“Zo’n dwaas is Rutte niet,” schreef ik in mijn laatste prikker, een dwaas die zich baseert op een theorie die de toekomst voorspelt op basis van het verleden. Dit naar aanleiding van de migratietop van de afgelopen week. Het woord ‘dwaas’ liet mij niet los en deed mij weer denken aan de de historica Barbara Tuchman. Tuchman schreef diverse interessante boeken, een ervan met als titel De Mars der Dwaasheid. Inderdaad is Rutte geen ‘historicistische’ dwaas, maar hoe zit het met ‘Tuchmaniaanse’ dwaasheid?
Illustratie: Wikimedia Commons
Dwaasheid is een van de vier vormen van wanbestuur naast tirannie, buitensporige ambitie en onbekwaamheid. Beleid wordt door Tuchman als dwaas bestempeld als het vijf kenmerken vertoond. Als eerste het ontbreken van een plan voor de lange termijn. In mijn vorige prikker vroeg ik mij af waar Rutte naar toe wil met het migratiebeleid en hoe dat beleid past in zijn beeld van een prettige en open samenleving.
Het tweede kenmerk is de hardnekkigheid en koppigheid waarmee beleid wordt voortgezet. Eigenlijk al sinds het laatste decennium van de vorige eeuw is migratie en vooral het beheersen en voor menig politicus zelfs stoppen ervan, doel van het beleid. De praktijk laat zien dat dit mensen niet weerhoud om naar hier te komen.
Het derde kenmerk dat Tuchman geeft, is het je niet kunnen of willen inleven in de ander. Als we de beeldvorming over migranten beschouwen in de media en bij diverse politieke partijen, dan lijkt hiervan sprake. De migrant is een gelukzoeker, een profiteur van onze welvaart. weinig rekening houdend met de ander en weinig inlevend in zijn situatie.
Het vierde kenmerk dat Tuchman onderscheidt is een gevoel en uitstraling van superioriteit. Verraadt de toon en omschrijvingen die aan migranten worden gegeven niet een gevoel van superioriteit? En hoe zit het met ‘opvang in de regio’? Het ‘afkopen’ via ‘deals’ met landen? En de nieuwste variant de ‘ontschepingsplatforms’?
Tuchmans laatste kenmerk is incompetentie. Wellicht wat lastiger aan te tonen. Alhoewel? Zien we niet een herhaling van steeds dezelfde oplossingen die niets oplossen. Zou dat niet kunnen duiden op incompetentie? Net zoals het niet onderzoeken en proberen van alternatieve oplossingen.
En met die alternatieve oplossingen komen we bij de twee criteria waaraan het beleid moet voldoen. Het eerste alternatief is dat er alternatieven moeten worden geboden. Alternatieven zijn er en worden geboden, maar niet gehoord. Het tweede criterium is dat mensen het beleid ook in de tijd dat het speelde ook al als dwaas bestempelden. Dwaasheid?