Homeopathie en economie

“Hierdoor krijgt de aanvullende verzekering steeds meer het karakter van een ‘abonnement’ waarin de premie overeenkomt met de gemaakte zorgkosten. Het verzekeringsprincipe komt daardoor onder druk te staan.”

Een uitspraak van De Nederlandsche Bank als ik de Volkskrant mag geloven. Door dat shopgedrag is het rendement dat de verzekeraars op een aanvullende verzekering maken, erg laag, slechts 0,6 procent. “DNB spoort de zorgverzekeraars aan nieuwe manieren te vinden om tegemoet te komen aan de wensen van de klant en er tegelijkertijd geld aan te blijven verdienen,” zo valt te lezen.

homeopathieFoto: Pixabay

Omdat de verzekeringsnemer steeds kritischer wordt en alleen dat afneemt wat op enig moment nodig is, komt het verzekeringsprincipe onder druk te staan. De oorzaak van dit probleem wordt in de schoenen geschoven van de verzekeringsnemer. Zou het werkelijk zo zijn gegaan of zou er ook een andere verklaring kunnen zijn? Zou de oorzaak hiervan niet bij de verzekeraars zelf kunnen liggen?

Een voorbeeld. Sinds enkele jaren is er een verzekeraar die zich profileert met de slogan: ‘de verzekering voor hoger opgeleiden’. Cijfers wijzen uit dat de gemiddelde hoger opgeleide gezonder is en leeft dan een lager opgeleide. Een aparte verzekering voor hoger opgeleiden kan goedkoper aan deze groep worden aangeboden omdat de duurdere lager opgeleiden erbuiten vallen. Willen die zich vervolgens tegen hetzelfde verzekeren, dan moeten ze naar een andere verzekeraar. Een verzekeraar waar lager opgeleiden oververtegenwoordigd zijn en dat leidt tot een hogere premie voor deze groep.

Een tweede voorbeeld: kraamzorg en babyzorg. Als je de keuze hebt, dan neem je dat als man of vrouw zonder kinderwens dus niet af. Alleen vrouwen met een directe kinderwens zullen zich daartegen verzekeren en de premie zal daarmee flink stijgen. Immers de kans dat een van de verzekerden zwanger wordt is zeer groot. Daar merk je echter alleen wat van als je dat in je pakket neemt.

Zouden de verzekeraars werkelijk aan de verzekerden hebben gedacht toen zij deze en andere ‘producten’ uitvonden? Zouden er bijvoorbeeld werkelijk hoger opgeleiden zijn die vroegen om een specifieke verzekering voor hen? Als dat zo is, dan is het ‘abonnement-karakter’ waar de DNB het over heeft te wijten zijn aan de verzekerden.

Of zou ook hier de economische wet dat aanbod vraag creëert opgeld doen? Als dat zo is, zou dan ‘nieuwe manieren te vinden om tegemoet te komen aan de wensen van de klant en tegelijkertijd geld te verdienen,” een goed advies zijn? Zou meer van hetgeen dat de kwaal heeft veroorzaakt werkelijk bijdragen aan de genezing? Zou homeopathie hier wel werken?

De slager en zijn vlees

Een van de oorzaken van de bankencrisis van 2008, was het gebrek aan toezicht op de financiële instellingen. Toezichthoudende instanties lieten de teugels vieren en vertrouwden op de tuchtigende werking van de markt. Die markt ontwikkelde producten als Collateralized debt obligations (CDO’s), Credit Default Swaps (CDS) en andere. Producten die slecht enkele mensen doorzagen en die mensen waren niet de beslissers en de ratingbureaus, zoals Moody’s, die de betrouwbaarheid van dergelijke producten moesten beoordelen. Producten waarmee snel veel te verdienen viel en dat was het enige dat telde. Net als bij de ratingbureaus ontbrak het ook bij de toezichthouders, zoals de centrale banken, aan kennis van die producten. Toch kwamen ze op de markt met vernietigende gevolgen. John Cassidy beschrijft dit in geuren en kleuren in zijn boek Wat als de markt faalt.  Een van de lessen van de bankencrisis was dan ook dat het toezicht beter moest.

VIETNAM-ECONOMY-INFLATION-VENDOR

Foto: www.nrc.nl

We zijn nu enkele jaren verder en in de Volkskrant valt te lezen dat de Autoriteit Financiële Markt (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) het anders gaan aanpakken: “De financiële toezichthouders gaan start-ups en andere nieuwkomers helpen met hun vragen over nieuwe producten en diensten. Meer ruimte voor innovatieve experimenten is namelijk goed voor de concurrentie en efficiëntie in de financiële sector.” Onder aanvoering van Willem Vermeend moet: Nederland op de kaart zetten als ‘centrum van financiële vernieuwing.” Nu komt voor dat ondernemers veel tijd en geld in een nieuw product stoppen en dan van de toezichthouders te horen krijgen dat het niet mag. Behoort het niet tot het risico van de ondernemer als hij een product ontwikkelt dat niet wordt toegelaten?

Moet Nederland wel zo’n centrum van financiële vernieuwing willen zijn? Nederland is een grote speler in de financiële wereld en de gevolgen daarvan heeft de burger als belastingbetaler al ondervonden. Hij heeft miljarden van zijn belastingeuro’s besteed aan het redden van banken.

Moet de financiële markt efficiënt zijn? De Zuid Koreaanse econoom Ha-Joon Chang pleit in 23 dingen die ze niet vertellen over het kapitalisme juist voor minder efficiency op de financiële markt. Chang: “De discrepantie tussen de snelheid van de financiële sector en die van de reële sector moet kleiner worden, wat betekent dat het nodig is de financiële markt opzettelijk minder efficiënt te maken.”

Maar als belangrijkste. Beste toezichthouders, bent u er niet voor het algemeen belang in het algemeen en de consument in het bijzonder? Is het niet uw taak om producten te beoordelen op hun gevaren voor samenleving en consument. Hoe wilt u uw onafhankelijkheid als toezichthouder waarborgen als u producten mee gaat ontwikkelen? Bent u dan niet de slager die ‘zijn eigen vlees’ keurt?