“Nederland is in hoog tempo bezig de zeggenschap over de eigen essentiële belangen over te hevelen naar een EU zonder democratisch mandaat. De gevolgen daarvan zijn verstrekkend. Dit schrijft Kees de Lange in een artikel bij Opiniez. Volgens de Lange worden er systematisch bevoegdheden overgedragen naar de Europese Unie en hierdoor wordt de Nederlandse soevereiniteit uitgehold.

De Lange vraagt zich af hoe dit kon gebeuren en in die zoektocht komt hij bij de Grondwetswijziging van 1953. Bij die wijziging werd het Nederlands recht ondergeschikt gemaakt aan internationaal recht. En dit leidt er nu, volgens De Lange toe dat: “de eigen soevereiniteit en de soevereiniteit van de eigen bevolking als basis van onze samenleving worden verkwanseld en hoe bijna zonder enige diepgaande discussie standaard gehandeld wordt, niet tegen de sinds 1953 strikte letter, maar wel tegen de geest van onze eigen Grondwet.” Dit is tegen het zere been van De Lange immers: “verandering in soevereiniteit (kan) dan en slechts dan plaatsvinden indien met instemming van de burgers.” En die burger wordt gepasseerd: “Het verkwanselen van de directe belangen van de Nederlandse burger zonder diezelfde burger zelfs maar te raadplegen is een politieke wanvertoning en een democratische doodzonde van de eerste orde.” Zo, die kunnen onze politici in hun zak steken.
Alhoewel. Is het wel zo dat ‘het volk’ niet geraadpleegd is? Als je een referendum als enige manier ziet om ‘het volk’ te raadplegen, dan is dat slechts twee keer gebeurd. Een eerste keer over de ‘Europese grondwet’ en een tweede keer over een associatieverdrag met de Oekraïne. Zowel de ‘Grondwet’ als het associatieverdrag bevatte geen overdracht van soevereiniteit, er werden dus geen ‘belangen verkwanseld’. De ‘Grondwet’ was niets meer dan een bundeling van al gemaakte afspraken en de bevoegdheid om een associatieverdrag te sluiten, had de EU al.
Als we kijken naar alle overdrachten van welke bevoegdheid dan ook, dan zijn die genomen volgende in Nederland geldende regels van het spel. Neem de Grondwetswijziging van 1953, die is twee keer in de Tweede Kamer behandeld en aangenomen. Tussen die twee behandelingen in zaten verkiezingen waar ‘het volk’ zich kon uitspreken.
‘Ja, maar dan moet het volk wel weten dat dit staat te gebeuren’, zou je kunnen tegenwerpen en het is maar helemaal de vraag of ‘het volk’ het allemaal wel wist. Als we de beeldvorming van de laatste jaren bezien, dan rijst er een beeld op van ‘gekonkel in achterkamertjes’ waar wordt besloten om Nederland steeds verder Europa in te ‘rommelen’.
Een beeld dat het tegenwoordig goed doet, maar gebeurde het ook zo? Europa en verdere Europese integratie was vast niet het ‘belangrijkste’ verkiezingsthema. Dat de politieke partijen er niet open over waren, is bezijden de waarheid. “De Europese gemeenschappen worden uitgebreid met Groot-Brittannië, Ierland, Noorwegen en Denemarken en andere demokratische Europese landen die de doelstellingen van de E.E.G. onderschrijven. De uitbreiding van de E.E.G. met Groot-Brittannië zal niet ten koste gaan van de steun aan arme landen.” Zo valt te lezen in het verkiezingsprogramma van de PvdA in 1967. En het VVD-programma voor de verkiezingen van hetzelfde jaar lezen we het volgende: “Dit streven brengt mee, dat in de nabije toekomst de E.E.G. met andere Europese landen zal moeten worden uitgebreid. De komende Europese Gemeenschap zal zowel naar binnen als naar buiten een liberale politiek moeten voeren.” In 1989 lezen we in het PvdA-programma het volgende: “Nederland heeft ook verantwoordelijkheden en belangen in internationaal verband. Nederlandse burgers zullen hoe langer hoe meer EG-burgers en wellicht op den duur zelfs burgers van een groter civiel Europa worden.” En in het programma van het CDA voor de verkiezingen van 1989 lezen we: “Eén aspect verdient nog bijzondere aandacht omdat het de politieke agenda in toenemende mate zal bepalen. Het betreft de eenwording van de Europese markt tegen 1992. Deze heeft een belangrijke signaalfunctie: ‘signaal’ omdat reeds eerder belangrijke stappen zullen zijn gezet, terwijl uiteraard niet alle beslissingen en maatregelen in 1992 zullen zijn afgerond. Niettemin zal ook Nederland de gevolgen van ‘Europa 1992’ voelen: de gemaakte afspraken zullen het nationale beleid beïnvloeden.”
Deze partijen hebben jarenlang de verkiezingen gewonnen en kregen samen vaak bijna driekwart van alle stemmen. Kun je dan volhouden dat er sprake was van ‘gerommel in achterkamertjes’? Dat er soevereiniteit werd overgedragen zonder instemming van ‘het volk’?