In een interview met de Volkskrant geeft minister Hoekstra aan wat hij wil: “We willen solidair en verstandig zijn.” Daar kan niemand tegen zijn. Hoekstra legt uit wat hij verkeerd vindt aan Eurobonds: “Met eurobonds ga je toe naar een schuldenunie en dat vinden wij niet verstandig. Euro-obligaties, waarbij alle eurolanden garant staan voor elkaars staatsschulden, passen niet bij een unie waarin de lidstaten allemaal over hun eigen begroting gaan. Eurolanden beslissen zelf hoeveel schulden ze maken en waar ze hun geld aan uitgeven. Dat ze die budgettaire vrijheid hebben is terecht, want elke regering in Europa legt verantwoording af aan haar eigen, nationale parlement.” Een bijzondere redenering: een schuldenunie is niet oké, een schuldenland wel? Toch ben ik het voor een belangrijk deel met hem eens dat schulden maken niet oké is. Niet voor de Unie en ook niet voor een land.
“De eurozone verkeert in een fundamenteel andere situatie dan de Verenigde Staten. Europa heeft geen centrale overheid. En wij zijn ook geen voorstander van zo’n centraal Europees gezag.” Met die zinnen vervolgt Hoekstra zijn betoog tegen de Eurobonds. Heel bijzonder om te horen dat de Unie geen gezag heeft, terwijl de afgelopen jaren zo ongeveer alle ellende vanuit de ‘moloch Brussel’ kwam. Dat even terzijde. Nog niet zo lang geleden, bijna een jaar, pleitte Hoekstra voor de EU als machtsblok dat zich op het gebied van buitenlands politiek en defensie veel meer als eenheid moet opstellen. Een week of twee geleden pleitte hij voor: “een flinke pot geld …om toekomstige pandemieën het hoofd te bieden.” En wie moet die pot creëren? De Europese Unie! Voor iemand die geen ‘voorstander is van ‘centraal Europees gezag’ pleit hij wel vaak voor ‘centraal Europees gezag’. ‘Centraal Europees gezag’ dat er op verschillende terreinen trouwens al is. Het enige waaraan het dat ‘centraal Europese gezag’ mankeert, is slagkracht en democratische controle. En nog iets, namelijk middelen om dat gezag kracht bij te zetten.
Met het schrijven van Prikkers verdien ik, tot mijn verdriet, geen droog brood. Toch doe ik het omdat het mij energie geeft en het houdt mijn gedachten scherp. Om toch ‘droog brood’ en liefst iets meer te kunnen eten, werk ik als beleidsadviseur, veelal voor gemeenten. Daar gaat het mij nu even niet om. Maar dat werk leerde me wel dat Nederlandse gemeenten, dat klinkt misschien vreemd, iets gemeen hebben met de Europese Unie. Gemeenten kunnen net als de EU niet voorzien in al hun eigen inkomsten.
Het gros van het geld, ongeveer tweederde waarop gemeenten draaien komt van de rijksoverheid. Een deel als algemene uitkering en een kleiner deel als doeluitkering. Het deel algemene uitkering mogen gemeenten vrij aanwenden. Een doeluitkering moet worden besteed aan het doel waarvoor het geld wordt gegeven. De gemeente is daarmee afhankelijk van de Rijksoverheid. Dit maakt haar kwetsbaar en dat blijkt. Sinds de gemeente verantwoordelijk is voor de jeugdzorg en de zorg voor ouderen, kampt een toenemend aantal gemeenten met tekort aan geld. Aan de ene kant hebben ze de plicht om die zorg te bieden. Aan de andere kant hebben ze geen mogelijkheid om die stijgende kosten te dekken via belastinginkomsten. Het eigen belastinggebied, de onroerende zaakbelasting, honden-, pecario- en toeristenbelasting is te gering. Bovendien begrenst de rijksoverheid de mogelijke stijging van de onroerende zaakbelasting, de belangrijkste van de gemeentelijke belastingen. De totale uitgaven van alle gemeenten bedragen zo’n 60 miljard per jaar. Dit is ongeveer 8% van het Nederlandse bruto binnenlands product (bbp).
Voor de Europese Unie geldt eigenlijk hetzelfde. Ruim tweederde is afkomstig uit de afdrachten van de landen. De ‘contributie’ om het zo maar te zeggen. Deze bedraagt zo ongeveer 1% van het bbp. Daarnaast zijn er de ‘traditioneel eigen middelen’, dat zijn invoerrechten. Deze worden, vanwege het steeds maar verlagen van deze rechten, steeds minder. Als laatste dragen landen een deel van de BTW af aan de Unie. De totale begroting van de Europese Unie bedraagt zo’n 160 miljard. Een fors bedrag maar het is net iets meer dan 1% van het Europees bbp. Voor het grootste deel van dat geld, de ‘contributie’ is de Unie afhankelijk van de landen en dat gaat de laatste jaren niet van harte. Het is al snel te veel.
Historische ervaring, zo leert mij Kapitaal en Ideologie van Thomas Piketty, laten zien dat defensie, grensbewaking en buitenlandse politiek gemiddeld anderhalf tot twee procent van het bbp kosten. Als je een ‘machtsblok’ wilt zijn, is er meer nodig laat Piketty zien. Die twee procent waren voor China, India en andere gekoloniseerde staten niet voldoende om ‘het Westen’ buiten de deur te houden. Volgens Piketty was de Westerse dominantie niet zozeer het gevolg van onze wapens en technisch vernuft. Die hebben zeker wel geholpen. Nee, ze was veeleer een gevolg van financieel vernuft. Vernuft dat eruit bestond om, vanaf ongeveer het jaar 1500 meer dan die twee procent ‘belasting’ bij de bevolking op te halen. Dat meerdere werd gestoken in legers. Legers die binnen Europa elkaar bevochten en die in toenemende mate werden gebruikt om de wereld te domineren en zo rijkdom van elders naar Europa te laten stromen. Rijkdom in de vorm van goud en zilver en later in de vorm van grondstoffen voor de productie van goederen. Goederen die vervolgens in de koloniën werden afgezet. Goederen waarvan de productie in de koloniën werd gesaboteerd en verboden.
Een overheid is zo sterk als haar zeggenschap over haar inkomsten. De Europese Unie staat er op dat gebied net zo slecht voor als de Nederlandse gemeenten. Ze moet ‘bedelen’ om geld. Mijn vorige, als bewerking van Dickens’ A Christmas Carol vormgegeven, Prikker sloot ik af met de zin: “Zou Wopke ‘de beste Europeaan ooit’ worden?” Wellicht dat het Hoekstra lukt om ‘beste Europeaan’ te worden, als hij zijn pleidooi voor Europa als machtsblok kracht bijzet. Kracht bijzet door te pleiten voor een sterk democratisch gecontroleerd centraal Europees gezag. Een gezag met duidelijke bevoegdheden, waarvan Hoekstra er in het verleden een paar heeft genoemd, en een stevig eigen belastinggebied.
Wat zou dan dat eigen belastinggebied moeten zijn? Ook daarvoor biedt Piketty aanknopingspunten: de belasting op bedrijfswinsten, de vennootschapsbelasting. Een terrein waarop Europese landen met elkaar concurreren en waar vooral de grote multinationals van profiteren. Profiteren omdat ze landen tegen elkaar uitspelen en, zoals Shell volgens Trouw, afspraken maken, zogenaamde rulings, met overheden waardoor ze nog minder betalen. Door deze belasting naar Europees niveau te centraliseren, wordt dit een stuk lastiger en vervalt in ieder geval de concurrentie tussen de landen van de Unie.
Van de revenuen van deze belasting moet de Europese Unie vervolgens alle taken vervullen die haar zijn toebedeeld, defensie, buitenlandse politiek, grensbewaking, versterken van de economische structuur en ook optreden in geval van crisis. De contributie kan dan vervallen, net als de uitgaven van de landen op de terreinen waar de Unie verantwoordelijk voor wordt. Als dat defensie is, dan vervallen de Nederlandse defensie-uitgaven. Net zoals de Nederlandse douane dan een onderdeel wordt van de Europese. Als het Hoekstra lukt om dit te bereiken dan komt hij in aanmerking voor de titel ‘beste Europeaan ooit’.
Pingback: IJzer smeden – Ballonnendoorprikker
Pingback: Pinautomaten – Ballonnendoorprikker
Pingback: Fantasierijke fictie en de feiten – Ballonnendoorprikker