Bij Elseviers weekblad een artikel van Afshin Ellian over Trumps vredesplan. Ellian sluit af met de zin: “Zolang de Palestijnen in de greep van het islamisme zijn, komt er geen vrede.” Dat ‘islamisme’ is volgens Ellian: “de werkelijke reden waarom Arafat in 2000 niet akkoord kon gaan met een definitieve vredesovereenkomst.” En daarmee is het voor Ellian duidelijk wie er de oorzaak van is dat er nog steeds geen vrede is: het islamisme en de Palestijnen.
Laten we even teruggaan in de tijd. Nee, niet zover als in mijn vorige Prikker toen ik liet zien dat de strijd tussen de Israëlieten en de Palestijnen een lange voorgeschiedenis kent waarbij ‘verhalen’ een belangrijke rol spelen. Bij een film of in een roman krijg je bijna automatisch sympathie voor de persoon door wiens bril het verhaal is geschreven. In die strijd hebben de Israëlieten het ‘propagandavoordeel’ van de bijbel aan hun zijde. Dat boek vertelt de wereld vanuit hun perspectief. Nee, nu maar iets meer dan honderd jaar en dan zullen we zien dat verhalen en perspectief ook hier centraal staan.
Aan het einde van de negentiende eeuw ontstond het zionisme, de joodse tegenhanger van het islamisme. In A History of the Modern World (editie 1984) typeren de auteurs R.R. Palmer en Joel Colton de negentiende eeuw als een eeuw van toenemende emancipatie en assimilatie (pagina 602): “Science and secularism had the same dissolving effect upon Orthodox Judaism as upon traditional Christianity. … Individual Jews increasingly gave up their old distinctive Jewish way of life.” Tegen het einde van de negentiende eeuw worden twee trends sterker die deze emancipatie en assimilatie tegenwerken: “ One, a cultural and political nationalism … The other counter tendency or barrier to assimilation, was the rise of anti-Semitisme.” Die eerste trend kende ook een joodse kant: “… some of whom feared an assimilation that would lead to a loss of Jewish identity and perhaps even the disappearance of Judaism itself.” Die trend wordt het zionisme. In 1881 vinden er verschillende, door antisemitisme en nationalisme gedreven pogroms plaats in Rusland. Die zetten Leon Pinsker, een arts uit Odessa, ertoe aan om het pamflet Autoemanzipation te schrijven. Samen met anderen richt hij de Vereniging van Zionsvrienden op. Zij eisen een vaderland voor bedreigde joden en streven naar kolonisering van Palestina door joden. Bekender in onze streken is Theodor Herzl. “Appalled by the turbulence of the Dreyfus affair in civilised France, which he observed firsthand as a reporter for a Vienna newspaper, he founded modern, or political, Zionism when he organised a first international Zionist congress at Basel in 1897.” Zo schrijven Palmer en Colton op pagina 603 en zij vervolgen met het doel van de beweging: “ Zionist hoped to establish a Jewish state in Palestine, in which Jews from all over the world might find refuge, although there had been no independent Jewish state there since ancient times.”
Land voor jezelf claimen waar je niet woont, is een lastige zaak. Palestina was in die tijd onderdeel van het Osmaanse rijk. Een rijk dat zich op het hoogtepunt uitstrekte van Hongarije en de Balkan tot de steppen van het zuiden van Rusland en van Algerije tot de Perzische golf. Het was daarmee de opvolger van het Oost-Romeinse rijk. Voor de liefhebbers, de serie Ottoman verhaalt over de val van Constantinopel (of Byzantium zoals de stad ook werd genoemd) in 1453. Het laatste stukje van dat Oost-Romeinse rijk. Eind negentiende eeuw was het rijk geen schim meer van zijn vroegere zelf. Nationalistische bewegingen in bijvoorbeeld Servië en Griekenland hadden tot afsplitsingen geleid en de imperialistische machten, de Britten en Fransen, namen delen in hun bezit of onder hun hoede. De Eerste Wereldoorlog betekende de uiteindelijke val van het rijk. Turkse nationalisten onder leiding van Mustapha Kemal stichtten Turkije en Engeland en Frankrijk kregen grote delen van het rijk door de Volkenbond toegewezen als protectoraat.
In de strijd tegen het Duitse keizerrijk en zijn bondgenoten, waaronder het Osmaanse rijk, zochten de Britten steun in alle hoeken en gaten. Zo ook bij de zionisten. In 1917 stuurde de Britse minister Arthur Balfour een brief naar Lord Rothschild, een prominent Britse zionist, met daarin het volgende: “Harer Majesteits regering staat welwillend tegenover de vestiging van een nationaal huis voor het Joodse volk in Palestina, en zal naar beste vermogen het bereiken van dit doel ondersteunen, waarbij het duidelijk moet zijn dat niets zal worden gedaan dat de burgerlijke en religieuze rechten van bestaande niet-Joodse gemeenschappen in Palestina kan schaden, of de rechten en politieke status die Joden genieten in enig ander land.” Maar ook bij anderen werd steun gezocht, bijvoorbeeld bij Arabieren. Om de Arabieren te stimuleren in opstand te komen tegen de Osmaanse heersers, werd hen onafhankelijkheid toegezegd in een gebied dat ook Palestina omvatte.
Geen van tweeën werd na de oorlog werkelijkheid. De Britten hadden namelijk nog iets anders afgesproken. Dit keer met de Fransen. Met het Sykes-Picotverdrag hadden de beide imperiale mogendheden het gebied onder zich verdeeld. Tot grote teleurstelling van zowel de zionisten als de Arabieren werden de resten van het Osmaanse rijk uiteindelijk verdeeld als ‘mandaatgebied’ gesanctioneerd door de Volkerenbond. Beide landen waren prominente leden van de Volkerenbond en de enige mogelijke tegenmacht van betekenis, de Verenigde Staten, trok zich meer en meer terug van het wereldtoneel. Palestina viel toe aan de Britten. Doel van het mandaat was het begeleiden van de bevolking naar onafhankelijkheid. Ondanks het niet nakomen van de Britse belofte en waarschijnlijk wel- dankzij de Britse toezegging trokken steeds meer joden naar het nieuwe Britse mandaatgebied Palestina.
Deze situatie duurde voort tot na de Tweede Wereldoorlog. Toen namen de Verenigde Naties resolutie 181 aan. Het Britse mandaat over Palestina moest worden beëindigd en het land zou worden verdeeld in een onafhankelijke joodse en een onafhankelijke Arabische staat, volgens het opgestelde verdelingsplan. Van de aanwezige leden (landen) stemden er 33 voor, 13 tegen en 10 onthielden zich van stemming. Bij de 13 tegenstanders alle Arabische leden van de VN. Maar helaas de twee supermachten, de Verenigde Staten en de Sovjet Unie stemden voor. De tegenstemmers beriepen zich op een schending van het zelfbeschikkingsrecht, de bevolking van het gebied zou zelf moeten besluiten en niet de VN. Ellian heeft daarmee gelijk als hij beweert dat: “De Joden (…) de resolutie (hebben) aanvaard, de Arabieren hebben haar afgewezen.” Zou dat er misschien ook mee te maken kunnen hebben dat de resolutie de joden iets gaf en de Palestijnen het gevoel gaf dat ze iets verloren?
“Daarop brak een burgeroorlog uit en zo begon de geschiedenis van het Israëlisch-Arabische conflict,” vervolgt Ellian. Een conflict dat via verschillende oorlogen tot de huidige situatie heeft geleid. Verschillende oorlogen, opstanden, bezetting van gebieden, maar ook pogingen om een einde te maken aan het conflict. Dat is tot op heden niet gelukt. Het islamisme, dat Ellian als schuldige aanwijst, doet pas vrij laat haar intrede in het conflict. De PLO van Arafat was vooral panarabisch. Een beweging die is te omschrijven als seculier, socialistisch en antiwesters en was de dominante partij in alle vredesoverleggen tot nu toe. Het islamitische Hamas werd pas in 1988 opgericht en pas in 2007 kwam het in de Gazastrook aan de macht.
Met de PLO werden in 1993 de Akkoorden van Oslo getekend. Een weg naar vrede in het Midden-Oosten. Die weg werd in 2000 abrupt beëindigd. Toen Arafat, zo betoogt Ellian, bang was voor het islamisme. In die periode ondernamen beide betrokken partijen acties die vrede belemmerden. Toen, maar ook daarna nog. Raketten afgeschoten door de ene partij, bombardementen door de andere. De bouw van nederzettingen, gebruik van water, de bouw van een muur, terreur van beide zijden. Maar ook pogingen om het conflict te beëindigen. Pogingen al dan niet gesteund door andere partijen. Andere partijen zoals de Verenigde Staten die, onder leiding van president Clinton, ’bemiddelden’ tussen beide partijen Maar ook anderen. Zo was er een Saoedisch vredesplan in 2002 dat behelsde dat Israël vrede en normale relaties met de Arabische landen zou krijgen in ruil voor het ongedaan maken van de bezetting die in 1967 begon. Een plan dat door Israël werd afgewezen.
Het conflict kent, zoals ik hier heb proberen aan te tonen, een lange vooral Europese geschiedenis. Een Europese geschiedenis die is ‘geëxporteerd’ naar het Midden-Oosten. Een lange geschiedenis met vanuit joods perspectief het zionisme, het joodse politieke programma, als belangrijkste drijfveer. Een zeer succesvol programma omdat de doelstelling ervan, een onafhankelijke joodse staat in Palestina, is gerealiseerd. Gerealiseerd ten koste van een groot deel van de oorspronkelijke bewoners van dat gebied, de Palestijnen. Palestijnen van wie het leven op dit moment van alle kanten wordt bemoeilijkt door de Israëlische bezettingspolitiek. Voor wie een actueel beeld wil krijgen van die politiek, de Israëlische verdediging ervan en de ellendige gevolgen voor de Palestijnen, kijk naar de serie Het Israeël van Heertje en Bromet. Is het niet erg kort door de bocht om het mislukken in 2000 aan alleen de Palestijnen te wijten en hun eventuele ‘angst voor het, van recente datum zijnde, islamisme’?
Pingback: Christenen die beweren te behoren tot het Volk van God en Israël tot hun heilig land willen uitroepen – Some View on the World