Een ‘tussenbaan’ dat is een manier waarop werkgevers de grenzen van de wetgeving rond tijdelijke contracten opzoeken, zo valt in de Volkskrant te lezen. “De tussenbaan biedt alle betrokkenen kansen. We binden werknemers voor langere tijd aan ons. En werkgevers behouden de flexibiliteit die ze wensen,” zo zegt Patricia Hoogstraten namens de werkgevers in de krant.
Illustratie: www.tasteofcinema.com
Een tussenbaan, een geniale vondst. Alhoewel, zijn alle banen niet een vorm van ‘tussenbaan’? Is een baan met een vast contract tegenwoordig niet ook gewoon een baan tussen de vorige en de volgende? Was zelfs de ‘baan voor het leven’ van vroeger niet een ‘tussenbaan’? Een baan tussen de schooltijd en het pensioen. Zouden we niet veel beter af zijn als we uitgaan van de tijdelijkheid van alle werk en iedere baan? Over tien jaar zijn er immers beroepen waar we nu nog niet van hebben gehoord en nu gangbare beroepen zijn dan ‘weg gerobotiseerd’.
Volgens velen is de vaste baan de maat der dingen. Een vaste baan omdat die mensen zekerheid biedt. Hoe zeker is die zekerheid als een reorganisatie of een tegenvallende economische situatie voldoende is om die vaste baan te beëindigen? Inderdaad dat kost geld en is vooral voor kleine bedrijven een zware last en een reden om iemand dan maar niet in dienst te nemen en een tijdelijk contract te bieden.
Onze sociale stelsel is gebouwd in de tijd van de ‘baan voor het leven’. Een baan die ook toen wel eens weg viel en dan werd zekerheid van inkomen geboden in de periode tussen twee banen. Moeten we het sociale stelsel niet op een andere leest schoeien nu ‘banen voor het leven’ niet meer bestaan en ‘flex’ de norm is? Zou een stelsel dat is gebaseerd op een sober doch menswaardig bestaan een uitkomst bieden? Een stelsel met een basisinkomen dat een dergelijk bestaan garandeert? Aangevuld met een belastingstelsel dat iedere Euro die je vervolgens verdient, progressief belast en geen aftrekposten aan de ene kant en toeslagen aan de andere kant kent.
Het zou een flinke versimpeling van het belastingstelsel betekenen, fraudemogelijkheden fors beperken en werk weer lonend maken. Lonend omdat iedere verdiende Euro tot meer bestedingsruimte leidt omdat de armoedeval er niet meer is. De armoedeval die mensen nu belemmert om te gaan werken omdat een stijging van bruto inkomen leidt tot het verlies van allerlei toelagen en zo tot een lager besteedbaar inkomen.