Zelfs tot graaf ván (West-) Friesland heeft hij het niet kunnen brengen.[3]” Dirks oorspronkelijke ‘rijk’ bestond uit: “twee losse West-Friese gebieden (…) Kennemerland en Rijnland.” En Dirks prestatie bestond eruit dat hij daaraan: “bij stukjes en beetjes Neder-Maasland,” aan toevoegde. Tegenwoordig een zeer rijk gebied, in die tijd: “niet veel anders dan de moerassige zilte gronden aan de mond van de samenvloeiing van Maas en Merwede.[4]” Uiteindelijk mocht een van zijn nazaten, Floris II, zich in 1101 echt graaf van Holland noemen. Dat had hij te danken aan de bisschop van Utrecht die bereid bleek om hem als leenman te aanvaarden. Daarmee zijn we honderd jaar verder in de tijd. Ook toen wees er niets op het succes van dat ‘Holland’. De eerste graaf van Holland, graaf van drassig land langs de monding van de Rijn en de Maas, ‘onderknuppel’ van de bisschop van Utrecht. Iets meer dan niets en daarmee is alles gezegd. De graaf van Holland was niet de enige ‘onderknuppel’. Er waren er veel meer zoals de graaf (later hertog) van Gelre, de hertog van Brabant, de graaf van Zeeland die allemaal hun eigen rijkje stichtten en knibbelden aan de macht van de Friezen en elkaar. Allemaal gebieden die niets met elkaar hadden. “The northern provinces felt no tie with each other and no sence of difference from the south. Each of the seventeen provinces was a small state or country in itself,[5]” zo beschrijven Palmer en Colton in hun A history of the Modern World de relatie tussen de verschillende provinciën in het midden van de zestiende eeuw en dat was in de eeuwen daarvoor niet anders. Sterker nog, zelfs binnen een zo’n rijkje hadden mensen vaak al niet veel met elkaar behalve dan dat ze eenzelfde ‘onderknuppel’ boven hen hadden.
Ik moest aan Den Briel denken bij het lezen van een artikel van Rob Vreeken in de Volkskrant. “Naast de belaagde Oekraïense steden is er nog een tweede slagveld: dat van het internationaal recht,” zo luidt de titel van het artikel. Vreeken: “Het inpikken van de Krim, het erkennen van separatistische regio’s, de invasie: het zijn stuk voor stuk flagrante schendingen van kernwaarden van het internationaal recht, om te beginnen het geweldsverbod uit het VN-Handvest.” Als dat VN-Handvest en het internationale recht er in de zestiende eeuw ook al waren geweest, dan was het ontstaan van wat nu Nederland is een flagrante schending van dat recht. Een regio scheidde zich af van een rijk en pikte ook nog even wat gebied in. Dit gebeurde op gewelddadige wijze in een oorlog die 80 jaar duurde als we even afzien van het bestand van 12 jaar van 1609 tot 1621.
‘Nederland’ is niet het enige land dat is ontstaan uit een schending van die moderne rechten. Laten we wel wezen het gros, zo niet alle, landen van de wereld zijn ontstaan uit schendingen van die moderne rechten. Als we ruim 2.500 jaar Europese geschiedenis bezien, dan zien we uitsluiten schendingen van deze rechten. En daarmee ben ik waar ik naar toe wil. Na de Eerste en in versterkte mate na de Tweede Wereldoorlog is er gewerkt aan een indrukwekkend bouwwerk van internationale rechten. Met het niet mogen erkennen van ‘separatistische regio’s wordt het heden als einddoel gezien: anders kan en mag het niet meer worden. Hoe reëel is dit streven?
Niet erg reëel zoals we sinds het invoeren van die rechten kunnen zien. Als we de wereldkaart van 1945 vergelijken met de huidige, dan vertoont die grote verschillen. De grote koloniale rijken bestaan niet meer. Joegoslavië en de Sovjet Unie zijn uiteen gevallen in verschillende delen. Al die ‘separatistische regio’s’ zijn, in strijd met het internationale recht, door het grootste deel van de landen van de wereld erkend als nieuwe landen.
De regel dat je je niet mag afscheidden en dat andere een afgescheiden gebied niet mogen erkennen, is inmiddels zo vaak geschonden dat er weinig ‘zekerheid’ vanuit gaat. We moeten ons afvragen of een regel die zo vaak wordt geschonden wel zinnig is. Maar belangrijker, wie zijn wij om voor onze kinderen en kleinkinderen vast te leggen hoe hun wereld eruit moet zien? Om de namen van twee popbands uit verschillende genres te gebruiken: wie zijn wij om hen te verbieden om een New Order na te streven en onze Status Quo te verwerpen?
[1] Peter W. Klein, 1000 jaar vaderlandse geschiedenis, pagina 33
[2] Schöffer, I c.s, De Lage Landen van 1500 tot 1780, pagina 15
[3] Idem, pagina 33
[4] Idem, pagina 34
[5] Palmer, R.R en Joel Colton, A History of the Modern World, pagina 126