Uitgelicht

Election files 1: Wo ist das Volk?

Op 29 oktober 2025 gaan we in Nederland weer naar de stembus om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Weer, want het is de derde keer in vierenhalf jaar. Dit terwijl de Grondwet in artikel 52 stelt dat de zittingsduur van de Kamer vier jaar is. In de periode tot en met de verkiezingen zal ik onder de noemer van de ‘verkiezingsfiles’ aandacht besteden aan deze verkiezingen en onze parlementaire democratie en democratische rechtsstaat. Vandaag de eerste in deze rij. Deze eerste handelt over het begrip volk.

Het volk wil …’ en dan er iets achteraan. En de wil van het volk moet dan koste wat het kost uitgevoerd worden. “De wil van het volk’ moet triomferen. Maar wat wil het volk? Voor het woord volk kan ook ‘de kiezer’ of ‘de Nederlander’ worden ingevuld. Volgens Wilders en met hem de leiders van de VVD, BBB en NSC was dat het ‘ strengste asielbeleid ooit’. Deze partijen bezetten samen 88 van de 150 Kamerzetels. Een meerderheid en daarmee bepaalden zij ‘wat het volk wil’. Sterker nog, PVV-leider en enigst lid Wilders ziet het nog anders: het volk wil wat hij wil want zijn partij behaalde de meeste zetels. Laten we eens wat nader naar het begrip volk kijken. Dit doe ik met de vraag ‘ wo ist das Volk’ als begin. Want zo duidelijk als in de dagen van de val van de Duitse muur, toen de demonstranten ‘wir sind das volk’ riepen, is het niet.

Bron: Wikipedia

Volk: de digitale Van Dale geeft zes betekenissen waarvan er twee relevant zijn voor deze nadere studie. Als eerste de: “historisch gegroeide gemeenschap van erfelijk verwante mensen met min of meer gelijke taal en gewoonten: het Engelse volk.” Als tweede: “de gezamenlijke bewoners van een staat.” Door de woorden erfelijke leest de eerste betekenis als een zeer uitgebreide familie. Dit is de manier waarop Wilders, Trump, Orban en in hun spoor veel anderen het volk zien. Het volk dat zijn de ‘echte Nederlanders’ en wie ‘echt’ is, bepaalt vooral degene die zich erop beroept. Bij de tweede betekenis ontbreekt die historische context. Het volk zijn de mensen die in het hier en nu in een staat wonen.

In zijn Spinoza-lezing uit 2012 kent de Franse denker over democratie Pierre Rosanvallon het volk veel meer dimensies toe. Volgens Rosanvallon is het volk onmisbaar in een democratie, ook al is het zoals hij beweert: “in de democratie structureel nergens te vinden.” Het volk is onmisbaar. Het beroep dat politici erop doen is gevaarlijk. Gevaarlijk voor mensen en voor de democratie. Als het volk nergens te vinden is: “hoe dan de structurele crisis van de vertegenwoordiging te boven te komen die eruit voortvloeit en onze gevoelens van in de steek gelaten zijn aanwakkert, die de ontgoocheling en het wantrouwen tegenover de instituties voeden?1”.

Veel politici zoeken die in de versimpeling. Het volk is wat de meerderheid wil: 50 procent plus één. Weer andere politici versimpelen door het volk te beperken tot specifieke groepen. Ze hanteren de eerste betekenis uit de digitale Van Dale. Weer anderen, zoals Trump en zijn aanhangers, combineren die twee; Omdat Trump tot president is verkozen, is hij samengesmolten met het volk: zijn wil is de volkswil. Als hij spreekt over het volk, dan wordt ‘het volk’ beperkt tot ‘echte Amerikanen’ en wie dat zijn is vaag. Een transgender behoort er in ieder geval niet toe. Iemand met een donkere huidskleur of een Spaanstalige moet zich zorgen maken net als iemand die op de democraten stemde. Rosanvallon kiest bij zijn zoektocht naar het volk voor een andere weg. In plaats van de versimpeling zoekt hij de simplificering. Hij ziet vijf dimensies van het volk.

Als eerste, ook al in de vorige alinea genoemd, het ‘rekenkundige volk’, dat bezit: “een beslissende, zowel sociale als procedurele consistentie.” Immers: “We kunnen eindeloos discussiëren over de definitie van het algemeen belang, over wat de beste politiek is om op dit of dat gebied te voeren, maar het feit dat 51 meer is dan 49 maakt een einde aan alle discussies.” Hij gaat verder met zijn tweede dimensie: “Maar het volk manifesteert zich ook als een historische constructie,” en daarmee zijn we bij de grondwet: “Dit volk/principe laten leven betekent dus een juridisch volk laten leven, en niet slechts een electoraal of rekenkundig volk. Vandaar de rechtvaardiging van de superioriteit van de constitutionele orde boven de orde van de kortstondige meerderheid.” Als we in onze huidige wereld om ons heen kijken, dan zien we dat op verschillende plekken wordt getornd aan de superioriteit van de constitutionele orde. We zien dat tornen in meer en minder gevorderde staat in Hongarije, de Verenigde Staten en Polen. Maar ook Nederland is er niet van gevrijwaard. Dat de vier partijen die de recentelijk gevallen regering vormden eerst een rechtsstatelijke verklaring opstelden, wijst op tornen aan die orde. Een derde dimensie van het begrip ‘volk’ is: “de figuur van de verwachtingen, ontgoochelingen, betwistingen of beproevingen van het gemeenschappelijke leven, dat op een gegeven moment over een stuk uit het collectieve leven vertelt of het tot uitdrukking brengt.” Dit volk bestaat volgens, Rosanvallon: “ofwel via instituties die handelen leiden – bijvoorbeeld syndicaten -, ofwel via zijn directie manifestatie in de revolutionaire momenten die verlengd worden door het verhaal dat ze vergezelt.” De vierde dimensie:“is het volk bestaande uit ‘willekeurige individuen’.” Dit volk drukt zich uit:“via peilingen of van het toeval afhangende uitingen, waarderingsmechanismes van de een of ander.” De laatste dimensie is:“het volk zowel als belofte als herinnering, het volk als bouwer van een toekomstige geschiedenis en als erfgenaam van een traditie.” Dit volk wordt vertegenwoordigd door:“de kunst, de literatuur, de sociale wetenschappen, de onderzoeken en allerlei getuigenissen.” Dit is het volk waar politici zich op beroepen als ze over waarden en tradities spreken. Het volk waar Wilders en Trump het over hebben als ze over ‘het volk spreken, de ‘echte’ Nederlander of Amerikaan.

Daarmee is de vraag naar het hoe de structurele crisis van vertegenwoordiging te boven te komen, niet beantwoord. Dat antwoord begint, zo betoogt Rosanvallon, met het accepteren van de complexheid:“We moeten het volk dus begrijpen als een structureel onbepaald object, maar een waarvan de bepaling benaderd kan worden door vergroting van de erkenning van zijn verschillende vormen.” Accepteren want: “in deze vermeerdering ontstaat het leven, en niet simpelweg in het zoeken naar een enkel principe dat alle mogelijkheden ervan uitputtend zou bevatten.” ‘Het volk’ spreekt zich op zeer veel verschillende manier uit. Zeer veel verschillende manieren, met veel verschillende stemmen en veel verschillende inhouden. Daar moet ruimte voor zijn, dat moeten we koesteren en niet versimpelen.

Die complexiteit vraagt om terughoudendheid van mensen die het volk vertegenwoordigen: onze volksvertegenwoordigers en bestuurders. Terughoudendheid die ermee begint je te realiseren welke dimensie van het volk ze vertegenwoordigen. Ze vertegenwoordigen het volk in de eerste twee dimensies van Rosanvallon: ze besluiten namens het volk bij meerderheid en ze vertegenwoordigen de constitutionele orde.

Twee dimensies die elkaar raken maar die ook met elkaar kunnen conflicteren. In de eerste dimensie beslist de meerderheid maar wat die meerderheid beslist kan het volk in de tweede dimensie aantasten. Neem de roep om het demonstratierecht te beperken. Een besluit bij meerderheid om het demonstratierecht te beperken tast het volk, de constitutionele orde, aan. Een extreem voorbeeld hiervan is het ontnemen van de Nederlandse nationaliteit van mensen met een dubbele nationaliteit als zij zich schuldig maken aan gewelds en zedendelicten. Iets waar Wilders in een van zijn tien punten die het kabinet Schoof deed vallen voor pleitte. Dit tast de constitutionele orde aan omdat het bij het straffen van mensen voor misdaden, onderscheid maakt op basis van iets wat niet ter zake doet.

In hun boek How Democracies Die betogen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt dat er twee basisnormen zijn die voorkomen dat een democratie op dit punt ontspoort. Zij onderzoeken de Amerikaanse democratie maar deze twee basisnormen zijn universeel voor iedere democratie. Die normen zijn: “Wederzijdse tolerantie, of begrip dat concurrerende partijen elkaar accepteren als legitieme rivalen, en tolerantie, of het idee dat politici terughoudendheid moeten betrachten bij het inzetten van hun institutionele bevoegdheden.2Tolerantie en terughoudendheid moeten voorkomen dat onze samenleving uit het lood slaat.

Een voorbeeld om dit duidelijk te maken. In Nederland worden rechters op voorspraak en advies van de Landelijke selectiecommissie rechters voor het leven benoemd door de Kroon en dus door de regering. Tot op heden is die benoeming een formaliteit en bemoeit de regering zich hier inhoudelijke niet mee. Een voorbeeld van het terughoudend inzetten van een institutionele bevoegdheid. Die terughoudendheid heeft er tot op heden voor gezorgd dat de politieke voorkeur van rechters geen rol speelt bij hun benoeming. Niets staat echter een toekomstige regering in de weg om de terughoudendheid te laten varen en rechters te benoemen op grond van hun politieke voorkeur. Dit met alle gevolgen voor de constitutionele orde.

Als we naar onze Nederlandse democratie kijken dan zien we dat deze basisnormen onder druk staan. Het dedain en zelfs de haat waarmee bijvoorbeeld GroenLinks/PvdA leider Timmermans wordt benaderd door het grootste deel van de rechterkant van het politieke spectrum getuigt van weinig tolerantie. Het willen regelen van zaken via een noodwet getuigt niet van terughoudendheid om institutionele bevoegdheden in te zetten. Net zoals de manier waarop Wilders met zijn ‘10 punten’ zijn zin wilde doordrijven, getuigt niet van terughoudendheid. Maar ook besluiten van beperktere orde, zoals het niet meer nakomen van bestuurlijke afspraken en convenanten die door een eerder kabinet zijn gemaakt, getuigen niet echt van terughoudendheid.

Ook een andere dimensie van het volk staat onder druk door gebrek aan terughoudendheid. Dat is het volk handelend via instituties. Instituties zoals actiegroepen die zich voor specifieke doelen inzetten. Kamerleden, zoals SGP-leider Stoffer, die dergelijke organisaties willen belemmeren te procederen tegen de staat omdat ze het, zoals in de Volkskrant van 26 juni 2024 verwoordt: “onverteerbaar (vinden) dat kleine (linkse) milieuorganisaties met een onduidelijke achterban via de rechtbank besluiten van de democratisch gekozen (rechtse) volksvertegenwoordiging kunnen ‘overrulen’. ‘Hoeveel leden heeft Urgenda? De representativiteit zit hier in deze Kamer. Wíj controleren het kabinet en niet clubs als Urgenda, gesponsord en gesubsidieerd door de Postcodeloterij’, zei Stoffer vorig jaar tijdens dat klimaatdebat.” Stoffer stond hierin niet alleen want dit belande in het Hoofdlijnenakkoord in de passage: “Er wordt onderzocht of en hoe nadere vereisten gesteld kunnen worden aan de representativiteit van belangenorganisaties met een ideëel doel.3Die passage heeft nog niet tot wetgeving geleid. De schade is daarmee nog beperkt. Maar dat er over dergelijke zaken wordt nagedacht laat zien dat basisnormen onder druk staan.

Anders dan Stoffer beweert, zit het volk niet alleen in het parlement waar Stoffer onderdeel van uitmaakt. Het volk kent meerdere gedaanten en al die gedaanten hebben een plek in een democratische en rechtsstatelijke samenleving. ‘Het volk’ zit op veel meer plekken, wordt op veel verschillende manieren vertegenwoordigt en spreekt zich op veel verschillende manieren uit.

1 De Spinozalezing is opgenomen in: Pierre Rosanvallon, Democratie en Tegendemocratie, pagina 65-89. De verschillende dimensies van het begrip volk waarnaar in deze Prikker wordt verwezen, worden beschreven op pagina 78-82

2 Steven Levitsky, Daniel Ziblatt, How Democracies Die. What History Reveals About our Future, pagina 8 (eigen vertaling)

3 Zie het Hoofdlijnenakkoord pagina 18

Vrijheid van meningsuiting en de VVD

(C)onstaterende dat er een verontrustende stijging van antisemitische incidenten in Nederland plaatsvindt; overwegende dat de context van de uitdrukking «from the river to the sea» rechtstreeks uit het handvest van Hamas komt en een oproep tot geweld tegen alle Joden wereldwijd inhoudt; verzoekt de regering om de uitdrukking «from the river to the sea» als een oproep tot geweld te beschouwen.” Zo luidt een motie die de Kamer heeft aangenomen. De motie werd ingediend door kamerlid Boon (PVV) en ondersteund door zijn eigen partij en de partijen BBB, ChristenUnie, SGP en VVD.  Een zeer bijzondere en ook schadelijke motie.

Eretz Israël. Bron: Wikipedia

Als het in het handvest van Hamas staat, dan moet het wel fout zijn. Laten we eens kijken wat er in dat Handvest (versie 2017) staat. Punt 2 luidt: “Palestina, dat zich uitstrekt van de rivier de Jordaan in het oosten tot de Middellandse Zee in het westen en van Ras Al-Naqurah (grens met Libanon) in het noorden tot Umm Al-Rashrash (Eilat) in het zuiden, is een integrale territoriale eenheid. Het is het land en de thuisbasis van het Palestijnse volk. De verdrijving en verbanning van het Palestijnse volk uit hun land en de vestiging van de zionistische entiteit daarin doen het recht van het Palestijnse volk op hun hele land niet teniet en verankeren daarin geen enkel recht voor de zich toe-eigenende zionistische entiteit.” Met zionistische identiteit wordt de staat Israël bedoeld. Die passage wordt gevolgd door punt 3: “Palestina is een Arabisch Islamitisch land. Het is een gezegend heilig land dat een speciale plaats inneemt in het hart van elke Arabier en elke moslim.” Hier beschrijft Hamas wat zij onder Palestina verstaan en betitelen het land als Arabisch, Islamitisch. En iets verder in het Handvest, punt 20,  lezen we: “Hamas gelooft dat geen enkel deel van het land Palestina in gevaar mag worden gebracht of zal worden opgegeven, ongeacht de oorzaken, de omstandigheden en de druk en ongeacht hoe lang de bezetting duurt. Hamas verwerpt elk alternatief voor de volledige bevrijding van Palestina, van de rivier tot de zee.” De leus staat er niet letterlijk in maar is een ‘vertaling’ van dit punt. Voor Hamas is Palestina bezet en verklaart, punt 25, dat: “Het verzet tegen de bezetting met alle middelen en methoden is een legitiem recht dat wordt gegarandeerd door goddelijke wetten en door internationale normen en wetten. De kern hiervan ligt (in) gewapend verzet, dat wordt beschouwd als de strategische keuze om de principes en de rechten van het Palestijnse volk te beschermen.”

Hamas betoogt dat de Palestijnen een volk zijn en geeft aan welk gebied het volk als haar thuisland ziet en constateert dat een deel van dat gebied is bezet. Hamas beroep zich hierbij op VN-resolutie 1514 met als titel Verklaring over het verlenen van onafhankelijkheid aan koloniale landen en volkeren van de 14 december 1960. Die resolutie stelt dat: “De onderwerping van volkeren aan buitenlandse onderwerping, overheersing en uitbuiting (…) een ontkenning (vormt) van fundamentele mensenrechten,” en: “in strijd (is) met het Handvest van de Verenigde Naties en (…) de bevordering van wereldvrede en samenwerking in de weg(staat).” En vervolgt met: “Alle volkeren hebben het recht op zelfbeschikking; op grond van dat recht bepalen zij in vrijheid hun politieke status en streven zij in vrijheid hun economische, sociale en culturele ontwikkeling na.” Dat het een legitiem recht is van een volk om zich ook met geweld tegen een bezetter te verzetten, zal door weinigen worden bestreden.

Terreur is een middel dat binnen die regels past, terreur als (Van Dale)‘georganiseerd politiek geweld’. Terreur is een methode om de strijd aan te gaan. Een methode die niet zoveel verschilt van guerrilla, een gewapend conflict waarbij ongeregelde strijders een reguliere krijgsmacht trachten te ontregelen en uit te putten. Waarbij ze vanwege het verschil in vuurkracht een rechtstreekse confrontatie zoveel mogelijk vermijden. Dat verzet en dus die terreur, moet wel plaatshebben binnen de regels van het oorlogsrecht.  Die regels werden op 7 oktober 2023 geschonden aldus de aanklager van het Internationaal strafhof.

Of betogen Boon en zijn collega’s die deze motie aannamen dat het Palestijnse volk, net zoals Poetin over de Oekraïners beweert, niet bestaat? Dat het Palestijnse volk een ‘verzinsel’ is? Volgens de Van Dale is een volk een: “historisch gegroeide gemeenschap van erfelijk verwante mensen met min of meer gelijke taal en gewoonten.”  Een volk is vooral een volk als het zelf vindt dat het een volk is. Die VN resolutie geldt voor volkeren en als de Palestijnen geen volk zijn, dan is die op hen niet van toepassing. Als ze geen volk zijn wat zijn het dan? Het zijn in ieder geval mensen die als tweede- of nog minderrangs worden behandeld door een overheid. De Van Dale geeft nog een tweede betekenis van volk die hierop duidt: “de gezamenlijke bewoners van een staat”.  Ook in dat geval kunnen ze in verzet komen tegen de machthebbers, al dan niet gewapend en daartoe oproepen. “Het is aan ieder bekend dat een vorst, als dienaar van God, geacht wordt zijn onderdanen te beschermen tegen alle onrecht, overlast en geweld, zoals een herder zijn schapen beschermt. De onderdanen zijn niet door God geschapen om de vorst in alles wat hij beveelt onderdanig te zijn en hem als slaven te dienen. De vorst regeert bij de gratie van zijn onderdanen en moet met recht en reden over hen regeren, hen beschermen en liefhebben zoals een vader zijn kinderen liefheeft en zoals een herder met hart en ziel zijn schapen beschermt. Als een vorst zijn plichten niet nakomt, maar, in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken als slaven, dan is hij geen vorst, maar een tiran. In dat geval mogen zijn onderdanen, na beraadslaging in de Staten-Generaal, hem afzweren en een andere leider kiezen. Dit recht hebben zij te meer als ze hun vorst niet met vreedzame middelen van zijn tirannieke neigingen hebben kunnen genezen. In dat geval hebben ze geen andere middelen om hun natuurlijke vrijheid, waarvoor men zich met hart en ziel dient in te zetten, veilig te stellen. Daarvan zijn diverse voorbeelden bekend uit andere landen en andere tijden.” Aldus het Plakkaat van Verlatinghe waarmee Spaanse koning werd afgezet. De geschiedenis kent meer van dit soort ‘plakkaten’. De opstellers beriepen zich op het natuurlijke recht van onderdanen om zich tegen tirannie te verzetten. Als onze voorvaderen zich het recht toe-eigenden om zich tegen tirannie te verzetten, mogen andere inwoners van een staat dat dan niet ook doen?

Met de aangenomen motie betoogt de Kamer dat een bezet volk niet mag oproepen tot geweld tegen een bezetter. Nu kun je je afvragen of Hamas namens het Palestijnse volk spreekt maar dat is iets wat je je van iedere bevrijdingsbeweging en zelfs van iedere politieke partij, ook in Nederland, kunt afvragen. Hamas is trouwens niet de ‘uitvinder’ van de leus. De PLO maakte er al gebruik van bij haar ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw. De leus is een spiegel van de zionistische concept Eretz Israel waar de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring mee begint. Eretz Israel is het concept dat God aan Abraham, de aartsvader van de joden, het land Kanaän heeft toegezegd. Trouwens die Israëlische onafhankelijkheidsverklaring en de handelswijze van de successievelijke Israëlische regeringen vertonen overeenkomsten met de beginselverklaring en de handelswijze van Hamas. Daar waar Hamas de Arabische gemeenschap om steun vraagt, wordt in de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring de steun gevraagd van de joodse diaspora. Steun bij: “de taken van immigratie en opbouw en hen bij te staan in de grote strijd voor de verwezenlijking van de eeuwenoude droom – de verlossing van Israël.”

Twee verklaringen, de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring en het Handvest van Hamas die inhoudelijk overeenkomen. Twee verklaringen van twee volken die op basis van natuurlijke en historische rechten aanspraak maken op eenzelfde gebied. De een ziet het als een joodse staat, de andere als een islamitisch Palestijnse. Van die natuurlijke en historische rechten kun je van alles vinden maar dat verandert niets aan het feit dat beide groepen zich erop beroepen en dat ze beiden aanspraak maken op hetzelfde stuk land.

Er is meer. Dat meer betreft Nederland. “Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid voor de wet.” Het eerste lid van artikel 7 van de Nederlandse Grondwet. Dat wordt gevolgd door een tweede lid dat aangeeft dat dit ook voor radio- en televisie-uitzendingen geldt en door een derde lid dat het veralgemeniseert: “Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.” Dit artikel regelt onze vrijheid van meningsuiting. Als de strekking van deze motie door de regering wordt overgenomen en de leus strafbaar wordt gesteld, dan wordt de vrijheid van meningsuiting in Nederland beperkt. Dan bepaalt de wetgever wat iemand met woorden bedoeld. Dan wordt één interpretatie van een uitspraak tot ‘wet’ verheven. Dan gaat de toevallige politieke waan van de dag het woordenboek bepalen Dat is een weg die we niet op moeten willen gaan. Dat is een weg die de vrijheid van meningsuiting beperkt.

Het meest wrange hierbij is dat de motie werd gesteund door twee partijen die vrijheid in hun naam dragen. De ene partij, de PVV, gebruikt vrijheid als een schaamlap. Ze gebruikt vrijheid maar wil vooral verbieden en beperken wat haar niet bevalt. De andere, is de van oorsprong liberale partij de VVD. Een partij die zichzelf liberaal noemt, wat betekent dat zij: “een samenleving met zo veel mogelijk vrijheid voor mensen willen.” Een partij met vrijheid als eerste van haar vijf kernwaardes. Een partij waarvoor vrijheid betekent dat: “Ieder mens (…) recht (heeft) op een zo groot mogelijke vrijheid. Dat betekent dat je je leven mag leiden zoals je dat zelf wilt. Vrijheid is onmisbaar om jezelf te ontwikkelen en het beste uit jezelf te halen. De persoonlijke vrijheid wordt daarom alleen begrensd als je de vrijheid van een ander schaadt. Daarnaast moeten we rekening houden met toekomstige generaties.” En die dat toelicht met drie voorbeelden waarvan het eerste hier relevant is: “Je mening kunnen geven zonder gearresteerd te worden.” Met het aannemen van deze motie heeft de partij haar ‘liberale veren’ afgeschud en is ze verworden tot een bekrompen conservatieve partij.

Volk, natiestaat en democratie

In een artikel bij de site Opiniez beoogt  Sebas Lammer aan te tonen dat: “Het idee van een federaal Europa,” waar de partij Volt, bij monde van leider Dassen, voor pleit: “volstrekt onrealistisch en absurd” is. Sterker nog, zo betoogt hij: “we moeten niet internationaliseren, maar juist lokaliseren als we het vertrouwen van burgers willen terugwinnen en problemen met draagvlak willen oplossen.” Zonder ‘volk’ en dus natiestaat, geen democratie dus. Lammers: “Veel wetenschappers van de modernistische stroming beweren dat naties gebaseerd zijn op invented traditions. Zij zien de natie als een geconstrueerd en modern fenomeen, als iets wat in de recente geschiedenis is opgekomen. Deze conclusie is te simplistisch.” Deze denkers ontkennen de: “krachtige mythes, symbolen en herinneringen van volkeren.“ zo gaat hij verder Die: “culturele diversiteit van Europa,” is volgens Lammers (e)en voornaam obstakel voor een federaal Europa.” Dat klinkt aannemelijk. Is het dat ook?

“Voorstanders van een federaal Europa zien graag een sterke Europese democratie. Wat zij hierbij vergeten is dat een belangrijke voorwaarde voor de democratie het bestaan van een volk is.” Zo betoogt Sebas Lammers. Zijn hele betoog stoelt op de bewering dat een sterke democratie alleen mogelijk is en kan ontstaan in een natiestaat: “een staat met één dominantie natie, waarmee een soeverein territorium wordt geboden aan een bepaalde natie en haar culturele identiteit,” aldus Wikipedia. Laat ik deze bewering eens wat nader bekijken.

Neem de grootste democratie van de wereld: India. Een land van ongeveer 1,4 miljard inwoners. Het gros is hindoe, zo’n 14% is moslim en daarnaast zijn er velen christen, sikh, boeddhist, jaïnist en aanhanger van nog wat andere religies. Die Indiërs spreken naast Hindi nog 21 officiële talen en nog 392 andere levende talen. Het land strekt zich uit over verschillende klimaatzone’s. Niet het schoolvoorbeeld van een natiestaat. Sterker nog, het lijkt verdacht veel op Europa. Toch heeft het land al zo’n 75 jaar een functionerende democratie.

Dan Nederland. Tussen 1848 en 1917 ontwikkelde Nederland zich tot een democratie. Als we Lammers volgen dan kan dat alleen zijn gebeurd omdat Nederland één natie of volk was. Nu was daar allerminst sprake van. Nederland was een religieus sterk verdeeld land. Gereformeerde, hervormden bestreden elkaar om de precieze uitleg van de bijbel. En zelfs binnen hun eigen stroming ontstonden er sub stromingen. Over één ding waren ze het echter allemaal eens: de katholieken waren de grote vijand. Die vormden een gevaar voor Nederland en het Nederlandse volk. Ze hoorden eigenlijk niet bij dat volk omdat ze voor leiding naar de paus in Rome keken en ze hadden van die vreemde tradities en gebruiken. Tegenwoordig spreken politici als Wilders over de joods- christelijke traditie van ‘de Nederlandse samenleving’ en soms voegen ze er ook nog humanistisch aan toe. Tot in de jaren zestig van de vorige eeuw stonden die ‘tradities’ met de rug naar elkaar. Tussen twee religies die zich op Christus beroepen en op één kussen sliepen lag de duivel tussen. Niet erg ‘één volks’. Voor de ontwikkeling van Nederland tot een democratie bleek dat geen belemmering.

Sterker nog, democratie maakte het vreedzaam samenleven van verschillende groepen in een samenleving juist mogelijk.

Wat Lammers niet lijkt te willen zien is dat politieke tegenstellingen over migratie en het al dan niet vormen van een Europees leger, voorbeelden die hij in zijn artikel aanhaalt, maar ook het aanpakken van milieuvervuiling en het tegenwoordig populaire bestaanszekerheid, geen tegenstellingen zijn tussen de verschillende volkeren van Europa. De verdeeldheid bij deze onderwerpen is onder Nederlanders net zo groot als onder Spanjaarden of Ieren. Aangezien dit problemen zijn die zich niets van landsgrenzen aantrekken, zou er dan voor oplossingen niet ook verder gekeken moeten worden dan die landsgrenzen?  Dus internationaliseren in plaats van lokaliseren? Is daarbij dan niet juist een sterke democratie nodig? Immers zoals Churchill het zei: “Many forms of Government have been tried, and will be tried in this world of sin and woe. No one pretends that democracy is perfect or all-wise. Indeed it has been said that democracy is the worst form of Government except for all those other forms that have been tried from time to time.…”

Tijd voor andere verhalen

‘Reageer niet op die man. Hij is de aandacht niet waard.’ Dat advies krijg ik steevast als ik weer eens reageer op iets wat Jan Roos schrijft. Roos de man die ‘bekend’ werd als ‘etterbal met de roze microfoon’ van Powned. En die definitief doorbrak als ‘Peppi’ in zijn strijd tegen het associatieverdrag met de Oekraïne. Of was het ‘Kokki’? Toch reageer ik steeds als Roos iets schrijft wat daartoe aanleiding geeft. Zo ook deze keer weer. “Links is ook erg pro-Palestijnen, maar weten van de ontstaansgeschiedenis van dit verzonnen volk en hun verzonnen land niets af.” Aldus Roos bij De Dagelijkse Standaard.

Aurora Borealis. Bron: WikipediaCommons

Ik reageer hierop niet omdat wat Roos hier beweert onzin is. Ik weet niet of links erg ‘pro Palestijnen is’ en of het niets afweet van de geschiedenis van de Palestijnen en hun land. Daar gaat het mij ook niet om. Het gaat mij om ‘verzonnen volk en verzonnen land’. Niet dat Roos hier iets schrijft wat aperte apekool is. Waarom dan toch in de pen geklommen? Omdat Roos de Palestijnen afzet tegen andere landen en volken en het doet voorkomen of die landen en hun volken niet zijn ‘verzonnen’. En dat is wel aperte apekool. Alle landen, alle volken en ook alle religies zijn verzonnen. Het ene wat eerder dan het andere, maar verzonnen zijn ze allemaal.

Nederland? In eerste aanleg verzonnen tijdens het Weens congres in 1814 en daarna, in 1831, nog wat gedecimeerd. Ik schreef er al eerder over. Het ‘volk’ bestond niet, dat is verzonnen. Gecreëerd door selectief in het verleden te winkelen en daaruit die gebeurtenissen te pakken waarop je ‘trots’ kunt zijn. Israel? In 1948 ontstaan. De Joodse claim op dat gebied als het hen ‘beloofde land’? Een verhaal gelardeerd met her en der een historische gebeurtenis die er een ‘logisch geheel’ van moeten maken. Een verhaal om een groep mensen te binden. Religie? Verhalen die een deel van de mensen nodig hebben om te kunnen omgaan met het zelf-bewustzijn. Met dat je realiseert dat het leven, ook het jouwe, eindig is. Maar ook als verhalen dat groepen mensen met elkaar verbindt. Verhalen die maken dat mensen zeggen: ‘wij horen bij elkaar’. Iets wat wordt beaamd door anderen die er niet bijhoren.

Verhalen in welke vorm (volk, land, religie) dan ook, spelen een belangrijke rol in het leven van de mens. Verhalen die mensen binden en ze deel uit laten maken van een groter geheel. De andere kant van de medaille is dat dezelfde verhalen ook mensen uitsluiten. Die horen niet bij dat grotere geheel.

Bij verhalen moet ik denken aan 21 Lessen voor de 21ste eeuw. Een boek van Yuval Noah Harari. In hoofdstuk 20 bespreekt hij de plek die verhalen innemen in het leven van de mensen. Dat hoofdstuk heeft als titel Het leven is geen verhaal.  Aan het einde van dat hoofdstuk (pagina 374) schrijft Harari: “Pas op als politici in mythische bewoordingen gaan spreken. Dat kan namelijk een poging zijn om het echte leed te gaan verhullen en rechtvaardigen door het te verpakken in moeilijke, onbegrijpelijke termen. Wees vooral op je hoede voor de volgende vier woorden: opoffering, eeuwigheid, zuiverheid en verlossing. Als je een van die woorden hoort, sla dan meteen alarm. En als je toevallig in een land woont waarvan de leider regelmatig dingen zegt als: ‘Hun offer zal de zuiverheid van onze eeuwige natie waarborgen en ons naar de verlossing leiden’, besef dan dat je een groot probleem hebt.”

De laatste jaren spreken steeds meer politici in mythische bewoordingen. Horen we de woorden ’opoffering, eeuwigheid, zuiverheid en verlossing’ en hun synoniemen steeds vaker. Neem de ‘VOC mentaliteit’ van Balkenende, de ‘boreale toespraak’ van Baudet in Nederland. Een Amerikaanse president die ‘America’ weer ‘Great’ wil maken en zichzelf in superlatieven veren in zijn reet steekt. Alles wat hij doet is ‘greatest ever’ en wat anderen doen is ‘worst ever’. Een manier van denken die ook aanwezig is bij Khamenei, Poetin, Erdogan en Xi Jinping. Harari adviseert: “Als je een beetje bij je verstand wilt blijven, moet je altijd proberen zulke lulkoek te vertalen naar de werkelijkheid: een soldaat die het uitschreeuwt van pijn, een vrouw die geslagen en aangerand wordt, een kind dat beeft van angst.”  

Tijd voor andere verhalen!

246 soorten kaas

In gesprek met een medelezer van de Correspondent stelde deze de volgende vraag: “Wat ik mij hierbij dan wel altijd afvraag is, waarom het al die Arabische landen in de periode van de dekolonisatie nooit gelukt is een goed en sociaal onderling samenwerkingsverband te organiseren. 

KaasIllustratie: petersekaas.nl

Een interessante vraag en dan is een woordenboek soms verhelderend. Je kunt de betekenis van een woord opzoeken. Land leverde niet veel op dus toen maar een equivalent, staat, opgezocht: “door een geordend gezag geregeerde en bestuurde volksgemeenschap. Belangrijk woord in deze verklaring is volksgemeenschap en dus het woord volk. Dit woord kent meerdere verklaringen waarvan de eerste luidt: “historisch gegroeide gemeenschap van erfelijk verwante mensen met min of meer gelijke taal en gewoonten.”  Vooral het ‘historisch gegroeid’ is interessant.

Na de val van het Ottomaanse rijk in 1914, verdeelden Engeland en Frankrijk wat wij het Midden Oosten noemen, onder elkaar. De grenzen zijn behoorlijk willekeurig. Je kunt dit zien aan de rechte lijnen die lengte en breedte graden volgen. Daarom wonen er zoveel verschillende stammen in een land en is een stam vaak verdeeld over meerdere landen. Na de kolonisator, de gemeenschappelijke vijand, eruit te hebben gegooid, moesten ze plotseling een land zijn en dat waren ze nooit geweest.

Na dit stukje geschiedenis terug naar de vraag waarom deze landen niet goed onderling kunnen samenwerken. Land of natie is een Westerse uitvinding. De rest van de wereld had stammen die soms rijkjes en rijken vormden. Maar het leven speelde zich vooral af in de eigen stam. Zou het niet kunnen zijn dat de stap van stam naar volk en land niet is gezet? Zou het misschien kunnen zijn dat er geen ‘historisch gegroeide gemeenschap’ is in wat wij zien als een land? Wat bond hen behalve de vrees voor een dictator? Of zoals Generaal De Gaulle het ooit gezegd schijnt te hebben toen hij over Frankrijk sprak: “Het is moeilijk een land te regeren dat 246 soorten kaas heeft.”

In West Europa hebben we er enkele eeuwen over gedaan om een land of natie te worden. En vervolgens kostte het ons ongeveer een eeuw en twee wereldoorlogen om tot samenwerking tussen landen te komen. En gaat die samenwerking niet nog steeds met horten en stoten?

Kijken en gebruiken we misschien het verkeerde frame? Zou het kunnen zijn dat zij zich zien als lid van een stam en niet als ‘Syriër, Libiër of Irakees?  Zou het kunnen dat land, natie en staat niet in hun denken voorkomen? Zouden we ook nu kunnen leven zondere begrippen als land en staat?